Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20
e.a.

Pensioen en de belangrijkste toekomstvoorzieningen

Paperback Nederlands 2019 9789012403429
Verwachte levertijd ongeveer 10 werkdagen

Samenvatting

In dit boek komen de drie pijlers van toekomstvoorzieningen aan bod. De inhoud is afgestemd op de behoefte in het onderwijs en in de praktijk. Toekomstvoorzieningen betreffen een breed terrein waarbij heel diverse regelgeving een rol speelt. Deze drie pijlers staan enerzijds op zichzelf, anderzijds zijn ze nauw met elkaar verweven. De wet- en regelgeving die ten grondslag ligt aan deze pijlers is zeer divers van aard. Civiel en fiscaal recht, Europees en internationaal recht als ook socialezekerheidsrecht liggen ten grondslag aan en beheersen deze pijlers. Daarom is in dit boek gekozen voor een thematische aanpak, waardoor de onderwerpen besproken kunnen worden met inachtneming van de diverse wet- en regelgeving die daarop van toepassing is en waarbij de samenhang tussen de pijlers aan bod kan komen.

In alle hoofdstukken staat het individu centraal, vanuit dit perspectief is het boek geschreven. De kernthema’s van dit boek zijn: pensioenbegrip, AOW en Anw, driehoeksverhouding in de Pensioenwet, governance en bestuursmodellen, werknemerspensioen in de loonsfeer, beroepspensioen en netto pensioen, fiscale aspecten rondom vervroegde uittreding en langer doorwerken, civiele en fiscale aspecten van dga-pensioen en de afschaffing van pensioenopbouw in eigen beheer, civiele en fiscale aspecten van pensioendeling bij echtscheiding, belastingen en pensioenen in EU-context, particulier en overheidspensioen in het OESO-Modelverdrag, civiele en fiscale aspecten van (internationale) waardeoverdracht, lijfrenten, inclusief de nettolijfrente, banksparen, en nabestaandenvoorzieningen.

Dit boek is tot stand gekomen door de samenwerking tussen de praktijk, Tilburg University en Maastricht University. De auteurs van dit boek zijn:

prof. dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn (Maastricht University),
mr. B.T. Broers CPL (APG),
mr. H.P.M. van Bijnen (Belastingdienst),
dr. B. Dieleman (Loyens & Loeff / Tilburg University),
em. prof. dr. G.J.B. Dietvorst (Tilburg University),
mr. N. Hanssen CPL (Nationale Nederlanden),
mr. drs. J. Kleuters CPL (APG),
mr. drs. P.H. Schonewille RA (Europese Commissie),
mr. R.J.M. Schreurs (Achmea),
dr. B. Starink (Tilburg University / PwC Amsterdam),
prof. dr. M.J.G.A.M. Weerepas (Maastricht University)
drs. N.M. Winter (KWPS Amsterdam)

Specificaties

ISBN13:9789012403429
Taal:Nederlands
Bindwijze:paperback
Aantal pagina's:592
Uitgever:Sdu
Druk:10
Verschijningsdatum:9-1-2019
Hoofdrubriek:Juridisch
ISSN:

Lezersrecensies

Wees de eerste die een lezersrecensie schrijft!

Geef uw waardering

Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht

Over Anouk Bollen-Vandenboorn

Dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn is universitair docent bij de capaciteitsgroep Belastingrecht van de Universiteit Maastricht.

Andere boeken door Anouk Bollen-Vandenboorn

Inhoudsopgave

Voorwoord / 15
Lijst van afkortingen / 19

1 Wat is pensioen? Een inleidende zoektocht naar een definitie / 23
1.1 Inleiding / 23
1.2 Korte historische pensioenreis / 24
1.3 Mogelijke criteria / 25
1.3.1 Naamgeving / 25
1.3.2 Doelgroep en relatie met arbeid / 25
1.3.3 Vrijwillig of verplicht? / 26
1.3.4 Welke ‘risico’s’ worden gedekt? / 26
1.3.5 De looptijd / 27
1.3.6 Inhoud van de voorziening / 27
1.3.7 De instelling waar het pensioen is ondergebracht / 28
1.3.8 De wijze van financiering / 29
1.3.9 De zekerheid/onvoorwaardelijkheid van pensioenrechten / 29
1.4 Literatuur / 30
1.5 Wetgeving / 32
1.5.1 Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) / 32
1.5.2 Pensioenwet (PW) / 33
1.5.3 Algemene Ouderdomswet (AOW) / 34
1.5.4 Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS) / 35
1.5.5 Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet Bpf 2000) / 36
1.5.6 Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964) / 36
1.5.7 Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) / 37
1.5.8 Burgerlijk Wetboek (BW) / 38
1.5.9 Wetgeving inzake gelijke behandeling / 38
1.6 Jurisprudentie / 38
1.6.1 Hoge Raad 27 februari 1998 / 39
1.6.2 Rechtbank Den Haag 28 augustus 2002 / 39
1.6.3 Hoge Raad 16 september 2005 / 40
1.7 Pensioenontwikkelingen / 40
1.7.1 Pensioenakkoord 2010 / 42
1.7.2 Uitwerkingsmemorandum / 44
1.7.3 Voorgestelde en weer ingetrokken fiscale wetsvoorstellen / 46
1.7.4 Tussentijdse ontwikkelingen / 49
1.7.5 Ontwikkelingen in 2013 en 2014 / 56
1.7.6 Wetgeving vanaf 1 januari 2015 / 58
1.7.7 Toekomst van het pensioenstelsel / 62
1.8 Conclusie / 69

2 AOW en Anw / 71
2.1 Inleiding / 71
2.2 Korte geschiedenis verhoging AOW-leeftijd / 73
2.3 Premieheffing / 78
2.3.1 Nationale regelgeving / 78
2.3.2 Vrijwillige verzekering / 88
2.3.3 Gemoedsbezwaarden / 91
2.3.4 KB 746 / 92
2.3.5 Europese regelgeving / 95
2.4 Uitkeringen / 98
2.4.1 AOW / 99
2.4.2 De uitkering / 101
2.4.3 In het buitenland wonende gerechtigden / 108
2.4.4 Anw / 110
2.4.5 De uitkering / 113
2.4.6 In het buitenland wonende gerechtigden / 113
2.5 Belastingheffing over de uitkeringen / 114

3 Driehoeksverhouding in de Pensioenwet / 117
3.1 Inleiding / 117
3.2 Inleiding pensioenwetgeving: korte uiteenzetting van de Pensioenwet en andere wetten die gerelateerd zijn aan pensioen / 117
3.3 Beknopte beschrijving van hoofdstuk 1 t/m 8 PW / 118
3.3.1 Doel Pensioenwet / 131
3.4 Pensioenovereenkomst tussen werkgever en werknemer / 132
3.4.1 Aanbod, aanvaarding, verwerping / 133
3.4.2 Bepalingen in de pensioenovereenkomst / 137
3.4.2.1 Karakter pensioenovereenkomst / 137
3.4.2.2 Betalingsvoorbehoud werkgever / 139
3.4.2.3 Toeslagverlening en ambitievoorwaarden / 140
3.4.2.4 Beperking onderscheid naar leeftijd bij verwerving en aanbod / 141
3.4.2.5 Tijdsevenredige verwerving pensioenaanspraken / 142
3.5 Informatieverstrekking aan de deelnemer / 143
3.5.1 Pensioen 1-2-3 / 144
3.6 Uitvoeringsovereenkomst tussen werkgever en pensioenuitvoerder / 146
3.6.1 De onderbrengingsplicht / 146
3.6.2 Bepalingen in de uitvoeringsovereenkomst / 150
3.7 Pensioenreglement tussen werknemer en pensioenuitvoerder / 151
3.7.1 Opstellen pensioenreglement / 151
3.7.2 Inhoud pensioenreglement / 151
3.8 Bestuursmodellen, communicatie- en informatieverplichtingen / 153
3.9 Het nieuwe pensioencontract: verschuiving risico en aansprakelijkheid / 155
3.9.1 Noodzaak herziening pensioenstelsel / 155
3.9.2 Financieel Toetsingskader / 157

4 Pension Fund Governance: besturen van pensioenfondsen / 161
4.1 Inleiding / 161
4.2 Algemeen kader / 162
4.2.1 Onderbrengingsplicht van de werkgever / 162
4.2.2 Belanghebbenden bij een pensioenfonds / 162
4.2.3 Taken van een pensioenfonds bij de uitvoering van een pensioenregeling / 163
4.2.4 Ontwikkelingen rondom de Wet versterking bestuur pensioenfondsen / 164
4.2.5 De Wet versterking bestuur pensioenfondsen / 167
4.3 Inrichting van een pensioenfonds / 168
4.3.1 Ondernemingspensioenfonds en bedrijfstakpensioenfonds / 168
4.3.2 De bestuursmodellen / 169
4.3.2.1 Bestuur / 169
4.3.2.2 Taken en verantwoordelijkheden van en eisen aan het bestuur / 176
4.3.2.3 Intern toezicht bij het paritaire model en onafhankelijke model (art. 103 jo. 104 PW) / 181
4.3.2.4 Verantwoording en medezeggenschap / 186
4.3.3 Schematisch overzicht van de organen in de bestuursmodellen conform de Wet versterking bestuur pensioenfondsen / 191
4.3.4 Hoe kies je een bestuursmodel? / 197
4.4 Evaluatie Wet versterking bestuur pensioenfondsen / 200
4.5 Actuele ontwikkelingen / 210

5. Werknemerspensioen in de loonsfeer, beroepspensioen en nettopensioen / 213
5.1 Inleiding / 213
5.2 Is pensioen loon? / 213
5.2.1 Omkeerregel (art. 10 en 11 Wet LB 1964) / 214
5.3 Pensioenregeling (art. 18 Wet LB 1964) / 216
5.3.1 Pensioenvormen / 217
5.3.1.1 Ouderdomspensioen / 217
5.3.1.2 Nabestaandenpensioen / 224
5.3.1.3 Arbeidsongeschiktheidspensioen / 225
5.3.2 Erkende verzekeraar (art. 19a Wet LB 1964) / 226
5.4 Pensioensystemen / 228
5.4.1 Eindloonregeling / 230
5.4.2 Middelloonregeling / 231
5.4.3 Vastebedragenregeling / 232
5.4.4 Kapitaalovereenkomst / 232
5.4.5 Beschikbarepremieregeling / 233
5.4.6 Combinaties / 235
5.4.6.1 Hybride pensioenregelingen / 235
5.5 Pensioengevend loon en diensttijd / 238
5.5.1 Diensttijd / 238
5.5.2 Pensioengevend loon met aftoppingsgrens / 242
5.6 Toelaatbare overschrijdingen pensioennormen / 244
5.7 Toetsing pensioenregeling / 248
5.8 Onregelmatige afwikkeling van een pensioenregeling / 249
5.9 Witteveenkader voor beroepspensioen / 251
5.9.1 Pensioengrondslag en begrenzing / 252
5.9.2 Fiscale behandeling van vrijwillige pensioenpremies / 255
5.9.3 Uitkeringen en bovenmatige pensioengrondslag / 255
5.10 Nettopensioen / 257

6 Dga: civiele en fiscale aspecten / 267
6.1 Inleiding / 267
6.2 De dga en de PW / 267
6.2.1 Definitie dga / 267
6.2.2 Gevolgen niet van toepassing zijn Pensioenwet / 268
6.2.2.1 Afkoopverbod / 268
6.2.2.2 Waardeoverdracht / 269
6.2.2.3 Bescherming in geval van ontslag / 269
6.2.2.4 Positie partner dga / 269
6.3 De dga en de Wet LB 1964 (tot 1 juli 2017) / 270
6.3.1 Pensioenopbouw in eigen beheer / 270
6.3.2 Pensioenopbouw en gangbaarheidstoets / 271
6.3.2.1 Art. 10c Uitv.besl. LB 1965 / 271
6.3.2.2 Loonbestanddelen in natura / 272
6.3.2.3 De eigen bijdrage / 272
6.3.2.4 AOW-inbouw / 272
6.3.2.5 Onbepaalde partner / 273
6.3.3 Overige aandachtspunten bij pensioenopbouw in eigen beheer / 274
6.3.3.1 Gebruikelijkloonregeling / 274
6.3.3.2 Prijsgeven van pensioenaanspraken / 275
6.4 Winstbepaling pensioen in eigen beheer / 277
6.4.1 Algemeen / 277
6.4.2 De waardering van pensioenverplichtingen op de fiscale vermogensopstelling / 277
6.5 Emigratie en conserverende aanslag / 280
6.5.1 Verplaatsing feitelijke leiding bv / 280
6.6 Afschaffing van het pensioen in eigen beheer / 281
6.6.1 Inleiding / 281
6.6.2 Problemen pensioen in eigen beheer / 281
6.6.3 Fiscaal gunstige afkoopregeling / 283
6.6.4 Oudedagsverplichting / 286
6.6.5 Niets doen / 288

7. Fiscale aspecten van vervroegde uittreding, langer doorwerken en flexibilisering / 291
7.1 Inleiding / 291
7.2 Ontwikkelingen Witteveen-wetgeving / 292
7.2.1 Wet fiscale behandeling van pensioenen / 292
7.2.1.1 Bepalingen pre-Witteveen / 292
7.2.1.2 Witteveen-regime / 293
7.2.2 Vervroeging ouderdomspensioen / 293
7.2.2.1 Dienstjarenkorting / 293
7.2.2.2 Actuariële korting / 293
7.2.2.3 Gemis aan AOW / 295
7.2.2.4 Partnerpensioen / 295
7.2.2.5 Doorwerken en pensioenvervroeging / 296
7.2.3 Vormen van vroegpensioen / 297
7.2.3.1 Overbruggingspensioen / 297
7.2.3.2 VUT / 298
7.2.3.3 Prepensioen / 300
7.3 Wet VPL / 301
7.3.1 Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling / 301
7.3.2 Gevolgen invoering Wet VPL voor vroegpensioen / 303
7.3.2.1 Overbruggingspensioen en prepensioen / 303
7.3.2.2 VUT-regelingen / 303
7.3.3 Overgangsrecht / 303
7.3.3.1 Bestaande regeling voor VUT, prepensioen en overbruggingspensioen / 303
7.3.3.2 Werknemers geboren vóór 1950 / 304
7.3.3.3 Bestaande aanspraken op vroegpensioen / 304
7.3.3.4 Afkoop prepensioen / 305
7.3.3.5 Arbeidsongeschiktheid en Wet VPL / 305
7.4 40-deelnemingsjarenpensioen / 306
7.4.1 Toepassing 40-deelnemingsjarenpensioen / 306
7.4.2 Voorwaarden toekenning 40-deelnemingsjarenpensioen / 307
7.4.3 Verhoging: 40-deelnemingsjarenpensioen / 307
7.5 Regeling voor vervroegde uittreding (RVU) / 308
7.5.1 Eindheffing / 308
7.5.2 Kwalificatie als VUT-regeling / 309
7.5.2.1 Besluit van 8 december 2005: kwalitatieve toets / 311
7.5.2.2 Besluit van 26 mei 2005 / 312
7.5.3 Eenmalige ontslaguitkeringen / 314
7.5.4 Seniorenregelingen / 314
7.6 Levensloopregeling / 315
7.6.1 Algemene aspecten / 316
7.6.2 Voorwaarden levensloopregeling / 317
7.6.3 Opbouw van levenslooptegoed / 317
7.6.3.1 Sparen door de werknemer / 317
7.6.3.2 Bijdrage van de werkgever / 317
7.6.3.3 Toetsing aan maxima / 318
7.6.3.4 Overgangsbepalingen oudere werknemers / 318
7.6.4 Opname van levenslooptegoed / 318
7.6.5 Overgangsrecht levensloopregeling / 319
7.7 Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd / 320
7.8 Witteveenkader 2015 / 321
7.8.1 Gevolgen diverse verlagingen / 322
7.8.2 Nettosparen / 323
7.9 Vitaliteitssparen / 324
7.10 Flexibilisering / 324
7.10.1 Wet uitbetaling in pensioeneenheden / 325
7.10.2 Wet variabele pensioenuitkering / 327
7.10.3 Wet verbeterde premieregeling / 328
7.10.3.1 Keuzemogelijkheden / 331
7.10.3.2 Pensioenuitvoerders / 331
7.10.3.3 Fiscale aspecten / 332

8 Civiele en fiscale aspecten van pensioendeling / 335
8.1 Inleiding / 335
8.2 Huwelijksvermogensrecht en WVPS / 335
8.2.1 Art. 1:94 en art. 1:155 Burgerlijk Wetboek / 335
8.2.2 Reikwijdte WVPS / 337
8.3 WVPS / 341
8.3.1 Vereveningsmethodes / 341
8.3.2 Conversie / 346
8.3.3 Voornemens wijziging WVPS naar aanleiding van evaluatie van de wet / 349
8.3.4 Fiscale consequenties van vereveningsmethodes / 350
8.4 Partnerpensioen en echtscheiding / 353
8.4.1 Behoud aanspraak partnerpensioen in geval van scheiding / 353
8.5 Uitsluiting WVPS / 356
8.5.1 Herleving van huwelijksvermogensrecht? / 356
8.5.2 Fiscale consequenties van uitsluiting WVPS en/of pensioenverrekening / 357
8.5.2.1 Bijzonder partnerpensioen / 358
8.6 Boon/Van Loon-regime / 359
8.6.1 Voorgeschiedenis / 359
8.6.2 Boon/Van Loon-arrest / 360
8.6.3 Verrekeningsmethodes van deze tijd en fiscale consequenties / 361
8.6.4 Verrekeningsmethodes niet-WVPS-pensioen en fiscale consequenties / 366
8.7 Dga en pensioendeling bij echtscheiding (opgebouwd tot 1 april 2017) / 367
8.7.1 Samenhang Pensioenwet en WVPS / 367
8.7.2 Afstortingsverplichting m.b.t. pensioen opgebouwd tot 1 april 2017? / 369

9 Belastingen en pensioenen in EU-context / 377
9.1 Inleiding / 377
9.2 EET, TEE, ETT, TTE, ET en TTT / 377
9.3 EU-pensioenbelastingwetgeving onwaarschijnlijk / 379
9.4 Grote verschillen tussen de lidstaten / 379
9.5 Grensoverschrijdende premiebetalingen / 380
9.6 Grensoverschrijdende overdracht van pensioenkapitaal / 382
9.6.1 Nederlands afkoopverbod internationaal houdbaar? / 382
9.7 Discriminerende belastingheffing van beleggingsresultaten / 384
9.8 De uitkeringsfase / 390
9.9 Pan-Europese pensioenfondsen in de praktijk / 390
9.10 Pan-Europese pensioeninstelling voor onderzoekers / 391
9.11 Levensverzekeraars / 392
9.12 PEPP-verordening / 394
9.13 Conclusie / 395

10. Belastingheffing over pensioenuitkeringen in grensoverschrijdende situaties / 397
10.1 Inleiding / 397
10.2 Verdeling heffingsrechten tussen de staten op basis van belastingverdrag / 397
10.3 Belastingheffing over particulier pensioen / 399
10.3.1 Nederlands verdragsbeleid / 399
10.3.2 OESO-Modelverdrag / 400
10.4 Belastingheffing over overheidspensioen / 401
10.4.1 Nederlands verdragsbeleid / 401
10.4.1.1 Overheid in de zin van art. 19, lid 2 van veel van de door Nederland gesloten belastingverdragen / 402
10.4.1.2 Diensten bewezen aan de staat / 404
10.4.1.3 Publiekrechtelijk lichaam / 404
10.4.2 OESO-Modelverdrag / 406
10.4.3 Op winst gerichte overheidsbedrijven / 407
10.5 Samenloop van particulier pensioen en overheidspensioen / 408
10.5.1 Jurisprudentie / 408
10.5.2 OESO / 408
10.5.3 Pensioenen op risicoverzekerings-, omslag- en opbouwbasis / 409
10.5.4 Kwalificatieconflicten / 411
10.6 Enkele pensioenbepalingen in bilaterale verdragen / 412
10.6.1 België / 412
10.6.2 Canada / 413
10.6.3 Verenigd Koninkrijk / 413
10.6.4 Duitsland / 414
10.7 Verschil overheid en privaat nog te rechtvaardigen? / 415

11. Nationale waardeoverdracht, internationale waardeoverdracht en andere internationale aspecten / 419
11.1 Inleiding / 419
11.2 Vormen van waardeoverdracht / 419
11.3 Waardeoverdracht binnen Nederland / 420
11.3.1 Civiele vereisten voor waardeoverdracht / 426
11.3.1.1 Overdrachtswaarde en bijbetaling / 427
11.3.1.2 Procedure en termijnen / 430
11.4 Fiscale consequenties van waardeoverdracht binnen Nederland / 432
11.4.1 Dienstjaren / 433
11.5 Internationale waardeoverdracht / 434
11.5.1 Civiele vereisten voor internationale waardeoverdracht / 434
11.5.2 Toegestane buitenlandse pensioenuitvoerder / 438
11.6 Fiscale consequenties van internationale waardeoverdracht / 439
11.6.1 Internationale waardeoverdracht / 439
11.7 Conserverende aanslag voor pensioen / 442
11.7.1 Werking conserverende aanslag voor pensioen bij emigratie / 442
11.7.2 Houdbaarheid van conserverende aanslag / 444
11.7.3 Conserverende aanslag bij internationale waardeoverdracht / 449
11.7.4 Emigratie en internationale waardeoverdracht / 450
11.8 Voortzetting pensioenopbouw in ander land / 451
11.8.1 Werknemer komt naar Nederland, voortzetting in buitenland / 451
11.8.2 Werknemer gaat naar buitenland, voortzetting in Nederland / 453
11.9 Herziening IORP-richtlijn (Richtlijn 2003/41/EG) / 454
11.9.1 Achtergrond en kernbegrippen oorspronkelijke IORP-richtlijn / 454
11.9.2 Achtergrond herziening IORP-richtlijn en mobiliteitsrichtlijn / 455
11.9.3 IORP II / 458
11.9.4 Grensoverschrijdende werkzaamheden vanuit Nederland / 460

12 Lijfrenten / 463
12.1 Inleiding / 463
12.2 Belang derde pijler / 466
12.3 De wetgever / 469
12.4 De verzekeringslijfrente / 470
12.5 De lijfrentedefinitie / 472
12.6 De bancaire lijfrente / 475
12.7 De aftrekmogelijkheden / 478
12.8 Tijdstip van aftrek / 485
12.9 Toegelaten aanbieders / 486
12.10 Toegestane lijfrenten / 488
12.11 Combinaties van lijfrenten / 490
12.12 De nettolijfrente / 492
12.13 De uitkeringen / 495
12 Inhoudsopgave
12.13.1 Oud-regimelijfrenten / 497
12.14 Sanctiebepalingen bij niet-reguliere afwikkeling / 498
12.15 Emigratie / 501
12.16 Ongelijkheid tweede en derde pijler / 504
12.17 Het kan beter / 505
12.18 Tot slot / 506

13 Perikelen partnerpensioen / 509
13.1 Inleiding / 509
13.2 Historie / 510
13.2.1 De eerste pijler / 510
13.2.2 De tweede pijler / 512
13.2.3 Derde pijler / 513
13.3 Partnerpensioen in de Pensioenwet / 514
13.3.1 Begrip partner algemeen / 514
13.3.2 Samenwoners / 514
13.3.2.1 Uniformiteit definitie samenwoners / 516
13.3.3 Tijdelijk of levenslang / 518
13.3.4 Bijzonder partnerpensioen / 518
13.3.4.1 Samenwoners en bijzonder partnerpensioen / 519
13.3.5 Afkoop klein (bijzonder) partnerpensioen / 520
13.4 Partnerpensioen financieel / 521
13.4.1 Overeenkomst / 521
13.4.2 Opbouw- of risicobasis / 521
13.4.3 Pensioenopbouw en pensioengevend loon / 522
13.5 Partnervoorziening fiscaal / 523
13.5.1 Nabestaandenlijfrente / 523
13.5.1.1 Jaarruimte / 523
13.5.1.2 Jaarruimte en tekort partnerpensioen / 523
13.5.1.3 Jaarruimte en AOW-franchise / 524
13.5.1.4 Kring van gerechtigden / 524
13.5.2 Partnerpensioen / 525
13.5.2.1 Kring van gerechtigden / 525
13.5.2.2 Pensioenovereenkomst en fiscale grenzen / 527
13.5.2.3 Aanvullende opbouwmogelijkheden / 529
13.5.2.4 70%-grens / 530
13.5.2.5 Levenslang of tijdelijk / 530
13.5.2.6 Ingangsdatum / 530
13.6 Partnervoorziening en baanwisseling / 532
13.6.1 Uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen (art. 61 PW) / 533
13.6.1.1 Uitruil partnerpensioen voor ouderdomspensioen (art. 60 PW) / 535
13.6.2 Uitruil partnerpensioen bij einde deelneming / 535
13.6.3 Nabestaandenlijfrente / 536
13.7 Partnervoorziening en ontslag / 536
13.7.1 Vrijwillige voortzetting (art. 54 PW) / 537
13.7.1.1 Samenloop vrijwillige voortzetting en art. 61 PW / 538
13.7.2 Voortzetting tijdens WW-periode (art. 55 PW) / 538
13.7.2.1 Samenloop voorzetting tijdens WW-periode en vrijwillige voortzetting (art. 54 PW) / 539
13.7.2.2 Samenloop voortzetting tijdens WW-periode en uitruil (art. 61 PW) / 539
13.7.3 Nabestaandenlijfrente / 539
13.8 Partnervoorziening en echtscheiding / 540
13.8.1 Ex-partner / 540
13.8.1.1 Uitruil ouderdomspensioen (art. 61 PW) / 540
13.8.1.2 Pensioenverweer / 540
13.8.2 Opvolgende partner / 541
13.8.2.1 Nabestaandenlijfrente / 541
13.9 Afschaffen pensioen in eigen beheer / 541
13.10 Tot slot / 542

Literatuurlijst / 543
Trefwoordenregister / 569
Jurisprudentieregister / 585

Managementboek Top 100

Rubrieken

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden

        Pensioen en de belangrijkste toekomstvoorzieningen