Inkomstenbelasting
inclusief hoofdzaken loonbelasting en premieheffing
Paperback Nederlands 2019 15e druk 9789013150957Samenvatting
De regelingen rondom inkomstenbelasting zijn bijzonder complex. Zelfs na invoering van de Wet IB 2001, de inmiddels meest besproken fiscale wet in ons land. Deze titel helpt u de weg te vinden in de wereld van inkomstenbelasting, loonbelasting en premieheffing.
Heel werkend Nederland komt er mee in aanraking: inkomstenbelasting. En hoewel ongecompliceerde regelgeving omtrent een belangrijk onderwerp als dit voor velen meer dan welkom zou zijn, is helaas niets minder waar. De inkomstenbelasting blijft - ook na invoering van de Wet IB 2001 - nog steeds ontzettend complex.
Inkomstenbelasting biedt hierbij de uitkomst. De titel biedt u een solide kompas in de wereld van inkomstenbelasting, loonbelasting en premieheffing. U vindt alle relevante regelgeving en rechtspraak, geheel geactualiseerd naar de stand van zaken per 1 februari 2019.
De titel brengt orde in de wirwar aan regelgeving en rechtspraak. De auteurs hebben ernaar gestreefd de omvang van het geheel binnen proporties te houden. Daarom zijn alleen uitdrukkelijke standpunten die daadwerkelijk in literatuur zijn opgenomen ook in deze bundel verwerkt.
Voor uw gemak is een structuur en paragraafindeling aangehouden die volledig aansluit bij de indeling van de Wet IB 2001. Zo vindt u gemakkelijk wat u zoekt.
Inkomstenbelasting verheldert zodanig op gebruiksvriendelijke wijze de complexe werkelijkheid van een van de belangrijkste regelingen in ons land. Dit maakt de titel uitermate geschikt voor zowel student als professional.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van gebruikte afkortingen / XXIII
HOOFDSTUK 0 Algemeen / 1
0.1 Theorie van de inkomstenbelasting / 1
0.1.1 Rechtsgrond / 1
0.1.2 Het inkomensbegrip / 4
a. Algemeen / 4
b. Bronnentheorie / 6
c. Vermogensvergelijkingstheorieën / 8
d. Het inkomenssubject / 10
0.1.3 Persoonlijke omstandigheden / 11
0.1.4 Samenhang met andere heffingen / 12
0.2 Geschiedenis van de Nederlandse inkomstenbelasting / 13
0.3 De Wet IB 2001 / 15
0.3.1 De Verkenning / 15
0.3.2 Doelstellingen en randvoorwaarden / 16
0.3.3 Ontwikkelingen rond en na de invoering van de Wet IB 2001 / 17
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen / 29
1.1 Inleiding / 29
1.2 De partnerregeling / 29
1.3 Pleegkind en onderhoudseis / 33
1.4 Levensverzekering, lijfrente en pensioen / 33
a. Levensverzekering / 33
b. Pensioen / 33
c. Lijfrenten / 35
1.5 Overige / 37
HOOFDSTUK 2 Het raamwerk / 39
2.1 Inleiding / 39
2.2 Subjectieve belastingplicht / 39
2.3 Fictieve buitenlandse belastingplicht / 42
2.4 Verschuldigde belasting / 44
a. Conserverende aanslagen / 45
b. De tariefstructuur / 48
2.5 Verzamelinkomen / 49
2.6 Rangorderegeling / 50
a. Schulden waarvan de aftrek in box I en box II is uitgesloten / 52
b. Tijdelijke overheveling van vermogensbestanddelen / 52
c. Overbedelingsschulden / 53
d. Persoonsgebonden aftrek / 53
2.7 Afgezonderd particulier vermogen / 54
a. Inleiding / 54
b. De toerekening / 56
c. De toerekening na overlijden / 57
d. De toerekening aan de begunstigde / 59
e. APV onderworpen aan winstbelasting / 59
f. Overige aspecten / 60
2.8 Toerekening over personen / 61
2.9 Verliesverrekening / 65
HOOFDSTUK 3 Inkomen uit werk en woning / 67
3.1 Inleiding / 67
3.2 Winst uit onderneming / 68
3.2.1 Afbakening van de bron winst uit onderneming / 68
3.2.2 Het begrip ‘onderneming’ / 69
a. Geen wettelijke definitie / 69
b. Objectieve en subjectieve onderneming / 70
c. Objectieve beoordeling onderneming / 71
d. Afbakening ten opzichte van andere bronnen / 71
e. Zelfstandig uitgeoefend beroep / 73
3.2.3 Het begrip ‘ondernemer’ / 73
a. Voor rekening van / 73
b. Rechtstreekse verbondenheid / 74
c. Geen subjectief ondernemingsbegrip / 75
d. Zelfstandig uitgeoefend beroep / 75
e. Verklaring arbeidsrelatie (VAR) en het alternatief / 76
3.2.4 De medegerechtigde en de schuldeiser / 76
a. Medegerechtigden / 76
b. Schuldeisers / 78
c. Winstbepaling / 78
d. Maximum verlies / 79
3.2.5 Het urencriterium / 80
a. Dubbel criterium / 80
b. Uitgesloten werkzaamheden / 81
c. Gebruikelijkheidscriterium / 82
d. Ondermaatschap / 83
3.2.6 Samenwerkingsverbanden / 84
a. Maatschap / 84
b. Firma / 84
c. Commanditaire vennootschap / 84
d. Man/vrouwfirma / 85
3.2.7 Bijzondere ondernemingsvormen / 86
a. Verhuur van de onderneming / 86
b. Huurverkoop van de onderneming / 87
c. Vervreemding tegen een winstrecht / 87
d. Blote eigendom en vruchtgebruik van de onderneming / 88
e. Groot koopmanschap / 88
f. Erfgenamen van de ondernemer / 88
g. Voorperiode / 89
3.2.8 Totaalwinst – algemene aspecten / 90
a. Totaalwinst en jaarwinst / 90
b. Nominalistisch stelsel / 91
c. Berekening totaalwinst; vermogensvergelijking / 92
d. Begin- en eindbalans / 92
3.2.9 Voordelen uit onderneming / 94
a. Totaalwinstbegrip / 94
b. Vermogensetikettering – algemeen / 95
c. Vermogensetikettering – onroerende zaken / 97
d. Vermogensetikettering – liquide middelen, vorderingen, effecten / 99
e. Vermogensetikettering – schulden / 100
f. De etiketteringskeuze en herziening / 101
g. Etiketteringsfouten / 102
h. Staking / 103
i. Overige criteria – causaliteit, finaliteit, milieu / 104
j. Ontvangen schadevergoedingen / 106
k. Kostenarresten / 106
l. Stortingen en onttrekkingen, onzakelijke leningen / 107
3.2.10 Objectieve vrijstellingen / 110
a. Algemeen / 110
b. Bosbouwvrijstelling / 111
c. Landbouwvrijstelling / 112
d. Kwijtscheldingswinstvrijstelling / 114
e. Pensioenaanspraken / 116
f. Bedrijfsbeëindigingsvergoedingen / 117
g. Uitkeringen en aanspraken ingevolge de WAZ / 117
h. Uitkeringen uit een stakingskas / 117
i. Vergoeding particulier agrarisch natuurbeheer / 118
j. Verstrekkingen door derden / 118
k. Hinderbeperking bij grootschalige wegwerkzaamheden / 118
l. Subsidie voor pleegouders / 119
3.2.11 Kostenaftrekbeperkingen / 119
a. Algemeen / 119
b. Van aftrek uitgesloten algemene kosten / 121
c. In aftrek beperkte algemene kosten / 124
d. Van aftrek uitgesloten kosten ten behoeve van de belastingplichtige / 126
e. In aftrek beperkte kosten ten behoeve van de belastingplichtige / 129
3.2.12 Bijzondere regelingen inzake de totaalwinst / 131
a. Aanloopverliezen / 131
b. Beroeps- en bedrijfstakpensioenregelingen / 132
c. De ondernemerswoning / 132
d. De ondernemersauto / 134
e. Bonusaandelen van een beleggingsinstelling / 139
f. Zeescheepvaart / 139
3.2.13 De jaarwinstbepaling – algemeen / 142
3.2.14 De beginselen van goed koopmansgebruik / 144
a. Algemeen / 144
b. Het realiteitsbeginsel / 146
c. Het voorzichtigheidsbeginsel / 147
d. Het eenvoudsbeginsel / 150
3.2.15 Stelselkeuze en stelselwijziging / 151
3.2.16 De foutenleer / 153
3.2.17 Gegevens na balansdatum / 156
3.2.18 Kalenderjaar en boekjaar / 156
3.2.19 De fiscale balans – algemeen / 157
3.2.20 De fiscale balans – actiefzijde / 158
a. Vorderingen / 158
b. Onderhanden werk / 160
c. Voorraden / 162
d. Bedrijfsmiddelen / 165
e. Bedrijfsmiddelen – afschrijving algemeen / 169
f. Bedrijfsmiddelen – willekeurige afschrijving / 172
g. Bedrijfsmiddelen – gebouwen / 176
h. Effecten/beleggingen / 180
i. Liquide middelen / 182
3.2.21 De fiscale balans – passiefzijde – schulden/voorzieningen / 182
a. Schulden / 182
b. Voorzieningen / 185
3.2.22 De fiscale balans – passiefzijde – reserves / 187
a. Algemeen / 187
b. Kostenegalisatiereserve / 188
c. Herinvesteringsreserve / 191
d. Terugkeerreserve / 199
3.2.23 Investeringsaftrek / 201
a. Inleiding / 201
b. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek / 202
c. Energie-investeringsaftrek / 203
d. Milieu-investeringsaftrek / 204
e. Investeren / 204
f. Desinvesteren / 209
3.2.24 Staking en overdracht / 211
a. Algemeen / 211
b. Oorzaken van staking / 211
c. Overdracht van de onderneming / 212
d. Overdrachtsmogelijkheden / 213
e. Overlijden en overige gevallen van huwelijksontbinding / 215
f. Gevolgen van een staking of afrekening / 217
g. Realisatiemoment stakingswinst / 218
h. Stakingsfaciliteiten / 219
i. Doorschuiffaciliteiten / 221
3.2.25 (Partiële) eindafrekening / 221
3.2.26 Doorschuivingen / 224
a. Fusies en splitsingen / 224
b. Ontbinding huwelijksgemeenschap / 226
c. Overlijden / 226
d. Medeondernemers en werknemers / 228
e. Vervanging onderneming / 229
3.2.27 Inbreng / 230
a. Inleiding / 230
b. De onderneming / 232
c. Nieuwe of bestaande bv / 233
d. De standaardvoorwaarden / 234
e. Overname van alle vermogensbestanddelen / 235
f. Vervreemdingsverbod aandelen / 236
g. ‘Indeplaatstredingsbepaling’ / 237
h. Winstsplitsing bij verliesverrekening / 237
i. Creditering / 237
j. Plaatsing volgestorte aandelen / 238
k. Verkrijgingsprijs aandelen / 238
l. Deelnemingsvrijstelling / 239
m. Inbrengtijdstip / 239
n. Aanvaarding standaardvoorwaarden / 240
3.2.28 De oudedagsreserve / 241
a. Inleiding / 241
b. Gerechtigden / 241
c. Toevoegingen / 242
d. Afnemingen / 244
e. Meer ondernemingen / 244
f. Inbreng in een bv / 245
3.2.29 Ondernemersaftrek / 245
a. Zelfstandigenaftrek / 246
b. De aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk / 247
c. De meewerkaftrek / 247
d. De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid / 248
e. De stakingsaftrek / 248
f. De MKB-winstvrijstelling / 249
3.2.30 De firmaproblematiek / 250
a. Inleiding / 250
b. Man/vrouwsamenwerkingsverbanden / 251
c. Het aangaan van een vof / 252
d. Overlijden / 255
e. Uittreding / 256
3.3 Loon / 256
3.3.1 Inleiding / 256
a. Algemeen / 256
b. Afbakening / 257
3.3.2 Dienstbetrekking / 258
a. De privaatrechtelijke dienstbetrekking / 258
b. De publiekrechtelijke dienstbetrekking / 262
c. Fictieve dienstbetrekking / 262
d. Oneigenlijke dienstbetrekking / 266
e. Artiesten en beroepssporters / 266
f. Verklaring arbeidsrelatie en het alternatief / 267
3.3.3 Loon voor de loonbelasting / 270
a. Het loonbegrip / 270
b. Aanspraken / 274
c. Loon in natura / 275
d. Loon van derden / 276
e. Fictief loon / 276
f. Auto van de zaak / 280
g. Genietingstijdstip / 282
h. Eindheffing en pseudo-eindheffing / 283
i. Vrijstellingen en de werkkostenregeling / 284
3.3.4 Loon voor de inkomstenbelasting / 286
3.3.5 Pensioenaanspraken / 289
a. Pensioen – algemeen / 289
b. Pensioensoorten / 291
c. Enkele bijzondere regelingen / 296
d. Uitvoerders / 300
e. Nadere eisen en uitzonderingen / 302
f. Stamrechtregeling / 303
g. Verbod op VUT-achtige regelingen / 304
h. Excessieve afkoopsommen / 306
i. Levensloopregeling / 306
j. Internationale aspecten / 307
3.3.6 Kostenaftrek / 311
a. Algemeen / 311
b. Reisaftrek / 312
3.3.7 Sociale verzekeringen / 313
a. Algemeen / 313
b. Werknemersverzekeringen / 314
c. Volksverzekeringen / 316
d. Zorgverzekeringswet / 319
3.4 Resultaat uit overige werkzaamheden / 320
3.4.1 Inleiding / 320
3.4.2 Begrip ‘werkzaamheid’ / 321
a. Algemeen; bronvereisten / 321
b. Deelname aan het economische verkeer / 323
c. Voordeel beogen/voordeel verwachten / 324
d. De factor ‘arbeid’ 326
e. Rendabel maken van vermogen dat normaal vermogensbeheer te boven gaat / 328
f. Afgrenzing met de andere inkomstenbronnen in box I en box III / 332
g. Werkzaamheden van dezelfde aard / 334
3.4.3 Bepaling resultaat uit een werkzaamheid / 334
a. Algemeen / 334
b. Bepalingen uit winstsfeer van overeenkomstige toepassing / 335
c. Enkele aanvullende bepalingen / 337
3.4.4 Terbeschikkingstellingsregelingen / 338
a. Algemeen / 338
b. Terbeschikkingstelling van vermogensbestanddelen / 339
c. Rendabel maken / 343
d. Ter beschikking stellen / 344
e. Voor zover / 347
f. Rechtens dan wel in feite direct of indirect / 348
g. Relevante kring personen – ‘enge’ groep van verbonden personen / 351
h. Echtelieden; doorwerking huwelijksgoederenrecht / 353
i. Ruime kring van verbonden personen; bloed- en aanverwanten in de rechte lijn en de ongebruikelijkheidstoets / 360
j. Verschil tussen art. 3.91 en 3.92; relatie met bron ‘winst uit onderneming’ / 365
k. Relevante vermogensbestanddelen; gelijkstellingen / 366
l. Schuldvorderingen / 366
m. Overeenkomsten van levensverzekering / 370
n. Genotsrechten / 371
o. Call- en putopties / 372
p. Borgtochtvergoeding / 375
q. Werkruimte in de eigen woning / 377
3.4.5 Object van heffing tbs-regelingen / 379
a. Algemeen / 379
b. Doorschuifregelingen / 389
c. Sfeerovergang naar box III, overdracht tegen schuldigerkenning en schenking; uitstel van betaling in de invorderingssfeer / 397
d. Bijzondere regeling voor omzetting afgewaardeerde tbs-vorderingen in aandelenkapitaal; opwaarderingsreserve / 398
e. Terbeschikkingstellingsvrijstelling / 404
3.4.6 Lucratief belang / 405
a. Algemeen / 405
b. Samenhang met loon; rangorde / 406
c. Systematiek van de regeling; samenhang met het ab-regime / 407
d. Wat is een lucratief belang? / 407
e. Groep van verbonden personen / 417
3.4.7 Object van heffing lucratief belang / 418
a. Sfeerovergang; teboekstelling op historische kostprijs / 418
b. Middellijk gehouden lucratieve belangen / 419
c. Inbreng in en uitbreng uit de bv / 420
3.4.8 Overige regels / 421
a. Administratieve verplichtingen / 421
b. Gebruikelijk salaris / 421
3.5 Periodieke uitkeringen en verstrekkingen / 422
3.5.1 Algemeen / 422
3.5.2 Splitsing van rechten en vervanging van inkomsten / 424
3.5.3 Uitbreidingen uitkeringen / 426
3.5.4 Uitbreiding inkomensvoorzieningen / 427
3.6 De eigen woning / 428
3.6.1 Inleiding / 428
3.6.2 Het begrip ‘eigen woning’ / 430
3.6.3 Fictieve eigen woning / 435
a. Tijdelijke overbrugging bij aan- en verkoop eigen woning / 435
b. Uitzending van personeel / 437
c. Echtscheiding / 438
d. Opname verpleegtehuis / 439
3.6.4 Eigenwoningschuld / 440
a. Algemeen / 440
b. Verband met een eigen woning / 441
c. Aflossingsplicht en aflossingseis / 442
d. Verhuisregelingen / 444
e. Informatieplicht / 445
3.6.5 De voordelen uit eigen woning / 445
a. Eigenwoningforfait / 445
b. Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld / 447
3.6.6 Aftrekbare kosten in verband met de eigen woning / 447
a. Algemeen / 447
b. Aftrek van vooruitbetaalde rente en afsluitprovisies / 449
c. Restschulden / 450
d. Aftrek en toedeling bij partners / 450
e. Verlaging maximale aftrektarief / 452
f. Monumentenpanden / 452
3.6.7 De bijleenregeling / 453
a. Algemeen / 453
b. Systematiek / 454
c. Verwerving en vervreemding / 457
d. Bijzondere regelingen / 458
3.6.8 Overgangsrecht / 459
a. Op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschulden / 459
b. Beperking renteaftrek tot maximaal dertig jaar / 460
c. Beperking renteaftrek na eerder gebruik vrijstelling kapitaalverzekering eigen woning / 460
d. Voordeel uit kapitaalverzekering, spaarrekening of beleggingsrecht eigen woning / 461
3.7 Inkomensvoorzieningen / 466
3.7.1 Algemeen / 466
3.7.2 Soorten lijfrenteverzekeringen / 468
3.7.3 Uitvoerders / 472
3.7.4 Omvang premieaftrek / 476
a. De jaarruimte / 476
b. De reserveringsruimte / 478
c. Oudedagslijfrente / 479
d. Stakingslijfrente / 480
e. Tijdstip aftrek / 481
3.7.5 Negatieve inkomensvoorzieningen / 482
a. Algemeen / 482
b. Verboden handelingen / 484
c. Doorschuiving / 486
d. Beroepspensioenregelingen / 487
e. Emigratie / 489
f. Omvang / 494
3.8 Waardering / 496
3.9 Genietingstijdstip en tijdstip van aftrek / 497
3.10 Verliesverrekening / 501
3.11 Middeling en uitsmering / 503
HOOFDSTUK 4 Inkomen uit aanmerkelijk belang / 507
4.1 Inleiding / 507
4.1.1 Plaats in de wet / 507
4.1.2 Achtergrond en ratio / 508
4.2 Begrip ‘aanmerkelijk belang’ / 511
4.2.1 Algemeen / 511
a. Rangorderegeling / 511
b. Doorwerking; gebruikelijke inkomsten / 511
4.2.2 Hoofdregels / 512
a. Echt aanmerkelijk belang / 512
b. Soort aanmerkelijk belang / 514
4.2.3 Vermogenstitels / 516
a. Algemeen / 516
b. Aandelen; (in)direct aandeelhouderschap / 517
c. Winstbewijzen / 521
d. Genotsrechten / 521
e. Koopopties / 522
f. Participaties in fondsen voor gemene rekening / 523
g. Lidmaatschapsrechten van coöperaties / 523
h. Commanditaire participatie in open cv / 524
4.2.4 Relevante familiegroep / 525
a. Al dan niet tezamen met zijn partner / 525
b. Van tafel en bed gescheiden echtgenoot / 525
c. Pleegkinderen / 527
4.2.5 Meesleep- en meetrekregeling / 527
a. Meesleepregeling / 527
b. Meetrekregeling / 528
4.2.6 Fictief aanmerkelijk belang / 531
a. Situaties waarin fictief ab ontstaat / 531
b. Karakteristieken / 531
c. Afrekening op verzoek / 532
4.3 Reguliere voordelen / 532
4.3.1 Algemeen / 532
4.3.2 Dividenduitkeringen / 533
a. Verkapt en meegekocht dividend / 533
b. Lenen van/schulden aan de bv / 534
c. Dividendfaciliteit voor krachtens erfrecht verkregen ab-aandelen / 535
4.3.3 Forfaitair voordeel uit Nederlandse VBI’s en uit buitenlandse beleggingslichamen / 537
a. Algemeen / 537
b. Ratio / 538
c. Buitenlandse beleggingslichamen; activa- en activiteitentoets / 540
d. Forfaitair voordeel van 5,60% / 542
e. Tussengeschoven binnenlandse vennootschappen; doorkijk- en reductieregeling / 542
f. Anticumulatie met vervreemdingsvoordelen / 543
g. Genietingstijdstip / 544
4.3.4 Teruggaven van op aandelen, winstbewijzen, etc. gestort kapitaal / 544
a. Onbelaste teruggaafregeling / 544
b. Anticumulatie met vervreemdingsvoordelen / 546
4.3.5 Uitgifte van agio- en winstbonusaandelen / 547
a. Uitreiking bonusaandelen onbelast / 547
b. Anticumulatie met vervreemdingsvoordelen / 548
4.3.6 Niet als reguliere voordelen belaste voordelen uit aandelen of winstbewijzen / 548
a. Vervreemding cum dividend / 548
b. Vestiging genotsrecht en vervreemding losse dividendbewijzen / 549
4.3.7 Aftrekbare kosten / 549
a. Algemeen / 549
b. Omvangscriterium / 550
c. Renten van overbedelingsschulden / 550
d. Superaftrek / 550
e. (Buitenlandse) belastingen / 551
4.3.8 Genietings- en betalingstijdstip / 551
a. Genietingstijdstip reguliere voordelen; kasstelsel / 551
b. Betalingstijdstip aftrekbare kosten / 553
4.4 Vervreemdingsvoordelen / 553
4.4.1 Algemeen / 553
4.4.2 Vervreemdingsbegrip / 554
a. Algemene vervreemdingsbegrip / 554
b. Fictieve vervreemdingen / 555
4.4.3 Omvang vervreemdingsvoordelen / 555
a. Algemeen / 555
b. Overdrachtsprijs / 556
c. ‘Earn out’-regelingen etc. / 558
d. Verkrijgingsprijs / 561
e. Correctie naar waarde in het economische verkeer / 566
f. Sfeerovergangen / 568
g. Samenhang met reguliere voordelen / 570
h. Samenhang met tbs-regeling / 572
4.4.4 Een aantal vervreemdingen nader beschouwd / 573
a. Algemeen / 573
b. Schenking, ruil en certificering / 573
c. Omzetting en verlettering van aandelen / 574
d. Emissie nieuwe aandelen of winstbewijzen / 576
e. Genotsrechten / 577
f. Inkoop van aandelen; afkoop en inkoop van winstbewijzen / 578
g. Liquidatie van de vennootschap / 580
h. Geruisloze terugkeer uit de bv / 580
i. Aandelenfusie, splitsing en juridische fusie / 582
j. Overlijden, boedelmenging, verdeling onverdeelde boedel, verwerping en afstand / 582
k. (R)emigratie en immigratie / 584
l. Callopties / 593
m. Putopties / 596
n. Beëindiging fiscale transparantie APV / 597
o. Overgang naar VBI-regime / 598
p. Vervreemding op verzoek in geval van fictief aanmerkelijk belang / 599
4.4.5 Doorschuifregelingen / 600
a. Algemeen; betalingsregeling in Invorderingswet 1990 / 600
b. Overgang krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht – algemeen / 600
c. Overgang krachtens huwelijksvermogensrecht en verdeling huwelijksgemeenschap / 601
d. Overgang krachtens erfrecht en verdeling nalatenschap / 606
e. Schenking / 618
f. Niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang / 627
g. Aandelenfusie, splitsing en juridische fusie / 627
h. Geruisloze terugkeer uit de bv / 630
4.4.6 Tijdstip genieten vervreemdingsvoordelen / 631
4.5 Verlies uit aanmerkelijk belang / 633
4.5.1 Verlies en belastingkorting / 633
a. Achterwaartse en voorwaartse verliesverrekening / 633
b. Samenloop met de emigratieheffing / 634
c. Opvolgende perioden van binnenlandse en buitenlandse belastingplicht / 634
d. Bijzondere regeling in geval van beëindiging fiscale partnerschap door over- lijden / 635
e. Belastingkorting / 635
4.5.2 Geen tussentijdse verliesneming bij behouden belang / 638
a. Algemeen / 638
b. Vervreemding / 638
c. Nagenoeg geheel belang behouden / 639
d. Vervreemding aan partner of bloed- of aanverwanten in de rechte lijn / 639
e. Doorschuiving latente ab-verlies / 640
4.5.3 Geen ab-verlies bij terugkeer uit de bv / 641
4.5.4 Geen ab-verlies bij beëindiging fiscale transparantie APV / 641
4.5.5 Geen ab-verlies bij overgang naar VBI-regime / 642
HOOFDSTUK 5 Inkomen uit sparen en beleggen / 643
5.1 Systematiek / 643
5.1.1 Inleiding / 643
5.1.2 Rangorderegeling; tijdsevenredige toerekening / 644
5.1.3 Inkomstenbelasting of vermogensbelasting? / 647
5.1.4 Relatie met Europees recht / 648
5.1.5 Toekomst box III / 650
5.2 Voordeel uit sparen en beleggen / 652
5.2.1 Algemeen / 652
5.2.2 Forfaitaire rendement / 653
a. Drie schijven / 654
b. Vrije verdeling tussen partners / 656
5.2.3 Eén peildatum / 656
a. Overlijden, geboorte, emigratie en immigratie / 657
b. Antiboxhopbepalingen / 659
5.2.4 Heffingvrij vermogen / 660
5.2.5 Tarief / 660
5.2.6 Vermindering met persoonsgebonden aftrek / 661
5.3 Rendementsgrondslag / 661
5.3.1 Algemeen / 661
5.3.2 Bezittingen / 662
a. Onroerende zaken / 662
b. Rechten op onroerende zaken / 663
c. Roerende zaken / 663
d. Rechten op roerende zaken / 665
e. Rechten die niet op zaken betrekking hebben / 665
f. Overige vermogensrechten / 667
5.3.3 Schulden / 669
a. Algemeen / 669
b. Ook consumptieve schulden / 670
c. Kleine schulden / 670
d. Samenloop met persoonsgebonden aftrek en aangewezen periodieke uitkeringen / 671
5.3.4 Belastingvorderingen en -schulden / 671
a. Algemene uitsluiting van belastingvorderingen en -schulden / 671
b. Uitzondering voor erfbelastingvorderingen en -schulden / 672
5.3.5 Onderbedelingsvorderingen en overbedelingsschulden / 673
a. Algemeen; wettelijke versterferfrecht Boek 4 BW / 673
b. Algehele defiscalisering / 674
c. Uiterste wilsbeschikkingen / 675
d. Tweetrapsmaking / 676
5.4 Vrijstellingen / 677
5.4.1 Algemene vrijstellingen / 677
a. Overzicht / 677
b. Bos- en natuurterreinen en NSW-landgoederen / 677
c. Voorwerpen van kunst en wetenschap / 678
d. Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht / 680
e. Bepaalde rechten / 681
f. Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen / 684
5.4.2 Groene beleggingen / 684
a. Algemene kader / 684
b. Groene beleggingen / 685
5.4.3 Nettolijfrente en nettopensioen / 686
a. Nettolijfrente / 686
b. Nettopensioen / 688
5.5 Waardering(smaatstaven) / 689
5.5.1 Hoofdregel: waarde in het economische verkeer / 689
5.5.2 Bezittingen en schulden als eenheid / 691
5.5.3 Waardering op naastbij gelegen tijdstip / 691
5.5.4 Nihilwaardering voor bepaalde genotsrechten / 691
5.5.5 Tweede en verhuurde woningen / 692
a. Waardering naar WOZ-waarde / 692
b. Blote eigendom en recht van (vrucht)gebruik en/of bewoning / 693
5.5.6 Courante en incourante effecten / 694
5.5.7 Genotsrechten / 695
5.5.8 Algemene delegatiebepaling / 695
5.6 Overige relevante aspecten / 696
5.6.1 Samenhang met dividendbelasting / 696
5.6.2 Voorkoming dubbele belastingheffing / 696
HOOFDSTUK 6 Persoonsgebonden aftrek / 699
6.1 Algemeen / 699
6.1.1 Inleiding / 699
6.1.2 Volgorde van aftrek / 701
6.1.3 Drukkende uitgaven en redelijkerwijs gedrongen voelen / 702
6.1.4 Negatieve persoonsgebonden aftrek / 703
6.2 Onderhoudsverplichtingen / 704
6.2.1 Inleiding / 704
6.2.2 Onderhoudsverplichtingen op grond van het familierecht / 705
6.2.3 Afkoopsommen van uitkeringen en verstrekkingen / 707
6.2.4 Kosten van bijstandsverhaal / 707
6.2.5 Vereveningsbetalingen / 708
6.2.6 Schadevergoedingen / 708
6.2.7 Levensonderhoud ingevolge een dringende morele verplichting / 709
6.3 Verliezen op beleggingen in durfkapitaal / 709
6.3.1 Inleiding / 709
6.3.2 Beleggingen in durfkapitaal / 710
6.3.3 Verlies / 710
6.3.4 Maximumaftrek / 711
6.4 Levensonderhoud van kinderen / 711
6.5 Specifieke zorgkosten / 711
6.5.1 Inleiding / 711
a. Achtergrond / 711
b. Verband met overige maatregelen / 712
c. Kring van personen waarvoor de uitgaven zijn gedaan / 713
d. Vermenigvuldigingsfactor / 713
e. Drempel / 713
6.5.2 Specifieke zorgkosten / 714
a. Algemeen / 714
b. Genees- en heelkundige hulp / 714
c. Vervoer / 715
d. Farmaceutische hulpmiddelen / 715
e. Niet-farmaceutische hulpmiddelen / 715
f. Extra gezinshulp / 716
g. Extra dieetkosten / 716
h. Extra kleding en beddengoed / 717
i. Reizen in verband met ziekenbezoek / 717
j. Van aftrek uitgesloten uitgaven / 717
6.6 Weekenduitgaven voor gehandicapten / 718
6.7 Scholingsuitgaven / 719
6.7.1 Inleiding / 719
6.7.2 Het begrip ‘scholingsuitgaven’ / 719
a. Opleiding met het oog op box I-inkomen / 719
b. EVC-procedure / 720
c. Partners / 720
6.7.3 Beperking van de scholingsuitgaven / 721
6.7.4 Omvang van de aftrek / 722
6.8 Monumentenpanden / 722
6.9 Giften / 723
6.9.1 Inleiding / 723
6.9.2 Definities / 723
a. Giften / 723
b. Instellingen (ANBI’s) / 724
c. Verenigingen / 726
6.9.3 Periodieke giften / 726
6.9.4 Andere giften / 727
6.9.5 Giften aan culturele instellingen / 728
6.9.6 Quasi-legaten en andere uitgestelde giften / 728
HOOFDSTUK 7 De buitenlandse belastingplicht / 729
7.1 Inleiding / 729
7.2 Inkomen uit werk en woning / 733
7.2.1 Algemeen / 733
7.2.2 Winst uit onderneming / 733
7.2.3 Loon uit dienstbetrekking / 737
7.2.4 Resultaat uit overige werkzaamheden / 740
7.2.5 Periodieke uitkeringen etc. / 742
7.2.6 De eigen woning / 743
7.2.7 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen en negatieve persoonsgebonden aftrek / 744
7.2.8 Pensioenaanspraken / 747
7.3 Inkomen uit aanmerkelijk belang / 751
7.3.1 Algemeen / 751
7.3.2 Fusie en doorschuiving / 752
7.3.3 Vestigingsplaats en zetelverplaatsing / 753
7.3.4 Verkrijgingsprijs / 754
7.4 Inkomen uit sparen en beleggen / 755
7.5 Kwalificerende buitenlands belastingplichtigen / 758
7.5.1 Inleiding / 758
7.5.2 De Schumacker-doctrine / 758
7.5.3 Voorwaarden voor kwalificatie / 759
HOOFDSTUK 8
Heffingskorting / 763
8.1 Inleiding / 763
8.2 Berekening van de heffingskorting / 765
8.2.1 Algemeen / 765
8.2.2 Belastingdeel / 766
8.2.3 Premiedelen / 767
8.2.4 Overheveling AOW-deel / 769
8.2.5 Verhoging heffingskorting / 769
a. Verhoging bij minstverdienende partner / 769
b. Bijzondere verhoging voor niet-inwoners / 772
8.2.6 Aansluiting met loonheffing / 772
8.3 Elementen van de standaardheffingskorting / 773
8.3.1 Algemene heffingskorting / 773
8.3.2 Arbeidskorting / 773
8.3.3 Werkbonus (tot 2018) / 774
8.3.4 Inkomensafhankelijke combinatiekorting / 775
8.3.5 Jonggehandicaptenkorting / 775
8.3.6 Ouderenkorting / 776
8.3.7 Alleenstaande-ouderenkorting / 776
8.3.8 Korting voor groene beleggingen / 776
HOOFDSTUK 9 Wijze van heffing / 779
9.1 De systematiek / 779
9.2 Verrekening van voorheffingen / 781
a. Loonbelasting / 782
b. Dividendbelasting / 784
c. Kansspelbelasting / 786
d. Overige / 786
9.3 Voorlopige teruggaaf / 787
9.4 Aanslag / 788
a. De inkomstenbelasting gaat het saldo van de voorheffingen en de voorlopige teruggave te boven met ten minste € 46 (onderdeel a) / 788
b. Er is binnen een bepaalde termijn aangifte gedaan (onderdeel b) / 789
Besluitenregister / 791
Jurisprudentieregister / 797
Literatuurregister / 831
Trefwoordenregister / 847
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan