Going Dutch - ADR in Nederland, in het bijzonder bij het NAI
Gebonden Nederlands 2019 1e druk 9789013154498Samenvatting
Deze bundel biedt de lezer een totaaloverzicht van wat Nederland en in het bijzonder het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI) op dit moment te bieden heeft op het gebied van alternatieve geschilbeslechting (ADR). Hierbij signaleren de auteurs zowel kansen als knelpunten voor het NAI en diepen bijdragen van uiteenlopende professionals binnen het vakgebied de ADR-procedure verder uit.
Going Dutch: ADR in Nederland, in het bijzonder bij het NAI wijst u de weg in het Nederlandse landschap van alternatieve geschilbeslechting (ADR). Onder ADR wordt in de uitgave begrepen arbitrage, mediation en bindend advies.
De titel schetst een actueel beeld van wat Nederland op dit terrein heeft te bieden en signaleert daarbij zowel kansen als knelpunten voor het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI). De uitgave volgt de ADR-procedure en schenkt hierbij aandacht aan diverse kwesties die zich gedurende deze procedure kunnen voordoen.
De auteurs besteden ruime aandacht aan recente ontwikkelingen. Denk aan de doorontwikkeling van zakelijke mediation en recente initiatieven op ADR-gebied, zoals het Court of Arbitration for Art en de Geschilleninstantie Zorgcontractering. Daarnaast wordt stilgestaan bij de komst van het Netherlands Commercial Court en zijn verhouding ten opzichte van de arbitrage.
De uitgave bevat bijdragen van zowel practici als wetenschappers die hun ervaringen met ADR op een breed scala aan terreinen met u delen. De titel biedt iedereen die zich op professioneel vlak bezighoudt met ADR heldere handvatten bij het uitoefenen van hun functie, maar ook voor overige geïnteresseerden in ADR bevat de titel fraaie gezichtspunten.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 - ADR en 70 jaar NAI 1
C.J.M. Klaassen, G.J. Meijer & C.L. Schleijpen (redactie)
I. TOEPASSINGSBEREIK ADR: WELKE TERREINEN LENEN ZICH VOOR (NAI-) ADR?
Hoofdstuk 2 - Enkele gedachten naar aanleiding van ervaringen met arbitrages
M.W. Josephus Jitta
2.1 Inleiding 9
2.2 Arbitrage en de komst van het Netherlands Commercial Court (“NCC”) 10
2.3 Arbitrage en de redelijkheid en billijkheid 13
2.4 Samenloop arbitrale bedingen en bedingen omtrent bindend adviesprocedures 17
2.5 Bewaarplicht arbiters 17
2.6 Afrondende opmerking 18
Hoofdstuk 3 - Arbitrage in Nederland in handelsgeschillen; de Nederlandse arbitragewet en het NAI
J.W. Bitter
3.1 Inleiding 19
3.2 Handel 20
3.3 Arbitrage en handel 22
3.4 Waarom wordt voor arbitrage gekozen? 25
3.5 Arbitrage in handelsgeschillen in Nederland 26
3.6 Kwantitatieve gegevens 31
3.6.1 Inleiding 31
3.6.2 Cijfers 31
3.6.3 Ontwikkelingen voor, na en tijdens het WODC onderzoek van 2002 34
3.6.4 Vergelijking met de aantallen handelszaken bij de overheidsrechter 38
3.6.5 Slotopmerkingen 38
3.7 Het belang van arbitrage in Nederland en de arbitragewetten van 1986 en 2015 39
3.8 Kansen; een vergroting van het belang van (handels)arbitrage in Nederland? 42
3.8.1 Voor arbitrage gunstige omstandigheden: de wet en haar toepassing 44
3.8.2 Initiatieven van arbitrage-instituten en andere actoren 47
3.9 Slotopmerkingen 52
Hoofdstuk 4 - Het belang van het Court of Arbitration for Art
E.J.H. Schrage
4.1 Introductie 55
4.2 Authenticiteit, certificaten van echtheid en de expert 56
4.2.1 Inleiding 56
4.2.2 Toeschrijving en dwaling 58
4.2.3 Het certificaat van echtheid 59
4.2.3.1 Het begrip authenticiteit 60
4.2.3.2 Het certificaat van echtheid en zijn waarde op de markt of in de rechtszaal 61
4.2.4 Drie rechtszaken 63
4.2.4.1 Simon-Whelan v. The Andy Warhol Foundation for the Visual Arts, Inc. 64
4.2.4.2 Thome v. The Alexander and Laura Calder Foundation 66
4.2.4.3 De zaak Metzinger 68
4.3 Verjaring 70
4.3.1 Inleiding 70
4.3.2 Het Land Sachsen tegen Cohen 74
4.3.3 Bakalar v. Vavra 76
4.3.4 Civil law en Common law 78
4.3.5 Altmann v. Republiek Oostenrijk 79
4.4 Arbitrage, bindend advies en mediation 83
Hoofdstuk 5 - ADR in zorggeschillen
T. van Malssen & L.G.H.J. Houwen
5.1 Inleiding 87
5.2 Typen geschillen in de zorg en (typische) wijze van (alternatieve) beslechting 88
5.2.1 (a) ‘Ziekenhuisgeschillen’ 88
5.2.2 (b) Geschillen tussen zorginstellingen en medezeggenschapsorganen 92
5.2.3 (c) Governancegeschillen tussen bestuurders en toezichthouders 95
5.2.4 (d) Geschillen tussen zorginstellingen en cliënten 99
5.2.5 (e) Geschillen tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars 102
5.3 Problematisering 105
5.3.1 (e) Geschillen tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars 105
5.3.2 (d) Geschillen tussen zorginstellingen en cliënten 109
5.3.3 (c) Governancegeschillen tussen bestuurders en toezichthouders 114
5.3.4 (b) Geschillen tussen zorginstellingen en medezeggenschapsorganen 118
5.3.5 (a) ‘Ziekenhuisgeschillen’ 123
5.4 Slotbeschouwing 128
Hoofdstuk 6 - Arbitrage in geschillen op het gebied van het intellectuele eigendomsrecht – wel of nIEt?
A.M.E. Verschuur
6.1 Inleiding 131
6.2 Jurisdictie perikelen 133
6.2.1 Jurisdictieregels in Rv en IE-wetten 134
6.2.2 Jurisprudentie 134
6.2.2.1 Inbreuk 135
6.2.2.2 Verlening en opeising 135
6.2.2.3 Tussenconclusie 137
6.2.3 Analyse 137
6.2.4 Buitenlandse literatuur en jurisprudentie 142
6.2.5 Domeinnaamarbitrage 144
6.2.6 WIPO Arbitration and Mediation Center 146
6.2.7 Conclusie 146
6.3 Voordelen arbitrage en de Nederlandse rechter 147
6.3.1 Waarom arbitrage? 147
6.3.2 Waarom de rechtbank? 150
6.3.3 Wanneer arbitrage en wanneer de rechter? 152
6.3.4 De keuze 153
6.4 Conclusie 153
Hoofdstuk 7 - Arbeidsrecht en arbitrage
R.A.A. Duk
7.1 Inleiding: New York, zomer 1970 155
7.2 Rondvraag in de Nederlandse advocatuur 156
7.3 Voor- en nadelen 158
7.4 Conclusies: veel te verbeteren? 159
Hoofdstuk 8 - Arbitrage in het kader van collectieve acties en massaclaims
K.J. Krzeminski
8.1 Inleiding 161
8.2 Een korte schets van collectieve acties en de afwikkeling van massaschade 163
8.2.1 Introductie 163
8.2.2 Meerdere partijen en vorderingen in één procedure 163
8.2.3 Groepsactie van een belangenorganisatie (art. 3:305a BW) 166
8.2.4 Wet collectieve afwikkeling massaschade 168
8.3 Rol van arbitrage in collectieve acties en de afwikkeling van massaschade 169
8.3.1 Meerdere partijen in een arbitrage 170
8.3.2 Voeging en samenvoeging van arbitrale procedures 171
8.3.3 Groepsactie door belangenorganisatie 173
8.3.4 Arbitrage en collectieve afwikkeling van massaschade 177
8.4 Class arbitration in de Verenigde Staten 177
8.4.1 Class actions lawsuits 178
8.4.2 Class arbitration 180
8.5 Perspectief voor class arbitration bij het NAI 192
Hoofdstuk 9 - ICT-geschillen en arbitrage
T.P. ten Brink
9.1 Inleiding 197
9.2 ICT-geschillen 199
9.3 ICT-geschillenbeslechting middels arbitrage 202
9.3.1 Inleiding 202
9.3.2 Specifieke kenmerken ICT-arbitrage 203
9.3.3 Verschillen tussen het NAI en de SGOA 205
9.3.4 Indicaties voor en tegen arbitrage in een ICT-geschil 208
9.4 ICT-voorwaarden 208
9.4.1 Inleiding 208
9.4.2 Leveranciers in de ICT-sector 209
9.4.2.1 Nederland-ICT 209
9.4.2.2 Grote ICT-bedrijven in Nederland 211
9.4.3 Opdrachtgevers in de ICT-sector 212
9.4.3.1 Inleiding 212
9.4.3.2 Rijksoverheid 213
9.4.3.3 Gemeentelijke overheid 214
9.4.3.4 Private en (semi) private sector 215
9.4.4 Waarom welke keuze? 215
9.5 Conclusies en aanbevelingen 217
Hoofdstuk 10 - Voortbouwen met het NAI: internationalisering van (bouw)arbitrages in Nederland
S.N.J. Putter & S.C. Conway
10.1 Inleiding 219
10.2 Reeds geïmplementeerde arbitragegebruiken 219
10.3 Gebruiken die geïmplementeerd raken 221
10.3.1 Kostenveroordelingen 221
10.3.2 Wijze van bewijsvergaring 224
10.3.3 Raden van Deskundigen 230
10.4 Nog te implementeren gebruiken 234
10.4.1 Inleiding 234
10.4.2 Opbouwen van vertragings- en verstoringsclaims 235
10.4.3 Vertragingsanalysemethoden 238
10.4.3.1 Tijdsimpactanalyse (time impact (window) analysis) 238
10.4.3.2 Gepland/Gebouwd methode (As-Planned vs. As-Built) 239
10.4.3.3 Gereconstrueerde Eindplanning Methode (collapsed As-Built) 240
10.4.3.4 Aangepaste Basisplanning (Impacted-As-Planned) 241
10.4.4 Verstoringsanalysemethoden 242
10.4.4.1 Inleiding 242
10.4.4.2 Project-specifieke studies 243
10.4.4.2.1 De Gemeten Mijl Analyse (Measured Mile) 243
10.4.4.2.2 Verdiende Waarde Analyse (Earned Value) 244
10.4.4.2.3 Planningsanalyse (Schedule Analysis) 245
10.4.4.2.4 Steekproeven (Work Sampling) 245
10.4.4.2.5 Systeem Dynamica (System Dynamics Modeling) 246
10.4.4.3 Project-vergelijkende studies 246
10.4.4.4 Industrie-studies 247
10.4.5 De Toekomst van analysemethodes voor de Nederlandse markt 247
10.5 Afronding 248
Hoofdstuk 11 - Arbitrage in verzekeringsgeschillen
N. Vloemans
11.1 Inleiding 251
11.2 Wat zijn verzekeringsgeschillen? 252
11.3 Procedurele perikelen 253
11.3.1 De overeenkomst van arbitrage 253
11.3.2 Derden in de procedure 256
11.3.3 Arbitrage en consumenten 258
11.3.4 De directe actie 259
11.4 Praktische voordelen en praktische bezwaren 260
11.4.1 Beschikbaarheid arbiters 260
11.4.2 Kosten 262
11.5 Verzekeringsarbitrage in het buitenland 263
11.6 Conclusie 267
Hoofdstuk 12 - NAI en NCC(A): concurrenten of collega’s bij de beslechting van commerciële geschillen?
R.-J. Tjittes
12.1 Inleiding 269
12.2 Relativering van het belang van arbitrage of overheidsrechtspraak bij de beslechting van commerciële geschillen: schikken is in de praktijk belangrijker 270
12.3 Arbitrage 271
12.4 Netherlands Commercial Court (of Appeal) 273
12.5 De keuze van de ondernemer: arbitrage of NCC(A)? 282
12.6 Slotbeschouwing 287
Hoofdstuk 13 - Mediation in ondernemings(rechtelijke) geschillen
E. Schutte
13.1 Inleiding 289
13.2 Definitie mediation in ondernemings(rechtelijke) geschillen 290
13.3 Voorbeelden uit de praktijk 291
13.4 Wat onderscheidt zakelijke, en daarmee ondernemings(rechtelijke), mediation van andere mediation? 297
13.5 Het ZAM/ACB-onderzoek naar zakelijke mediation 299
13.6 Kansen en mogelijkheden voor institutionele geschilbeslechting, in het bijzonder bij het NAI 305
Hoofdstuk 14 - De mediationclausule: hoe lang nog beperkt houdbaar?
J.M. Bosnak
14.1 Vooraf 307
14.2 Definiëring en analyse van het begrip “mediationclausule” 308
14.3 De beschikking van de Hoge Raad van 2006 310
14.4 Intermezzo I: de verplichting tot voortonderhandelen 314
14.5 Wetgeving en de mediationclausule 316
14.6 De praktijk 320
14.7 Intermezzo II: mediation als zwaktebod 321
14.8 Sancties 321
14.9 Samenvatting 323
14.10 Conclusie 324
Hoofdstuk 15 - Van expert determination tot Med-Arb: nieuwe markten voor het NAI? – een verkenning
B. van Zelst
15.1 Inleiding 329
15.2 Ontwikkelingen in arbitrage en commerciële geschiloplossing 331
15.2.1 Inleiding 331
15.2.2 Ontwikkelingen binnen arbitrage 332
15.2.2.1 Inleiding 332
15.2.2.2 Snelheid en kostenefficiëntie 333
15.2.2.3 Ethiek en transparantie 337
15.2.2.4 Diversiteit 338
15.2.3 Overige methodes 339
15.2.3.1 Inleiding 339
15.2.3.2 Dispute Boards 339
15.2.3.3 Expert Determination 342
15.2.3.4 Netherlands Commercial Court en andere ‘commerciële’ overheidsrechters 344
15.2.4 Mengvormen: Mediation en/of arbitrage? 348
15.2.4.1 Inleiding 348
15.2.4.2 Verschillende mengvormen van mediation en arbitrage 348
15.2.4.3 Med-Arb: een nadere beschouwing van pros en cons 350
15.2.5 Tussenconclusie 357
15.3 De rol van het NAI? 358
15.3.1 Inleiding 358
15.3.2 Spoedgeschil mechanisme 359
15.3.3 Facilitatieve mediation vs evaluatieve mediation? 361
15.3.4 Dispute Boards, Expert Determination en Med-Arb 362
15.3.5 Transparantie en diversiteit 364
15.4 Afronding 365
II. ENKELE ASPECTEN GAANDE DE PROCEDURE
Hoofdstuk 16 - Enkele aspecten van het NAI-wrakingsregime
C. van Maanen
16.1 Inleiding 369
16.2 Het relevante juridisch kader 370
16.3 Gegevens over het aantal wrakingszaken bij het NAI 372
16.4 Enkele opmerkingen ten aanzien van de wrakingsprocedure 372
16.5 Nabeschouwing 375
Hoofdstuk 17 - Aansprakelijkheid(sbeperking) van de arbiter
D.A.M.H.W. Strik
17.1 Inleiding 377
17.2 Geen bijzondere wettelijke regeling arbiteraansprakelijkheid en exoneratie 378
17.3 Arbiteraansprakelijkheid in Nederland: stand van de jurisprudentie 380
17.4 Contractuele exoneratieclausules 391
17.4.1 Inleiding 391
17.4.2 Elementen van exoneratieclausules in arbitragereglementen 393
17.4.2.1 De groep personen ter bescherming van wie de bepaling strekt 393
17.4.2.2 Juridische grondslag van de exoneratie 393
17.4.2.3 Onderwerp waarop de uitsluiting betrekking heeft 395
17.4.2.4 Reikwijdte van de aansprakelijkheidsbeperking 396
17.4.3 Toelaatbaarheid van exoneratieclausules 398
17.5 Afsluiting 400
Hoofdstuk 18 - Aansprakelijkheid mediator (mede voor de uitkomst/tot stand brengen vaststellingsovereenkomst)
M. Brink
18.1 Introductie 401
18.2 De mediator 404
18.3 Mediation 413
18.4 Rechtsverhouding 416
18.5 Aansprakelijkheid 417
18.6 Welke norm? 424
18.6.1 Jurisprudentie 425
18.6.1.1 (Geen) informatievoorziening door de mediator 425
18.6.1.2 Neutraliteit van de mediator 431
18.6.1.3 Rol van de mediator 432
18.6.1.4 Rolwisseling 437
18.6.2 Literatuur 441
18.6.2.1 Inventarisatie diverse gedragsregels? 441
18.6.2.2 Vertrouwelijkheid 442
18.6.2.3 Vrijblijvendheid 445
18.6.2.4 Onafhankelijkheid en neutraliteit 446
18.6.2.5 Partijautonomie 448
18.6.3 Tussenconclusie 449
18.7 De vaststellingsovereenkomst 449
18.8 Conclusie 453
18.9 Kansen en knelpunten 454
Hoofdstuk 19 - Aansprakelijkheid van de bindend adviseur 457
E.H. Hondius
Hoofdstuk 20 - Online arbitrage: lessen uit KEI en e-Court
H.W. Wefers Bettink
20.1 Inleiding 463
20.2 Wetgevend kader digitale arbitrage 465
20.3 NAI Arbitragereglement 467
20.4 Digitale arbitrage bij andere instituten 469
20.4.1 UNUM 469
20.4.2 E-Court 470
20.4.3 Raad van Arbitrage voor de Bouw 471
20.4.4 SGOA 472
20.4.5 NCC 472
20.4.6 JAMS (VS) 472
20.4.7 World Intellectual Property Organisation: beslechting van domeinnaamgeschillen 473
20.5 KEI als baken 474
20.5.1 Inleiding 474
20.5.2 Wetgeving 475
20.5.3 Keuzes 475
20.5.4 Ontwikkeling zaaksysteem 477
20.5.5 Invoering digitaal procederen voor handelsvorderingen 478
20.5.6 Stopzetten KEI-project 478
20.5.7 Weeffouten 482
20.5.8 Faillissementstoezicht als toetssteen 485
20.6 Digitale arbitrage bij e-Court 486
20.6.1 Een moeizame start 486
20.6.2 Fouten 488
20.6.3 Prejudiciële vragen 489
20.7 Lessen voor digitale arbitrage bij het NAI 491
20.7.1 KEI-project 491
20.7.2 Lessen uit e-Court 492
20.8 De tien BIT-regels aangepast voor het NAI 493
Hoofdstuk 21 - Een beschouwing over de kansen en mogelijkheden van het arbitraal kort geding en de arbitrale spoedbodemprocedure bij het Nederlands Arbitrage Instituut R. Schellaars & F.M.A. Potter 21.1 Introductie 495
21.2 Het arbitraal kort geding 497
21.2.1 Het arbitraal kort geding bij het NAI 498
21.2.1.1 Zelfstandig arbitraal kort geding 499
21.2.1.2 Toegangseisen – nader 500
21.2.1.3 Bevoegdheid 501
21.2.1.4 Benoemingsregeling 501
21.2.1.5 Procedure 502
21.2.1.6 Vonnis 502
21.2.2 Hoe verhoudt het arbitraal kort geding van het NAI zich tot de Nederlandse arbitragewet? 503
21.2.3 De verhouding van het arbitraal kort geding tot de bevoegdheid van de gewone rechter 504
21.3 De arbitrale spoedbodemprocedure 508
21.3.1 Arbitrale spoedbodemprocedure is gangbaar 508
21.3.1.1 Poortwachtersfunctie van instituut 511
21.3.1.2 Unus arbiter 511
21.3.1.3 Concentratie en versnelling van het debat 512
21.3.1.4 Beperkte mogelijkheid tot bewijslevering 512
21.3.1.5 Korte (en harde) termijn voor het wijzen van vonnis 513
21.3.1.6 Beperkte administratiekosten en kosten voor arbiters 513
21.3.1.7 Spoedbodemprocedure anders dan de TGV regeling 514
21.3.2 Hoe verhoudt de spoedbodemprocedure zich tot de Nederlandse arbitragewet? 514
21.4 Kansen 515
21.4.1 Uitgangspositie NAI 515
21.4.2 Voorstel 1: spoedbodemprocedure met waarborgen als uitgangspunt 516
21.4.2.1 De financiële grens: spoedbodemprocedure standaard bij financieel belang tot € 2 miljoen 520
21.4.2.2 Nationaal en internationaal 521
21.4.2.3 Benoeming arbiters: directe benoeming van een unus arbiter 522
21.4.2.4 Borging kwaliteit arbitrale vonnissen: introductie ‘scrutiny light’ 523
21.4.2.5 Doorlooptijden: stuur op snelheid maar niet met harde deadlines 524
21.4.2.6 Hoger beroep: wijs partijen de weg maar leg het niet op 525
21.4.3 Arbitraal kort geding: enkele kansen 526
21.4.4 Overige kansen en perspectieven 527
21.5 Afronding 528
Hoofdstuk 22 - Bewijs in arbitragezaken
A. Hammerstein
22.1 Inleiding 529
22.2 Vrijheid met begrenzing 530
22.3 Het bewijsaanbod 531
22.4 Verschillende stelsels 532
22.5 Stelplicht 533
22.6 Medewerkingsplicht 534
22.7 Bewijslastverdeling 536
22.8 Tijdigheid 537
22.9 Toelaatbaarheid van bewijs 537
22.10 Getuigen en deskundigen 539
22.11 Door het scheidsgerecht benoemde deskundigen 542
22.12 Bewijswaardering 545
22.13 Slot 546
Hoofdstuk 23 - De mondelinge behandeling in arbitrage: achttien praktische aanbevelingen
N. Peters
23.1 Inleiding 547
23.2 Betrokkenheid van de partijen bij het vaststellen van de procesorde is geïndiceerd 547
23.3 Agendeer de zitting voor de mondelinge behandeling zo vroeg mogelijk 551
23.4 Partijen hebben recht op een mondelinge behandeling 552
23.5 Het scheidsgerecht kan te allen tijde een mondelinge toelichting bevelen 555
23.6 Wees terughoudend met uitstel van de mondelinge behandeling 556
23.7 Kies een geschikte locatie voor de mondelinge behandeling 557
23.8 Houd rekening met het vertrouwelijke karakter van arbitrage 558
23.9 Stel de procesorde voor een zitting vooraf vast 559
23.10 Alloceer tijd aan partijen in het licht van de omstandigheden van het geval 559
23.11 Maak afspraken over de aanwezigheid van tolken 561
23.12 Maak afspraken over het vastleggen van het verhandelde ter zitting 561
23.13 Bepaal tot wanneer stukken in het geding mogen worden gebracht 562
23.14 Bepaal tijdig of, en zo ja, welke getuigen en/of deskundigen worden gehoord 563
23.15 Wees alert op cultuurverschillen voor de mondelinge behandeling 565
23.16 Maak afspraken voor het horen van getuigen en deskundigen 567
23.17 Sta post hearing briefs toe als de zaak daarom vraagt 571
23.18 Het staat het scheidsgerecht vrij om vragen te stellen 571
23.19 De mondelinge behandeling kan ook worden gebruikt ter beproeving van een schikking 572
23.20 Conclusie 573
Hoofdstuk 24 - De kostenveroordeling in arbitrage: suggesties ter bevordering van voorspelbaarheid, transparantie en uniformiteit
M. van de Hel-Koedoot & P.B. Fritschy
24.1 Inleiding 575
24.2 Kosten in het huidige NAI Arbitragereglement 578
24.3 Opnemen gezichtspunten oordeel kostenveroordeling in NAI Arbitragereglement 580
24.3.1 Gezichtspunt 1: het al dan niet hebben bevorderd van een spoedig en efficiënt procesverloop 581
24.3.2 Gezichtspunt 2: opzettelijke vertraging en/of obstructie 583
24.3.3 Conclusie: concreet voorstel voor incorporatie van beide gezichtspunten 584
24.4 Mogelijkheid kort partijdebat omtrent kosten en de kostenveroordeling 585
24.5 Motiveringsplicht scheidsgerecht 588
24.6 Conclusie 591
III. DE UITKOMST
Hoofdstuk 25 - Het mondelinge arbitraal vonnis
A.I.M. van Mierlo
25.1 Inleiding 595
25.2 De uitspraak van de overheidsrechter 596
25.2.1 Schriftelijke vonnissen en beschikkingen 596
25.2.2 Mondelinge vonnissen en beschikkingen; art. 30p Rv 598
25.2.3 Betekenis van art. 30p Rv; geen exclusieve regeling van mondelinge uitspraak 601
25.2.4 Vijf nadere regels die gelden voor mondelinge uitspraken 604
25.3 Arbitrale vonnissen 610
25.3.1 De vaststelling van het vonnis; besluitvorming bij meerderheid 610
25.3.2 De vereisten voor het vonnis; op schrift (art. 1057 lid 2 Rv) 611
25.3.3 Het mondelinge arbitraal vonnis 615
25.3.4 De dagelijkse praktijk? 617
25.4 Besluit 619
Hoofdstuk 26 - De termijnen voor verbetering en aanvulling, mede in het licht van het NAI Arbitragereglement, alsmede aanbevelingen ter voorkoming van kennelijke fouten en nalaten te beslissen
I.P.M. van den Nieuwendijk
26.1 Inleiding 621
26.2 Termijn voor verzoek tot verbetering en/of aanvulling 623
26.2.1 Algemeen 623
26.2.2 Uitgangspunt is overeengekomen termijn 625
26.2.2.1 Algemeen 625
26.2.2.2 Art. 47 en 48 NAI Arbitragereglement; afwijkend van de wettelijke termijn 626
26.2.3 Geen overeengekomen termijn: tot drie maanden na de dag van verzending 627
26.2.4 Geen overeengekomen termijn maar wel nederlegging: drie maanden na de dag van nederlegging 628
26.3 Duur van de procedure en beslistermijn? 628
26.4 Termijn verstreken; wat nu? 631
26.4.1 Algemeen 631
26.4.2 Termijn verstreken voor verzoek tot verbetering 632
26.4.3 Termijn verstreken voor verzoek tot aanvulling 635
26.5 Termijn voor vernietiging na verzoek tot verbetering en/of aanvulling 636
26.6 Vier aanbevelingen voor het NAI Arbitragereglement 637
26.6.1 Algemeen 637
26.6.2 Checklist voor het arbitraal vonnis 637
26.6.3 Checklist voor verbetering en aanvulling 638
26.6.4 Verzoek om aanvullend depot 639
26.6.5 Een ‘scrutiny’-bepaling 640
26.7 Tot slot 641
Bijlage 1: Checklist voor arbiters voor een arbitraal vonnis onder het NAI Arbitragereglement 643
Bijlage 2: Checklist voor arbiters voor verbetering en aanvulling 647
Hoofdstuk 27 - De vernietiging van arbitrale vonnissen: lessen voor (NAI-)arbiters?
P.E. Ernste & C.L. Schleijpen
27.1 Inleiding 651
27.2 Vernietigingsgronden 653
27.2.1 Algemeen 653
27.2.2 Ontbreken van een geldige overeenkomst tot arbitrage (art. 1065 lid 1 sub a Rv) 655
27.2.3 Samenstelling van het scheidsgerecht (art. 1065 lid 1 sub b Rv) 659
27.2.4 Schending opdracht (art. 1065 lid 1 sub c Rv) 661
27.2.4.1 Algemeen 661
27.2.4.2 Essentiële weren 662
27.2.4.3 Het scheidsgerecht heeft nagelaten te beslissen op één of meer vorderingen 665
27.2.4.4 Aanvullen van de feiten 669
27.2.4.5 Aanvullen van rechtsgronden 670
27.2.4.6 Meer of anders toewijzen dan gevorderd 671
27.2.4.7 Hanteren onjuiste beslissingsmaatstaf 672
27.2.4.8 Schending formele zijde van de opdracht 673
27.2.5 Ondertekeningsgebreken (art. 1065 lid 1 sub d Rv) 675
27.2.6 Motiveringsgebreken (art. 1065 lid 1 sub d Rv) 678
27.2.7 Schending van de openbare orde (art. 1065 lid 1 sub e Rv) 683
27.2.7.1 Algemeen 683
27.2.7.2 Strijd met dwingend (EU-)recht van een fundamenteel karakter 684
27.2.7.3 Handelen in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor 684
27.2.7.4 Bewijs 689
27.2.7.5 Strijd met het beginsel van onpartijdigheid en onafhankelijkheid 691
27.3 Vernietiging en terugverwijzing (art. 1065a Rv) 694
27.4 Conclusie 697
Hoofdstuk 28 - De weg van schikking naar vonnis
P. Ortolani
28.1 Inleiding 701
28.2 De redenen om een vaststellingovereenkomst in een arbitraal schikkingsvonnis te laten vastleggen 703
28.3 Een schikking na aanvang van een arbitraal geding 705
28.3.1 Het schikkingsvonnis in de arbitragepraktijk 705
28.3.2 De opbouw van een schikkingsvonnis 708
28.3.3 De weigering een schikkingsvonnis te wijzen 709
28.4 Mediation en het vastleggen van een schikking in een arbitraal vonnis 711
28.5 Potentiële weigerings- en vernietigingsgronden met betrekking tot het schikkingsvonnis 715
28.5.1 De aard van het schikkingsvonnis 715
28.5.2 Het ontbreken van de gronden waarop het schikkingsvonnis berust 717
28.5.3 Ultra petita 718
28.5.4 De arbitrageprocedure is niet in overeenstemming met de overeenkomst van de partijen 720
28.5.5 Onmogelijkheid om de zaak te verdedigen 720
28.5.6 Het schikkingsvonnis is in strijd met de materiële openbare orde 722
28.6 De relatie tussen het schikkingsvonnis en ‘the United Nations Convention on International Settlement Agreements Resulting from Mediation’ 723
28.7 Conclusie 725
Hoofdstuk 29 - Arbitrage en Vertrouwelijkheid: bestaan en Contouren van een Beginsel
F. De Ly
29.1 Inleiding 727
29.2 Aanname van Vertrouwelijkheid in Arbitrage en Grondslagen 727
29.3 Australische en Zweedse Onrust 729
29.4 Aandacht voor Vertrouwelijkheid: Wetgeving en Arbitragereglementen 730
29.5 Nederland en Vertrouwelijkheid 732
29.6 Contouren van het Vertrouwelijkheidsbeginsel 734
29.6.1 Omschrijving van het Vertrouwelijkheidsbeginsel 734
29.6.2 Vertrouwelijkheidsbeginsel en Partijautonomie 740
29.6.3 Voorwerp van het Vertrouwelijkheidsbeginsel 740
29.6.4 Personen Onderworpen aan Vertrouwelijkheid 743
29.6.5 Uitzonderingen op Vertrouwelijkheid 746
29.6.6 Processuele Aspecten 748
29.7 Conclusie 751
IV. VARIA
Hoofdstuk 30 - De arbitrale secretaris
M.A. Rooijakkers & M.W. Scheltema
30.1 Inleiding 755
30.2 De contractuele verhoudingen onderzocht: de positie van de arbitrale secretaris binnen een (toch al gecompliceerde) meerpartijenverhouding 756
30.2.1 Procespartijen onderling: de overeenkomst tot arbitrage 757
30.2.2 De rechtsverhouding tussen procespartijen en arbiters 758
30.2.3 De rechtsverhoudingen in geval van institutionele arbitrage: drie samenhangende opdrachten – geen meerpartijenovereenkomst 760
30.2.3.1 Procespartijen – arbiters 760
30.2.3.2 Procespartijen – arbitrage-instituut 760
30.2.3.3 Arbitrage-instituut – arbiters 761
30.2.4 De opdracht aan de arbitrale secretaris: door wie? 762
30.2.4.1 Benoeming door het arbitrage-instituut: ‘toevoeging aan het tribunaal’ 762
30.2.4.2 Benoeming arbitrale secretaris door arbiters: ‘onderdeel van het tribunaal’ 764
30.2.4.3 Benoeming arbitrale secretaris door partijen 765
30.3 Wettelijke en institutionele regelgeving over de inhoud van de opdracht aan de arbitrale secretaris 766
30.3.1 Regelgeving binnen Nederland 767
30.3.2 Internationale richtsnoeren 768
30.4 Mogelijkheden voor het adresseren van overschrijdingen 771
30.4.1 Schending van de opdracht door het scheidsgerecht 772
30.4.2 Aansprakelijkheid van – of voor – de arbitrale secretaris 774
30.5 Afronding 774
Hoofdstuk 31 - De procedurele kaders voor meerpartijenarbitrage
B.R.D. van der Plas-Hoebeke
31.1 Meerpartijenarbitrage in Nederland: trendsetter of faux pas? 777
31.2 Nederlands wettelijk stelsel en het NAI Arbitragereglement: hoe een tweepartijenarbitrage een meerpartijenarbitrage kan worden 781
31.3 Internationaal: meerpartijenarbitrage in de praktijk 802
31.4 Een internationale ‘polish’ van het NAI Arbitragereglement wat betreft meerpartijenarbitrage gewenst? 809
31.5 Conclusie: optimale procedurele kaders die partijautonomie in meerpartijenarbitrages faciliteren 814
V. SLOT
Hoofdstuk 32 - “GOING DUTCH” Voor ADR, in het bijzonder richting NAI: de moeite waard (?!) 819
C.J.M. Klaassen & G.J. Meijer
32.1 Inleiding 819
32.2 Welke terreinen lenen zich voor NAI-ADR? 820
32.3 Het NAI naast het NCC 830
32.4 Een aandachtspunt voor arbitrage in internationale verhoudingen 832
32.5 Aansprakelijkheidsrisico’s 833
32.6 Enkele aspecten betreffende de inrichting van de arbitrageprocedure 838
32.6.1 Arbitrale spoedprocedures 838
32.6.2 De mondelinge behandeling 839
32.6.3 Digitalisering 841
32.6.4 De kosten 842
32.6.5 Diverse aspecten van vertrouwelijkheid 844
32.6.6 Bewijslevering 847
32.6.7 Een complicatie: meerpartijenarbitrage 848
32.7 De positie van de secretaris 849
32.8 De uitkomst: het arbitrale vonnis 851
32.8.1 De mogelijkheid van een mondeling vonnis 851
32.8.2 Verbetering en aanvulling 852
32.8.3 Het schikkingsvonnis 853
32.9 Afronding 854
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan