Executierecht

Voorwoord / V

1 Inleiding. Executoriale titels. Enkele algemene regels van executierecht / 1
1.1 Inleiding / 1
1.2 Executierecht / 2
1.3 Beslagrecht / 3
1.4 Faillissementsrecht / 5
1.5 Het recht van parate executie / 5
1.6 Wettelijke regeling / 6
1.7 Executoriale titels / 7
1.8 Niet iedere executoriale titel is direct voor executie vatbaar / 8
1.9 Condemnatoire vonnissen en beschikkingen van de Nederlandse rechter / 10
1.10 Beslissingen van buitenlandse rechters / 10
1.11 Proces-verbaal schikkingscomparitie / 12
1.12 Arbitrale vonnissen / 12
1.13 Authentieke akten / 12
1.14 Dwangbevel / 14
1.15 Keuzemogelijkheden voor de schuldeiser/executant; vermogensbestanddelen waarop geen beslag mag worden gelegd / 14
1.16 De deurwaarder / 15
1.17 De sterke arm / 17
1.18 Verplichting van veroordeelde tot medewerking aan executie en het verschaffen van inlichtingen / 18
1.19 Het huisrecht / 19
1.20 Voorafgaande betekening / 20
1.21 Overgang van bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel / 21
1.22 Executie onder een derde / 22
1.23 Executie van een beperkt recht op of een aandeel in een goed / 23
1.24 Executiegeschillen / 24
1.25 Domiciliekeuze / 27
1.26 Executiekosten / 27
1.27 Verjaring van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging / 28
1.28 Beslag mag niet worden gelegd op goederen, bestemd voor de openbare dienst. Immuniteit van executie / 29
1.29 Art. 65 en nietigheden in het executierecht / 30

2 Reële executie. Indirecte executiemiddelen / 33
2.1 Reële executie / 33
2.2 Voorbeelden van reële executie / 34
2.3 Botsende executies / 37
2.4 Directe en indirecte executiemiddelen / 39

DWANGSOM / 39
2.5 Inleiding / 39
2.6 Beleidsruimte van de rechter / 42
2.7 Dwangsom ter afdwinging van een veroordeling tot betaling van een geldsom / 43
2.8 Dwangsom tot nakoming van arbeidsrechtelijke en familierechtelijke verplichtingen / 44
2.9 Dwangsom en schadevergoeding; boetebeding / 45
2.10 Opheffing, opschorting en vermindering van de dwangsom / 45
2.11 Faillissement / 48
2.12 Korte verjaringstermijn / 48
2.13 Verbeurte dwangsom eerst na betekening / 49
2.14 Rechtsmiddelen en kort geding / 49
2.15 Executie van dwangsommen / 52
2.16 Overgang van rechten voortspruitend uit dwangsomveroordeling / 52

LIJFSDWANG (GIJZELING) / 53
2.17 Lijfsdwang als ultimum remedium / 53

3 Beslagrecht; algemene opmerkingen en onderscheiding van de belangrijkste soorten beslag / 57
3.1 Terminologie / 57
3.2 De beslaglegging / 57
3.3 Blokkering / 58
3.4 Pauliana / 61
3.5 Medeschuldeisers / 61
3.6 Onderverdeling / 61
3.7 Executoriale en conservatoire beslagen / 62
3.8 Verhaalsbeslagen en beslagen tot afgifte of levering / 64
3.9 Faillissement en beslag / 65
3.10 Complicaties bij beslag tot afgifte of levering / 66
3.11 Overige complicaties / 66
3.12 Ten onrechte gelegde beslagen; schadevergoeding / 67
3.13 Verhaal op goederen die niet aan de schuldenaar toebehoren / 68
3.14 Het einde van het beslag / 69

4 Executoriale beslagen op goederen die geen registergoederen zijn / 71
4.1 Overzicht / 71
4A Executoriaal beslag op roerende zaken / 71
4.2 Gang van zaken bij het leggen van het beslag / 71
4.3 Goederen waarop geen beslag mag worden gelegd / 72
4.4 Medewerkingsplicht van derden / 73
4.5 Gerechtelijke bewaring van in beslag genomen zaken / 74
4.6 Verzet tegen de executie door een derde / 74
4.7 Blokkerende werking; zaaksvervanging / 75
4.8 Medeschuldeisers / 76
4.9 De executoriale verkoop / 76
4.10 Varia / 77
4.11 Executie door de pandhouder / 78
4B Executoriaal derdenbeslag / 79
4.12 Inleiding. Vermogensbestanddelen waarop executoriaal derdenbeslag kan worden gelegd / 79
4.13 Gang van zaken bij het derdenbeslag / 81
4.14 De geëxecuteerde en de door de derde-beslagene afgelegde verklaring / 84
4.15 De derde-beslagene / 85
4.16 Beslag op toekomstige vorderingen; niet-opeisbare vorderingen / 87
4.17 Medeschuldeisers / 88
4.18 Blokkering / 89
4.19 Onevenredig laag arbeidsinkomen / 91
4.20 Alimentatie / 91
4.21 Derdenbeslag onder de overheid / 93
4.22 Gewoon beslag op roerende zaken die zich onder een derde bevinden / 93
4C Executoriaal beslag onder de schuldeiser zelf / 94
4.23 Executoriaal beslag onder de schuldeiser zelf / 94
4D Verdeling van de opbrengst der executie / 95
4.24 Verdeling van de opbrengst der executie / 95
4E Executoriaal beslag tot verkrijging van afgifte van roerende zaken die geen registergoederen zijn / 97
4.25 Executoriaal beslag tot verkrijging van afgifte van roerende zaken die geen registergoederen zijn / 97
4.26 Samenlopende beslagen / 98

5 Executoriaal beslag op onroerende zaken / 99
5.1 Executoriaal beslag op onroerende zaken; vergelijking met het beslag op roerende zaken; beslag op schepen en luchtvaartuigen / 99
5.2 Gang van zaken bij het leggen van het beslag / 100
5.3 Blokkerende werking / 101
5.4 Faillissement en beslag op onroerende zaken / 105
5.5 Medeschuldeisers; hypotheekhouders / 106
5.6 Rechten van derden op het beslagen goed / 107
5.7 Executoriale verkoop; eigendomsovergang; zuivering / 108
5.8 Ontruiming van de geëxecuteerde zaak / 109
5.9 Verdeling van de opbrengst der executie / 110
5.10 Doorhaling van ingeschreven beslagen / 110

6 Conservatoire maatregelen / 113
6.1 Inleiding: conservatoire beslagen en andere conservatoire maatregelen / 113
6.2 Systeem van wetgeving; behandelingsplan / 114
6A Algemene bepalingen voor conservatoir beslag / 115
6.3 Vermogensbestanddelen waarop wel/geen conservatoir beslag gelegd mag worden / 115
6.4 Verlof van de voorzieningenrechter / 115
6.5 Zwarte en grijze beslagen / 117
6.6 Vrees voor verduistering / 118
6.7 De hoofdzaak / 119
6.8 Het stellen van zekerheid door de beslaglegger / 121
6.9 Het stellen van zekerheid (algemeen) / 121
6.10 Gang van zaken bij het leggen van conservatoir beslag / 122
6.11 Blokkerende werking / 123
6.12 Geschillen over conservatoir beslag (art. 705) / 124
6.13 Opheffingsgronden (art. 705 lid 2) / 125
6.14 Verzuim van op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen / 126
6.15 Ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht; het niet nodig zijn van het beslag / 126
6.16 Zekerheidstelling door de beslagene / 127
6.17 Overgang in executoriaal beslag / 128
6.18 Beëindiging van het beslag als duidelijk is dat de beslaglegger geen executoriale titel verkrijgt (art. 704 lid 2) / 129
6.19 Verkoop van in conservatoir beslag genomen goederen, alvorens de beslaglegger over een executoriale titel beschikt / 129
6.20 Kosten van het beslag / 130
6.21 Is conservatoir beslag mogelijk om nog niet opeisbare en toekomstige vorderingen veilig te stellen? / 131
6.22 Systeem van verwijzing in de regeling van de afzonderlijke conservatoire beslagen / 131
6B Conservatoire verhaalsbeslagen / 132
6.23 Inleiding / 132
6.24 Conservatoir beslag onder de schuldenaar op roerende zaken die geen registergoederen zijn / 133
6.25 Conservatoir derdenbeslag / 133
6.26 Conservatoir beslag onder de schuldeiser zelf / 135
6.27 Conservatoir beslag op onroerende zaken / 135
6C Overige conservatoire beslagen / 136
6.28 Inleiding / 136

CONSERVATOIR BESLAG TOT AFGIFTE VAN ZAKEN EN LEVERING VAN GOEDEREN / 136
6.29 Toepassingsmogelijkheden / 136
6.30 Wijze van beslaglegging en overige formaliteiten / 137
6.31 Verdeling gemeenschap; enkele bijzondere bepalingen / 138
6.32 Afwikkeling van het beslag / 139
6.33 Samenlopende beslagen / 140

CONSERVATOIR BESLAG TEGEN SCHULDENAREN ZONDER BEKENDE WOONPLAATS (VREEMDELINGENBESLAG; SAISIE FORAINE) / 140
6.34 Toepassingsmogelijkheden / 140
6.35 Bewaring / 141
6.36 Verlof schept competentie / 141

MARITAAL BESLAG / 143
6.37 Doel en toepassingsmogelijkheden / 143
6.38 Wijze van beslagleggen; eigen aard van het maritaal beslag en daarmee verband houdende afwijkende regels / 143
6.39 Afwikkeling van het beslag / 144
6.40 Samenlopende beslagen / 144

BEWIJSBESLAG / 145
6.41 Beknopte beschrijving / 145
6.42 Ook buiten het IE-terrein / 146

Lijst van voornaamste literatuur / 151
Register van wetten en verdragen / 155
Jurisprudentieregister / 167
Trefwoordenregister / 177