

Boudewijn Waaijer is als 'of counsel' verbonden aan Dentons LLP in Amsterdam. Daarnaast is hij hoogleraar Notarieel recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Meer over de auteursDe Notariswet
Gebonden Nederlands 2019 9789013143850Samenvatting
In dit handboek maakt de lezer op grondige wijze kennis met de taak en functie van de notaris in de moderne samenleving. Belangrijke leerstukken als onafhankelijkheid en onpartijdigheid, dienstweigering, geheimhouding en verschoningsrecht krijgen ruim aandacht. De negende editie is geheel bijgewerkt op het gebied van wetgeving, jurisprudentie en literatuur.
Een veelheid aan nieuwe wetten en wetswijzigingen van de afgelopen jaren maakte de roep om een nieuwe editie van De Notariswet almaar sterker.
Denk onder meer aan:
- de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen
- de gewijzigde Registratiewet 1970
- de Algemene Verordening Gegevensbescherming
- de aangepaste Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.
Deze nieuwe wetgeving is grondig verwerkt. Ook de nieuwe jurisprudentie komt uitgebreid aan bod, bijvoorbeeld over de zorgplicht van de notaris richting derden. De formaliteiten die notarissen bij hun dienstverlening in acht moeten nemen blijven in dit licht niet onbesproken, maar vooral gaat de aandacht uit naar de achterliggende zin en betekenis van deze voorschriften.
De eerste editie van deze titel zag al in 1932 het levenslicht. Dit handboek biedt nog steeds de complete behandeling van de taak en functie van de notaris in de moderne samenleving. Niet voor niets geldt het binnen het notariaat als hét standaardwerk over de notariële ambtsuitoefening.
De titel wordt op de eerste plaats veelvuldig gebruikt onder studenten Notarieel Recht. Daarnaast is deze ook geschikt voor notariële beroepsbeoefenaars, wetenschappers en beleidsbepalers die zich bezighouden met functionarissen binnen de rechtsbeoefening.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van verkort aangehaalde werken XXV
1 De Wet op het notarisambt in historisch perspectief 1
1.1 Inleiding 1
1.2 De Ventôsewet van 1803 1
1.3 De ontwikkelingen in de negentiende en het begin van de twintigste eeuw 3
1.4 Van de economische crisis naar tweede wereldoorlog 5
1.5 De tweede helft van de twintigste eeuw: verdere vermaatschappelijking 6
1.6 Naar de Wet op het notarisambt van 1999 8
1.7 De eerste decennia na invoering van de nieuwe wet 10
1.8 Op naar nieuwe uitdagingen 11
2 De wettelijke omschrijving van het ambt 12
2.1 De notaris volgens de Wet op het notarisambt 12
2.1.1 De definitie van art. 2 Wna 12
2.1.2 Authentieke en notariële akten 12
2.1.3 Het opmaken van een authentieke, notariële akte is soms de enige manier om een rechtshandeling vorm te geven 13
2.1.4 Andere door de wet opgedragen werkzaamheden dan het opmaken van notariële akten 15
2.2 De notaris is een ambtenaar 16
2.3 De notaris is een bestuursorgaan 16
2.4 De taak van de notaris 19
2.4.1 Algemene opmerkingen 19
2.4.2 Rechtszekerheid in het rechtsverkeer 19
2.4.2.1 Algemene opmerkingen 19
2.4.3 Rechtszekerheid in het bewijsrecht 22
2.4.4 Rechtsbescherming 22
2.4.5 De notaris als hoeder van maatschappelijke belangen 23
2.5 Het werkterrein van de notaris: het burgerlijk recht maar er is meer 24
2.6 De notaris is een ondernemer 25
2.7 Het notarisambt vergeleken met andere ambten 27
2.7.1 De notaris vergeleken met de ambtenaar van de burgerlijke stand en de gerechtsdeurwaarder 27
2.7.2 De notaris vergeleken met de rechter 28
2.8 Voorwaarden voor de ambtsbediening 30
3 Onpartijdigheid en onafhankelijkheid 32
3.1 Algemene opmerkingen 32
3.2 De begrippen onpartijdigheid en onafhankelijkheid; partijnotaris 33
3.3 Enkele praktijksituaties 35
3.4 Standvastigheid bij een eenmaal ingenomen rol 37
3.5 Onverenigbare betrekkingen 38
3.5.1 Welke betrekkingen zijn onverenigbaar? 38
3.5.2 Overtreding van art. 9 Wna; sancties 39
3.5.3 De (toegevoegd) notaris in dienstbetrekking 40
3.5.4 Nevenbetrekkingen 41
4 Ministerieplicht en dienstweigering 44
4.1 Algemene opmerkingen over ministerieplicht en dienstweigering 44
4.2 Balanceren tussen ministerieplicht en dienstweigering 46
4.3 Doorverwijzing naar een andere notaris 49
4.4 Dienstweigering en zorgplicht 50
4.5 Zwaarwegende zorgplicht van de notaris met het oog op het vertrouwen van derden 51
4.5.1 Inleiding 51
4.5.2 Zorgplicht, dienstweigering en rechtszekerheid 52
4.5.3 Twijfelachtige beschikkingsbevoegdheid of overdraagbaarheid 53
4.5.4 Wankele titel 55
4.6 Zorgplicht bij dreigende schade van een derde met een concreet recht 57
4.6.1 Inleiding 57
4.6.2 Twee kampen in de discussie 57
4.6.3 Richtingaanwijzers bij botsende rechten 58
4.6.4 Het onderzoek van de notaris naar beletselen voor dienstverlening. 61
4.6.5 De zorgplicht van de notaris wanneer een botsend recht dreigt te ontstaan 63
4.6.6 De zorgplicht van de notaris jegens de eerste hypotheekhouder 64
4.6.7 Lopen civiel recht en tuchtrecht wel in de pas? 66
4.7 De zorgplicht als de positie van de overheid in het geding is 67
4.8 Zorgplicht jegens derden zonder bepaald, concreet recht 69
4.9 Notaris en Pauliana 71
4.10 Dienstweigering om redenen van persoonlijke aard 73
4.11 Bijzondere omstandigheden 74
5 Benoeming 75
5.1 Benoemingsvereisten 75
5.1.1 Algemene opmerkingen; Unierecht 75
5.1.2 Beheersing Nederlandse taal 77
5.1.3 Theoretische scholing 77
5.1.4 Praktijkervaring en -scholing 78
5.1.5 Ondernemingsplan 81
5.1.6 Integriteitstoetsing 83
5.2 Benoemingsprocedure 83
5.2.1 Het verzoek tot benoeming 83
5.2.2 Adviesmogelijkheid van KNB en BFT 84
5.2.3 Weigering om te benoemen 85
5.2.4 Selectieprocedure 86
5.3 Benoeming 86
5.4 Eedsaflegging 88
5.4.1 Formele aspecten van de eedsaflegging 88
5.4.2 Materiële aspecten van de eedsaflegging 90
5.5 De titel ‘notaris’ 91
5.6 Inschrijving in het register voor het notariaat en depot van handtekening en paraaf 93
6 De notariële akte; algemene aspecten 94
6.1 Typen akten 94
6.2 Vormvoorschriften 95
6.2.1 Algemene opmerkingen 95
6.2.2 Gemitigeerde vormvoorschriften voor bepaalde notariële akten 96
6.2.3 Sancties op het verontachtzamen van vormvoorschriften 97
6.2.4 Ondanks gemis aan authenticiteit toch een onderhandse akte? 99
6.2.5 Rechtvaardigingsgronden voor het negeren van vormvoorschriften 100
6.2.6 Ontduiking van vormvoorschriften? 101
6.2.7 Het uiterlijk van de akte en het aktemateriaal 103
6.3 Ambtelijke verklaringen in de akte 105
6.3.1 Verklaringen over de notaris en over de plaats van het opmaken van de akte 105
6.3.2 Tijdstip van verlijden 106
6.4 Taal van de akte 108
6.4.1 Akten verleden in een vreemde of de Friese taal 108
6.4.2 Akten verleden in meer dan één taal 110
6.5 Verschillende rechtshandelingen in één akte? 110
6.6 Vermelding geldelijke tegenprestatie; voorschriften voor notariële akten buiten de Wet op het notarisambt 111
6.7 Renvooien en de akten van rectificatie en verbetering 113
6.7.1 Wijzigingen in de tekst vóór ondertekening van de akte 113
6.7.2 Ambtelijk herstel van fouten in notariële akten 116
6.7.2.1 Procedurele aspecten van het proces-verbaal van rectificatie 116
6.7.2.2 Materiële vereisten 117
6.7.2.3 Wie is bevoegd tot het opmaken van het proces-verbaal van rectificatie? 119
6.7.2.4 Jurisprudentie over het proces-verbaal van rectificatie; rechtsgevolgen van rectificatie 120
6.7.3 Partij-akte van verbetering; bekrachtiging 122
6.8 Aanhechting van stukken 124
6.9 De verklaring van erfrecht en de registerverklaring 125
6.9.1 Algemene opmerkingen 125
6.9.2 Algemene opmerkingen over de registerverklaring 127
6.9.3 Het ‘bijzondere’ karakter van de verklaring van erfrecht en de registerverklaring 129
6.10 De notariële verklaringen die geen deel uitmaken van een akte 130
6.11 De notaris, notariële akte en nieuwe techologieën 132
6.11.1 De elektronische notariële akte 132
6.11.2 Op naar de digitale notariële akte zonder enig fysiek samenzijn? 134
6.11.3 Het elektronisch afschrift 137
6.11.4 De notaris in de digitale wereld 138
7 De notariële partij-akte 139
7.1 De notaris als opdrachtnemer 139
7.2 Onderzoek door de notaris 140
7.2.1 Algemene opmerkingen 140
7.2.2 Raadpleging van registers 141
7.2.3 Onderzoek naar de vertegenwoordigingsbevoegdheid 143
7.2.4 Onderzoek door de notaris wanneer registers ontbreken 146
7.2.5 Onderzoek naar wilsbekwaamheid 147
7.2.6 Wilscontrole 150
7.2.7 Voortbouwen op onderzoek van andere notarissen 151
7.3 De informatieplicht van de notaris 151
7.4 De bijzondere waarschuwingsplicht van de notaris 154
7.5 De hoedanigheid van partijen 157
7.6 Rechtsgevolgen van de actieve bijstand van de notaris 159
7.7 De voortbouwende notariële akte 160
7.8 Notaris als vertegenwoordiger van één van de partijen 160
7.9 Diverse aspecten van de partij-akte en het verlijden daarvan 162
7.9.1 De redactie van de akte 162
7.9.2 De voorlezing 163
7.9.3 Ondertekening van de akte 164
7.10 Lichamelijk gehandicapte verschijnende persoon 165
7.11 Partij bij de akte en verschijnende persoon 167
7.11.1 Algemeen; terminologie 167
7.11.2 Bekendheid en identificatie van bij de akten betrokken personen 169
7.11.3 Vermelding van persoonsgegevens van bij de akte betrokken personen 172
7.12 Vertegenwoordiger van de partij bij de akte 173
7.12.1 Gevolmachtigde en de informatie- en bijzondere waarschuwingsplicht van de notaris 173
7.12.2 De kantoormedewerker als gevolmachtigde 176
7.12.3 Wettelijk vertegenwoordigers 178
7.13 Getuigen 179
7.13.1 Wanneer getuigen? 179
7.13.2 Vereisten voor getuigen 180
7.13.3 De taak van de getuigen 183
7.14 Woonplaatskeuze in de akte 184
8 Bewijsrechtelijke betekenis van de notariële akte 187
8.1 Algemeen 187
8.2 Verklaringen van de notaris met dwingende bewijskracht tegen eenieder 187
8.3 De partij-akte ten opzichte van de proces-verbaalakte 190
8.4 Het vermoeden van echtheid 197
8.5 Tegenbewijs tegen partijverklaringen in de notariële akte 198
9 Bevoegdheidsbeperkingen van de notaris vanwege bij de akte betrokken personen 199
9.1 Tegenstrijdig belang met verschijnende personen en partijen bij de akte 199
9.1.1 Het verbod van art. 19 Wna 199
9.1.2 De uitzonderingen op het verbod van lid 1 201
9.1.3 Sanctie 202
9.1.4 De waarnemer 202
9.2 Tegenstrijdig belang wegens begunstiging 203
9.2.1 Het verbod van art. 20 Wna 203
9.2.2 De waarnemer 206
9.2.3 Begunstiging van de notaris die een uiterste wil heeft verleden en de positie van de getuigen 206
9.2.4 Sanctie 207
9.3 De algemene tuchtnorm als instructie bij tegenstrijdige belangen 207
9.4 Handelingsonbevoegdheid van art. 3:43 BW 209
9.4.1 Algemene opmerkingen 209
9.4.2 Verkrijging van goederen waarover een geding aanhangig is 210
9.4.3 Uitzondering op de onbevoegdheid van art. 43 lid 1 sub a BW 213
9.4.4 Verkrijging van goederen die door notarissen of te hunnen overstaan worden verkocht 214
9.4.5 Samenloop 214
10 Afschriften, uittreksels en grossen (expedities) 215
10.1 Algemene opmerkingen 215
10.2 Bewijskracht van expedities 217
10.3 Afschriften 218
10.4 Uittreksels 220
10.5 Afgifte van expedities is een ambtsplicht met grenzen 221
10.6 Elektronische afschriften en uittreksels 222
10.7 Bedongen uitstel van de afgifte van expedities van een uiterste wil 223
10.8 Afgifte van expedities van verzamelakten en de Algemene verorde ning gegevensbescherming 223
11 Executoriale kracht van grossen 226
11.1 Algemene opmerkingen 226
11.2 Executie van alle soorten verplichtingen? 227
11.3 De grondslag voor de executoriale kracht 229
11.4 De inhoud van de akte 231
11.5 Internationale aspecten 234
11.5.1 Inleiding 234
11.5.2 Ten uitvoerlegging van de grosse in Europa tot 10 januari 2015 234
11.5.3 Ten uitvoerlegging van de grosse in Europa vanaf 10 januari 2015 236
11.5.4 Europese erf- en huwelijksvermogensrecht verordeningen 237
11.6 De vorm van de grosse 238
11.7 De tweede of verdere grosse 240
11.8 Afgifte op elk moment en van elke akte? Misbruik van de grosse 241
12 Ambtsgeheim en privacybescherming 243
12.1 Het wettelijk kader van het ambtsgeheim 243
12.2 De ratio van het ambtsgeheim 245
12.3 Inzage in het notarieel dossier 245
12.4 Grenzen aan de geheimhoudingsplicht 246
12.5 Geheimhouding van de inhoud van akten 247
12.5.1 Inleiding 247
12.5.2 Partijen bij de akte 248
12.5.3 Degenen die een recht ontlenen aan de inhoud van de akte 250
12.5.4 De verloren erfrechtelijke aanspraak; herroepen testamenten 252
12.5.5 Wie behoort nog meer tot de groep van personen die een recht ontlenen aan de akte? 254
12.5.6 Verklaring van erfrecht 256
12.5.7 Vertrouwelijk of niet: zelfbeschikking? 257
12.6 Wettelijke uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht van akten 258
12.6.1 Algemeen 258
12.6.2 Inschrijving in openbare registers 259
12.6.3 Registratie 261
12.6.4 Aangifte overdrachtsbelasting 261
12.6.5 Openbaarmaking van informatie over testamenten 261
12.6.6 Openbaarmaking van informatie over levenstestamenten 263
12.6.7 Verplichtingen in verband met administratie en archivering 264
12.6.8 Inzage protocol door BFT en KNB 266
12.7 Privacybescherming 266
12.7.1 Inleiding 266
12.7.2 Zorgvuldigheid bij adressering 267
12.7.3 Openbaring van persoonsgegevens van de ene cliënt aan de andere 267
13 Het professionele verschoningsrecht 269
13.1 Algemene opmerkingen 269
13.2 Nadere afbakening van de reikwijdte van het verschoningsrecht 272
13.2.1 Het verschoningsrecht jegens partijen 272
13.2.2 Het verschoningsrecht jegens derden 276
13.3 Grenzen aan het verschoningsrecht (en de geheimhoudingsplicht) 277
13.3.1 Informatie moet zijn toevertrouwd 277
13.3.2 Het verschoningsrecht komt de notaris alleen toe in zijn hoedanigheid 278
13.3.3 Het verschoningsrecht (geheimhoudingsplicht) in conflict met andere normen 281
13.3.3.1 Het verschoningsrecht is niet absoluut 281
13.3.3.2 Geschillen tussen notaris en cliënt; de notaris als partijgetuige 282
13.3.3.3 Verschoningsrecht en zorgplicht 284
13.3.3.4 Verschoningsrecht en verhaal via de notaris 287
13.3.4 Wie beoordeelt in concreto of sprake is van een verschoningsrecht? 287
13.4 Het afgeleid verschoningsrecht 289
13.4.1 Algemeen 289
13.4.2 Kantoormedewerkers 290
13.4.3 Andere vrije beroepsbeoefenaren 291
13.4.4 Het afgeleid verschoningsrecht naar aanleiding van een plicht tot openbaarmaking 293
13.4.5 Geheimhouding jegens andere geheimhouders 293
14 Integriteit en criminaliteitsbestrijding 295
14.1 Inleiding 295
14.2 Door de wet voorgeschreven notariële tussenkomst met het oog op criminaliteitsbestrijding 296
14.3 Criminaliteit en dienstweigering door de notaris 297
14.4 Strijd tegen witwassen en financieren van terrorisme 298
14.4.1 De witwasdelicten 298
14.4.2 Witwassen en de notariële praktijk 299
14.4.3 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme 299
14.4.3.1 Hoofdlijnen 299
14.4.3.2 Normadressaten en toepassingsgebied van de WWFT 300
14.4.3.3 De pijlers cliëntenonderzoek en meldingsplicht 301
14.4.3.4 Toezicht en sancties 303
14.4.3.5 WWFT en de geheimhoudingsplicht 304
14.4.3.6 Vrijwaring 304
14.5 Criminaliteitsbestrijding en geheimhouding 304
14.6 Justitiële opsporingsbevoegdheden en het verschoningsrecht 306
14.7 Meldingsplicht voor de notaris bij grensoverschrijdende fiscale constructies 308
15 Wettelijke en buitenwettelijke werkzaamheden 310
15.1 Inleiding 310
15.2 De relevantie van het onderscheid wettelijk-buitenwettelijk 312
15.3 De irrelevantie van het onderscheid wettelijk-buitenwetteljk 313
15.4 Handelen als zodanig 314
15.5 Het zegel van de notaris 316
15.5.1 Algemene aspecten 316
15.5.2 Onjuist gebruik van het zegel 318
15.5.3 Verzegeling 319
15.5.4 Ontzegeling 321
15.6 Eedsaflegging voor de notaris 322
15.7 Legalisatie 323
15.7.1 Legalisatie van een handtekening door de notaris 323
15.7.2 Legalisatie van de handtekening van de notaris 326
15.8 Afgifte van vergeleken afschriften 328
16 Kantoor, organisatie en praktijkuitoefening 330
16.1 De rechtsvorm van het notariskantoor 330
16.2 Bedrijfsvoering in het algemeen 331
16.3 Bewindvoering met betrekking tot de notarispraktijk 333
16.4 Inschrijving in het repertorium 333
16.5 Het protocol 335
16.5.1 Het begrip protocol, het beheer en de bewaring daarvan op kantoor 335
16.5.2 Opname in het protocol op verzoek 337
16.6 De notariële archieven 340
16.6.1 Algemene opmerkingen 340
16.6.2 De algemene bewaarplaats en de bewaarder 340
16.6.3 Overbrenging door de notaris naar de algemene bewaarplaats 341
16.6.4 Overbrenging naar de rijksarchiefbewaarplaats 342
17 Bevoegdheidsbeperkingen vanwege plaats en tijd van de ambtsuitoefening 343
17.1 Inleiding 343
17.2 Territoriale bevoegdheid 343
17.2.1 De vestigingsplaats 343
17.2.2 Wijziging van de vestigingsplaats 346
17.2.3 Bevoegdheid op het gehele grondgebied van Nederland 348
17.2.4 Bijkantoren en zitdagen 349
17.2.5 Bevoegdheid van een buitenlandse notaris in Nederland? 351
17.2.6 Consulaire Wet 354
17.3 Bevoegdheid naar tijd 356
17.3.1 Onbevoegdheid vóór de eedsaflegging 356
17.3.2 Onbevoegdheid na schorsing 356
17.3.2.1 Algemene opmerkingen 356
17.3.2.2 Schorsing als ordemaatregel vanwege strafrechtelijk ingrijpen, curatele of financieel wanbeheer 356
17.3.2.3 Schorsing als ordemaatregel wegens lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid 358
17.3.2.4 Schorsing bij wijze van tuchtmaatregel en onmiddellijke schorsing na een klacht bij wijze van ordemaatregel 359
17.3.3 Onbevoegdheid van de notaris tijdens de waarneming 360
17.3.4 Onbevoegdheid van de notaris als gevolg van ontzetting en ontslag 360
18 Bevoegdheidsbeperkingen vanwege de aard van de rechtshandeling 361
18.1 Inleiding 361
18.2 Handelen en beleggen 361
18.3 Risicovolle rechtshandelingen 362
19 Kandidaat-notaris 366
19.1 Algemene aspecten 366
19.2 Definitie ‘kandidaat-notaris’ 367
19.3 Aansprakelijkheid 368
19.4 Formaliteiten bij aanvang en einde van de werkzaamheden 369
19.5 Stages 370
19.6 Beroepsopleiding 372
20 De waarneming 374
20.1 Inleiding 374
20.1.1 Ratio en aard van de waarneming 374
20.1.2 Waarneming als tijdelijke delegatie van bevoegdheid 375
20.1.3 Benoeming tot waarnemer 376
20.2 Bevoegdheden en plichten van de waarnemer 377
20.3 (On)bevoegdheden en plichten van de notaris 378
20.4 Verlijden in het protocol van de vervangen notaris 378
20.5 Overdracht en overname van het protocol etc. 379
20.6 Algemene vereisten om te kunnen waarnemen 380
20.7 De lichte (vaste) waarneming 380
20.7.1 Algemene aspecten van de lichte waarneming 380
20.7.2 Benoeming en uitoefening bevoegdheden 381
20.7.3 Bijzondere benoemingsvereisten: wie kan lichte waarnemer zijn? 383
20.8 De zware waarneming 384
20.9 Onderwaarneming: waarneming ‘voor een waarnemer’ 386
20.10 Aansprakelijkheid voor de niet-ambtshalve benoemde waarnemer 386
20.11 De financiële aspecten van de waarneming 389
20.12 Het begin van de waarneming 392
20.13 Het einde van de waarneming 392
20.13.1 Inleiding 392
20.13.2 Algemene beëindigingsgronden 393
20.13.2.1 Intrekking van de waarneming 393
20.13.2.2 Het verstrijken van een vaste periode waarvoor de waarneming werd verleend 396
20.13.3 Bijzondere beëindigingsgronden 396
20.13.3.1 De schorsing eindigt die aanleiding is geweest voor de waarneming 396
20.13.3.2 Toewijzing van het protocol van de vervangen notaris 397
20.14 Beroepsmogelijkheden tegen beslissingen inzake waarneming 397
21 De toegevoegd notaris 399
21.1 Ratio en aard van de toevoeging 399
21.2 Definitie ‘toegevoegd notaris’ 400
21.3 Bevoegdheden en verplichting van de notaris met betrekking tot de toegevoegd notaris 400
21.4 Bevoegdheden van de toegevoegd notaris 400
21.5 Aansprakelijkheid voor de toegevoegd notaris 401
21.6 Benoeming 401
21.7 Het einde van de toevoeging 402
22 De derdengeldrekening 403
22.1 Algemene achtergrond 403
22.2 De wettelijke regeling 406
22.2.1 Het aanhouden van een derdengeldrekening is verplicht 406
22.2.2 Voor welke gelden is de derdengeldrekening bestemd? 407
22.2.3 De notaris als exclusief regisseur van de geldstromen 408
22.2.4 Rechthebbenden op de derdengeldrekening 410
22.2.5 Tekorten 412
22.2.6 Derdenbeslag 413
22.2.7 Rechtshandelingen in strijd met de wet 413
22.3 Geheimhouding jegens de fiscus en opsporingsautoriteiten 414
22.3.1 Het arrest Notaris/Ontvanger 414
22.3.2 Voorwaardelijke openheid jegens de fiscus en opsporingsautoriteiten 416
22.4 Zorgplicht van de notaris bij aanvaarding van gelden 418
22.5 Zorgplicht van de notaris bij uitbetaling van gelden 419
23 De notaris als ondernemer 422
23.1 Ambtenaar én ondernemer 422
23.2 Notaris en Mededingingswet 424
23.3 Het honorarium van de notaris 425
23.3.1 Juridische aspecten 425
23.3.2 Verantwoording over de hoogte van de declaratie 427
23.3.3 Het honorarium voor financieel minder draagkrachtigen 427
23.4 Notaris en nieuwe marktinitiatieven 429
23.5 Administratieplichten en financieel toezicht 429
24 Interdisciplinaire samenwerking 432
24.1 Inleiding 432
24.2 Regelgeving 433
24.3 Onafhankelijkheid? 435
24.4 Onpartijdigheid en partijnotaris 437
24.5 Geheimhouding en verschoningsrecht 438
24.6 Financiële soliditeit 440
24.7 Aansprakelijkheid bij interdisciplinaire samenwerking 441
25 Beëindiging van de ambtelijke bevoegdheden 442
25.1 Ambt en ambtsdrager 442
25.2 Leeftijdsontslag en ontslag op verzoek 443
25.3 Ontslag na een voordracht daartoe en ontzetting 444
25.4 Vestiging buiten het arrondissement 445
25.5 Overdracht van het protocol 445
26 De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie 449
26.1 De KNB is een openbaar lichaam 449
26.2 De organen van de KNB en het bestuursrecht 450
26.3 Rechtsbescherming 451
26.4 Taken van de KNB 452
26.4.1 Algemene taakomschrijving 452
26.4.2 Het beheer van registers 453
26.4.3 Het beheer van het centraal testamentenregister 453
26.4.4 Het beheer van het register voor het notariaat 454
26.4.5 Het intern, preventief toezicht; kwaliteitstoetsing 455
26.5 Interne organisatie van de KNB 455
26.6 Regelgeving door de KNB 458
26.7 Regelgeving en sancties 460
26.8 Het kwaliteitsfonds 460
27 Klachten over de notaris 462
27.1 Inleiding 462
27.2 Klachtbehandeling op kantoor 463
27.3 Externe klachtbehandeling door de Geschillencommissie Notariaat 463
28 Beroepsaansprakelijkheid 465
28.1 Algemeen 465
28.2 De privaatrechtelijke aansprakelijkheid 465
28.2.1 Inleiding 465
28.2.2 De rechtsverhouding tussen de notaris en de cliënt 466
28.2.3 Aansprakelijkheid en praktijkvennootschap 468
28.2.4 Exoneratie en beroepsaansprakelijkheidsverzekering 468
28.2.5 Beroepsaansprakelijkheidsverzekering 470
28.2.6 Aansprakelijkheid jegens anderen dan de wederpartij 471
28.2.7 Mede-aansprakelijkheid van de Staat? 472
28.2.8 Bewijs 474
28.2.9 Eigen schuld 477
28.3 De fiscaalrechtelijke aansprakelijkheid 477
28.3.1 Aansprakelijkheid voor afdracht van overdrachtsbelasting 477
28.3.2 Fiscale delicten 479
28.3.3 Registratiewet 1970 480
28.4 De bestuursrechtelijke aansprakelijkheid 480
28.5 De strafrechtelijke aansprakelijkheid 481
29 Tuchtrecht 485
29.1 Inleiding 485
29.2 Doelstellingen van het tuchtrecht 485
29.3 Geschiedenis van notarieel toezicht en tuchtrecht 487
29.4 Het materieel tuchtrecht 489
29.4.1 De wettelijke tuchtnorm 489
29.4.2 Tuchtnorm en civielrechtelijke norm 491
29.4.3 Kernwaarden en de tuchtnorm in concreto 494
29.5 Deontologie 497
30 Het formeel tuchtrecht 499
30.1 Inleiding; beginselen van behoorlijke tuchtrechtspleging 499
30.2 Overgangsrecht 500
30.3 De kamers voor het notariaat 500
30.3.1 Algemeen 500
30.3.2 Samenstelling 501
30.3.3 Rechterlijke onpartijdigheid; verschoning en wraking 502
30.4 De klager 503
30.5 De klacht 504
30.5.1 Algemeen 504
30.5.2 Indiening van de klacht in beginsel binnen drie jaren na het klachtfeit 506
30.6 De beklaagde(n) 508
30.7 De rol van de voorzitter van de kamer 509
30.7.1 Afdoening door de voorzitter; minnelijke schikking 510
30.7.2 Verzet tegen de beslissing van de voorzitter 511
30.7.3 Vooronderzoek 512
30.7.4 Tuchtrechtelijke ordemaatregelen 513
30.8 Behandeling van de klacht 514
30.9 Tuchtmaatregelen 516
30.10 Vormvoorschriften voor de uitspraak en kennisgeving 518
30.11 Openbaarmaking door de tuchtrechter 518
30.12 Kostenveroordeling en vergoeding griffierecht 520
30.13 Hoger beroep 520
30.14 Herziening en gratie; geen cassatie 522
30.15 Geheimhouding (verschoningsrecht) en tuchtrecht 523
30.15.1 Openheid in tuchtzaken 523
30.15.2 Behandeling in het openbaar maar toch besloten 524
30.15.3 De notaris als getuige in een tuchtrechtprocedure 526
31 Het extern preventief toezicht 527
31.1 Inleiding 527
31.2 Het Bureau Financieel Toezicht 528
31.2.1 Inleiding 528
31.2.2 Het BFT is een zelfstandig bestuursorgaan 529
31.2.3 Financieel toezicht 529
31.2.4 Algemeen toezicht 530
31.2.5 Toezicht op naleving van de WWFT 530
31.2.6 Bevoegdheden BFT 531
31.2.7 Bestuurlijke sancties op te leggen door het BFT; BFT als klager in tuchtzaken 531
31.2.8 Rechtsbescherming 532
31.2.9 De toekomst van het BFT 533
31.3 Geheimhouding en het Bureau Financieel Toezicht 533
31.3.1 Geen geheimhouding jegens de toezichthouder 533
31.3.2 Informatieuitwisseling tussen KNB en BFT 534
31.3.3 Geheimhouding door de toezichthouder; afgeleid verschoningsrecht 534
32 De notaris in internationaal perspectief 536
32.1 Inleiding 536
32.2 Het rapport Marinho en de resolutie van het Europees parlement 537
32.3 Het Verenigd Koninkrijk 539
32.4 Overeenkomsten tussen de Latijnse notaris in enkele Europese landen 540
32.5 Enkele Europese landen met een Latijns notariaat nader bezien 541
32.6 Union Internationale du Notariat (UINL) 542
32.7 Conseil des Notariats de l’Union Européenne (CNUE) 543
33 Registratiewet 1970 545
33.1 Inleiding 545
33.2 De bewijsrechtelijke functie van registratie 546
33.2.1 De notariële akte 546
33.2.2 De andere (onderhandse) akten van art. 5 Rw 547
33.3 Toezicht op het notariaat 549
33.4 Aangifte voor de overdrachtsbelasting 549
33.5 Informatiebron voor de overheid, in de eerste plaats belastingautoriteiten 550
33.5.1 Openbaarmakingsplicht van de notaris 550
33.5.2 Geheimhouding van door de notaris geopenbaarde informatie 552
33.5.3 Doorgeleiding van data door de fiscus 553
33.6 Informatiebron voor partijen en de notaris 553
33.7 Evaluatie; wat is de waarde van registratie? 554
33.8 Wanneer is nog sprake van rechtsgeldige registratie? 555
33.8.1 Verwijzing in het geregistreerde stuk naar niet geregistreerde bescheiden 555
33.8.2 Registratie van een faxkopie 556
33.9 Tijdstip van aanbieding ter registratie is tijdstip van registratie 556
Trefwoordenregister 559
Wetsartikelenregister 565
Jurisprudentieregister 581
Rubrieken
- Advisering
- Algemeen management
- Coaching en trainen
- Communicatie en media
- Economie
- Financieel management
- Inkoop en logistiek
- Internet en social media
- IT-management / ICT
- Juridisch
- Leiderschap
- Marketing
- Mens en maatschappij
- Non-profit
- Ondernemen
- Organisatiekunde
- Personal finance
- Personeelsmanagement
- Persoonlijke effectiviteit
- Projectmanagement
- Psychologie
- Reclame en verkoop
- Strategisch management
- Verandermanagement
- Werk en loopbaan