Handboek notarieel ondernemingsrecht
B.V. en N.V.
Gebonden Nederlands 2016 1e druk 9789013137064Samenvatting
Dit is het eerste deel in een serie handboeken voor de notariële ondernemingsrechtjurist waarin thema’s worden behandeld aan de hand van de voor de praktijk relevante deelonderwerpen. In dit eerste deel staat de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en de niet-beursgenoteerde naamloze vennootschap centraal.
De notariële praktijk bestaat (in elk geval) uit drie rechtsgebieden, te weten ondernemingsrecht, vastgoed en het personen- en familierecht. Vaak worden deze drie rechtsgebieden door de notaris niet allemaal tegelijkertijd uitgeoefend. Er zal sprake kunnen zijn van kruisbestuiving in die zin dat ook in het ondernemingsrecht elementen van huwelijksvermogensrecht en vastgoed een rol spelen.
Een team van deskundige auteurs deelt zijn expertise in dit eerste deel van de serie handboek notarieel ondernemingsrecht. In elk hoofdstuk wordt een thema behandeld. Aan de hand van een thema worden vijf onderwerpen uitgebreid behandeld, telkens benaderd vanuit de notariële praktijk.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van gebruikte afkortingen XVII
Hoofdstuk 1. Vijf fundamentele veranderingen in het ondernemingsrecht 1
L. Timmerman
1.1 Inleiding 1
1.2 De N.V. en B.V. als potentieel open rechtsbetrekking 2
1.3 Toenemend belang van rechtspersoonlijkheid 7
1.4 Van structuur naar gedragsnorm 10
1.5 Naar een vrijer vennootschapsrecht 12
1.6 De omstandigheden van het geval 13
1.7 Conclusie 15
Hoofdstuk 2. Organen van de B.V. 19
J.M. Blanco Fernández
2.1 Inleiding 19
2.2 Het orgaanbegrip 20
2.2.1 Het handelen van de rechtspersoon 20
2.2.2 Intern en extern handelen van de rechtspersoon 21
2.2.3 Het handelen door het bevoegde orgaan 24
2.2.4 Handelen krachtens de regels inzake de inrichting van de rechtspersoon 25
2.2.4.1 Orgaan en derde 25
2.2.4.2 Welke inrichtingsregels? 30
2.2.5 Een beperkt aantal organen? 31
2.3 Enkele gevallen 33
2.3.1 De ondernemingsraad 33
2.3.2 De one tier board 34
2.3.3 Het executive committee 37
2.3.4 Gedelegeerde organen 38
2.4 Voorbeeld van een statutaire regeling van een ad hoc orgaan 40
Hoofdstuk 3. Bestuur; verbanden tussen bestuur, beleidsvrijheid en vier mogelijke begrenzers daarvan (primair bezien vanuit het B.V.-recht) 45
B.F. Assink en M.A. Verbrugh
3.1 Inleiding 45
3.2 Bestuur en beleidsvrijheid 46
3.3 Vier met het B.V.-recht verband houdende begrenzers van bestuurlijke beleidsvrijheid 54
3.3.1 Eerste begrenzer; art. 2:239 lid 5-6 BW: belang van de vennootschap (en de daarmee verbonden onderneming) en tegenstrijdig belang 55
3.3.2 Tweede begrenzer; art. 2:216 lid 2-3 BW: uitkering op aandelen, bescherming van crediteurenbelangen en belang van de vennootschap (en de daarmee verbonden onderneming) 63
3.3.3 Intermezzo; de verhouding tussen enerzijds art. 2:239 lid 5-6 BW en anderzijds art. 2:216 lid 2-3 BW 69
3.3.4 Derde begrenzer; art. 2:239 lid 4-5 BW: belang van de vennootschap (en de daarmee verbonden onderneming) en statutair instructierecht 72
3.3.5 Vierde begrenzer; de perceptie van het risico van bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 2:9 of art. 6:162 BW en de instrumenten vrijtekening en vrijwaring 78
3.4 Conclusie 84
Hoofdstuk 4. Toezicht; benoeming en ontslag, taken en bevoegdheden en aansprakelijkheid van toezichthouders in besloten verhoudingen 91
M.L. Lennarts en J. Roest
4.1 Inleiding 91
4.2 Raad van commissarissen of one tier board? 93
4.3 Benoeming, schorsing en ontslag van commissarissen en niet-uitvoerende bestuurders 97
4.3.1 Benoeming, schorsing en ontslag commissaris 97
4.3.2 Benoeming, schorsing en ontslag niet-uitvoerende bestuurder 101
4.3.3 Benoeming, schorsing en ontslag commissaris of niet-uitvoerende bestuurder structuurvennootschap 102
4.4 Richtsnoer taakvervulling toezichthouders 104
4.5 Taken en bevoegdheden 110
4.5.1 Taken en bevoegdheden van de raad van commissarissen. Inleiding 110
4.5.2 De toezichthoudende taak 116
4.5.3 Taken en bevoegdheden van niet-uitvoerende bestuurders afgezet tegen die van de commissaris 121
4.5.4 Specifieke taken en bevoegdheden van commissarissen en niet-uitvoerende bestuurders bij een structuurvennootschap 125
4.5.5 Toezicht en informatievoorziening 128
4.6 Aansprakelijkheid van toezichthouders op grond van art. 2:9 en 2:138/2:248 BW 129
4.6.1 Aansprakelijkheid van commissarissen jegens de vennootschap c.q. de boedel wegens (kennelijk) onbehoorlijke vervulling van hun toezichthoudende taak. Inleiding 129
4.6.2 (Kennelijk) onbehoorlijk toezicht: de meetlat van de rechter 130
4.6.3 Een specifiek aansprakelijkheidsrisico: onvoldoende toezicht op de naleving van de publicatieplicht en/of boekhoudplicht (art. 2:138/2:248 lid 2 BW) 132
4.6.4 Disculpatie van commissarissen op grond van een taakverdeling 134
4.6.5 Aansprakelijkheid van niet-uitvoerende bestuurders op grond van art. 2:9 en 2:138/2:248 BW. Het belang van een goede taakverdeling 136
4.7 Conclusie 137
Hoofdstuk 5. Aandelen en aandeelhouders 147
G.J.C. Rensen
5.1 Inleiding 147
5.2 Soorten en aangeduide aandelen 148
5.3 Volstorting van aandelen 151
5.3.1 Inbreng in geld; uitstel stortingsplicht 151
5.3.2 Inbreng in natura; positie van de notaris 155
5.4 Beperking van de overdraagbaarheid van B.V.-aandelen 158
5.4.1 Algemeen 158
5.4.2 Statutaire afwijking 159
5.4.3 Grenzen 160
5.4.4 Lock up-regeling 163
5.5 Terugbetalingsplicht bij uitkeringen door de B.V. 165
5.5.1 Algemeen 165
5.5.2 Kring van restitutieplichtigen 166
5.6 De coöperatieve B.V. 168
5.6.1 Algemeen 168
5.6.2 Besluitvormingsvereisten invoering statutaire verplichtingen 170
5.6.3 Regeling voor de beknelde aandeelhouder 173
5.6.4 N.V., coöperatie of B.V.? 176
5.7 Conclusie 178
Hoofdstuk 6. (Groeps)structuur 185
B. Bier en P.H.N. Quist
6.1 Inleiding 185
6.2 De organisatie van de vennootschap 186
6.2.1 Bevoegdheden van organen 186
6.2.2 Benoeming bestuurders en commissarissen 194
6.2.3 Schorsing en ontslag 198
6.2.4 Belet en ontstentenis 200
6.2.5 Bezoldiging 202
6.2.6 Evenwichtige verdeling 203
6.2.7 Goedkeuring bestuursbesluiten 203
6.2.8 Instructiebevoegdheid 204
6.3 Groepsverhoudingen 206
6.3.1 Groep 206
6.3.2 Dochtermaatschappij 208
6.3.3 Deelneming 210
6.3.4 Afhankelijke maatschappij 211
6.4 Governance in groepsverhoudingen 212
6.4.1 Concernbelang en vennootschapsbelang 212
6.4.2 Verhouding bestuur en aandeelhouders 213
6.4.3 403-verklaring 214
6.4.4 Zorgplicht van moeder jegens dochter 219
6.5 Tegenstrijdig belang in groepsverband 221
6.5.1 Het tegenstrijdig belangcriterium 221
Hoofdstuk 7. Structuurwijziging; oprichting, certificering, structuurvennootschap, statutenwijziging en rechtsvormwijziging, juridische fusie en splitsing 235
M. van Olffen en B. Snijder-Kuipers
7.1 Inleiding 235
7.2 Oprichting 236
7.2.1 Oprichter en aandeelhouder 236
7.2.2 Volstorting aandelen 237
7.2.3 Minimuminhoud van statuten 238
7.2.4 Taal van de akte 239
7.2.5 B.V. i.o. 241
7.2.5.1 Rechtstreekse gebondenheid door oprichters 242
7.2.5.2 Identiteitseis 244
7.2.5.3 Hoofdelijke verbondenheid en bekrachtiging 244
7.2.5.4 Niet-nakoming 245
7.2.5.5 Levering aan N.V. i.o. of B.V. i.o. 246
7.3 Structurering door middel van certificering van aandelen of stemrechtloze aandelen 246
7.4 Structuurvennootschap 248
7.5 Statutenwijziging 255
7.5.1 Bijzondere besluiten 255
7.5.2 Stemrechtloze en winstrechtloze aandelen 257
7.5.3 Quorum, meerderheid en (geldige) stemmen 267
7.5.4 Akte van statutenwijziging 271
7.6 Rechtsvormwijziging als vorm van herstructurering 272
7.6.1 Besluitvorming 274
7.6.1.1 Besluit tot statutenwijziging 274
7.6.1.2 Besluit tot rechtsvormwijziging 275
7.6.2 Houders van stemrechtloze en winstrechtloze aandelen 276
7.6.2.1 Schadeloosstelling 276
7.6.2.2 Schuldeisersbescherming 277
7.6.2.3 Specifieke rechten 278
7.6.2.4 Stappenplan 280
7.7 Nationale juridische fusie 281
7.7.1 De 403-verklaring bij juridische fusie 282
7.7.2 Notariële akte 283
7.7.3 Inwerkingtreding 284
7.7.4 Vereenvoudigde fusies combineren? 285
7.8 Nationale juridische splitsing 287
7.8.1 Vereenvoudigde splitsing 287
7.8.2 Lidmaatschap 289
7.9 Herstructurering en zekerheidsrechten 291
Hoofdstuk 8. Internationale verhoudingen 297
H.J.M.M. van Boxel
8.1 Inleiding 297
8.2 Europese rechtsvormen 299
8.2.1 Europees Economisch Samenwerkingsverband 299
8.2.2 Europese groepering voor territoriale samenwerking 304
8.2.3 Europees onderzoeksinfrastructuur consortium 307
8.2.4 Europese Vennootschap 311
8.2.4.1 Inleiding 311
8.2.4.2 Oprichting SE 311
8.2.4.3 Specifieke eisen en kenmerken SE-zetelverplaatsing 318
8.2.4.4 Toepasselijk recht 321
8.2.4.5 Monistisch en dualistisch bestuursmodel 322
8.2.4.6 Medezeggenschap 322
8.2.5 Europese Coöperatie 325
8.2.5.1 Inleiding 325
8.2.5.2 Oprichting SCE 326
8.2.5.3 Specifieke eisen en kenmerken SCE-structuur 330
8.2.5.4 Toepasselijk recht 332
8.2.5.5 Medezeggenschap 332
8.2.6 Europese B.V. en Europese stichting 333
8.2.6.1 Inleiding 333
8.2.6.2 De SPE 334
8.2.6.3 De FE 335
8.3 Vennootschappelijke vestigingsvrijheid binnen Europa 335
8.3.1 Inleiding 335
8.3.2 Jurisprudentie Europese Hof 336
8.3.3 Huidige mogelijkheden grensoverschrijdende herstructureringen 338
8.4 Grensoverschrijdende herstructureringen gebaseerd op specifieke wetgeving 339
8.4.1 Inleiding 339
8.4.2 Bijzondere onderdelen van een grensoverschrijdend fusieproces 340
8.4.3 Uittreedrecht aandeelhouders 343
8.4.4 Medezeggenschap 344
8.4.5 Notarieel toezicht 346
8.5 Grensoverschrijdende herstructureringen zonder specifieke wetgeving 347
8.5.1 Inleiding 347
8.5.2 Grensoverschrijdende fusie van andere rechtspersonen dan kapitaalvennootschappen 348
8.5.3 Grensoverschrijdende splitsing 348
8.5.4 Grensoverschrijdende zetelverplaatsing/omzetting 349
Hoofdstuk 9. Financiële verslaggeving 361
P.N. Ploeger en M.F. Eliens
9.1 Inleiding 361
9.2 Verslaggevingsregimes 362
9.2.1 Inleiding 362
9.2.2 Titel 9 364
9.2.2.1 Achtergrond en opzet van het Nederlandse jaarrekeningenrecht 364
9.2.2.2 Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving 365
9.2.3 IFRS en IFRS-grondslagen 367
9.2.3.1 Inleiding 367
9.2.3.2 IFRS 367
9.2.3.3 IFRS-grondslagen 370
9.2.4 Fiscale grondslagen 372
9.2.5 Verslaggevingsnormen van andere EU-lidstaten 372
9.3 Consolidatie, joint ventures en deelnemingen 374
9.3.1 Algemene opmerkingen 374
9.3.2 Consolidatiecriteria onder Titel 9 376
9.3.3 IFRS 380
9.4 Vrijstellingen en ontheffingen 382
9.4.1 Vrijstellingen voor kleine en middelgrote rechtspersonen 382
9.4.2 Vrijstellingen op grond van groepsverhoudingen 384
9.4.3 Vrijstellingen op grond van art. 2:407 BW 387
9.4.4 Personal holdings 389
9.4.5 Ontheffingsmogelijkheid 389
9.5 Foutherstel 392
9.5.1 Inleiding 392
9.5.2 Titel 9 392
9.5.3 Foutherstel onder IFRS 394
9.5.4 Foutherstel onder IFRS-grondslagen 396
9.5.5 Foutherstel onder RJ-Uiting 2015-6 396
9.6 Uitkeringen aan aandeelhouders 397
9.6.1 Inleiding 397
9.6.2 Uitkeringen aan aandeelhouders bij de N.V. 397
9.6.3 Uitkeringen aan aandeelhouders bij de B.V. 398
9.6.4 Wettelijke en statutaire reserves 400
9.6.5 Omzetting van wettelijke reserves in kapitaal 401
Hoofdstuk 10. Turboliquidatie: oorbaar gebruik, abusievelijk gebruik en misbruik 405
M.Y. Nethe
10.1 Inleiding 405
10.2 Onderzoek Kamer van Koophandel Nederland 407
10.3 Normaal route: eerst ontbinden, dan vereffenen (= de formele vereffening) 407
10.4 Turboliquidatie (= feitelijke vereffening = ontbinding zonder (formele) vereffening) 409
10.5 Is art. 2:19 lid 4 BW duidelijk genoeg geformuleerd? 416
10.5.1 Abusievelijk gebruik van turboliquidatie en toetsing KvK 416
10.5.2 Baten versus vermogen 419
10.6 Welke rechter gaat over tot toetsing van turboliquidatie? Toetsingskader 421
10.7 Toetsing turboliquidatie door de gewone rechter 432
10.8 Toetsing turboliquidatie door de insolventierechter 436
10.9 Conclusie 439
Hoofdstuk 11. Het nieuwe enquêterecht en ondernemingsrechtelijke geschillenbeslechting in besloten verhoudingen 495
G.J.H. van der Sangen
11.1 Inleiding 495
11.2 De herziening van het enquêterecht 499
11.3 Enquêtegerechtigde aandeelhouders en certificaathouders 500
11.4 Uitbreiding enquêtegerechtigden niet in alle opzichten doordacht? 503
11.5 Enquêtebevoegdheid van het bestuur 504
11.6 Belangenpluraliteit binnen de vennootschap 507
11.7 Inhoudelijke toets: strijd met belang van de vennootschap is gelijk aan wanbeleid? 511
11.8 Enquêteverzoek van bestuurders van dochter als vrijwaring voor bestuurdersaansprakelijkheid? 514
11.9 Onduidelijkheid over vennootschapsrechtelijke bevoegdheid tot instellen enquête door bestuur 517
11.10 De enquêtebevoegdheid van de raad van commissarissen c.q. de niet-uitvoerende bestuurders 519
11.11 Enquêtebevoegdheid van de curator 521
11.12 Samenloop met andere geschillenregelingen 522
11.13 Conclusie 525
Trefwoordenregister 535
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan