Prof.mr. Ivo Giesen is hoogleraar burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht aan de Universiteit Utrecht.
Meer over Ivo GiesenAsser Procesrecht 1 - Beginselen van burgerlijk procesrecht
Gebonden Nederlands 2024 2e druk 9789013158809Samenvatting
Asser Procesrecht 1 Beginselen van burgerlijk procesrecht vormt de algemene inleiding van de Asser Procesrecht-reeks, en bespreekt enkele thema’s uit ons burgerlijk procesrecht die de elders in de reeks uitvoeriger besproken specifieke onderdelen van dat procesrecht overstijgen.
Asser Procesrecht 1 Beginselen van burgerlijk procesrecht is de algemene inleiding van de Asser Procesrecht-reeks, en bespreekt enkele thema’s uit ons burgerlijk procesrecht die de elders in de reeks uitvoeriger besproken specifieke onderdelen van dat procesrecht overstijgen. Daarbij ligt de focus op de beginselen van burgerlijk procesrecht als hét overkoepelende, alle delen in de reeks verbindende thema.
Voor die focus is ook gekozen omdat dat thema ook het (burgerlijk) procesrecht als zodanig, al sinds de dagen van Van Boneval Faure, en vanaf de inwerkingtreding van het EVRM steeds pregnanter, doordrenkt. Bovendien worden die beginselen steeds belangrijker: waar de (civiele) rechtspleging vaker onder politieke en financiële druk staat, en de uitgangspunten daarvan ter discussie gesteld worden, zijn de basisnoties over wat die rechtspleging uiteindelijk vermag, en waar dan de ondergrens ligt, eens te meer wezenlijk.
Het boek bespreekt diverse beginselen van burgerlijk procesrecht in het deel over ‘Beginselen van burgerlijk procesrecht’ (hoofdstukken 5 t/m 11), en laat dat deel voorafgaan door enkele algemene bespiegelingen over het burgerlijk procesrecht in het deel ‘Algemene beschouwingen’ (hoofdstukken 1 t/m 4).
Voor advocaten en wetenschappers
Asser Procesrecht 1 Beginselen van het burgerlijk procesrecht is een praktisch en wetenschappelijk naslagwerk waarin de materie op gestructureerde wijze wordt uiteen gezet, zodat de beginselen van burgerlijk procesrecht (beter) toegankelijk worden gemaakt voor advocaten, rechters, deurwaarders, wetenschappers en anderen die met het burgerlijk procesrecht van doen hebben. Het doel is de huidige stand van zaken zo scherp en accuraat mogelijk weer te geven en om daar een eigen visie aan toe te voegen.
Asser Procesrecht 1
- Praktisch en wetenschappelijk naslagwerk
- Diverse beginselen van het burgerlijk procesrecht
- Materie wordt op gestructureerde wijze uiteen gezet
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Enige afkortingen XXXV
Lijst van verkort aangehaalde werken XXXVII
Deel A Algemene beschouwingen 1
Hoofdstuk 1 - Algemene inleiding 3
1.1 Inleidende opmerkingen: doel, focus en benadering 3
1.2 Doelen van het burgerlijk procesrecht 12
1.3 Feitelijke context: beleidsmatige en empirische gegevens over conflicten en de rechtspleging in Nederland 17
1.3.1 Conflicten binnen de rechtspleging 17
1.3.2 Cijfers over de Nederlandse (en Europese) rechtspleging 20
1.3.3 Cijfers = Beleid (?) 24
1.4 De invloed van de Raad van Europa en het EVRM 25
1.4.1 Algemeen 25
1.4.2 Reikwijdte en werking van het EVRM 26
1.4.3 Art. 13 EVRM 32
1.5 De EU en beginselen van procesrecht 34
1.6 Keuze van de te bespreken beginselen van burgerlijk procesrecht 37
1.6.1 Inleiding 37
1.6.2 Niet apart besproken uitgangspunten van ons burgerlijk procesrecht 40
1.7 Afronding 43
Hoofdstuk 2 - Rechtsvinding en de ‘multilevel’ civiele rechtspleging 45
2.1 Inleiding 45
2.2 Rechtsvinding en rechtsvorming in een ‘multilevel’ rechtspleging 46
2.2.1 Procesrechtelijke rechtsvinding op nationaal niveau 46
2.2.2 Bronnen van het burgerlijk procesrecht (1) 51
2.2.3 Bronnen van burgerlijk procesrecht (2): zelfregulering via rechtersregelingen 53
2.2.4 Rechtsvinding en rechtsvorming in het Europese (proces)recht 61
2.2.5 ‘Meergelaagdheid’: multilevel burgerlijk procesrecht 69
2.3 Slot 73
Hoofdstuk 3 - Nieuwe beginselen van civiel procesrecht? 75
3.1 Inleidende opmerkingen 75
3.2 Nieuwe beginselen: new public management (NPM)? 75
3.3 Nieuwe beginselen: waarheidsvinding en de waarheidsplicht? 80
3.3.1 Art. 21 Rv 80
3.3.2 De sanctionering van art. 21-22 Rv 84
3.3.3 Van waarheidsplicht tot beginsel van waarheidsvinding? 86
3.3.4 Art. 22 Rv 93
3.3.5 Wel een algemene informatieplicht? 94
3.4 Nieuwe beginselen: effectieve rechtsbescherming? 94
3.5 Conclusie 100
Hoofdstuk 4 - Sanctionering na schending van een beginsel van procesrecht 103
4.1 Inleiding 103
4.2 Het EVRM: sanctionering achteraf 106
4.2.1 Art. 46 EVRM en art. 41 EVRM 106
4.2.2 Art. 13 EVRM: een effectief nationaal rechtsmiddel 109
4.2.3 Nogmaals: art. 46 EVRM 111
4.3 Nationaal recht: hoger beroep en cassatie 113
4.4 Nationaal recht: herstel en sanctionering via een kort gedingprocedure 114
4.5 Nationaal recht: de verklaring voor recht 116
4.6 Nationaal recht: herroeping 120
4.7 Nationaal recht: aansprakelijkheid van de Staat 122
4.7.1 Inleiding 122
4.7.2 Aansprakelijkheid van de Staat wegens onrechtmatige rechtspraak 123
4.7.3 Aansprakelijkheid in Europees verband 127
4.7.4 Gewijzigde inzichten (I): aansprakelijkheid van de rechter 135
4.7.5 Gewijzigde inzichten (II): redelijke termijn en smartengeld 143
4.7.6 Een alternatief: vergoeding van ‘integriteitsschade’ 153
4.8 Conclusie 159
Deel B Beginselen van burgerlijk procesrecht 161
Hoofdstuk 5 - Toegang tot de rechter 163
5.1 Inleidende opmerkingen 163
5.2 Toegang tot de rechter volgens het EVRM 166
5.2.1 Hoofdlijnen 166
5.2.2 Sanctionering 175
5.3 Toegang tot de rechter in Nederland 176
5.4 Grenzen aan de toegang en de toelaatbaarheid daarvan 178
5.4.1 Voorbeelden uit Nederland en op basis van het EVRM 178
5.4.2 Uitgelicht: debat in Nederland over de kosten van procederen 194
5.4.3 Afronding: er liggen ook kansen 201
5.5 Toegang en massa(schade)claims 203
5.5.1 Inleiding 203
5.5.2 Het EVRM 204
5.5.3 De Europese Unie 204
5.5.4 Nederlands recht: art. 3:305a BW 208
5.5.5 Nederlands recht: de Wet collectieve afwikkeling massaschade 217
5.6 Toegang en ADR 219
5.7 Conclusie 227
Hoofdstuk 6 - Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter 229
6.1 Inleiding 229
6.1.1 Inleiding en belang 229
6.1.2 Wie moet onafhankelijk en onpartijdig zijn? 231
6.1.3 Plan van behandeling 233
6.2 Onafhankelijkheid ten opzichte van ‘derden’ 234
6.3 Onafhankelijkheid ten opzichte van de uitvoerende en wetgevende macht 236
6.3.1 Inleiding 236
6.3.2 Het EVRM en de onafhankelijkheid ten opzichte van de uitvoerende macht 237
6.3.3 De (rechtspositionele) onafhankelijkheid ten opzichte van de uitvoerende macht naar Nederlands recht 239
6.3.4 Onafhankelijkheid ten opzichte van de wetgevende macht: EVRM en Nederland 240
6.4 Onpartijdigheid van de rechter ten opzichte van de procespartijen 244
6.4.1 De eisen die het EVRM stelt 244
6.4.2 Onpartijdigheid naar Nederlands recht 253
6.4.3 Psychologische aspecten van de onpartijdigheid van de rechter 255
6.4.4 Een zijpad: onpartijdige arbiters 272
6.5 Sanctionering: (preventieve) maatregelen tegen afhankelijkheid en/of partijdigheid 274
6.5.1 Inleiding: hoger beroep en transparantie 274
6.5.2 Europese maatregelen 275
6.5.3 Wraking en verschoning 276
6.6 Zelfregulering en onafhankelijkheid en onpartijdigheid 288
6.6.1 De Leidraad Onpartijdigheid en de binding van de individuele rechter 288
6.6.2 De toewijzing van zaken binnen een gerecht 290
6.7 Conclusie 293
Hoofdstuk 7 - Hoor en wederhoor (‘fair hearing’) 295
7.1 Inleidende opmerkingen 295
7.2 Achtergrond en (rechtseconomische) ratio van hoor en wederhoor 297
7.3 ‘The right to a fair hearing’ uit art. 6 EVRM 300
7.3.1 Introductie 300
7.3.2 Drie aspecten van een eerlijk proces (‘fair hearing’) 302
7.4 Nederland 308
7.4.1 Inleiding 308
7.4.2 Ad (1): het recht op rechterlijk gehoor 312
7.4.3 Ad (2): het recht op tegenspraak (‘adversarial proceedings’) 315
7.4.4 Ad (3): gelijkheid der wapenen 318
7.4.5 Grenzen aan hoor en wederhoor 327
7.4.6 Rechtsgevolgen en sancties verbonden aan de schending van hoor en wederhoor 332
7.5 Slotoverweging 333
Hoofdstuk 8 - Openbaarheid van rechtspraak 335
8.1 Inleidende opmerkingen 335
8.2 Omschrijving en ratio van openbaarheid van rechtspraak 336
8.3 De (vereisten aan de) openbaarheid van rechtspraak op grond van art. 6 EVRM 339
8.3.1 Hoofdlijnen: ‘public hearing’ en ‘public pronouncement’ 339
8.3.2 Uitzonderingen op de eis van openbaarheid 346
8.4 Openbaarheid in Nederland 350
8.4.1 Inleiding 350
8.4.2 De openbare terechtzitting 351
8.4.3 De openbare uitspraak 356
8.5 Sanctionering bij schending van het beginsel van openbaarheid 361
8.6 Ontwikkelingen op het gebied van openbaarheid 368
8.6.1 ADR en openbaarheid 368
8.6.2 ‘Dissenting’ en ‘concurring opinions’ 370
8.6.3 Moderne tijden: van openbaarheid naar transparantie (?!) 371
8.7 Slot 378
Hoofdstuk 9 - Berechting binnen een redelijke termijn 381
9.1 Inleidende opmerkingen 381
9.2 Ratio van het redelijke termijn-beginsel 384
9.3 Enkele feitelijke gegevens inzake de duur van procedures 385
9.4 Art. 6 EVRM: ‘within a reasonable time’ 390
9.4.1 Inleiding 390
9.4.2 Termijn: begin en eind 391
9.4.3 Termijn: duur 392
9.4.4 Termijn: een vaste termijn? 398
9.5 Rechtsgevolgen (sancties) bij een schending van het beginsel 399
9.5.1 Inleiding: sanctie via het nationale recht 399
9.5.2 EVRM-sanctionering: art. 41 EVRM 401
9.5.3 Sanctionering van een ‘systematic problem’ 406
9.5.4 Gevolgen voor Nederland: hoofdlijn van het geldende sanctiesysteem 408
9.5.5 Tussenconclusie 417
9.6 De redelijke termijn in het Nederlandse recht 417
9.6.1 Art. 20 lid 1 Rv 417
9.6.2 Tussen partijen: art. 20 lid 2 Rv 423
9.7 Doorwerking in het Nederlandse civiele procesrecht 426
9.7.1 Introductie 426
9.7.2 Enkele versnellingsregels 427
9.7.3 Sanctionering van versnellingsregels 432
9.8 Afronding 433
Hoofdstuk 10 - De motiveringsplicht van de rechter 435
10.1 Inleiding: achtergrond van de motiveringsplicht 435
10.2 De motiveringsplicht van art. 6 EVRM 438
10.2.1 Grondslag voor een Europese motiveringsplicht? 438
10.2.2 De Europese invulling van de motiveringsplicht 440
10.2.3 Sanctionering bij schending? 443
10.3 De rechterlijke motiveringsplicht in Nederland 444
10.3.1 Inleiding 444
10.3.2 Analyse van de wettelijke gronden 444
10.3.3 De concrete uitwerking van het beginsel 445
10.3.4 Verdere invulling (omvang) van die norm 446
10.3.5 De omvang van de motiveringsplicht: het partijdebat en de bewijswaardering 448
10.3.6 De omvang van de motiveringsplicht: de aard van het geding 453
10.3.7 De omvang van de motiveringsplicht: de aard van de beslissing 454
10.3.8 Sanctionering 459
10.3.9 Tussenconclusie 464
10.4 Motiveringseisen en de cassatieprocedure 464
10.5 Psychologische inzichten inzake rechterlijke besluitvorming en motivering 467
10.6 Conclusie 476
Hoofdstuk 11 - Partijautonomie en de actieve rechter 477
11.1 Inleidende opmerkingen 477
11.2 Het EVRM en de partijautonomie 479
11.3 De lijdelijkheid van de rechter in Nederland: hoofdlijnen 484
11.4 De voortdurende zoektocht naar balans 489
11.4.1 De lijn van het betoog 489
11.4.2 Ontwikkelingen op andere terreinen: eigen balans eerst 489
11.4.3 De huidige balans in het burgerlijk procesrecht: richting samenwerking 490
11.4.4 De actieve rechter: een nieuw vertrekpunt 500
11.5 Enkele rechtsvergelijkende notities 501
11.5.1 De Principles of Transnational Civil Procedure 501
11.5.2 De algemene trend richting een actieve rechter 502
11.5.3 Het vernieuwde Engelse procesrecht 503
11.6 Afronding 508
Zakenregister 511
Wetsartikelenregister 515
Jurisprudentieregister 521
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan