Voorwoord / 9
1 Belastingarresten lezen: een overzicht / 11
2 Het arrest als product van de cassatieprocedure / 13
2.1 Cassatiegronden / 13
2.2 De beoordeling van de uitspraak van de feitenrechter / 16
3 Hoe komt een belastingarrest tot stand? / 25
4 Hoe zijn belastingarresten opgebouwd? / 33
4.1 Drie stijlperioden / 33
4.1.1 Arresten oude stijl / 34
4.1.2 Arresten gemoderniseerde stijl / 37
4.1.3 Arresten hedendaagse stijl / 40
4.2 Ontleding van HR 14 november 2014, nr. 13/01800, BNB 2015/17 / 43
5 Rechtsregels opsporen via door de Hoge Raad gebruikte ‘toverformules’ / 75
5.1 Het gebruik van ‘toverformules’ door de Hoge Raad / 75
5.2 Door de feitenrechter gegeven feitelijke oordelen / 76
5.3 Door de feitenrechter gegeven rechtsoordelen / 80
5.3.1 De Hoge Raad onderschrijft het rechtsoordeel / 81
5.3.2 De Hoge Raad is het niet eens met het rechtsoordeel / 82
5.3.3 Hoge Raad reageert op de in het cassatiemiddel neergelegde rechtsopvatting / 85
5.3.4 Op goede gronden een juiste beslissing / 87
5.4 Door de feitenrechter gegeven gemengde oordelen / 88
5.5 Het belang van het onderscheid tussen de diverse oordelen / 92
6 Overige methoden voor het opsporen van rechtsregels / 97
6.1 De Hoge Raad geeft college voordat hij de cassatiemiddelen behandelt / 97
6.2 In het arrest wordt verwezen naar eerdere rechtspraak / 98
6.3 Door de Hoge Raad gegeven algemene regels / 100
6.3.1 Signaalwoorden voor door de Hoge Raad gegeven algemene regels / 101
6.3.2 De algemene regel met beperkte uitstraling / 104
6.4 Algemene regel na reparatie door de Hoge Raad / 106
6.5 Na ‘onvoldoende inzicht in gedachtegang’ volgt rechtsregel / 107
7 Het duiden van de rechtsregel / 109
7.1 Inleiding / 109
7.2 De Hoge Raad geeft een nieuwe rechtsregel / 111
7.3 Een eerdere rechtsregel wordt bevestigd of verduidelijkt / 111
7.4 Een eerdere rechtsregel wordt ingevuld, uitgebreid of ingeperkt / 114
7.5 De eerdere rechtsregel wordt verlaten; de Hoge Raad gaat om / 118
8 Ankerpunten bij een diepgaande analyse / 135
9 Niet-ontvankelijkheden / 141
10 Afdoening op basis van art. 80a en art. 81 RO / 143
10.1 Niet-ontvankelijk op grond van art. 80a Wet RO / 143
10.2 Afdoening op grond van art. 81 Wet RO / 145
11 De verwijzing naar de conclusie van de advocaat-generaal / 149
12 In het arrest behandelde motiveringsklachten / 155
12.1 Inleiding / 155
12.2 Motiveringsgebreken in de uitspraak van de feitenrechter / 159
12.2.1 Motiveringsgebreken ten aanzien van feitelijke oordelen / 160
12.2.2 Motiveringsgebreken ten aanzien van gemengde oordelen / 163
12.3 Hoe worden motiveringsklachten afgedaan? / 164
13 De Hoge Raad als feitenrechter en de betekenis van het begrip ‘feitelijke grondslag’ / 177
13.1 De Hoge Raad als feitenrechter / 177
13.1.1 De Hoge Raad is feitenrechter op het desbetreffende punt / 178
13.1.2 De Hoge Raad gedraagt zich als feitenrechter / 180
13.2 Feitelijke grondslag missen / 183
13.3 Hypothetische feitelijke grondslag als breekijzer / 187
14 Aanvullen, bijbuigen en corrigeren / 189
14.1 De Hoge Raad redt de uitspraak van de feitenrechter / 189
14.2 De Hoge Raad buigt bij om de uitspraak van de feitenrechter te vernietigen / 195
15 Middel gegrond, maar geen vernietiging van de uitspraak / 197
15.1 Het oordeel ten overvloede / 197
15.2 De Hoge Raad stelt een ander oordeel in de plaats voor het onjuiste oordeel van de feitenrechter / 197
15.3 Proceseconomie / 199
16 Het behandelen van de resterende middelen / 201
16.1 Na ongegrondbevinding van een cassatiemiddel / 201
16.2 Na gegrondbevinding van een cassatiemiddel / 208
17 Zelf de zaak afdoen of verwijzen? / 215
17.1 De Hoge Raad doet zelf de zaak af / 215
17.2 De Hoge Raad verwijst de zaak ter verdere behandeling en beslissing / 221
18 De Europese dimensie in de arresten van de Hoge Raad / 227
19 Herstel van een fout in een arrest / 231
20 Herziening van het arrest / 233
21 Samenvatting / 235
Trefwoordenregister / 239
