Pensioen in de loonsfeer
Paperback Nederlands 2019 8e druk 9789013147780Samenvatting
In deze bundel vindt u een helder overzicht van het fiscale pensioenlandschap. Hierbij besteedt de brochure aandacht aan de totstandkoming van het fiscale pensioenkader door maatschappelijke achtergronden en historie van het pensioenstelsel in kaart te brengen. Alle belangrijke jurisprudentie en regelgeving is voor u verwerkt.
Bent u als fiscalist werkzaam op het gebied van pensioenen? Dan zult u ongetwijfeld de complexiteit van dit onderwerp kunnen onderstrepen. Pensioen in de loonsfeer helpt u bij het doorgronden hiervan en voorkomt dat u verdwaalt in het oerwoud aan regels en richtlijnen.
De auteur beschrijft de ontwikkeling van het fiscale pensioenbegrip en behandelt de daarop betrekking hebbende jurisprudentie en regelgeving. Hierbij besteedt hij uitgebreid aandacht aan maatschappelijke achtergronden en historie die van invloed zijn geweest op de aard en vormgeving van de fiscale begeleidingsregels. Denk hierbij aan de vergrijzing, ontgroening, de Europese integratie en de mondialisering en wens tot flexibilisering van regelgeving.
Ook de nieuwe wetgeving die een einde maakt aan de mogelijkheid van opbouw van pensioen in eigen beheer komt aan bod. Net als een aantal vereenvoudigingen die met deze vernieuwde wetgeving zijn aangebracht, denk aan de 100%-toets. Verwerkt zijn onder andere: Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen, arrest HR inzake de RVU en de compartimenteringsarresten.
Hiernaast schetst de bundel de contouren van een mogelijke herziening van het pensioenstelsel. Voor alle (aankomend) fiscalisten op het gebied van pensioen bevat deze brochure essentiële informatie. Maar ook voor alle overige geïnteresseerden in het pensioenstelsel vormt het een handig naslagwerk.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van gebruikte afkortingen / XIII
HOOFDSTUK 1
Maatschappelijke ontwikkeling van het pensioenbegrip / 1
1.1 Inleiding / 1
1.2 Beknopte historische ontwikkeling van het pensioenbegrip / 2
1.3 Beleidsdoelstellingen met betrekkingen tot pensioen / 11
1.3.1 De maatschappelijke pensioenambities / 11
1.3.2 Betaalbaarheid van het pensioenstelsel / 13
1.3.3 Herziening van het pensioenstelsel en pensioenakkoord / 19
1.3.4 Bestuurlijke verantwoordelijkheidsdeling / 22
1.4 Inpassing van het pensioen in het fiscale inkomensbegrip / 23
1.4.1 Uitsteltheorie / 23
1.4.2 Ongelijke behandeling van spaarstromen / 25
1.4.3 Financieel-economische argumentatie voor toepassing van de uitsteltheorie / 27
1.4.4 Beperking van de uitstelfaciliteit / 27
1.4.5 De heffingsgrondslag in internationaal perspectief / 29
1.5 Pensioenbegrip in het privaatrecht / 33
1.5.1 Pensioen als beloning voor verrichte arbeid / 33
1.5.2 Pensioen als verzorgingsvoorziening of als zelfstandig vermogensrecht / 35
1.6 De fiscale ontwikkeling van het pensioenbegrip / 44
1.6.1 Kwalificatie van het pensioenrecht / 44
1.6.2 Kwalificatie van de pensioenverplichting / 45
1.7 Pensioenbegrip in de loonbelasting / 46
HOOFDSTUK 2
Pensioeninhoudelijke beschouwing / 51
2.1 Consequenties van de pensioentoezegging / 51
2.1.1 PSW en PW als waarborgwetten / 52
2.1.2 Verzekeringsplicht / 55
2.2 Inhoud van de pensioentoezegging / 59
2.2.1 Regelingen met vaste pensioenbedragen / 60
2.2.2 Beschikbarepremieregeling / 61
2.2.3 Gemiddeldsalarisregeling / 64
2.2.4 Eindloonstelsel (final-paypensioen) / 65
2.2.5 Pensioenbreukproblemen / 67
2.2.6 Indexatie van de pensioenuitkeringen / 69
2.2.7 De relevantie van de leefvorm in de pensioenregelingen / 70
2.2.8 De AOW/Anw-inbouw / 73
2.2.9 Flexibilisering van pensioen / 78
2.3 De pensioentoezegging aan de directeur-grootaandeelhouder (DGA) / 83
2.4 Uitvoering van de pensioenregeling / 87
2.4.1 Verzekeringsovereenkomsten met de aangewezen verzekeringsmaatschappijen (B-polis) / 87
2.4.2 Onderbrenging van de verplichting bij een pensioenfonds / 88
2.5 VUT-regelingen / 89
HOOFDSTUK 3
De aanspraak op pensioen in de loonbelasting / 91
3.1 Wie valt onder de loonbelasting? / 91
3.2 Waarover wordt loonbelasting geheven? / 95
3.2.1 Het loonbegrip / 95
3.2.2 Aanspraken behoren tot het loon / 96
3.2.3 Wijziging wettelijke aanspraakdefinitie Brede Herwaardering II (1995) / 103
3.2.4 Uitkering uit belaste aanspraak / 105
3.2.5 Waardering belaste aanspraak op pensioen / 108
3.2.6 De vrijgestelde pensioenaanspraak (omkeerregel) / 110
3.3 Het begrip ‘pensioenregeling’ en VUT / 112
3.3.1 Van een geharmoniseerde behandeling van prepensioen-, pensioen- en VUT-aanspraken naar de Wet VPL / 112
3.3.2 Het regime voor het prepensioen / 112
3.3.3 Het regime voor het ‘gewone’ pensioen / 115
3.3.4 Het regime voor de VUT-regelingen / 121
3.4 De kring der verzorgingsbehoeftigen / 124
3.4.1 Wetswijziging per 1 januari 1995 en 1 juni 1999 / 124
3.4.2 Gerechtigdheid tot het ouderdomspensioen / 129
3.4.3 Gerechtigdheid tot het overbruggingspensioen en de VUT (alleen voor werknemers geboren voor 1950) / 135
3.4.4 Gerechtigdheid tot het arbeidsongeschiktheidspensioen / 137
3.4.5 Van weduwen- en weduwnaarspensioen naar partnerpensioen / 139
3.4.6 Gerechtigdheid tot het partnerpensioen / 144
3.4.7 Gerechtigdheid tot het wezenpensioen / 145
3.4.8 Gerechtigdheid tot het deelnemingsjarenpensioen / 146
3.5 De omvang van het pensioen / 149
3.5.1 Vormen van pensioenopbouw / 149
3.5.2 Uitwerking van de salaris-/diensttijdnorm / 168
3.5.3 Dienstjaren / 173
3.5.4 Pensioengevend salaris / 191
3.5.5 AOW/Anw-inbouw / 202
3.5.6 Demotieregeling en deeltijdpensioen / 209
3.5.7 Toepassing van het levensjarenbeginsel / 210
3.5.8 Beschikbarepremieregeling / 212
3.5.9 Het gangbaarheidscriterium / 221
3.5.10 De eigen bijdrage in de pensioenregeling / 221
3.5.11 Omvang van de pensioentermijn / 224
3.5.12 Bovenmatigheid van het pensioen / 230
3.5.13 Aanwijzingsbevoegdheid en delegatie van regelgeving / 232
3.6 De antimisbruikbepalingen / 233
3.6.1 De zuivere regeling wordt onzuiver / 234
3.6.2 Verboden handelingen met betrekking tot de pensioenaanspaak / 238
3.6.3 Toegelaten pensioenuitvoerders / 242
3.6.4 Voorwaarden waaraan de toegelaten pensioenuitvoerders moeten voldoen / 244
3.7 De aanwijzingsregeling / 257
3.8 Sanctiebepalingen / 258
3.8.1 Afkoop of vervreemding van pensioen en het verrichten van daarmee gelijkgestelde rechtshandelingen / 258
3.8.2 De pensioenuitvoerder voldoet niet langer aan de wettelijke vereisten / 277
3.9 VUT-regelingen en VUT-vervangende maatregelen (RVU) / 278
3.10 Overgangsrecht / 281
3.10.1 Invoering Wet VPL 2005 / 281
3.10.2 Invoering Flexibiliseringswetgeving 1999 / 286
3.10.3 Invoering Brede Herwaardering II 1995 / 288
3.11 Stamrechtvrijstelling en regelingen voor vervroegd uittreden / 290
3.12 Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP: 33290) / 300
3.13 Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen (33610, 33672 en 33847) / 304
3.14 Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen (34555)
3.15 Herziening pensioenstelsel 2020 / 314
HOOFDSTUK 4
De aanspraak op pensioen in de inkomstenbelasting / 319
4.1 Bedrijfs- en beroepspensioenregelingen / 319
4.1.1 Vermogensetikettering / 319
4.1.2 Voorfase van de begeleidingswet bedrijfs- en beroepspensioenregeling / 319
4.1.3 Begeleidingswet bedrijfs- en beroepspensioenregeling / 320
4.1.4 Samenloop met werknemerspensioen / 322
4.2 Pensioen voor politieke ambtsdragers / 324
4.3 Pensioenregeling voor beroepssporters / 326
4.4 De pensioenuitkering / 326
4.4.1 Inkomsten uit arbeid / 326
4.4.2 De vervolgheffing: inkomsten uit vermogen / 330
4.4.3 Overheveling van pensioenkapitaal / 331
4.4.4 Verkoop van aandelen in een pensioen-BV / 331
4.4.5 Bescherming van de in Nederland opgebouwde belastingclaim op pensioenvermogen / 333
4.5 Pensioenverrekening bij echtscheiding / 342
4.5.1 Afrekening door toekenning van contanten of omzetting in een vervangend stamrecht / 347
4.5.2 Pensioensplitsing of -cessie / 349
4.5.3 Toekenning van een lijfrente / 351
4.5.4 Toekenning van een (hogere) alimentatie / 351
4.6 Internationale aspecten / 352
4.6.1 Pensioenuitkeringen / 352
4.6.2 Afkoop van pensioen / 359
4.6.3 VUT-uitkeringen / 367
4.6.4 Nettopensioen en nettolijfrente / 368
HOOFDSTUK 5
Pensioenrechten in het successierecht / 369
5.1 Algemeen / 369
5.2 Verkrijging van de werkgever / 369
5.3 Verkrijging van de werknemer / 370
5.4 De pensioenvrijstelling / 370
5.5 Pensioenimputatie / 372
5.6 Waarderingsvoorschrift Successiewet / 373
5.7 Fictieve verkrijging aandelen pensioen- en lijfrentelichamen / 374
5.7.1 Reikwijdte fictiebepaling / 374
5.7.2 Pensioen- en lijfrentelichaam / 375
5.7.3 Fictieve verkrijging vereist aanmerkelijkbelangpositie / 377
5.7.4 Discriminerende werking van de fictiebepaling / 378
5.7.5 Voorkoming dubbele heffing / 380
5.7.6 Reparatiewetgeving 1 maart 2003 / 380
5.7.7 Waardebepaling aandelen / 384
Literatuuroverzicht / 385
Jurisprudentie- en besluitenregister / 393
Trefwoordenregister / 405
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan