Sleutels voor personenvennootschapsrecht
Paperback Nederlands 2017 1e druk 9789013143492Samenvatting
Deze uitgave geeft inzicht in belangrijke aspecten van het personenvennootschapsrecht en onderdelen van het algemeen vermogensrecht. Er wordt ingegaan op het huidige recht en er worden mogelijkheden en aanbevelingen voor nieuwe wetgeving besproken, waardoor het een ideale uitgave is voor praktijkjuristen, rechters en wetenschappers die zich met deze rechtsgebieden bezighouden.
Sleutels voor personenvennootschapsrecht bevat een scherpe analyse van het huidige Nederlandse personenvennootschapsrecht en van onderwerpen die in dit kader relevant zijn, zoals gemeenschap, vermogensscheiding, hoofdelijkheid en rechtssubjectiviteit. Er is een belangwekkende analyse van de bestaande regels voor herstructurering van rechtspersonen (omzetting, fusie, splitsing) opgenomen. Daarnaast wordt uitgebreid ingegaan op het Franse, Duitse en Engelse personenvennootschapsrecht.
Alle belangrijke aspecten van het personenvennootschapsrecht passeren de revue. De uitgave biedt daarbij veel concrete aanbevelingen voor een nieuwe wettelijke regeling van de personenvennootschappen, waarbij rechtsvormkeuzevrijheid, rechtszekerheid en overzichtelijkheid voorop staan. In november 2016 heeft de minister van Veiligheid & Justitie aangekondigd dat er een nieuw voorstel voor modernisering van het personenvennootschapsrecht ontwikkeld wordt. De analyses en aanbevelingen in deze uitgave kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Daarnaast is het een ideaal naslagwerk voor praktijkjuristen en voor iedereen die zich bezighoudt met onderwerpen als gemeenschap, vermogensscheiding, aansprakelijkheid en vermogensovergang onder algemene titel.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Dankwoord VII
Lijst van gebruikte afkortingen XVII
Hoofdstuk 1. Over het onderzoek 1
1.1 Aanleiding tot het onderzoek 1
1.2 De stand van het personenvennootschapsrecht 2
1.3 Onderzoeksvragen 9
1.4 Drie sleutels 10
1.5 Verantwoording van methodiek en bronnen 13
1.6 Opzet van dit boek 15
Hoofdstuk 2. Maatschap 17
2.1 Inleiding 17
2.2 Buitenlandse equivalenten van de maatschap 17
2.2.1 Inleiding 17
2.2.2 De Franse société en participation (SEP) 17
2.2.2.1 De SEP als overeenkomst 18
2.2.2.2 De SEP in het rechtsverkeer 21
2.2.2.3 Het vennootschapsvermogen 25
2.2.2.4 Vennootschapsaandeel en verpandbaarheid 28
2.2.3 De société civile professionnelle (SCP) 28
2.2.3.1 De SCP als overeenkomst en in het rechtsverkeer 29
2.2.3.2 Vennootschapsaandeel en verpandbaarheid 32
2.2.4 De Duitse Gesellschaft bürgerlichen Rechts (GbR) 33
2.2.4.1 De GbR als overeenkomst 33
2.2.4.2 Auβen-GbR vs. Innen-GbR 36
2.2.4.3 Eigenschappen van de Auβen-GbR 37
2.2.4.4 Het gezamendehandse vermogen (klassieke leer) 42
2.2.4.5 Gesamthand én rechtsbevoegdheid bij de Auβen-GbR 47
2.2.4.6 De Innen-GbR 50
2.2.5 De Engelse partnership 52
2.2.5.1 De partnership als overeenkomst 53
2.2.5.2 De firm in het rechtsverkeer 55
2.2.5.3 Het vennootschapsvermogen 59
2.2.5.4 Vennootschapsaandeel en verpandbaarheid 61
2.3 Maatschap als overeenkomst 62
2.3.1 Inleiding 62
2.3.2 Het rechtsbegrip ‘overeenkomst’ 62
2.3.3 Materiële kenmerken van maatschap 65
2.3.3.1 Functie en inhoud 65
2.3.3.2 Materiële kenmerken vs. partijautonomie 69
2.3.4 Maatschap vs. beleggingsfonds 72
2.3.5 Maatschap vs. informele vereniging 75
2.3.6 Inhoud van de maatschapsovereenkomst 79
2.3.6.1 Dwingend en regelend recht 80
2.3.6.2 Beheersbevoegdheid 83
2.3.7 Vennotenwissels 85
2.3.7.1 De constructie van toe- en uittreden 85
2.3.7.2 Volmacht voor vermogensovergang? 87
2.3.7.3 Beheersregeling voor vermogensovergang 88
2.4 De maatschap in het rechtsverkeer 91
2.4.1 Inleiding 91
2.4.2 De maatschap als partij 91
2.4.2.1 Maatschap en (het gebrek aan) rechtssubjectiviteit 92
2.4.2.2 Handelen in naam van de maatschap 96
2.4.2.3 Vennotenwissels 98
2.4.3 Aansprakelijkheid volgens het commune recht 101
2.4.3.1 Pluraliteit van schuldenaren 101
2.4.3.2 Gevallen en kenmerken van hoofdelijkheid 103
2.4.3.3 De implicaties van hoofdelijkheid 106
2.4.3.4 Beroep vs. bedrijf? 108
2.4.4 Boek 7A-aansprakelijkheid 111
2.4.4.1 Het Biek-arrest 112
2.4.4.2 Commentaar bij het Biek-arrest 114
2.4.4.3 Meer over de Boek 7A-aansprakelijkheid 118
2.4.4.4 De baattrekkingsregel 121
2.4.4.5 Hoe verder? 122
2.4.5 Maatschap en procesrecht 123
2.4.5.1 Is de maatschap procesbevoegd? 124
2.4.5.2 Het uitbrengen van exploten 127
2.4.5.3 Ruimte voor een vennotenactie 129
2.4.6 Stille vs. openbare maatschap 133
2.4.6.1 Onderscheidende criteria tussen ‘stil’ en ‘openbaar’ 133
2.4.6.2 De gemeenschappelijke naam 136
2.4.6.3 Aan het onderscheid te verbinden rechtsgevolgen 139
2.5 Het maatschapsvermogen 143
2.5.1 Inleiding 143
2.5.2 Aspecten van vermogensscheiding 143
2.5.2.1 Drie aspecten van het maatschapsvermogen 143
2.5.2.2 De beneficiaire aanspraak op het maatschapsvermogen 146
2.5.2.3 Twee-vorderingenleer 150
2.5.3 Vermogensscheiding en aandelen 153
2.5.3.1 Algemeenheid van goederen 153
2.5.3.2 Het aandeel in een goed, behorend tot een afgescheiden vermogen 157
2.5.3.3 Het aandeel in een afgescheiden vermogen als geheel 160
2.5.4 Vermogensscheiding en beschikkingsbevoegdheid 164
2.5.4.1 Beschikkingsbevoegdheid en beschikkingsbevoegde 165
2.5.4.2 Beperkte beschikkingsbevoegd 166
2.5.4.3 Gemeenschap en beperkte beschikkingsbevoegdheid 168
2.5.5 Samenstelling van het maatschapsvermogen 170
2.5.5.1 Tot het maatschapsvermogen behorende goederen 170
2.5.5.2 Tot het maatschapsvermogen behorende schulden 173
2.5.5.3 Overige rechtsposities 175
2.5.6 Het faillissement van de maatschap 177
2.5.7 Maatschap vs. trust 180
2.5.7.1 De constructie van de trust op hoofdlijnen 180
2.5.7.2 Trust en beperkte beschikkingsbevoegdheid 182
2.5.7.3 Trust vs. rechtspersoon 186
2.6 Vennootschapsaandeel en verpandbaarheid 187
2.6.1 Inleiding 187
2.6.2 Het vennootschapsaandeel als vermogensrecht 188
2.6.3 Beschikkingsbevoegdheid en overdraagbaarheid 191
2.6.3.1 De vereiste beschikkingsbevoegdheid 191
2.6.3.2 De vereiste overdraagbaarheid (art. 3:81 en 3:83 BW) 191
2.6.3.3 De vereiste overdraagbaarheid (art. 3:228 BW) 194
2.6.4 Het ontstaansmoment van het recht op een uitkering 195
2.6.5 Artikel 35 lid 2 Fw en zaaksvervanging 197
2.6.6 Verhaal door inning 201
2.7 Recapitulatie 203
Hoofdstuk 3. VOF en CV 211
3.1 Inleiding 211
3.2 Buitenlandse equivalenten van VOF en CV 211
3.2.1 Inleiding 211
3.2.2 De Franse société en nom collectif (SNC) 211
3.2.2.1 Constitutieve vereisten 212
3.2.2.2 Eigenschappen 213
3.2.3 De Franse société en commandite (SCS en SCA) 215
3.2.3.1 De société en commandite simple (SCS) 216
3.2.3.2 Het beheersverbod 217
3.2.3.3 De société en commandite par actions (SCA) 219
3.2.4 De Duitse offene Handelsgesellschaft (OHG) 220
3.2.4.1 Constitutieve vereisten 220
3.2.4.2 Eigenschappen 222
3.2.5 De Duitse Kommanditgesellschaft (KG en KGaA) 225
3.2.5.1 De Kommanditgesellschaft (KG) 226
3.2.5.2 Het beheersverbod 229
3.2.5.3 De Kommanditgesellschaft auf Aktien (KGaA) 231
3.2.6 De Engelse limited partnership (LP) 232
3.2.6.1 Ontwikkelingen op wetgevingsgebied 232
3.2.6.2 Enkele hoofdlijnen van materieel recht 233
3.2.6.3 Het beheersverbod 235
3.3 De VOF 237
3.3.1 Inleiding 237
3.3.2 Maatschap vs. VOF (onderscheidende criteria) 237
3.3.2.1 Materiële kenmerken 238
3.3.2.2 Bestaande formele vereisten 241
3.3.2.3 Versterking van formele vereisten 243
3.3.3 Maatschap vs. VOF (eigenschappen) 245
3.3.3.1 De VOF als overeenkomst 245
3.3.3.2 De VOF in het rechtsverkeer 247
3.3.3.3 Het (afgescheiden) VOF-vermogen 251
3.3.3.4 Vennootschapsaandeel en verpandbaarheid 252
3.3.4 Vennotenaansprakelijkheid 253
3.3.4.1 Een wettelijke en afhankelijke aansprakelijkheid 253
3.3.4.2 Zijn bepaalde VOF-schulden uitgezonderd? 256
3.3.4.3 Nieuwe vennoten 259
3.3.4.4 Uitgetreden vennoten 263
3.4 Vertegenwoordiging, wisselvertegenwoordiging en rechtspersoonlijkheid 266
3.4.1 Inleiding 266
3.4.2 Rechtsposities en vertegenwoordiging 266
3.4.2.1 De begrippen rechtspositie en oorzaak 267
3.4.2.2 Vertegenwoordiging 268
3.4.3 Wisselvertegenwoordiging; diverse gevallen 271
3.4.3.1 Convenant met de ondernemingsraad 271
3.4.3.2 Nader te noemen meester 272
3.4.3.3 BV i.o. 273
3.4.4 Wisselvertegenwoordiging bij de VOF 276
3.4.4.1 Rechtsverhoudingen 277
3.4.4.2 Goederen 278
3.4.4.3 Schulden 281
3.4.4.4 Uitzonderingen? 281
3.4.5 Rechtspersoonlijkheid 282
3.4.5.1 Een ‘licht’ begrip rechtspersoonlijkheid 283
3.4.5.2 Of een nog lichter begrip? 286
3.4.6 Kiezen tussen rechtsbevoegde VOF en VOF-rechtspersoon 288
3.4.6.1 Inderdaad: kiezen 289
3.4.6.2 Gelijkenissen 291
3.4.6.3 Verschil qua overgangsrecht 291
3.4.6.4 Verschil na ontbinding 293
3.4.6.5 Overige verschillen 294
3.5 De CV 296
3.5.1 Inleiding 296
3.5.2 VOF vs. CV 297
3.5.2.1 De CV als overeenkomst 297
3.5.2.2 De CV in het rechtsverkeer 300
3.5.2.3 Het (afgescheiden) CV-vermogen 300
3.5.2.4 Vennootschapsaandeel en verpandbaarheid 301
3.5.3 Handelen in naam van de CV 302
3.5.3.1 Klassieke leer en jurisprudentie 302
3.5.3.2 Een keuze uit vier mogelijkheden 303
3.5.3.3 Aansprakelijkheid commanditaire vennoot 306
3.5.4 Het beheersverbod 307
3.5.4.1 Wettelijke regeling 308
3.5.4.2 Het Katterug-arrest 308
3.5.4.3 Stand van zaken sinds het Katterug-arrest 310
3.5.4.4 Komend recht 314
3.5.5 CV op aandelen 315
3.6 Recapitulatie 317
Hoofdstuk 4. M-BA en ZBA 323
4.1 Inleiding 323
4.2 De M-BA in het buitenland 323
4.2.1 Inleiding 323
4.2.2 De Franse AARPI 324
4.2.2.1 Herkomst en kenmerken van de AARPI 324
4.2.2.2 Vergelijking met enkele alternatieve rechtsvormen 327
4.2.3 De Duitse Partnerschaft en Partnerschaft mbB 329
4.2.3.1 Partnerschaft 329
4.2.3.2 Partnerschaft mbB 332
4.2.4 De Engelse LLP 333
4.2.4.1 Herkomst van de LLP en regelgeving 333
4.2.4.2 Kenmerken van de LLP 334
4.3 Ruimte voor een M-BA in Nederland 339
4.3.1 Inleiding 339
4.3.2 Twee partial shield oplossingen 340
4.3.2.1 Ontwerp-Maeijer, art. 813 lid 2 340
4.3.2.2 Werkgroep-Van Olffen, art. 19 lid 3 344
4.3.2.3 Interne draagplicht 345
4.3.2.4 Enkele risico’s rond faillissement 346
4.3.3 Het partial shield in het commune recht 348
4.3.3.1 Disculpatie volgens art. 2:9 lid 2 BW 349
4.3.3.2 Disculpatie volgens art. 7:407 lid 2 BW 351
4.3.3.3 Toepassing bij de maatschap 353
4.3.4 Naast de maatschap: een full shield M-BA 354
4.3.4.1 Ruimte voor een nieuwe rechtsvorm 355
4.3.4.2 Het full shield: grenzen en randvoorwaarden 357
4.3.4.3 Verdere kenmerken van de M-BA 361
4.3.5 Fiscale behandeling van de M-BA 363
4.3.5.1 IB-ondernemer vs. DGA 364
4.3.5.2 Niet-transparante personenvennootschap en open FGR 366
4.3.5.3 De Engelse LLP in Nederland 369
4.3.5.4 Inpassing van de M-BA 370
4.4 De Franse EIRL 372
4.4.1 Inleiding 372
4.4.2 Inschrijving als EIRL en instelling van het doelvermogen 374
4.4.3 Het functioneren van de onderneming 375
4.4.4 Onbehoorlijk bestuur en faillissement 377
4.4.5 Beëindiging of overdracht EIRL-vermogen onder algemene titel 378
4.4.6 Verzetsprocedure bij overdracht EIRL-vermogen onder algemene titel 380
4.5 Ruimte voor een ZBA in Nederland 381
4.5.1 Inleiding 381
4.5.2 Tussen privé en zakelijk 382
4.5.3 Beperkte aansprakelijkheid zonder rechtspersoonlijkheid 385
4.5.4 Overgang ZBA-vermogen onder algemene titel 385
4.5.5 Vergelijking met het fonds de commerce 388
4.5.6 Vergelijking met eenmanszaak en eenpersoonsvennootschap 389
4.6 Recapitulatie 392
Hoofdstuk 5. Structuurwijziging 395
5.1 Inleiding 395
5.2 Structuurwijziging in Frankrijk 397
5.2.1 Inleiding 397
5.2.2 Omzetting 397
5.2.2.1 Modaliteiten 397
5.2.2.2 Vennotenaansprakelijkheid 399
5.2.2.3 Enkele procedureregels 399
5.2.3 Juridische fusie 401
5.2.3.1 Modaliteiten 401
5.2.3.2 Vennotenaansprakelijkheid 402
5.2.3.3 Enkele procedureregels 403
5.2.3.4 Bescherming van derden 404
5.2.4 Juridische splitsing 406
5.2.4.1 Zuivere splitsing 406
5.2.4.2 Kruisaansprakelijkheid 408
5.2.4.3 Inbreng in natura onder algemene titel 409
5.2.5 Tijdelijke eenpersoonsvennootschap en mini-fusie 410
5.3 Structuurwijziging in Duitsland 411
5.3.1 Inleiding 411
5.3.2 Omzetting 413
5.3.2.1 Modaliteiten 413
5.3.2.2 Vennotenaansprakelijkheid 415
5.3.2.3 Enkele procedureregels 415
5.3.3 Juridische fusie 418
5.3.3.1 Modaliteiten 418
5.3.3.2 Vennotenaansprakelijkheid 420
5.3.3.3 Enkele procedureregels 421
5.3.3.4 Bescherming van derden 422
5.3.4 Juridische splitsing 423
5.3.4.1 Modaliteiten 424
5.3.4.2 Kruisaansprakelijkheid 426
5.3.5 ‘Fusie-door-aanwas’ 427
5.4 Structuurwijziging in Nederland 428
5.4.1 Inleiding 428
5.4.2 Omzetting 429
5.4.2.1 Bestaande mogelijkheden 429
5.4.2.2 Omzetting volgens het Ontwerp-Maeijer 431
5.4.2.3 Omzetting volgens de werkgroep-Van Olffen 433
5.4.2.4 Gewenste modernisering 435
5.4.3 Juridische fusie en splitsing 438
5.4.3.1 Bestaande mogelijkheden 438
5.4.3.2 Fusie en splitsing volgens de werkgroep-Van Olffen 441
5.4.3.3 Gewenste modernisering 444
5.4.4 Tijdelijke eenpersoonsvennootschap; voortzetting onderneming 447
5.4.4.1 Oplossingen uit het Ontwerp-Maeijer 447
5.4.4.2 Oplossing van de werkgroep-Van Olffen 450
5.4.4.3 Gewenste modernisering 451
5.5 Enige bijzonderheden 453
5.5.1 Inleiding 453
5.5.2 Vermogensovergang onder algemene titel 453
5.5.2.1 Modaliteiten 453
5.5.2.2 Rechtsposities die kunnen overgaan 455
5.5.2.3 Hoogstpersoonlijke rechtsposities 458
5.5.2.4 Het rechtssubject als referentiepunt voor derden 462
5.5.3 Actio pauliana bij fusie en splitsing 463
5.5.3.1 Het Favini-arrest 463
5.5.3.2 Heroverweging 466
5.5.4 Kruisaansprakelijkheid bij splitsing 470
5.5.4.1 Art. 2:334t BW; cumulatie met schuldeisersverzetsrecht 471
5.5.4.2 Zesde Richtlijn dwingt niet tot cumulatie 474
5.5.4.3 Is cumulatie gerechtvaardigd? 476
5.5.5 Herbinding van de vennootschap 479
5.5.5.1 De Rifgat-beschikking 479
5.5.5.2 Herbinden bij personenvennootschappen 482
5.6 Recapitulatie 484
Hoofdstuk 6. Conclusies 489
6.1 Maatschap 489
6.2 VOF en CV 492
6.3 M-BA en ZBA 493
6.4 Structuurwijziging 494
6.5 Slot 496
Samenvatting 497
Summary 517
Bijlagen:
I Bestaande wetteksten maatschap, VOF en CV 533
II Ontwerp-Van der Grinten 545
III Ontwerp-Maeijer 553
IV Voorstel werkgroep-Van Olffen 581
Jurisprudentieregister 603
Literatuurlijst 615
Curriculum vitae 693
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan