Billijkheidsuitzonderingen
Het wegens bijzondere omstandigheden buiten toepassing laten van wettelijke voorschriften in individuele gevallen
E-book Epub met watermerkbeveiliging Nederlands 2018 1e druk 9789013148428Samenvatting
Wanneer kan de rechter besluiten af te wijken van de wettelijke voorschriften? Soms is een individuele situatie immers zo uniek, dat de toepassing van het geldende recht onbillijk zou zijn. De rechter kan in die gevallen een billijkheidsuitzondering maken.
Dit proefschrift buigt zich over het buiten toepassing laten van de wet in bijzondere gevallen. Stel: een Libanonveteraan met een posttraumatische stressstoornis krijgt 25.000 aan ereschuld van de overheid. De gemeente trekt daarop zijn bijstandsuitkering in. Immers, dat volgt uit de wet; hij heeft nu eigen vermogen. De consequentie ervan is dat de ereschuld net zo goed niet had kunnen zijn toegewezen.
Hoe billijk is dit? Had de rechter hierop een uitzondering mogen 'of zelfs moeten' maken? Het proefschrift Billijkheidsuitzonderingen duikt in kwesties zoals deze. Situaties waarbij de algemene wettelijke voorschriften geen recht doen aan het individuele geval. De lezer krijgt inzicht in hoe billijkheidsuitzonderingen momenteel tot uiting komen in het Nederlandse recht. Ook bepleit de auteur dat er nu nog te weinig gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid. Waar rechters soms creatieve interpretaties van de wet hanteren om tot een 'in hun ogen' passende uitspraak te komen, zou een billijkheidsuitzondering een passender instrument zijn.
De uitgave verkent hoe billijkheidsuitzonderingen worden gemaakt in het civiele recht, het strafrecht en het bestuursrecht. Vaak gebeurt dit onder verschillende noemers, waardoor het ontbreekt aan een algemeen leerstuk in literatuur en jurisprudentie. Dat leidt ertoe dat rechters geregeld billijkheidsuitzonderingen voor specifieke gevallen over het hoofd zien. Deze titel brengt daarom uiteenlopende leerstukken samen onder één noemer.
De verhelderende praktijkvoorbeelden leggen verschillende terugkerende factoren bloot die een rol spelen bij billijkheidsbeslissingen. Door de complete blik op billijkheidskwesties over verschillende rechtsgebieden, leent de uitgave zich uitstekend voor theorie en praktijk. Kennis over de grenzen van de billijkheid is essentieel voor rechters, advocaten en personen die werkzaam zijn bij bestuursorganen.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1.1 De noodzakelijke algemeenheid van wettelijke voorschriften, en billijkheidsuitzonderingen
1.1.1 Aristoteles’ inzicht
1.1.2 ‘Billijkheidsuitzonderingen’
1.1.3 Rechtswetenschap
1.1.4 Rechters
1.1.5 Jurisprudentie
1.2 Aristoteles’ inzicht in dit onderzoek
1.2.1 Onderzoeksvragen
1.2.2 Wijze van beantwoording van de onderzoeksvragen
1.3 Buiten toepassing laten van geldige wettelijke voorschriften
1.4 Grondslagen van billijkheidsuitzonderingen
a. Ongeschreven uitzonderingen
b. Wettelijke uitzonderingen
c. Artikel 94 Gw
d. Afsluitend over grondslagen van uitzonderingen
1.5 Bereik van het onderzoek
1.5.1 Nederlands recht
1.5.2 Civiel recht, strafrecht en bestuursrecht
1.5.3 Wetgeving
1.5.4 Tekstueel toepasselijke voorschriften
1.5.5 Strikt en/of feitelijk geformuleerde wettelijke voorschriften
1.5.6 Rechterlijke uitzonderingen
1.5.7 Corrigerende interpretatie
1.6 Terminologie
a. Wet, wetsbepaling, wetgeving, wetgever, wettelijk voorschrift, wettelijk
b. Wetgever als procedure
c. Toepasser van wettelijke voorschriften
d. Uitspraken, beslissingen
e. Billijkheidsuitzondering
1.7 Slot van de inleiding
2 ARISTOTELES’ INZICHT IN DE LOOP VAN DE GESCHIEDENIS
2.1 Aristoteles’ teksten
2.2 Billijkheidsuitzonderingen in de rechtswetenschap
a. Thomas van Aquino
b. Hugo de Groot
c. Jean-Étienne-Marie Portalis
d. De Begriffsjurisprudenz en de Freirechtslehre
e. Eduard Meijers
f. Willem Molengraaff
g. Bernardus Taverne
h. Paul Scholten
i. Willem Pompe
2.3 Afsluitend over Aristoteles’ inzicht in de loop van de geschiedenis
3 CONSTITUTIONELE EISEN AAN BILLIJKHEIDSUITZONDERINGEN (EN CORRIGERENDE INTERPRETATIE)
3.1 In beginsel: toepassing van wettelijke voorschriften
3.2 Eisen aan billijkheidsuitzonderingen op formele wetsbepalingen
3.2.1 Ongeschreven billijkheidsuitzonderingen en artikel 120 Gw
3.2.2 ‘Verdisconteerde omstandigheden’
3.2.3 Actualiteit van de wet is van belang
3.2.4 Wettelijke billijkheidsuitzonderingen en artikel 120 Gw
3.2.5 Artikel 94 Gw en artikel 120 Gw
3.2.6 Corrigerende interpretatie van formele wetsbepalingen
3.2.7 Conclusie over de eisen aan billijkheidsuitzonderingen op de formele wet
3.3 Eisen aan billijkheidsuitzonderingen op lagere wetgeving
3.3.1 Beoordeling van de geldigheid van lagere wetgeving op grond van rechtsbeginselen
3.3.2 Ongeschreven billijkheidsuitzonderingen op lagere wetgeving
3.3.3 Wettelijke billijkheidsuitzonderingen op lagere wetgeving
3.3.4 Billijkheidsuitzonderingen op lagere wetgeving krachtens artikel 94 Gw
3.3.5 Corrigerende interpretatie van lagere wetgeving
3.3.6 Afsluitend over eisen aan billijkheidsuitzonderingen op lagere wetgeving
3.4 Artikel 94 Gw
3.5 Corrigerende interpretatie: constitutionele beperkingen
3.5.1 De mogelijkheden van interpretatie
3.5.2 De opvatting dat interpretatie een volwaardig alternatief is voor uitzonderingen
3.5.3 Constitutionele beperkingen van (corrigerende) interpretatie
a. Geen gekunstelde interpretaties
b. Geen interpretaties die te ver afwijken van de bedoeling van de wetgever
c. Voor corrigerende interpretatie gelden dezelfde eisen als voor uitzonderingen
d. Afsluitend over constitutionele beperkingen van (corrigerende) interpretatie
3.5.4 Conclusie over de constitutionele beperkingen van corrigerende interpretatie
3.6 Conclusie: constitutionele eisen aan billijkheidsuitzonderingen (en corrigerende interpretatie)
4 BILLIJKHEIDSUITZONDERINGEN IN HET PRIVAATRECHT
4.1 Korte terugblik
4.2 Civielrechtelijke billijkheidsuitzonderingen
4.2.1 De beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid
a. Bereik van de (beperkende werking van de) redelijkheid en billijkheid
b. Constitutionele eis: uitzonderlijke gevallen
c. Overige constitutionele eisen
d. Schending van derdenbelangen en algemeen belang: contra-indicatie
e. Geschiedenis van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid
f. Taak van de rechter
g. Afsluitende opmerkingen over uitzonderingen op grond van de redelijkheid en billijkheid
4.2.2 Misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW)
4.2.3 Procesrecht: recht op een eerlijk proces
a. Rechtsmiddelverboden
b. Rechtsmiddeltermijnen
c. Het griffierecht
d. Afsluitende opmerkingen over uitzonderingen krachtens het recht op een eerlijk proces
4.3 Aspecten relevant bij beslissingen over civielrechtelijke billijkheidsuitzonderingen
4.3.1 Grondslagen van de uitzonderingen
4.3.2 Contra-indicaties voor uitzonderingen
a. Mogelijke schade aan het algemeen belang en derdenbelangen
b. Wettelijk voorschrift is van dwingend recht
c. Doel van het wettelijk voorschrift is rechtszekerheid
d. Uitzondering maakt inbreuk op een eenieder verbindende verdragsbepaling
4.3.3 De constitutionele eisen aan uitzonderingen in het civiele recht
a. Uitzonderlijkheid
b. Uitzonderingen op de formele wet
c. Uitzonderingen op lagere wetgeving
d. Uitzonderingen krachtens artikel 94 Gw
e. De eisen worden in acht genomen
4.3.4 Conclusies over de voor civielrechtelijke billijkheidsuitzonderingen relevante aspecten
4.4 Corrigerende interpretatie in het civiele recht
4.4.1 Voorbeelden van privaatrechtelijke corrigerende interpretaties
4.4.2 Constitutionele beperkingen van interpretaties
4.4.3 Opvatting van sommigen in de literatuur: interpretatie maakt uitzonderingen overbodig
4.4.4 Conclusie over corrigerende interpretatie in het civiele recht
4.5 Conclusie: billijkheidsuitzonderingen in het privaatrecht
5 BILLIJKHEIDSUITZONDERINGEN IN HET STRAFRECHT
5.1 Korte terugblik
5.2 Algemeen kader en karakteristieken van het strafrecht
5.2.1 Gronden voor uitzonderingen in het rechterlijk beslissingsmodel (artikelen 348 en 350 Sv)
a. Gronden voor uitzonderingen in het strafrecht
b. Het rechterlijk beslissingsmodel
5.2.2 Behoefte aan strafrechtelijke billijkheidsuitzonderingen
a. Interpretatie
b. Straftoemetingsvrijheid
c. Het opportuniteitsbeginsel
d. Afsluitend over de methoden die de behoefte aan uitzonderingen beperken
5.2.3 Het legaliteitsbeginsel en de strafrechtelijke ruimte voor uitzonderingen
a. Het materiële legaliteitsbeginsel en consequenties voor uitzonderingen
b. Het strafvorderlijke legaliteitsbeginsel en consequenties voor uitzonderingen
c. Afsluitend over het legaliteitsbeginsel
5.2.4 Stelling van sommigen: nieuwe ongeschreven billijkheidsuitzonderingen
a. Subsocialiteit als derde element
b. Burgerlijke ongehoorzaamheid
c. Afsluitend over een nieuwe ongeschreven billijkheidsuitzondering
5.2.5 Conclusies over het algemene kader van het strafrecht
5.3 Strafrechtelijke billijkheidsuitzonderingen
5.3.1 Strafuitsluitingsgronden
a. Overmacht (art. 40 Sr)
b. Het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid
c. Afwezigheid van alle schuld
d. Conclusie over de strafuitsluitingsgronden als grondslag voor billijkheidsuitzonderingen
5.3.2 Verdragsrechtelijke ‘rechtvaardigingsgronden’
a. De godsdienstvrijheid (artikel 9 EVRM)
b. De vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM)
5.3.3 Het taakstrafverbod van artikel 22b Sr
5.3.4 De samenloopregeling van artikel 63 Sr
5.3.5 De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden
5.3.6 Procesrechtelijke uitzonderingen
a. Rechtsmiddeltermijnen
b. Rechtsmiddelverboden
c. Misbruik van procesrecht
d. Het slachtofferspreekrecht (artikel 51e Sv)
5.4 Aspecten relevant bij beslissingen over strafrechtelijke billijkheidsuitzonderingen
5.4.1 Grondslagen van de uitzonderingen
5.4.2 Contra-indicaties voor uitzonderingen
a. Spanning met het legaliteitsbeginsel
b. Doel van het wettelijk voorschrift is rechtszekerheid
5.4.3 De constitutionele eisen aan strafrechtelijke uitzonderingen
a. Uitzonderlijkheid
b. Uitzonderingen op de formele wet
c. Uitzonderingen op lagere wetgeving
d. Uitzonderingen krachtens artikel 94 Gw
e. Afsluitend over de constitutioneelrechtelijke beperkingen van strafrechtelijke uitzonderingen
5.4.4 Conclusies over de voor strafrechtelijke billijkheidsuitzonderingen relevante aspecten
5.5 Interpretatie in het strafrecht: belangrijk alternatief voor uitzonderingen
5.5.1 Het materiële legaliteitsbeginsel en de beperkingen van strafrechtelijke interpretaties
5.5.2 Strafrechtelijke corrigerende interpretaties
5.5.3 Constitutionele beperkingen van corrigerende interpretatie
5.5.4 Opvatting van sommigen in de literatuur: interpretatie maakt uitzonderingen overbodig
5.5.5 Interpretaties van het taakstrafverbod van artikel 22b Sr
a. Constitutionele beperkingen van interpretatie: het belang van de bedoeling van de wetgever
b. De creatieve uitleg van artikel 22b lid 3 Sr en de bedoeling van de wetgever
c. Een geldboete in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en de bedoeling van de wetgever
d. Afsluitend over de toepassing van artikel 22b Sr
5.5.6 Conclusie over interpretatie in het strafrecht
5.6 Conclusie: billijkheidsuitzonderingen in het strafrecht
6 BILLIJKHEIDSUITZONDERINGEN IN HET BESTUURSRECHT
6.1 Korte terugblik
6.2 Algemeen kader van het bestuursrecht
6.2.1 De centrale plaats van wetgeving in het bestuursrecht
a. Het legaliteitsbeginsel
b. Het specialiteitsbeginsel
c. Bestuursorganen als primaire toepassers van wetgeving
d. Gedetailleerde regelgeving
e. Afsluitend over de centrale plaats van wetgeving in het bestuursrecht
6.2.2 Stelling van sommigen: het bestuursrecht kent een ongeschreven uitzonderingsbevoegdheid
a. Een aan wetgeving inherente afwijkingsbevoegdheid
b. Ongeschreven hardheidsclausules
c. Actuele opvattingen over ongeschreven billijkheidsuitzonderingen
6.2.3 Behoefte aan bestuursrechtelijke billijkheidsuitzonderingen
6.2.4 Afsluitend over het algemene kader van het bestuursrecht
6.3 Bestuursrechtelijke billijkheidsuitzonderingen
6.3.1 Contra-legemwerking van algemene beginselen van behoorlijk bestuur
a. Geschiedenis van (contra-legemwerking van) algemene beginselen van behoorlijk bestuur
b. Het vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel: contra-legemwerking is geaccepteerd
c. Het evenredigheidsbeginsel: contra-legemwerking is verdedigbaar
d. Relevante aspecten bij contra-legemwerking van algemene beginselen van behoorlijk bestuur
e. Afsluitend over contra-legemwerking van algemene beginselen van behoorlijk bestuur
6.3.2 Rechten en andere belangen van burgers
a. Rechten die (ook) in artikel 6 EVRM zijn neergelegd
b. Het alcoholslotprogramma
c. Vergoeding door zorgverzekeraars
d. Rechtsmiddelverboden
e. Rechtsmiddeltermijnen
f. Het griffierecht
g. Het belanghebbendecriterium van artikel 1:2 Awb
h. Concluderend over billijkheidsuitzonderingen vanwege een recht of belang van een burger
6.3.3 Hardheidsclausules
6.3.4 Billijkheidsuitzonderingen ten nadele van burgers
a. Fraus legis
b. Rechtsmisbruik ten aanzien van de Wet openbaarheid van bestuur
c. Concluderend over billijkheidsuitzonderingen ten nadele van de burger
6.4 Aspecten relevant bij beslissingen over bestuursrechtelijke billijkheidsuitzonderingen
6.4.1 Grondslagen van de uitzonderingen
6.4.2 Contra-indicaties voor uitzonderingen
a. Spanning met het legaliteitsbeginsel
b. Spanning met het specialiteitsbeginsel
c. Mogelijke schade aan het algemeen belang en derdenbelangen
6.4.3 De constitutionele eisen aan uitzonderingen in het bestuursrecht
a. Uitzonderlijkheid
b. Uitzonderingen op de formele wet
c. Uitzonderingen op lagere wetgeving
d. Uitzonderingen krachtens artikel 94 Gw
e. Afsluitend over de constitutioneelrechtelijke beperkingen van bestuursrechtelijke uitzonderingen
6.4.4 Conclusies over de voor bestuursrechtelijke billijkheidsuitzonderingen relevante aspecten
6.5 Corrigerende interpretatie in het bestuursrecht
6.5.1 Voorbeelden van bestuursrechtelijke corrigerende interpretaties
6.5.2 Constitutionele beperkingen van interpretatie
6.5.3 Opvatting van sommigen in de literatuur: interpretatie maakt uitzonderingen overbodig
6.5.4 Conclusie over corrigerende interpretatie in het bestuursrecht
6.6 De aan beleidsregels inherente afwijkingsbevoegdheid
6.7 Conclusie: billijkheidsuitzonderingen in het bestuursrecht
7 SLOT: SAMENVATTING, ANALYSE, NORMATIEVE CONCLUSIES
7.1 Het concept ‘billijkheidsuitzonderingen’ en het bereik van het onderzoek
a. Oorsprong van billijkheidsuitzonderingen
b. Materieel en formeel recht; interne rechtsvergelijking
c. Geen uitputtend overzicht
d. Grondslagen van uitzonderingen
e. Uitzonderingen door de rechter (en bestuursorganen)
f. Corrigerende interpretatie
g. Afsluitend
7.2 Algemene indruk van billijkheidsuitzonderingen in de verschillende rechtsgebieden
7.2.1 Het civiele recht: billijkheidsuitzonderingen hebben een vaste plaats verworven
7.2.2 Het publiekrecht
a. Het legaliteitsbeginsel
b. Het algemeen belang en derdenbelangen
c. Afsluitend over uitzonderingen in het publiekrecht
7.2.3 Het strafrecht: liever interpretatie en straftoemetingsvrijheid dan uitzonderingen
a. De behoefte van de strafrechter aan uitzonderingen
b. Ruimte voor strafrechtelijke uitzonderingen
c. Gronden voor strafrechtelijke uitzonderingen
d. Benutting van de ruimte voor uitzonderingen
7.2.4 Het bestuursrecht: liefst strikte toepassing van wetgeving; enige ruimte voor uitzonderingen
a. Liever rechtszekerheid dan het voorkomen van evident onbillijke beslissingen
b. Geaccepteerde billijkheidsuitzonderingen: ten voordele van burgers
c. Ter discussie: uitzonderingen van feitenrechters ten nadele van burgers
d. ‘Alternatieven’
7.2.5 De rechtsgebieden vergeleken
7.3 Constitutionele beperkingen van billijkheidsuitzonderingen (en corrigerende interpretatie)
7.3.1 De constitutionele eisen aan billijkheidsuitzonderingen in theorie
7.3.2 Het eerbiedigen van de constitutionele eisen in de praktijk
a. Hoofdregel: wetgeving wordt toegepast
b. Ongeschreven billijkheidsuitzonderingen op de formele wet
c. Wettelijke uitzonderingen op de formele wet
d. Uitzonderingen op lagere wetgeving
e. Uitzonderingen krachtens artikel 94 Gw
7.3.3 Corrigerende interpretatie: constitutionele beperkingen in theorie
7.3.4 Corrigerende interpretatie: constitutionele beperkingen in de praktijk
7.3.5 Conclusie over de constitutionele beperkingen in theorie en praktijk
7.4 De benutting van de ruimte voor billijkheidsuitzonderingen in het Nederlandse recht
7.4.1 De ruimte voor billijkheidsuitzonderingen
7.4.2 De benutting van de ruimte voor billijkheidsuitzonderingen
7.4.3 Benutting van de ruimte voor billijkheidsuitzonderingen is gewenst
SUMMARY
DANKWOORD
AANGEHAALDE LITERATUUR
CURRICULUM VITAE
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan