Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20
, , , , e.a.

Wegwijs in het Internationaal en Europees Belastingrecht - deel A

Paperback Nederlands 2021 9789012407038
Verwachte levertijd ongeveer 10 werkdagen

Samenvatting

Deze uitgave is bedoeld als studieboek voor fiscale opleidingen aan universiteiten en hoger beroepsonderwijs. De uitgave kan tevens goede diensten bewijzen in de fiscale praktijk. De uitgave bestaat uit twee delen: deel A Internationaal Belastingrecht en deel B Europees en Internationaal Belastingrecht.

Wegwijs in het Internationaal en Europees Belastingrecht geeft inzicht in:
- internationale en Europeesrechtelijke regels ter voorkoming van dubbele belasting, zowel op het gebied van inkomen en vermogen als van successie en schenking;
- internationale en Europeesrechtelijke regels ter voorkoming van ongewenst gebruik;
- Europeesrechtelijke harmonisatiemaatregelen;
- internationale en Europeesrechtelijke maatregelen ter bescherming van de rechten van belastingplichtigen in de vorm van non-discriminatiebepalingen en onderling overleg- en arbitragemaatregelen;
- internationale en Europeesrechtelijke wederzijdse bijstandverleningsbepalingen;
- internationale en Europeesrechtelijke maatregelen ter voorkoming van schadelijke belastingconcurrentie;
- de invloed van het internationaal publiekrecht op de uitleg van belastingverdragen.

Specificaties

ISBN13:9789012407038
Taal:Nederlands
Bindwijze:paperback
Aantal pagina's:702
Uitgever:Sdu
Druk:11
Verschijningsdatum:30-12-2021
Hoofdrubriek:Juridisch
ISSN:

Lezersrecensies

Wees de eerste die een lezersrecensie schrijft!

Geef uw waardering

Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht

Over I.J.J. Burgers

Mw. prof. dr. I.J.J. Burgers is hoogleraar Internationaal en Europees Belastingrecht (Faculteit Rechtsgeleerdheid) en hoogleraar Economics of Taxation (Faculteit Economie en Bedrijfskunde) aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Andere boeken door I.J.J. Burgers

Over R.P.C. Adema

Mr. dr. R.P.C. Adema is als universitair docent Internationaal Belastingrecht verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Verder is hij als fiscalist werkzaam bij Deloitte en maakt hij deel uit van Deloitte’s FSI Tax Group in Amsterdam.

Andere boeken door R.P.C. Adema

Over Willemein Grooten

Mr. W. Grooten is docent Belastingrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Andere boeken door Willemein Grooten

Over A.J. van Herwaarden

A.J. van Herwaarden LLM, MSc is verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Andere boeken door A.J. van Herwaarden

Over L.F. Kosters

Mr. L.F. Kosters is Senior Principal Research Associate bij het International Bureau of Fiscal Documentation (IBFD) in Amsterdam.

Andere boeken door L.F. Kosters

Inhoudsopgave

Voorwoord Deel A: Internationaal Belastingrecht / 17
Lijst van gebruikte afkortingen / 21
DEEL A: INTERNATIONAAL BELASTINGRECHT
1 Het vakgebied internationaal belastingrecht: een nadere toelichting op doel en inhoud / 27
1.1 Regels ter voorkoming van dubbele belasting / 27
1.1.1 Dubbele belasting / 27
1.1.2 Oplossing voor dubbele belasting en belastingontgaan en -ontduiking / 29
1.1.3 Voorkoming van juridisch dubbele belasting door eenzijdige regelingen en belastingverdragen / 29
1.1.4 Voorkoming van door samenloop van heffingsbeginselen veroorzaakte juridisch dubbele belasting / 32
1.1.4.1 Samenloop van heffingsbeginselen / 32
1.1.4.2 Voorkoming van dubbele belasting door eenzijdige regelingen / 34
1.1.4.3 Voorkoming van dubbele belasting door belastingverdragen / 35
1.1.5 Voorkoming van economisch dubbele belasting / 37
1.2 Regels ter voorkoming van blinde vlekken en belastingontgaan / 38
1.3 Non-discriminatiebepalingen / 41
1.4 Regels met betrekking tot wederzijdse bijstand bij inlichtingen en invordering / 42
1.5 De invloed van internationaal publiekrecht op het internationaal belastingrecht / 43
2 Instrumenten ter voorkoming van dubbele belasting / 45
2.1 Het Besluit voorkoming dubbele belasting / 45
2.1.1 Historische ontwikkeling / 45
2.1.2 Functie / 46
2.1.2.1 De voorkomingsfunctie / 47
2.1.2.2 De normatieve functie / 47
2.1.3 Inhoud / 51
2.1.3.1 De subjectieve reikwijdte van het besluit (de persoonlijke werkingssfeer) / 51
2.1.3.2 De belastingen waarop het besluit van toepassing is (de zakelijke werkingssfeer) / 55
2.1.3.3 De objectieve werking / 55
2.2 Belastingverdragen / 59
2.2.1 Historische ontwikkeling / 59
2.2.2 Functie / 66
2.2.2.1 Functies van OESO- en VN-Modelverdrag / 66
2.2.2.2 Functies van bilaterale belastingverdragen / 66
2.2.2.3 Functies van het multilateraal instrument (het MLI) / 72
2.2.2.4 Meer functies voor belastingverdragen? / 73
2.2.2.5 De internationale belastingpolitiek van Nederland / 75
2.2.3 Wijze van totstandkoming / 80
2.2.4 Inhoud / 84
2.2.4.1 De titel / 84
2.2.4.2 De preambule / 86
2.2.4.3 De subjectieve reikwijdte van het verdrag (de persoonlijke werkingssfeer) / 87
2.2.4.4 De belastingen waarop de overeenkomst van toepassing is (de zakelijke werkingssfeer) / 92
2.2.4.5 De definities / 95
2.2.4.6 De uitleg van belastingverdragen / 95
2.2.4.7 Compartimentering bij verdragen / 106
2.2.4.8 De objectieve werking / 108
2.2.4.9 De territoriale werking / 113
2.2.4.10 Inwerkingtreding en beëindiging / 114
2.2.4.11 Het Protocol / 115
2.2.4.12 Gezamenlijke uitleg in briefwisseling of Memorandum of Understanding / 115
2.2.4.13 Toelichtende nota / 115
2.3 De Belastingregelingen voor de verschillende onderdelen van het Koninkrijk der Nederlanden / 116
2.3.1 De staatkundige positie van de overzeese Koninkrijksdelen / 116
2.3.2 Historie en status van de Belastingregeling voor het Koninkrijk / 118
2.3.3 Functies / 119
2.3.4 Inhoud / 119
2.3.5 Toelichting / 120
2.3.6 De Belastingregeling Nederland-Curaçao / 121
2.3.7 De Belastingregeling Nederland-Sint Maarten / 121
2.3.8 De Belastingregeling voor het land Nederland / 122
2.4 Kostenaftrek / 122
2.4.1 Kostenaftrek mogelijk als geen regeling ter voorkoming van dubbele belasting van toepassing is / 122
2.4.2 Op verzoek / 123
2.4.3 Schriftelijk verzoek / 125
3 Belastingen naar het inkomen en vermogen: voorkomingsmethoden / 127
3.1 Inleiding / 127
3.2 De vrijstellingsmethode / 131
3.2.1 Inleiding / 131
3.2.2 Belastingvrijstelling / 131
3.2.3 Objectvrijstelling / 133
3.2.4 Toepassing van de vrijstellingsmethode uit het BvdB 2001 (Inkomstenbelasting) / 134
3.2.4.1 Onderworpenheid / 135
3.2.4.2 Geheven of betaald / 136
3.2.4.3 Onderworpenheid en tax holidays / 137
3.2.4.4 Bewijslast onderworpenheid / 137
3.2.4.5 Objectieve of subjectieve onderworpenheid / 138
3.2.4.6 ‘Voor zover’ / 139
3.2.4.7 Belasting naar het inkomen / 140
3.2.4.8 Vanwege die Mogendheid geheven / 141
3.2.5 Vrijstelling is vermindering / 143
3.2.5.1 De voorkomingsbreuk / 144
3.2.5.2 De teller (bruto of netto) / 144
3.2.5.3 De teller (gezamenlijk of per land) / 146
3.2.5.4 De noemer / 147
3.2.5.5 Bijzonder tarief / 149
3.2.5.6 Doorschuifregeling / 149
3.2.5.7 Negatief buitenlands inkomen, inhaalregeling / 153
3.2.5.8 Wisselwerking tussen doorschuif- en inhaalregeling / 153
3.2.5.9 Voorkoming en verliesverrekening / 155
3.2.6 Toepassing van de objectvrijstelling in de Wet VPB 1969 (Vennootschapsbelasting) / 158
3.2.6.1 Achtergrond van de objectvrijstelling / 158
3.2.6.2 Werking van de objectvrijstelling / 163
3.2.6.3 Inkomenscategorieën waarvoor de objectvrijstelling geldt / 165
3.2.6.4 Buitenlandse ondernemingswinst uit een verdragsland / 165
3.2.6.5 Buitenlandse ondernemingswinst uit een niet-verdragsland / 166
3.2.6.6 Hybride vaste inrichting / 167
3.2.6.7 Besmette voordelen uit aangewezen staat / 167
3.2.6.8 Laagbelaste beleggingsonderneming / 171
3.2.6.9 Stakingsverliezen / 176
3.2.7 Toepassing van de vrijstellingsmethode voor andere belastingen / 180
3.2.8 Door Nederland gesloten belastingverdragen / 180
3.2.9 Het Multilateraal Instrument (MLI) / 181
3.3 De verrekenmethode / 181
3.3.1 Basisgedachte van verrekening / 181
3.3.2 Soorten verrekening / 182
3.3.2.1 Volledige verrekening / 182
3.3.2.2 Beperkte verrekening / 183
3.3.2.3 Tax sparing credit / 183
3.3.2.4 Matching credit / 185
3.3.2.5 Indirecte verrekening / 185
3.3.3 Toepassing van de verrekenmethode uit het BvdB 2001 / 187
3.3.3.1 Belasting naar het inkomen / 188
3.3.3.2 Verrekening in box 2 / 189
3.3.3.3 Verrekening in box 3 / 189
3.3.3.4 Eerste limiet / 190
3.3.3.5 Tweede limiet / 191
3.3.3.6 Samenloop van vrijstelling en verrekening in Nederland / 195
3.3.3.7 Onverrekende belasting / 196
3.3.3.8 Verrekening onder het BvdB 2001 – gezamenlijk of per land / 197
3.3.4 Vergelijking verrekening en vrijstelling; overbrenging van grondslag of belasting / 198
3.3.5 Verdragen / 200
3.3.5.1 De teller / 201
3.3.5.2 De noemer / 202
3.3.5.3 Formule na 1980 / 203
3.3.5.4 Onverrekende belasting / 203
3.3.5.5 Verrekening per verdragsland of gezamenlijk / 204
3.4 Kostenaftrek / 205
3.4.1 Geen regeling ter voorkoming van dubbele belasting van toepassing / 206
3.4.2 Keuze voor kostenaftrek in plaats van verrekening / 209
3.4.3 Geen keuze bij vrijstelling / 210
4 Belastingen naar het inkomen en vermogen: het subject / 211
4.1 Woonplaats en nationaliteit / 211
4.2 Afbakening belastingsubject naar Nederlands nationaal recht / 212
4.2.1 Nederlandse maatstaven doorslaggevend / 212
4.2.2 Criteria naar nationaal recht / 212
4.2.3 Uitzondering op criteria naar nationaal recht / 215
4.2.4 Naar de omstandigheden / 216
4.2.4.1 Inleiding / 216
4.2.4.2 Natuurlijke personen / 217
4.2.4.3 Lichamen / 224
4.2.5 Zetelverplaatsing / 232
4.2.6 Verklaringen van de Belastingdienst / 232
4.2.6.1 Woonplaatsverklaringen / 232
4.2.6.2 Vaste-inrichtingverklaringen / 236
4.2.7 Open versus gesloten norm / 236
4.2.8 Personenvennootschappen / 238
4.2.8.1 Nationaal recht / 238
4.2.8.2 Toepassing van verdragsrecht op hybride vennootschappen / 241
4.2.9 Specifieke groepen werknemers / 249
4.2.10 Keuzerecht / kwalificerende buitenlandse belastingplicht / 250
4.3 Unilaterale regeling / 253
4.3.1 Art. 4 AWR doorslaggevend / 253
4.3.2 Woon- en vestigingsplaatsficties uit IB en VPB ook van toepassing / 253
4.4 Verdragen / 253
4.4.1 Natuurlijke personen: van nationaliteit naar woonplaats / 253
4.4.2 Lichamen / 257
4.4.2.1 Art. 4 OESO-Modelverdrag, UN-Modelverdrag en MLI / 257
4.4.2.2 ‘Place of effective management‘ / 258
4.4.2.3 Jurisprudentie nationale wet: heffingssubject blijft in stand, heffingsobject verdwijnt / 259
4.4.2.4 Nationale wet: eindafrekening / 261
4.4.2.5 Dividendbetalingen / 267
4.5 Door Nederland gesloten bilaterale verdragen / 271
4.5.1 Verdragsbeleid / 271
4.5.2 Afwijkingen van het OESO-Modelverdrag / 272
4.5.3 Collectieve verzoeken om teruggaaf bronbelasting / 277
4.6 Jurisprudentie / 277
4.7 Bijzondere regelingen voor functionarissen van internationale organisaties / 288
4.7.1 Verschillend luidende regelingen met verschillende doelstelling / 288
4.7.2 Absolute of relatieve vrijstelling? / 291
4.7.3 Jurisprudentie / 292
4.7.4 Besluit / 294
4.7.5 Woonplaatsfictie EU-ambtenaren / 295
5 Belastingen naar het inkomen en vermogen: het object / 297
5.1 Belastingen naar het inkomen / 298
5.1.1 Nationale wet / 298
5.1.1.1 Binnenlandse belastingplicht / 298
5.1.1.2 Buitenlandse belastingplicht / 298
5.1.2 Unilaterale regeling / 298
5.1.3 Verdragen / 299
5.2 Winst uit onderneming: de vaste inrichting / 300
5.2.1 Inleiding / 300
5.2.2 Afbakening heffingsobject naar nationaal recht / 302
5.2.2.1 Verschillen in invulling voor de heffingswetten / 302
5.2.3 Unilaterale regeling / 315
5.2.3.1 Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 / 316
5.2.4 Verdragen / 317
5.2.4.1 Historische ontwikkeling / 317
5.2.4.2 Algemene definitie begrip vaste inrichting / 318
5.2.4.3 Niet-limitatieve opsomming van voorbeelden / 320
5.2.4.4 Fictiebepalingen inzake uitvoering van werken (OESO en VN) en dienstverlening (VN) / 322
5.2.4.5 Fictieve niet-vaste inrichtingen / 324
5.2.4.6 Nadere guidance voor specifieke handelsactiviteiten: grensoverschrijdende dienstverlening, digitale economie en global financing / 327
5.2.4.7 Verbonden lichamen als vaste inrichting? / 330
5.2.4.8 Het MLI / 332
5.2.5 Het vaste-inrichtingsbegrip in door Nederland gesloten bilaterale verdragen / 333
5.2.5.1 Verdragsbeleid inzake art. 5, lid 1 t/m 4, OESO-Modelverdrag en VN-Modelverdrag / 333
5.2.5.2 Afwijkingen van art. 5 lid 1 t/m 4 OESO-Modelverdrag in door Nederland gesloten verdragen / 335
5.2.6 Jurisprudentie criteria vaste inrichting / 339
5.2.6.1 Nationale wet / 339
5.2.6.2 Unilaterale regeling / 340
5.2.6.3 Verdragen / 341
5.2.6.4 BRK / 345
5.3 Winst uit onderneming: de vaste vertegenwoordiger / 346
5.3.1 Afbakening heffingsobject naar nationaal recht / 347
5.3.2 Afbakening heffingsobject naar verdragsrecht / 348
5.4 Winst uit onderneming: het vaste middelpunt / 354
5.5 De omvang van de vaste-inrichtingswinst / 357
5.5.1 Terminologie / 357
5.5.2 Oorzaken van verschillen tussen v.i.-winst en aftrekwinst / 358
5.5.2.1 Verschillen in het algemene winstconcept / 358
5.5.3 Oorzaken van verschillen tussen bijdragewinst en v.i.-winst/aftrekwinst / 363
5.5.3.1 Verschil in elementen / 363
5.5.3.2 Verschil in timing / 364
5.5.3.3 Koersverschillen / 365
5.5.4 Welke benadering van de ondernemingssplitsingstheorie moet worden toegepast? / 366
5.5.4.1 Nationale wet / 366
5.5.4.3 Verdragen / 369
5.5.4.4 Art. 7, lid 3, 4 en 5, OESO-Modelverdrag 1963-2008 vervallen / 390
5.5.4.5 Art. 7, lid 3, OESO-Modelverdrag 2010/2014/2017: correlatieve aanpassing / 391
5.5.4.6 Art. 7, lid 4, OESO-Modelverdrag 2010/2014/2017: inkomsten die ook vallen onder andere verdragsartikelen / 391
5.5.5 Door Nederland gesloten bilaterale verdragen / 392
5.5.5.1 Verdragsbeleid / 392
5.5.5.2 Afwijkingen van het OESO-Modelverdrag / 397
5.5.6 Jurisprudentie / 400
5.5.6.1 Nationale wet / 400
5.5.6.2 Unilaterale regeling / 403
5.5.6.3 Verdragen / 407
5.5.7 Vergelijking tussen de OESO-visie en de Nederlandse visie / 419
5.6 Onroerende zaken / 421
5.6.1 Nationale wet / 421
5.6.2 BvdB 2001 / 422
5.6.3 Verdragen / 424
5.6.3.1 Het OESO-Modelverdrag / 424
5.6.3.2 Door Nederland gesloten verdragen / 429
5.6.3.3 Het OESO-Modelverdrag 2017 / 430
5.7 Scheepvaart- en luchtvaartwinsten / 430
5.7.1 Nederlands Verdragsbeleid / 431
5.7.2 Afwijkingen in door Nederland gesloten belastingverdragen / 432
5.8 Transfer pricing / 433
5.8.1 Inleiding / 433
5.8.2 (OESO-)guidance inzake de toepassing van het arm’s length-beginsel / 439
5.8.2.1 Criteria voor gelieerdheid / 439
5.8.2.2 Vergelijkbaarheidsanalyse / 440
5.8.2.3 Erkenning van de gekarakteriseerde transactie / 441
5.8.2.4 Vergelijkbaarheidsfactoren / 442
5.8.2.5 Verrekenprijsmethoden en vergelijkbaarheidscorrecties / 444
5.8.2.6 Arm’s length-range / 451
5.8.2.7 Groepssynergieën / 452
5.8.2.8 Systematiek van verrekenprijscorrecties / 453
5.8.2.9 Safe harbours / 454
5.8.2.10 Advance Pricing Agreements / 454
5.8.2.11 Verrekenprijsdocumentatie / 456
5.8.2.12 Intangibles / 458
5.8.2.13 Diensten / 460
5.8.2.14 Cost Contribution Arrangements / 461
5.8.2.15 Business restructurings / 461
5.8.2.16 Global Formulary Apportionment en kritiek op het arm’s length-beginsel / 462
5.8.3 Transfer pricing en andere internationale organisaties / 462
5.8.3.1 Transfer pricing en de VN / 462
5.8.3.2 Transfer pricing en de EU / 463
5.9 Passieve inkomsten / 469
5.9.1 Woonstaatheffing en bronstaatheffing / 469
5.9.2 Dividend / 472
5.9.2.1 Inleiding / 472
5.9.2.2 Nationale wet / 473
5.9.2.3 Unilaterale regeling / 476
5.9.2.4 Verdragen / 478
5.9.3 Interest / 489
5.9.3.1 Inleiding / 489
5.9.3.2 Nationale wet / 490
5.9.3.3 Unilaterale regeling / 491
5.9.3.4 Verdragen / 491
5.9.3.5 Doorwerking van fictie in nationale wet naar verdrag? / 495
5.9.4 Royalty’s / 496
5.9.4.1 Inleiding / 496
5.9.4.2 Nationale wet / 496
5.9.4.3 Unilaterale regeling / 497
5.9.4.4 Verdragen / 497
5.9A Betalingen voor technische diensten / 500
5.9A.1 Inleiding / 500
5.9A.2 Unilaterale regeling / 500
5.9A.3 Verdragen / 500
5.9A.3.1 Woonstaat mag belasten / 501
5.9A.3.2 Bronstaat heeft beperkt heffingsrecht / 502
5.9A.3.3 Definitie van het begrip ‘vergoeding voor technische betaling’ / 503
5.9A.3.4 Vergoeding behoort tot v.i.-vermogen / 503
5.9A.3.5 Regels voor vaststelling bronstaat / 504
5.9A.3.6 Bijzondere verhouding tussen de betaler van de vergoeding en uiteindelijk gerechtigde / 505
5.10 Vervreemdingswinsten / 505
5.10.1 Inleiding / 505
5.10.2 Verdragen / 507
5.10.2.1 Inleiding / 507
5.10.2.2 Onroerende zaken / 507
5.10.2.3 Vaste inrichting / 508
5.10.2.4 Scheep- en luchtvaartvervreemdingswinsten / 509
5.10.2.5 Voordelen verkregen door de vervreemding van aandelen in een onroerendgoedvennootschap / 509
5.10.2.6 Overige vermogensbestanddelen / 510
5.10.2.7 Aanmerkelijkbelangwinsttoerekeningsbepaling in door Nederland gesloten belastingverdragen / 511
5.10.3 BvdB 2001 / 514
5.11 Inkomsten uit arbeid / 514
5.11.1 Inleiding / 514
5.11.2 Tegenwoordige particuliere dienstbetrekking / 515
5.11.2.1 Eenzijdige regeling / 515
5.11.2.2 Verdragen / 520
5.11.3 Overheidsdienstbetrekking / 535
5.11.3.1 Inleiding / 535
5.11.3.2 Eenzijdige regeling / 535
5.11.3.3 Verdragen / 536
5.11.4 Vroegere arbeid / 538
5.11.4.1 Inleiding / 538
5.11.4.2 Particuliere pensioenen / 538
5.11.4.3 Verdragen / 539
5.11.4.4 Periodiek of niet-periodiek / 540
5.11.4.5 Overheidspensioen / 541
5.11.5 Bijzondere categorieën / 543
5.11.5.1 Directeuren en commissarissen / 543
5.11.5.2 Artiesten en sporters / 546
5.11.5.3 Functionarissen van internationale organisaties / 551
5.11.5.4 Hoogleraren / 553
5.11.5.5 Studenten / 554
5.12 Overige inkomsten / 555
5.12.1 Inleiding / 555
5.12.2 Verdragen / 556
6 Schenk- en erfbelasting / 559
6.1 Inleiding / 559
6.1.1 Voorkoming van dubbele belasting / 561
6.1.2 OESO-Modelverdrag / 563
6.2 Methoden van voorkoming van dubbele belasting / 564
6.2.1 De verrekenmethode / 565
6.2.1.1 Eenzijdige regeling / 565
6.2.1.2 Verdragen / 571
6.2.1.3 Aanvullende verrekening bij fictieve woonplaats / 572
6.2.1.4 De aftrekmethode / 573
6.3 Het subject / 573
6.3.1 De tienjarenregeling / 574
6.3.2 Het subject in verdragen; de woonplaats / 574
6.4 Het object / 577
6.4.1 Onroerende zaken / 578
6.4.2 Vermogen behorend tot een vaste inrichting / 579
6.4.3 Overige vermogensbestanddelen / 579
6.4.4 Schulden / 580
6.5 Recente ontwikkelingen / 581
6.6 Slotopmerking / 583
7 Voorkoming van gebruik en misbruik van belastingverdragen en het Besluit voorkoming dubbele belasting / 585
7.1 Inleiding / 585
7.1.1 Globalisering en nieuwe ondernemingsstructuren / 585
7.1.2 De omslag – ‘Tax the rich and feed the poor’ / 587
7.1.3 Enige voorbeelden van fiscale structuren / 592
7.1.4 Taxplanning of misbruik? / 595
7.2 BEPS: Tegen onaanvaardbare taxplanning / 598
7.2.1 BEPS: een G20-initiatief met brede steun via het Inclusive Framework / 598
7.2.2 Wat doet de OESO, en wanneer? / 599
7.2.3 Opvolging BEPS-actiepunten / 601
7.2.3.1 Hybride instrumenten / 602
7.2.3.2 Gebruik en misbruik van verdragen – voorbeelden / 603
7.2.4 Het Multilaterale Instrument (BEPS Action 15) / 606
7.2.5 BEPS – een evaluatie / 608
7.2.6 Two-Pillar Solution to Address the Tax Challenges Arising from the Digitalisation of the Economy / 610
7.3 In het OESO-commentaar aanbevolen anti-ontgaansbepalingen / 613
7.3.1 OESO-Modelverdrag 2014/2017 / 615
7.3.1.1 Lookthrough-bepalingen / 615
7.3.1.2 Subject-to-tax-bepalingen / 616
7.3.1.3 Channel-approach-bepalingen / 616
7.3.1.4 Uitsluiting van verdragsvoordelenbepalingen / 616
7.3.1.5 Uitsluiting van bijzondere fiscale regimes / 617
7.3.1.6 Maatregelen die voorkomen dat de bronstaat verdragsvoordelen toekent in geval van constructies: main purpose test / 617
7.3.1.7 Maatregelen bedoeld om invoering van bijzondere regimes na het sluiten van het verdrag te voorkomen / 617
7.3.1.8 Maatregelen die voorkomen dat de bronstaat verdragsvoordelen toekent
indien de woonstaat een remittancebased-bepaling toepast / 618
7.3.2 Toevoegingen aan het OESO-Modelverdrag 2017 / 618
7.3.2.1 Principal purpose test en limitation-on-benefits-test / 618
7.3.2.2 Transparante-entiteitenbepaling / 620
7.3.2.3 Savings clause / 621
7.3.2.4 Voorkomen van strijd met goede verdragstrouw door nationale regelgeving: voorstel voor uitsluitingsbepaling bijzondere regimes / 622
7.3.2.5 Voorkomen van strijd met goede verdragstrouw door nationale antimisbruikregelgeving: voorstel voor een algemene bepaling / 623
7.3.2.6 Voorkomen kunstmatig ontgaan v.i.-status / 623
7.3.2.7 Voorkomen ontgaan via in derde landen gelegen laagbelaste vaste inrichtingen / 624
7.3.2.8 Minimumbezitsperiode aandelen (dividendtransfertransacties) / 624
7.3.2.9 Vervreemding van vastgoedlichamen / 625
7.4 Door Nederland gebruikte methoden / 625
7.4.1 Nederlands verdragsbeleid / 626
7.4.2 Belastingverdragen / 629
7.4.2.1 Algemene antimisbruikmaatregelen / 630
7.4.2.2 Uitsluiting van verdragsvoordelen door subject to tax-clausules / 630
7.4.2.3 Limitation on benefits / 631
7.4.2.4 Uitsluiting van bijzondere regimes (carve-out-bepaling) / 632
7.4.2.5 Main purpose test / 633
7.4.2.6 Remittancebased-bepalingen / 634
7.4.2.7 Uitsluiting van verdragsvoordelen in geval van niet-zakelijke omstandigheden / 634
7.4.2.8 Uiteindelijkgerechtigdebepalingen / 635
7.4.2.9 Toepassing van de verrekeningsmethode / 637
7.4.2.10 Antidoorstroommaatregelen / 637
7.4.2.11 Gebruikmaken van intensieve gegevensuitwisseling / 638
7.4.2.12 Het hanteren van gesloten normen / 638
7.4.2.13 CFC-regelgeving / 638
7.4.2.14 Opnemen van specifieke allocatiebepalingen in belastingverdragen / 640
7.4.2.15 Toepassen van substance over form, fraus legis/fraus tractatus enz. / 640
7.4.3 Antimisbruikmaatregelen in de nationale wet / 648
7.4.4 Implementatie van de Antibelastingontwijkingsrichtlijnen 1 en 2 / 645
7.4.5 Doorwerking van nationale anti-ontgaansinstrumenten naar belastingverdragen / 646
7.5 Nederlandse positie ten aanzien van anti-ontgaansbepalingen in het MLI en de positie van Nederland en andere staten / 646
7.5.1 Principal purpose test en limitation-on-benefits-test / 646
7.5.2 Transparante-entiteitenbepaling / 647
7.5.3 Savings clause / 647
7.5.4 Voorkomen van strijd met goede verdragstrouw door nationale regelgeving: voorstel voor uitsluitingsbepaling bijzondere regimes / 647
7.5.5 Voorkomen van strijd met goede verdragstrouw door nationale antimisbruikregelgeving: voorstel voor algemene bepaling / 647
7.5.6 Voorkomen kunstmatig ontgaan v.i.-status / 647
7.5.6.1 Antifragmentatieregel / 647
7.5.6.2 Opsplitsen van contracten / 648
7.5.6.3 Commissionairstructuren / 648
7.5.7 Minimumbezitsperiode aandelen / 648
7.5.8 Vervreemding van vastgoedlichamen / 649
Annex – Begrippenlijst veelgebruikte termen in het kader van de Kamerdiscussie over mogelijk oneigenlijk gebruik van Nederlandse belastingverdragen / 651

Literatuurlijst / 655
Aanschrijvingenregister / 673
Jurisprudentieregister / 677
Trefwoordenregister / 689

Managementboek Top 100

Rubrieken

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden

        Wegwijs in het Internationaal en Europees Belastingrecht - deel A