Mr. Wil Martens studeerde fiscaal recht aan de Katholieke Universiteit Brabant. In 2001 heeft hij de postdoctorale opleiding Europese Fiscale Studies aan de Erasmus Universiteit Rotterdam afgerond.
Meer over Wil MartensDe deelnemingsvrijstelling in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Paperback Nederlands 2017 10e druk 9789013105896Samenvatting
Praktijkfiscalisten en fiscale studenten keken uit naar deze nieuwe druk. Deze 10e druk behandelt de wetswijzigingen tot 1 januari 2017 en de sinds de vorige druk (uit 2011) verschenen jurisprudentie en beleidsopvattingen, inclusief het besluit van januari 2017. Het tweede deel van deze uitgave gaat in op de deelnemingsvrijstellingsaspecten bij fusies en splitsingen.
De deelnemingsvrijstelling in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 schetst een nauwkeurig beeld van deze belangrijkste objectieve vrijstelling in de vennootschapsbelasting. In samenhang met de door Nederland gesloten verdragen ter voorkoming van dubbele belasting is de deelnemingsvrijstelling een belangrijke pijler voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Sinds 1970 is de deelnemingsvrijstelling een aantal malen grondig gewijzigd. Enerzijds om oneigenlijk gebruik te voorkomen, anderzijds om de regeling aan Europese ontwikkelingen aan te passen. Ook de internationale concurrentiestrijd trekt op dit punt de aandacht.
Deze 10e druk bestaat uit twee delen. Voor deze tweedeling is gekozen vanwege de bijzondere complexiteit van deelnemingsvrijstellingsaspecten bij fusies en splitsingen. Deze komen in het tweede deel van deze uitgave aan bod.
Nieuw is de bespreking van de regeling inzake bovenmatige deelnemingsrente (art. 13l Wet VPB) en de wet compartimenteringsreserve (art. 28c Wet VPB). Daarnaast zijn de standpunten uit het nieuwe beleidsbesluit van januari 2017 ook in deze uitgave verwerkt.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Deel A De deelnemingsvrijstelling / 1
Hoofdstuk 1
Historisch overzicht / 3
1.1 1893-1941 / 3
1.2 1942-1969 / 4
1.3 1970-1990 / 5
1.4 1991-2003 / 5
1.5 2004-2009 / 6
1.6 Vanaf 2010 / 7
Hoofdstuk 2
Moederzijde / 9
2.1 Inleiding / 9
2.1.1 De juridische eigenaar van aandelen / 9
2.1.2 De economische eigenaar van aandelen / 9
2.1.3 De houder van een ‘calloptie’ op aandelen / 10
2.1.4 De vruchtgebruiker / 11
2.1.5 De pandhouder / 13
2.1.6 De houder van een ‘hybride’ vordering / 14
2.1.7 Uit- en inlenen van aandelen (‘security lending’) / 15
2.2 Binnenlandse belastingplichtigen / 15
2.2.1 Coöperaties / 15
2.2.2 Open commanditaire vennootschap (OCV) / 16
2.2.3 Fondsen voor gemene rekening / 16
2.2.4 Fiscale beleggingsinstelling geen recht op deelnemingsvrijstelling / 16
2.2.5 Buitenlandse belastingplichtigen / 17
Hoofdstuk 3
Dochterzijde / 19
3.1 Inleiding / 19
3.2 Vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal / 19
3.2.1 Coöperatie / 21
3.2.2 Open fondsen voor gemene rekening / 22
3.2.3 Open commanditaire vennootschap (OCV) / 22
3.2.4 Onderlinge waarborgmaatschappij en belastingplichtige vereniging / 23
3.2.5 Winstbewijzen / 24
3.2.6 ‘Hybride’ schuldvorderingen / 24
3.2.7 Fiscale beleggingsinstelling / 25
3.3 Het 5%-criterium gerelateerd aan het nominaal gestorte kapitaal / 25
3.3.1 Nominaal gestort kapitaal / 25
3.3.2 5%-criterium / 27
3.4 De voorraaddochter (dienstverlening) / 30
3.5 Dochter als tussenmaatschappij / 32
Hoofdstuk 4
De Beleggingsdeelneming / 33
4.1 Beknopt historisch overzicht / 33
4.1.1 Deelnemingsvrijstelling tot 2007 / 33
4.1.2 Deelnemingsvrijstelling 2007 tot en met 2009 / 33
4.2 De beleggingsdeelneming – regime vanaf 2010 / 34
4.2.1 Hoofdlijnen / 34
4.2.2 Niet-als-beleggingseis / 35
4.2.3 Onderworpenheidseis (art. 13 lid 11 onder a) / 41
4.2.4 Bezittingeneis (art. 13 lid 11 onderdeel b) / 49
4.2.5 Vastgoeddeelneming / 57
4.2.6 L aagbelast / 58
4.2.7 Balansverlenging / 59
4.3 Deelnemingsverrekening / 59
4.4 Herwaarderingsverplichting beleggingsmaatschappijen / 62
4.5 Samenloop met de fiscale eenheid / 63
Hoofdstuk 5
Object / 65
5.1 Inleiding / 65
5.2 Dividenden / 66
5.2.1 Inleiding / 66
5.2.2 Verkapt dividend / 66
5.2.3 Meegekocht dividend / 67
5.2.4 Dividend op ingekochte eigen aandelen / 67
5.2.5 Bronheffingen / 67
5.2.6 Anti-mismatchregeling (art. 13 lid 17) / 68
5.3 Koerswinsten / 69
5.3.1 Koerswinsten, algemeen / 69
5.3.2 Valutaverschillen / 70
5.3.3 Schadevergoedingen / 72
5.3.4 Nabetalingsregelingen / 74
5.3.5 Causaliteit: in samenhang met de deelneming vervreemde rechten / 75
5.3.6 Causaliteit: voordeel uit hoofde van een deelneming of dienstverlening? / 76
Hoofdstuk 6
Deelnemingskosten / 77
6.1 Inleiding / 77
6.2 Deelnemingsrente / 78
6.2.1 Historisch perspectief / 78
6.2.2 Hoofdlijnen van de wettelijke regeling (art. 13l Wet VPB 1969) / 81
6.2.3 Het mathematisch verband / 82
6.2.4 Uitgezonderde geldleningen o/g / 83
6.2.5 Uitgezonderde verkrijgingen / 84
6.2.6 Interne reorganisatie, voeging en ontvoeging / 86
6.2.7 Samenloop met aftrekbeperking voor overnameholdings (art. 15ad Wet VPB) / 89
6.3 Aan- en verkoopkosten van deelnemingen / 90
6.3.1 Inleiding / 90
6.3.2 Aankoopkosten / 90
6.3.3 Aspecten verbonden aan activering aankoopkosten / 96
6.3.4 Verkoopkosten / 98
6.4 Samenloop aan- en verkoopkosten met de fiscale eenheid / 99
Hoofdstuk 7
De Liquidatieverliesregeling / 101
7.1 Inleiding / 101
7.2 Het liquidatieverlies / 102
7.2.1 De omvang van het liquidatieverlies / 102
7.2.2 Opgeofferd bedrag / 102
7.2.3 Het totaal van de liquidatie-uitkeringen; dividendcorrectie / 114
7.3 T ussenhoudsters / 115
7.4 Wanneer liquidatieverlies in aanmerking nemen? / 120
7.4.1 Inleiding / 120
7.4.2 Voltooide vereffening / 121
7.4.3 G een recht op tegemoetkoming verliezen / 121
7.4.4 Niet-voortzettingseis / 122
7.5 L atente liquidatieverliezen en fiscale eenheid / 127
Hoofdstuk 8
Optiecontracten en Deelnemingsvrijstelling / 129
8.1 Inleiding / 129
8.2 Het Falcons-arrest, BNB 2003/34 / 130
8.3 Onduidelijkheden / 131
8.4 Converteerbare obligatie (convertible) / 134
Hoofdstuk 9
Earn-out en Balansgaranties / 143
9.1 Earn-outregelingen / 143
9.1.1 Algemeen / 143
9.1.2 Historisch perspectief / 143
9.1.3 Huidige regeling / 145
9.1.4 Samenloop met de fiscale eenheid / 148
9.2 Balansgaranties / 148
9.2.1 Algemeen / 148
9.2.2 Samenloop met de fiscale eenheid / 150
9.3 Rente-element / 150
Hoofdstuk 10
Vorderingen op deelnemingen / 151
10.1 Inleiding / 151
10.2 L ening of kapitaal / 153
10.3 T oepassing van de deelnemingsvrijstelling / 154
10.4 Afgewaardeerde vorderingen / 155
10.4.1 T oepassingsvoorwaarden art. 13ba / 156
10.4.2 Besmette rechtshandelingen / 157
10.4.3 Belaste vrijval van de opwaarderingsreserve / 158
10.4.4 Onbelaste vrijval van de opwaarderingsreserve / 160
10.4.5 Enkele bijzonderheden rondom de opwaarderingsreserve / 161
10.5 Vervreemding van een afgewaardeerde vordering / 162
10.5.1 Inleiding / 162
10.5.2 Besmette rechtshandelingen / 163
10.6 Anti-cumulatiebepalingen / 164
10.7 Art. 13b en 13ba bij fusie en splitsing / 165
Hoofdstuk 11
Compartimentering / 167
11.1 Historisch perspectief – de compartimenteringsleer in de jurisprudentie / 167
11.1.1 Verandering van feiten / 167
11.1.2 Wetswijziging / 169
11.2 Hoofdlijnen van de wettelijke regeling / 170
11.2.1 De vorming en omvang van de reserve / 170
11.2.2 Het intracomptabele of extracomptabele karakter van de compartimenteringsreserve / 173
11.2.3 Voordelen uit hoofde van het belang en vrijval van de reserve / 174
11.2.4 Afwikkeling van de reserve / 175
11.2.5 Samenloop met de liquidatieverliesregeling / 179
11.2.6 Delegatiebepaling voor sfeerovergang 13aa-belangen / 180
11.2.7 Inwerkingtreding en overgangsrecht / 181
Deel B Deelnemingsvrijstellingsaspecten va n fusies en splitsingen / 183
Hoofdstuk 1
Inleiding / 185
1.1 T erreinafbakening / 185
1.2 Algemene beschouwingen / 189
1.3 Herinvesteringsreserve en ruilarresten / 189
1.4 Verbondenheid en verbondenheidsficties / 191
1.4.1 Verbondenheid in het algemeen / 191
1.4.2 De verbondenheidsficties van artikel 14a lid 7 en artikel 14b lid 6 Wet VPB 1969 / 191
1.4.3 De dubieuze verbondenheidsficties van de artikelen 3.56 en 3.57 Wet IB 2001 / 192
1.4.4 Het fictief verbonden fictieve lichaam in de artikelen 13j en 13k Wet VPB 1969 / 193
1.4.5 De verbondenheidsficties en de vervreemding als bedoeld in artikel 13b lid 2 onderdeel a Wet VPB 1969 / 193
1.4.6 De verbondenheidsficties en de vervreemding als bedoeld in de artikelen 13b lid 3 en 13ba lid 10 onderdeel a Wet VPB 1969 / 194
1.4.7 T ijdstip van verbondenheid / 194
Hoofdstuk 2
Aandelenfusie / 197
2.1 Inleiding / 197
2.2 De positie van de overdragende vennootschap / 197
2.2.1 Inleiding / 197
2.2.2 Deelnemingsvrijstellingsaspecten / 199
2.2.3 13b-vordering en 13ba-deelneming / 204
2.3 De positie van de overnemende vennootschap / 206
2.3.1 Inleiding / 206
2.3.2 Deelnemingsvrijstellingaspecten / 206
2.3.3 13b-vordering en 13ba-deelneming / 207
Hoofdstuk 3
Bedrijfsfusie / 209
3.1 Inleiding / 209
3.2 De positie van de inbrengende vennootschap / 210
3.2.1 Inleiding / 210
3.2.2 De overdracht van de aandelen in vennootschap D / 211
3.2.3 De deelnemingsverhouding tussen de vennootschappen B en A / 214
3.2.4 13b-vordering en 13ba-deelneming / 215
3.3 De positie van de overnemende vennootschap / 219
3.3.1 Inleiding / 219
3.3.2 De overname van de aandelen in vennootschap D / 219
3.3.3 De deelnemingsverhouding tussen de vennootschappen B en A / 220
3.3.4 13b-vordering en 13ba-deelneming / 220
Hoofdstuk 4
Juridische fusie / 223
4.1 Inleiding / 223
4.2 De positie van de verdwijnende vennootschap / 224
4.2.1 Inleiding / 224
4.2.2 De overdracht van de aandelen in vennootschap D / 226
4.2.3 13b-vordering en 13ba-deelneming / 229
4.3 De positie van de verkrijgende vennootschap / 231
4.3.1 Inleiding / 231
4.3.2 De verkrijging van de aandelen in vennootschap D / 231
4.3.3 13b-vordering en 13ba-deelneming / 232
4.4 De positie van de aandeelhouder in de verdwijnende vennootschap / 232
4.4.1 Inleiding / 232
4.4.2 Deelnemingsvrijstellingsaspecten / 234
4.4.3 13b-vordering en 13ba-deelneming / 237
Hoofdstuk 5
Juridische (af)splitsing / 241
5.1 Inleiding / 241
5.2 De positie van de (af)splitsende vennootschap / 243
5.2.1 Inleiding / 243
5.2.2 De overdracht van de aandelen in vennootschap D / 245
5.2.3 13b-vordering en 13ba-deelneming / 248
5.3 De positie van de verkrijgende vennootschap / 251
5.3.1 Inleiding / 251
5.3.2 De verkrijging van de aandelen in vennootschap D / 251
5.3.3 13b-vordering en 13ba-deelneming / 252
5.4 De positie van de aandeelhouder in de (af)splitsende vennootschap / 252
5.4.1 Inleiding / 252
5.4.2 Deelnemingsvrijstellingsaspecten / 254
5.4.3 13b-vordering en 13ba-deelneming / 258
Bijlagen
1 Wetteksten / 259
2 Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971 / 280
3 Besluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente / 283
4 Verzamelbesluit toepassing deelnemingsvrijstelling (Besluit van 20 januari 2017, nr. BLKB2016/803M) / 288
Chronologisch jurisprudentieregister / 319
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan