Insolventierecht
Gebonden Nederlands 2024 3e druk 9789013176032Samenvatting
Dit nieuwe deel in de Studiereeks Burgerlijk Recht is bedoeld als studieboek voor (aanstaande) juristen die geïnteresseerd zijn in het insolventierecht en voor degenen die zich vertrouwd willen maken met het systeem van het insolventierecht.
Het deel Insolventierecht in de Studiereeks Burgerlijk Recht is bedoeld als studieboek voor (aanstaande) juristen die geïnteresseerd zijn in het insolventierecht en voor degenen die zich vertrouwd willen maken met het systeem van het insolventierecht. De combinatie van de financieel-economische achtergrond bij insolventie en de noodzakelijke juridische regulering verlangen van de beoefenaar flexibiliteit, scherp analytisch vermogen, gevoel voor cijfers, praktisch inzicht en creativiteit om te onderhandelen en conflicten op te lossen. De hiervoor benodigde praktische vaardigheden behoeven echter een gedegen juridisch fundament: zij zijn weinig waard zonder grondige kennis van het systeem van het recht. Dit op zijn beurt verlangt de nodige reflectie.
Dit boek is in de eerste plaats bestemd voor studenten in de masterfase. Daarom is ernaar gestreefd om de stof zo didactisch mogelijk te presenteren. In het licht van deze opzet wordt relatief weinig aandacht besteed aan afwijkende opvattingen in literatuur en rechtspraak. Getracht is om het recht weer te geven zoals dat, naar het oordeel van de auteur, op de beschreven terreinen op dit ogenblik geldt. In een aantal gevallen bestaat daarover zoveel twijfel, dat op de uiteenlopende rechtspraak en inzichten in de doctrine moest worden ingegaan. Naast een leerboek vormt dit studieboek aldus tevens een naslagwerk voor de jurist die zich weer een helder beeld wil vormen van het insolventierecht als systeem, waarop hij kan terugvallen bij de behandeling van door hem op te lossen kwesties.
Doordat het insolventierecht in belangrijke mate onderdeel vormt van het burgerlijk recht is beheersing van het civielrechtelijk systeem een vereiste om het insolventierecht met succes te beoefenen, waardoor dit boek goed past in de Studiereeks Burgerlijk Recht.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Afkortingen / XXVII
Verkort aangehaalde literatuur en regelgeving / XXXI
HOOFDSTUK 1
Inleiding / 1
1.1 Omschrijving en plaatsbepaling / 1
1. Insolventierecht; object van studie / 1
2. Burgerlijk recht als uitgangspunt / 2
1.2 Definities; kernbegrippen / 3
3. Insolventie en insolventierecht; faillissement en faillissementsrecht / 3
4. Curator en bewindvoerder / 3
5. Schuldenaar (failliet/sursiet/saniet) en schuldeiser / 4
6. Schuldeisers; preferent, concurrent en achtergesteld / 4
7. Insolventieschuld(eisers)/faillissementsschuld(eisers) en
boedelschuld(eisers) / 5
8. Aandeelhouder / 5
9. Sanering, herstructurering en reorganisatie / 6
10. Onderneming en bedrijf / 6
1.3 Insolventierechtelijke beginselen / 7
11. Partijautonomie / 7
12. Contractsvrijheid / 7
13. Gelijkheidsbeginsel; paritas creditorum / 8
14. Fixatiebeginsel / 9
15. Publiciteit(sbeginsel) / 10
16. Proportionaliteitsbeginsel / 10
17. Goede procesorde / 11
1.4 Bronnen; positief recht als uitgangspunt / 11
18. Regelgeving (met toelichting) en informele regelgeving / 12
19. (Inter)nationale jurisprudentie / 14
20. Literatuur en rapporten / 15
21. Rechtspraktijk en empirische data / 16
22. Rechtsvergelijking / 18
1.5 Plan van behandeling; van financiële problemen tot rampspoed / 18
HOOFDSTUK 2
De schuldenaar in financiële moeilijkheden / 21
23. Inleiding / 21
2.1 Van een gewone naar een problematische schuldensituatie / 22
24. Niet-nakoming en insolventierecht / 22
25. Betalingsonwil en betalingsonmacht / 22
2.2 Signalering van de financiële moeilijkheden / 23
26. Onderscheid (rechts)personen met en zonder onderneming / 23
27. Natuurlijk persoon zonder onderneming / 23
28. Financiën van een particulier / 25
29. Schuldenaar met een onderneming / 28
30. Rentabiliteit / 31
31. Liquiditeit / 32
32. Solvabiliteit / 34
33. Faillissementsdreiging / 37
34. Plannen en aanpak van de financiële moeilijkheden / 38
35. Liquidatie, continuering of reorganisatie van de onderneming / 39
2.3 Aanpak van de problemen / 40
36. Drie fasen met verschillende actoren / 40
37. Fase 1: schuldenaar en schuldeisers lossen het samen op (al dan niet met hulp van derden of een beperkte incidentele rechterlijke interventie) / 41
38. Fase 2: schuldenaar en schuldeisers lossen het met een gestructureerde rechterlijke interventie in beginsel samen op / 42
39. Fase 3: schuldenaar en schuldeisers aan de zijlijn of volledig op de achtergrond; na rechterlijke interventie bemoeit een derde zich structureel met de boedel / 42
HOOFDSTUK 3
Van informele reorganisatie naar insolventieprocedure / 45
40. Inleiding / 45
3.1 Informele reorganisatie en consensueel onderhands akkoord / 46
41. Doel en inhoud van het onderhands akkoord / 46
42. Totstandkoming van een onderhands akkoord / 48
43. Adviseurs / 49
44. Schuldhulpverlening en -bemiddeling bij particulieren / 50
45. Facilitering van een onderhands akkoord / 51
46. Verschijningsvormen van het akkoord / 51
47. Gevolgen van het onderhands akkoord / 52
48. Voordelen van een onderhands akkoord / 53
49. Mogelijke complicaties en nadelen van een onderhands akkoord / 53
3.2 Incidenteel rechterlijke interventie en gedwongen schuldregeling / 57
50. Inleiding / 57
51. Grondslag voor rechterlijke interventie / 57
52. Voorziening in kort geding / 59
53. Gedwongen schuldregeling (art. 287a) / 61
3.3 Formalisering van de informele reorganisatie / 63
54. Inleiding / 63
55. Selffulfilling prophecy; kwadratuur van de cirkel / 64
56. Beslotenheid versus transparantie en publiciteit / 65
57. Hybride procedures tussen informeel en formeel: Herstructureringsrichtlijn en WHOA / 66
58. Reorganisatie met een doorstart via de prepack / 67
3.4 Insolventieprocedures; vooruitblik / 70
59. Inleiding / 70
60. Faillissement / 70
61. Surseance van betaling / 71
62. Schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) / 72
HOOFDSTUK 4
Wet homologatie onderhands akkoord / 75
63. Inleiding / 75
4.1 Doel en oogmerk van de WHOA / 76
64. Totstandkomingsgeschiedenis, doel en toepassingsbereik van de WHOA / 76
65. Inhoud van het akkoord onder de WHOA / 78
66. Cijfermatige trends / 79
4.2 Start van het WHOA-traject en de betrokkenen bij een WHOA-traject / 81
67. Inleiding / 81
4.2.1 Start van het WHOA-traject / 81
68. Besloten versus openbare akkoordprocedure / 81
69. Rechtsmacht / 82
70. Liquidatie- versus reorganisatieakkoord / 83
71. Startverklaring / 84
72. De pre-insolventietoestand / 84
73. Lopende verplichtingen / 85
4.2.2 Betrokkenen bij een WHOA-traject / 85
74. Schuldenaar als initiator; groep van schuldenaren / 85
75. Schuldeiser, aandeelhouder, OR of personeelsvertegenwoordiging als initiator / 87
76. Herstructureringsdeskundige / 87
77. Observator / 89
78. Rechtbank (WHOA-pool) / 91
4.3 Tussentijdse maatregelen / 91
79. Afkoelingsperiode / 91
80. Aspectenverzoek / 93
81. Paulianabescherming / 94
82. Voorziening ter bescherming van de belangen van de schuldeisers / 95
4.4 Aanbieden akkoord en stemproces / 95
83. Informatievoorziening en waardering / 95
84. Klassenindeling / 97
85. Stemproces / 98
4.5 Homologatie / 100
86. Procedure voor homologatie van het akkoord / 100
87. Algemene afwijzingsgronden / 102
88. Aanvullende afwijzingsgronden / 102
89. Twintigprocentregel / 103
90. Absolute priority rule (APR) / 104
91. Cash-out en uitkering ‘in andere vorm’ / 104
92. Toestemming opzegging overeenkomst / 105
4.6 Gevolgen homologatie / 106
93. Gevolgen voor de schuldenaar / 106
94. Gevolgen voor de schuldeisers, aandeelhouders; (intra-class/cross-class) cram-down / 107
95. Gevolgen voor wederpartijen bij overeenkomsten / 107
4.7 Procesrechtelijke aspecten van de WHOA / 108
96. Effectieve en efficiënte procedures / 108
97. Rechtsmiddelenverbod, cassatie in het belang der wet en prejudiciële vraag / 109
4.8 Vervolg op afwijzing van de homologatie / 109
98. Uitputting van mogelijkheden voor de schuldenaar? / 109
99. (Gereserveerd) / 110
100. (Gereserveerd) / 110
HOOFDSTUK 5
Faillissement / 111
101. Inleiding / 111
5.1 Plaatsbepaling / 112
5.1.1 Faillissement afgezet tegen andere procedures / 112
102. Inleiding / 112
103. Faillissement tegenover een incassoprocedure en beslag / 113
104. Faillissement tegenover het kort geding / 113
105. Faillissement tegenover de enquêteprocedure bij de OK / 114
106. Faillissementsaanvraag als incassomiddel / 114
5.1.2 Doel en oogmerk van de faillissementsprocedure / 115
107. Inleiding; van individuele naar collectieve invalshoek / 115
108. Gevolgen van perspectiefverandering / 116
109. Veranderende rol van het faillissement: reorganisatie naast liquidatie / 117
110. Cijfermatige trends / 118
5.2 De procedure tot faillietverklaring / 120
5.2.1 Inleiding / 120
5.2.2 Rechtsmacht / 120
111. Inleiding / 120
112. Europese Insolventieverordening / 121
113. Hoofdprocedure onder de insolventieverordening / 121
114. Secundaire en territoriale procedures / 123
115. Absolute en relatieve bevoegdheid volgens de Faillissementswet / 124
116. Immuniteit / 125
5.2.3 Partijen in de procedure; aanloop naar de zitting / 125
117. Inleiding / 125
118. Natuurlijke personen, privaatrechtelijke rechtspersonen en kerkgenootschappen / 126
119. Vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap; afgescheiden vermogen / 127
120. Andere afgescheiden vermogens, doelvermogens en trustverhoudingen / 127
121. Financiële ondernemingen / 128
122. Publiekrechtelijke lichamen / 129
123. Schuldeiser als verzoeker tot faillietverklaring / 131
124. Schuldenaar als aanvrager van het eigen faillissement / 132
125. Openbaar Ministerie als verzoeker tot faillietverklaring / 132
126. Buitenlandse insolventiefunctionaris in een hoofdprocedure (InsVo) / 133
127. Vervolgstappen door de griffie van de rechtbank / 133
5.2.4 Zitting en behandeling van het faillissementsverzoek / 134
128. Inleiding / 134
129. Niet-verschenen schuldenaar / 135
130. Verschenen schuldenaar; toetsing formaliteiten / 135
131. Materiële toetsingsgronden / 137
132. Pluraliteitsvereiste / 138
133. In een toestand verkeren van opgehouden hebben te betalen / 139
134. Eigen vordering van verzoekende schuldeiser / 140
135. Beoordeling naar tijdstip van de uitspraak / 140
5.2.5 Uitspraak / 141
136. Inleiding / 141
137. Openbaarheid van de uitspraak (vonnis of beschikking) / 141
138. Inhoud uitspraak / 142
139. Aanvullende beslissingen bij toewijzend vonnis / 143
140. Kostenveroordeling / 144
141. Publiciteit omtrent de uitspraak / 145
142. Informatie aan posterijen; postblokkade / 145
143. Centraal Insolventieregister / 146
144. Uittreksel in Staatscourant / 148
5.2.6 Rechtsmiddelen / 148
145. Inleiding / 148
146. Termijnen en de positie van de eventueel aangestelde curator / 149
147. Verzet / 149
148. Hoger beroep / 151
149. Cassatie / 152
150. Vernietiging na faillietverklaring / 153
5.2.7 EVRM en de procedure tot faillietverklaring / 155
151. Inleiding / 155
152. Art. 6 EVRM / 156
5.3 Betrokkenen bij het faillissement / 157
5.3.1 Inleiding / 157
5.3.2 Schuldenaar / 157
153. Inleiding; de schuldenaar als ‘lijdend voorwerp’ / 157
154. Natuurlijk persoon als gefailleerde / 158
155. Rechtspersoon als gefailleerde / 159
156. Groep van rechtspersonen (concern); consolidatie / 159
157. Financiële onderneming als schuldenaar / 162
5.3.3 Schuldeisers en separatisten / 163
158. Inleiding / 163
159. Schuldeisers in het algemeen / 163
160. Separatisten / 164
5.3.4 Curator / 165
161. Inleiding / 165
162. Aanstelling / 165
163. Rechtsverhouding van de curator jegens de betrokkenen / 168
164. Curator jegens schuldenaar en schuldeisers / 169
165. Curator jegens rechtbank en rechter-commissaris / 170
166. Curator jegens derden; functioneel en privé / 171
167. Conclusie over rechtspositie van de curator / 171
168. Taken en bevoegdheden van de curator / 172
169. Beheer van het vermogen van de schuldenaar / 173
170. Vereffening van het vermogen van de schuldenaar / 175
171. Aansprakelijkheid curator (q.q. en pro se) / 175
172. Ontslag curator / 177
173. Regulering en organisatie van curatoren / 180
5.3.5 Rechter-commissaris / 181
174. Inleiding / 181
175. Benoeming / 181
176. Taken en bevoegdheden van de rechter-commissaris / 182
177. Toezicht door verlening machtiging aan de curator / 183
178. Toezicht door goedkeuring gedrag/handelwijze van de curator / 184
179. Toezicht door toestemming daden van de curator / 185
180. Rechter-commissaris als partner van de curator / 186
181. Reactief toezicht op verzoek van derden / 186
182. Rechter-commissaris als geschilbeslechter (art. 69) / 188
183. Discretionaire bevoegdheden voor het toezicht / 189
184. Rechter-commissaris als organisator en procesbegeleider / 191
185. Rol van de rechter-commissaris bij het einde van het faillissement / 192
186. Communicatie en verslaglegging / 193
187. Procedurele aspecten van het toezicht / 194
188. Aansprakelijkheid rechter-commissaris / 196
189. Plaats en organisatie van het rechter-commissariaat / 196
5.3.6 Schuldeiserscommissie en vergaderingen van de schuldeisers / 197
190. Inleiding / 197
191. Beperkte rol van de schuldeiserscommissie / 198
192. Voorlopige en definitieve schuldeiserscommissie; samenstelling en benoeming / 199
193. Informele schuldeiserscommissie / 200
194. Rol en plaats van de schuldeiserscommissie en haar leden / 201
195. Taken en bevoegdheden van de schuldeiserscommissie / 202
196. Einde van (het lidmaatschap van) de schuldeiserscommissie / 204
197. Nut en noodzaak van de schuldeiserscommissie / 205
198. Vergaderingen van de schuldeisers / 206
5.3.7 Rechtbank / 207
199. Inleiding / 207
200. Begin faillissement; aanstelling curator en benoeming rechter-commissaris / 208
201. Administratief centrum van het faillissement / 208
202. Tussentijdse rechterlijke beslissingen / 209
203. Beslissingen in verband met beëindiging faillissement / 210
204. Beslissingen na afloop van het faillissement / 211
5.4 Gevolgen en verloop van het faillissement / 212
5.4.1 Inleiding / 212
5.4.2 Beheer van de boedelbezittingen (activa); fixatie / 214
205. Inleiding / 214
206. Het juridisch gefixeerde vermogen; uitgangspunt / 215
207. Het juridisch gefixeerde vermogen; uitzonderingen / 215
208. Invloed van huwelijks- en partnervermogensrecht op fixatie / 218
209. Erfrechtelijke complicaties bij faillissement / 220
210. Fixatie en beperkingen van de beschikkingsbevoegdheid van de schuldenaar / 222
211. Fixatie en debiteuren van de gefailleerde schuldenaar / 225
212. Feitelijke fixatie / 227
213. Combinatie van juridische en feitelijke fixatie; bedrijfsvoortzetting / 229
214. Einde aan incassomaatregelen / 230
215. Fixatie en uitwinning door separatisten / 230
216. Termijnstelling / 231
217. Afkoelingsperiode / 232
218. Hoger bevoorrechte schuldeisers en derden; rol curator / 233
219. Verrekening; uitgangspunt / 234
220. Verrekening in faillissement; art. 53 / 235
221. Verrekening in faillissement; art. 54 / 238
222. Verrekening en het girale betalingsverkeer / 240
223. Opschortings- en retentierecht / 242
5.4.3 Reconstructie van de boedel / 243
224. Inleiding / 243
5.4.3.1 Faillissementspauliana / 244
225. Verschijningsvormen / 244
226. Onverplicht verrichte rechtshandelingen (art. 42 e.v.) / 245
227. Rechtshandeling / 245
228. Onverplicht verricht / 246
229. Benadeling / 247
230. Wetenschap van benadeling / 249
231. Stelplicht en bewijslast / 251
232. Verplicht verrichte rechtshandelingen (art. 47) / 252
233. Vereiste van ‘voldoening door de schuldenaar’ / 253
234. Benadeling / 253
235. Wetenschap van de faillissementsaanvraag / 254
236. Samenspanning / 255
237. Gevolgen van de faillissementspauliana / 256
5.4.3.2 Onrechtmatige daad en Peeters/Gatzenvordering / 257
238. Afbakening / 257
239. Peeters/Gatzenvordering / 258
240. Onduidelijkheid over Peeters/Gatzenvordering / 258
241. Hybride karakter Peeters/Gatzenvordering / 260
5.4.3.3 Bestuurdersaansprakelijkheid jegens verschillende partijen / 262
242. Variëteit aan grondslagen / 262
243. Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van art. 2:138/248 BW / 263
244. Kennelijk onbehoorlijke taakvervulling als belangrijke oorzaak faillissement / 264
245. Verlichte bewijspositie curator / 265
246. Disculpatie en matiging / 267
247. Feitelijk beleidsbepaler / 268
248. Varia rond art. 2:138/248 BW / 268
249. Commissarissenaansprakelijkheid op grond van art. 2:149/259 BW / 270
250. Aansprakelijkheid op grond van (arbeids)overeenkomst of art. 2:9 BW / 271
251. Bestuurdersaansprakelijkheid jegens individueel gedupeerde partijen; inleiding / 272
252. Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van art. 36 IW 1990 / 273
253. ‘Beklamel’ bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 6:162 BW / 274
254. Verhaalsfrustratie en samenhangende aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW / 275
255. Selectieve (wan)betaling en aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW / 276
256. Samenloop van verschillende aansprakelijkheidsacties door de curator en derden / 277
257. Bestuursverbod / 279
5.4.4 Bestaande overeenkomsten / 281
258. Inleiding / 281
259. Uitgangspunt / 282
260. Wederkerige overeenkomsten met eenmalige prestaties / 283
261. Wederkerige overeenkomsten met een duurkarakter; automatische beëindiging of contractuele mogelijkheid daartoe / 283
262. Gestanddoening / 285
263. Huur-, huurkoop- en pachtovereenkomst / 287
264. Arbeidsovereenkomst bij faillissement werkgever / 289
265. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst / 290
266. Faillissement en overgang van ondernemingen / 293
267. Gevolgen van beëindiging van de arbeidsovereenkomst / 295
268. Arbeidsovereenkomst bij faillissement werknemer / 295
269. Agentuurovereenkomst / 296
5.4.5 Lopende procedures / 296
270. Inleiding / 296
271. Procedures gericht op voldoening van een verbintenis uit de boedel / 297
272. Andere vermogensrechtelijke procedures / 298
273. Procedures ingesteld door de wederpartij / 299
274. Procedures ingesteld door de schuldenaar / 300
275. Uitzondering en bijzondere gevolgen / 301
276. Procedures over de persoonlijke staat / 302
277. Arbitrage / 303
278. Buitenlandse procedures / 303
279. Andere procedures / 304
5.4.6 Vaststelling van de faillissementsschulden (passiva) / 305
280. Inleiding / 305
281. Fixatie omvang passief / 306
282. Uitzonderingen; na faillietverklaring ontstane vorderingen / 307
283. Verificatie / 309
284. Verificatievergadering / 312
285. Renvooiprocedure / 313
286. Niet-verifieerbare vorderingen / 316
5.4.7 Kosten van het faillissement / 319
287. Inleiding / 319
288. Faillissementskosten / 319
289. Boedelschulden / 320
290. Inperking toedoencriterium / 322
291. Rangorde boedelschulden en lege boedels / 324
5.5 Afwikkeling faillissement en einde / 326
5.5.1 Inleiding / 326
5.5.2 Vernietiging / 327
292. Inleiding / 327
293. Publiciteit en positie curator na vernietiging / 327
294. Gevolgen van vernietiging / 328
5.5.3 Akkoord / 329
295. Inleiding / 329
296. Motieven en drijfveren / 329
297. Inhoud van het akkoord / 330
298. Aannemen van het akkoord; procedure / 331
299. Vereisten voor het aannemen van het akkoord / 333
300. Homologatie van het akkoord; procedure / 335
301. Vereisten voor homologatie; imperatieve en facultatieve weigeringsgronden / 336
302. Gevolgen van homologatie voor de schuldenaar / 337
303. Gevolgen van homologatie voor de schuldeisers / 337
304. Ontbinding van het akkoord en heropening van het faillissement / 339
5.5.4 Vereffening en uitdeling / 340
305. Inleiding / 340
306. Omslag faillissementskosten en rangorde / 341
307. Uitdelingslijst / 342
308. Verzet tegen de uitdelingslijst / 342
309. Verbindend worden van de uitdelingslijst / 343
310. Vereenvoudigde afwikkeling / 344
5.5.5 Overige wijzen van beëindiging / 346
311. Inleiding / 346
312. Opheffing bij gebrek aan baten / 346
313. Omzetting in schuldsanering / 348
5.5.6 Afronding na afloop / 350
314. Inleiding / 350
315. Publiciteit over de beëindiging van het faillissement / 351
316. Afhandeling door de curator / 351
317. Complicaties na afloop / 351
318. Rehabilitatie / 353
HOOFDSTUK 6
Surseance van betaling / 355
319. Inleiding / 355
6.1 Historische ontwikkeling van de surseance van betaling en plaats in de Faillissementswet / 356
320. Inleiding / 356
321. Invoering surseance van betaling in Faillissementswet / 356
322. Wijzigingen eerste helft 20e eeuw (1902, 1925, 1935) / 357
323. Latere wijzigingen (1976, 2005) / 358
6.2 Procedure / 360
324. Inleiding / 360
325. Rechtsmacht / 360
326. Voorlopige surseance van betaling; automatische verlening en bekendmaking / 361
327. Behandeling definitieve surseanceverlening / 363
328. Uitspraak / 364
329. Definitieve verlening surseance van betaling; bekendmaking / 364
330. Afwijzing van het verzoek tot definitieve surseanceverlening / 365
331. Einde voorlopige surseance van betaling / 366
332. Rechtsmiddelen; hoger beroep en cassatie / 367
333. Termijnverlenging / 369
334. Termijnverstrijking / 370
6.3 Gevolgen surseance van betaling voor betrokkenen / 370
335. Inleiding / 370
6.3.1 Bestaande partijen / 371
336. Schuldenaar / 371
337. Natuurlijk persoon of rechtspersoon / 372
338. Concurrente schuldeisers / 373
339. Executiemaatregelen en procedures door concurrente schuldeisers / 375
340. Preferente schuldeisers, separatisten en boedelschuldeisers / 375
341. Wederpartijen van de schuldenaar / 376
342. Huur-, huurkoop- en pachtovereenkomst / 377
343. Arbeidsovereenkomst / 378
344. Agentuurovereenkomst / 381
345. Andere derden / 381
6.3.2 Specifieke betrokkenen bij de surseance van betaling / 381
346. Bewindvoerder; inleiding / 382
347. Benoeming van de bewindvoerder / 382
348. Rechtsverhouding bewindvoerder jegens betrokkenen / 383
349. Taken van de bewindvoerder / 384
350. Bevoegdheden van de bewindvoerder / 386
351. Beveiliging van de belangen van de schuldeisers / 386
352. Bijstand aan de schuldenaar / 387
353. Bevoegdheden voor beide doelen / 388
354. Ontslag bewindvoerder / 389
355. Aansprakelijkheid bewindvoerder (q.q. en pro se) / 390
356. Rechtbank / 392
357. Rechter-commissaris / 393
6.4 Surseanceakkoord / 394
358. Inleiding / 394
6.4.1 Doel en inhoud van het surseanceakkoord / 395
359. Na te streven doelen met het surseanceakkoord / 395
360. Historische ontwikkeling / 395
361. Varianten van het surseanceakkoord / 397
6.4.2 Totstandkoming en vorm van het surseanceakkoord / 398
362. Surseanceakkoord als meerpartijenverhouding / 398
363. Raadpleging en beraadslaging over het surseanceakkoord / 398
364. Stemming over het surseanceakkoord / 400
365. Homologatie van het surseanceakkoord / 401
366. Rechtsmiddelen tegen homologatiebeslissing / 403
367. Gevolgen van de aanvaarding en homologatie van het
surseanceakkoord / 404
368. Ontbinding van het surseanceakkoord en faillietverklaring / 406
6.5 Intrekking van de surseance van betaling en omzetting / 408
369. Inleiding / 408
6.5.1 Intrekking van de surseance van betaling / 408
370. Intrekking op grond van art. 242 / 408
371. Intrekking op grond van art. 247 / 410
6.5.2 Omzetting in andere insolventieprocedures / 411
372. Omzetting in faillissement / 411
373. Tijdstip van omzetting / 412
374. Gevolgen van omzetting / 414
375. Omzetting in schuldsanering natuurlijke personen / 415
376. Omzetting op basis van art. 51 InsVo / 417
6.6 Bijzondere surseancevormen / 417
377. Inleiding / 417
378. Grote aantallen schuldeisers (art. 281a-f) / 418
379. Surseance van betaling beleggingsondernemingen en buitenlandse financiële instellingen (art. 281g-h) / 419
380. Bijzondere maatregelen voor financiële ondernemingen werkzaam op de financiële markten / 421
6.7 Surseance van betaling: afbakening tot andere procedures in de Faillissementswet / 422
381. Inleiding / 422
382. Afbakening tot faillissement en schuldsanering natuurlijke personen / 422
383. Afbakening tot de WHOA / 424
384. De hedendaagse surseance van betaling: nuttig voorportaal van het faillissement? / 425
385. Toekomst voor de surseance van betaling? / 427
HOOFDSTUK 7
Schuldsanering natuurlijke personen / 431
386. Inleiding / 431
7.1 Plaatsbepaling / 433
387. Achtergronden en historie / 433
388. Doelen, oogmerk procedure / 434
389. Bronnen en cijfers / 435
7.2 Procedure tot toepassing van de schuldsaneringsregeling / 437
390. Inleiding / 437
7.2.1 Minnelijk traject en voorprocedures: gedwongen schuldregeling (art. 287a) en moratorium (art. 287b) / 438
391. Minnelijk traject en schuldbemiddeling / 438
392. Gedwongen schuldregeling; inleiding / 440
393. Rechtsmacht en ontvankelijkheid van het verzoek tot instemming / 440
394. Behandeling ter zitting; beoordelingscriteria gedwongen schuldregeling / 441
395. Uitspraak; gevolgen en rechtsmiddelen / 442
396. Voorlopige voorziening (moratorium) vóór behandeling van het verzoek (art. 287b) / 443
7.2.2 Verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling (art. 284 e.v.) / 444
397. Aanhangig maken van de procedure / 445
398. Voorlopige voorziening (art. 287 lid 4) / 446
399. Subjectieve beoordelingscriteria; gedragsmaatstaf goede trouw / 448
400. Verplichte subjectieve afwijzingsgronden / 450
401. Verplichte objectieve afwijzingsgronden / 450
402. Uitspraak; toewijzing van het verzoek / 451
403. Afwijzing van het verzoek; rechtsmiddelen / 452
7.3 Betrokkenen bij de schuldsaneringsregeling / 453
404. Inleiding / 453
7.3.1 Bewindvoerder / 454
405. Benoeming / 454
406. Rechtsverhouding jegens de betrokkenen / 457
407. Taken en bevoegdheden / 457
408. Reconstructietaak / 458
409. Vereffeningstaak / 459
410. Verificatie- en uitdelingstaak / 459
411. Ontslag en aansprakelijkheid bewindvoerder (q.q. en pro se) / 460
7.3.2 Rechter-commissaris / 462
412. Toezicht op bewindvoerder als kerntaak / 462
413. Verantwoording door bewindvoerder / 463
414. Machtiging van bewindvoerder door rechter-commissaris / 463
415. Goedkeuring gedrag/handelwijze bewindvoerder / 464
416. Toestemming daden bewindvoerder / 464
417. Reactief toezicht door rechter-commissaris als geschilbeslechter (art. 317) / 465
418. Beleidsvrijheid rechter-commissaris; overeenkomsten en verschillen met faillissement / 467
7.3.3 Rechtbank / 468
419. Uitspraak schuldsaneringsregeling; nevenbeslissingen; rol griffie / 468
420. Tussentijdse beslissingen rechtbank / 469
421. Beslissingen in verband met beëindiging van de schuldsaneringsregeling / 470
422. Beslissingen na afloop van de schuldsaneringsregeling / 472
7.3.4 Raad voor Rechtsbijstand / 473
423. Bureau Wsnp / 473
7.4 Gevolgen en verloop van de schuldsaneringsregeling / 474
424. Inleiding / 474
7.4.1 Gevolgen voor de schuldenaar / 474
425. Omvang boedel; fixatie actief / 475
426. Verplichtingen van de schuldenaar / 476
427. Huwelijk en geregistreerd partnerschap; samenloopperikelen / 478
7.4.2 Gevolgen voor de schuldeisers / 480
428. Fixatie passief; omvang vorderingen waarvoor de schuldsaneringsregeling geldt / 480
429. Bijzondere gevolgen voor bepaalde schuldeisers en wederpartijen / 482
430. Verificatie / 484
431. Vereffening en (tussentijdse) uitdeling / 486
7.4.3 Termijn van de schuldsaneringsregeling / 488
432. Hoofdregel: anderhalfjaarstermijn / 488
433. Eerste uitzondering: verlenging van de termijn / 488
434. Tweede uitzondering: verkorting van de termijn / 490
7.5 Einde schuldsaneringsregeling / 491
435. Inleiding / 491
7.5.1 Akkoord / 492
436. Totstandkoming van het akkoord vergeleken met het faillissementsakkoord / 492
437. Ontbinding van het akkoord / 494
7.5.2 Beëindiging met schone lei / 495
438. Beëindiging na verstrijken reguliere termijn; slotuitdelingslijst / 495
439. Beëindiging met termijnverkorting / 497
440. Gevolgen van de beëindiging met schone lei / 498
441. Ongedaanmaking schone lei / 499
7.5.3 Beëindiging zonder schone lei / 500
442. Tussentijdse beëindiging / 501
443. Gevolgen van de tussentijdse beëindiging; soms automatische faillietverklaring / 503
444. Beëindiging aan het einde van de termijn zonder schone lei / 504
HOOFDSTUK 8
Insolventierecht in een internationale context / 507
445. Inleiding / 507
8.1 Theoretisch kader / 508
8.1.1 Internationaal insolventierechtelijke beginselen: rechtsmacht / 508
446. Eenheid of verscheidenheid van procedures / 508
447. Universaliteitsbeginsel / 509
448. Territorialiteitsbeginsel / 509
449. Aangepast universaliteitsbeginsel / 510
450. Andere beginselen: gelijkheidsbeginsel en wederzijds vertrouwen; samenwerking; proportionaliteit en subsidiariteit / 510
8.1.2 Internationaal insolventierechtelijke beginselen: procedureel / 511
451. Efficiëntie en transparantie (publiciteit) / 511
452. Voorspelbaarheid en rechtszekerheid / 512
453. Goede procesorde / 513
8.1.3 Internationaal insolventierechtelijke beginselen: materieel / 514
454. Gelijkheid (pari passu) / 514
455. Waardemaximalisatie / 515
456. Bescherming van legitieme verwachtingen; voorspelbaarheid / 515
8.2 Internationaal privaatrecht en internationaal insolventierecht / 517
457. Hoofdvragen van internationaal insolventierecht / 517
8.2.1 Europese Insolventieverordening (InsVo) en herschikking / 518
458. Reikwijdte en toepassingsgebied / 518
459. Groepsinsolventie / 520
460. Rechtsmacht / 521
461. Toepasselijk recht / 525
462. Werkingssfeer insolventieprocedures onder de insolventieverordening; erkenning en tenuitvoerlegging / 528
8.2.2 Voortschrijdende harmonisatie van insolventierecht in Europa; Herstructureringsrichtlijn en Harmonisatierichtlijnvoorstel / 530
463. Harmonisatie van materieel insolventierecht / 530
464. Reikwijdte en toepassingsgebied / 530
465. Herstructureringskader / 531
466. Verloop van een herstructurering; goedkeuring (stemming) en bevestiging (homologatie) / 532
467. Gevolgen van de bevestiging (homologatie) en rechtsmiddelen / 536
468. Bescherming van met de herstructurering samenhangende (financiële) rechtshandelingen / 536
469. Verplichtingen van bestuurders bij dreigende insolventie / 538
470. Harmonisatierichtlijnvoorstel; aanleiding / 539
8.2.3 Andere Europese instrumenten, projecten en verdere ontwikkelingen / 540
471. Financieel-rechtelijke instrumenten / 540
472. Principles of European Insolvency Law/ELI Business Rescue Project / 541
8.2.4 Commuun internationaal privaatrecht en grensoverschrijdend insolventierecht / 542
473. Werkingssfeer van Nederlands faillissement buiten toepassingsbereik Europese Insolventieverordening (universaliteitsbeginsel) / 543
474. Werkingssfeer van insolventieprocedure buiten toepassingsbereik Europese Insolventieverordening in Nederland
(territorialiteitsbeginsel) / 544
8.3 Insolventierecht en mondiale ontwikkelingen / 546
475. Initiatieven vanuit UNCITRAL / 546
476. Model Law on Cross-Border Insolvency with Guide to Enactment (Model Law) / 547
477. Model Law on Related Judgments en Model Law on Group Insolvency / 548
478. Legislative Guide on Insolvency Law / 549
479. Verklarende teksten ontwikkeld door UNCITRAL / 552
480. INSOL/III/CERIL / 553
481. Insolventierechtsvergelijking / 553
Trefwoordenregister / 555
Jurisprudentieregister / 581
Artikelenregister / 605
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan