Mr.dr. P.G.H. Albert (1961) is directeur Bureau Vaktechniek Belastingadviseurs van Berk. Hij is tevens raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof 's-Gravenhage.
Meer over Philippe AlbertDe onzakelijke lening
Paperback Nederlands 2017 1e druk 9789013144482Samenvatting
Zeker bij leningen met grotere risico’s moet worden beoordeeld of het om ‘onzakelijke’ leningen gaat. Rond dit thema bestaat echter nog veel onduidelijkheid. Deze uitgave ordent alle arresten en bespreekt de meest relevante onduidelijkheden op een praktijkgerichte manier. Een ideaal naslagwerk voor belastingadviseurs, belastinginspecteurs en belastingrechters.
Het leerstuk van de onzakelijke lening is ontstaan met het arrest van 25 november 2011 en de vele andere arresten die de Hoge Raad daarna nog over dit onderwerp heeft gewezen. De onzakelijke lening ordent de arresten en behandelt de belangrijkste onduidelijkheden met veel voorbeelden en structuurschema’s. Aan bod komen thema’s als de fiscale gevolgen van het tenietgaan of de overdracht van een onzakelijke lening - en de verkoop van aandelen in de crediteur of debiteur van een onzakelijke lening.
Achtereenvolgens worden deze onderwerpen besproken:
-verschil tussen eigen en vreemd vermogen
-jurisprudentie (alle arresten van de Hoge Raad)
-definitie van de onzakelijke lening
-theorie achter de onzakelijke lening
-eisen waaraan een lening moet voldoen om onzakelijk te zijn
-de simultaanuitzondering
-rente en gevolgen van onzakelijkheid voor de rente
-fiscale gevolgen van het tenietgaan van een onzakelijke lening
-samenloop tussen een onzakelijke lening en bijvoorbeeld (ont)voeging en valutaresultaten
-inkomstenbelasting (terbeschikkingstellingsregeling en winst uit onderneming)
-borgstellingen en garanties
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
Inleiding / 1
Hoofdstuk 2
Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3
Hoofdstuk 3
Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11
Hoofdstuk 4
Definitie onzakelijke lening; is gelieerdheid van debiteur en crediteur vereist? / 15
Hoofdstuk 5
Theoretische fundering van het leerstuk van de onzakelijke lening / 19
5.1 Waarom is het verlies op een onzakelijke lening omhoog van aftrek uitgesloten? / 20
5.2 Waarom is het verlies op een onzakelijke lening omlaag van aftrek uitgesloten? / 21
5.3 Combinatie van onzakelijke lening omhoog en omlaag / 21
Hoofdstuk 6
Onder welke voorwaarden, feiten en omstandigheden vormt een lening een onzakelijke lening? / 23
6.1 Winstdelende rente / 23
6.2 Beoordelingsmoment / 25
6.3 Verdeling bewijslast / 26
6.4 Beoordelingsfactoren / 26
6.5 De lening als geheel vormt (g)een onzakelijke lening: dus geen splitsing van de lening in een zakelijk en onzakelijk deel / 30
6.6 Behoudens bijzondere omstandigheden / 30
Hoofdstuk 7
De simultaanuitzondering (BNB 2013/170 en BNB 2014/98) / 35
Hoofdstuk 8
De rente die op een onzakelijke lening in aanmerking moet worden genomen / 39
8.1 Borgstellingsanaloge rente (ODR-rente) / 39
8.2 Geldt de ODR-rente zowel voor de debiteur als de crediteur? / 39
8.3 Fiscale gevolgen als de debiteur niet tot betaling van de ODR-rente in staat is / 40
8.4 Beperking aftrek ODR-rente bij excessieve financiering met vreemd vermogen? / 41
8.5 Art. 13, lid 17, Wet VPB 1969 (belastbaarheid van het rentebestanddeel dat als verkapt dividend wordt beschouwd?) / 41
8.6 Beperking aftrek ODR-rente door art. 10b Wet VPB 1969 / 43
8.7 Art. 15 Successiewet 1956 (vormt rente lager dan 6% een schenking?) / 44
Hoofdstuk 9
Tenietgaan van een onzakelijke lening / 45
9.1 Tenietgaan van een onzakelijke lening omlaag: informele kapitaalstorting / 45
9.2 Kwijtschelding van een onzakelijke lening omhoog: winstuitdeling? / 47
9.3 Tenietgaan van een onzakelijke lening opzij / 48
9.3.1 Winstuitdeling aan vader? / 50
9.3.2 Schenking van vader aan zoon? / 50
9.3.3 (Kwijtscheldings)winst voor debiteur Y? / 52
9.3.4 Verhoging van de verkrijgingsprijs van de aandelen Y (debiteur) voor zoon? / 53
9.3.5 Faillissement van de debiteur van een onzakelijke lening opzij / 54
Hoofdstuk 10
Overdracht van een onzakelijke lening en overdracht van aandelen in de debiteur of crediteur van een onzakelijke lening / 57
10.1 Overdracht van een onzakelijke lening aan een onafhankelijke derde / 58
10.2 Overdracht van een onzakelijke lening aan een gelieerde partij / 59
10.3 De aandelen in de crediteur van de onzakelijke lening worden verkocht aan een onafhankelijke derde / 61
10.4 De aandelen in de crediteur van de onzakelijke lening worden verkocht aan een gelieerde vennootschap / 64
10.5 De aandelen in de debiteur van de onzakelijke lening worden verkocht aan een onafhankelijke derde / 64
10.6 De aandelen in de debiteur van de onzakelijke lening worden verkocht aan een gelieerde partij / 67
Hoofdstuk 11
Capita selecta / 71
11.1 Valutaresultaten op een onzakelijke lening / 71
11.2 ‘Wegstrepen’ rekening-courantschuld / 72
11.3 Onzakelijke leningen en de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen / 74
11.4 Onzakelijke lening en (ont)voeging (art. 15ab-6 en 15aj-2 Wet VPB 1969) / 77
11.5 Toepassing liquidatieverliesregeling (art. 13d Wet VPB 1969) / 79
Hoofdstuk 12
Evaluatie van de onzakelijke lening / 83
12.1 Onzakelijke lening omhoog / 83
12.2 Onzakelijke lening omlaag / 85
12.3 Het verzet en de weerstand in de literatuur tegen de onzakelijkeleningjurisprudentie / 87
12.4 Waarom heeft het leerstuk van de onzakelijke lening zo lang op zich laten wachten? / 89
Hoofdstuk 13
De onzakelijke TBS-vordering / 91
13.1 Leningen die onder art. 3.91 Wet IB 2001 vallen / 91
13.1.1 Leningen die onder art. 3.91-1a Wet IB 2001 vallen / 92
13.1.2 Leningen die onder art. 3.91-1b Wet IB 2001 vallen / 93
13.1.3 Leningen die onder art. 3.91-3 Wet IB 2001 vallen / 93
13.2 Leningen die onder art. 3.92 Wet IB 2001 vallen / 94
13.2.1 Leningen die onder art. 3.92-1a Wet IB 2001 vallen / 94
13.2.2 Leningen die onder art. 3.92-1b Wet IB 2001 vallen / 98
13.2.3 Leningen die onder art. 3.92-3 Wet IB 2001 vallen / 98
Hoofdstuk 14
Een onzakelijke lening die tot het IB-ondernemingsvermogen behoort / 101
Hoofdstuk 15
Garantstellingen / 105
15.1 Aandeelhouder (natuurlijke persoon) stelt zich borg voor een banklening van zijn ab-vennootschap / 105
15.2 Moedervennootschap stelt zich borg voor een banklening van dochtervennootschap / 109
15.3 403-verklaring / 110
15.4 Vennootschap stelt zich borg voor een banklening van haar aandeelhouder / 111
15.5 Hoofdelijke aansprakelijkheid voor concernkredietfaciliteit (BNB 2013/109) / 111
Over de auteur / 113
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan