Openbaar Ministerie
Organisatie en functioneren van het Openbaar Ministerie in Nederland
Gebonden Nederlands 2023 1e druk 9789013173673Samenvatting
Deze titel geeft een actueel overzicht van de organisatie en het functioneren van het Openbaar Ministerie in Nederland. Dit is het eerste handboek waarin de beschikbare kennis over het OM is gebundeld. Er wordt hierbij niet enkel met een juridische blik naar het Openbaar Ministerie gekeken, maar ook vanuit andere relevante disciplines.
Het Openbaar Ministerie vormt een van de meest cruciale instituten van de staat en vervult belangrijke rollen bij de opsporing en vervolging van verdachten en de tenuitvoerlegging van sancties. Het Openbaar Ministerie heeft in dat verband vergaande bevoegdheden om in te grijpen in de persoonlijke levenssfeer van burgers. Het Openbaar Ministerie heeft het gezag over de politie en andere organisaties voor zover het gaat om de opsporing van strafbare feiten. Vervolgens is het aan het Openbaar Ministerie om op basis van de resultaten van het opsporingsonderzoek te besluiten de zaak al dan niet aan de rechter voor te leggen, waarbij het OM ook over verschillende mogelijkheden beschikt de zaak zelf af te doen.
Het Openbaar Ministerie is niet alleen nationaal, maar ook internationaal actief. Op deze wijze beoogt het Openbaar Ministerie een rol te vervullen bij de criminaliteitsbeheersing in Nederland en daarbuiten. Tegelijkertijd heeft het Openbaar Ministerie een belangrijke rol bij het waarborgen van de rechtsstatelijkheid van opsporing en vervolging. Kortom: het Openbaar Ministerie is als organisatie van cruciaal belang voor de organisatie en het functioneren van de rechtsstaat in Nederland.
In Openbaar Ministerie wordt de wetenschappelijke en praktijkgerichte kennis over het Openbaar Ministerie bij elkaar gebracht door auteurs met verschillende achtergronden binnen de wetenschap en de praktijk. Daarmee is voor het eerst een integraal handboek tot stand gebracht waarin de beschikbare kennis over het Openbaar Ministerie is gebundeld. Deze titel biedt daarmee een interdisciplinair beeld van het Openbaar Ministerie in Nederland, waarbij niet alleen met een juridische blik, maar ook vanuit andere disciplines naar het OM wordt gekeken.
Openbaar Ministerie ontwikkelingen
Het Openbaar Ministerie is een permanent onderwerp van maatschappelijke, politieke en wetenschappelijke discussie. Met deze titel worden de achtergronden van de organisatie en van het functioneren van het Openbaar Ministerie uitgebreid behandeld. Daarmee krijgen wetenschap, praktijk en onderwijs beter inzicht in de redenen achter het handelen van het OM.
Openbaar Ministerie is van grote waarde voor personen en organisaties die met het Openbaar Ministerie te maken hebben. Denk aan medewerkers, politie, ministeries, gemeenten en wetenschappers. De titel wordt daarnaast ook gebruikt door HBO en WO studenten in rechten, bestuurskunde en veiligheidswetenschap.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
J.H. Crijns, E.R. Muller & R. Robroek
DEEL I ORGANISATIE EN BESTEL OPENBAAR MINISTERIE
HOOFDSTUK 1
Enkele opmerkingen over de geschiedschrijving van het Openbaar Ministerie / 7
G.C. Haverkate
1.1 Inleiding / 7
1.2 Een eerste blik op de jubileumbundel uit 2011 / 7
1.3 Geschiedschrijving langs de lijnen van ontwikkelingen binnen de wetgeving / 10
1.4 Een tweede blik op de jubileumbundel uit 2011 / 12
1.5 Overige algemene beschrijvingen van het Openbaar Ministerie / 13
1.6 Enkele proefschriften over het Openbaar Ministerie / 15
1.7 Een oud thema wordt weer actueel / 16
1.8 Slotbeschouwing / 18
HOOFDSTUK 2
Het OM in de Wet op de rechterlijke organisatie / 25
P.M. Frielink
2.1 Inleiding / 25
2.2 De aanloop naar een nieuwe organisatie van het OM / 26
2.3 De onderdelen van de OM-organisatie / 28
2.3.1 Inleiding / 28
2.3.2 Het College van procureurs-generaal / 29
2.3.3 Het Parket-Generaal (art. 135 RO) / 31
2.3.4 De arrondissementsparketten (art. 136 RO) / 31
2.3.5 Het Landelijk Parket (art. 137 RO) / 33
2.3.6 Het Functioneel Parket (art. 137a RO) / 34
2.3.7 Het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (art. 137b RO) / 36
2.3.8 Het ressortsparket (art. 138 RO) / 37
2.4 De gezags- en verantwoordingslijnen / 38
2.4.1 Intern / 38
2.4.2 Extern / 39
2.5 De taken van het OM / 40
2.5.1 Inleiding / 40
2.5.2 Opsporing / 41
2.5.3 Vervolging / 42
HOOFDSTUK 3
De rol van het Openbaar Ministerie op meerdere rechtsgebieden / 47
M.E. de Meijer
3.1 Inleiding / 47
3.2 Een historische beschouwing / 48
3.3 De rol van het OM op strafrechtelijk gebied / 52
3.4 De rol van het OM op bestuursrechtelijk gebied en in de rol van bestuursorgaan / 53
3.5 De rol van het OM op privaatrechtelijk gebied / 56
3.6 Afsluitende opmerkingen / 62
HOOFDSTUK 4
Organisatie, organisatieontwikkeling en kwaliteit / 67
R. Robroek
4.1 Inleiding / 67
4.2 Drie vormen van kwaliteit / 68
4.3 Kwaliteit op zaaksniveau: in grote en kleine(re) zaken / 70
4.4 Kwaliteit door beleid / 73
4.4.1 Haalbaar en realistisch beleid: ‘tekortschieten’ als onvermijdelijk gegeven / 74
4.4.2 Beleidsvorming in de praktijk: aanwijzingen voorwaardelijke modaliteiten / 76
4.4.3 (Open) vragen voor de toekomstige ontwikkeling van OM-beleid / 78
4.5 Proceskwaliteit / 80
4.5.1 Procesinrichting in de praktijk 1: DNA-afname in strafzaken / 80
4.5.2 Randvoorwaarden voor procesinrichting / 81
4.5.3 Procesinrichting in de praktijk 2: structuur van proceseigenaren en proceskringen / 83
4.5.4 (Open) vragen voor de toekomstige ontwikkeling van de procesinrichting van het OM / 84
4.6 Uitleiding / 86
HOOFDSTUK 5
Toezicht op het OM / 91
A.E. Harteveld
5.1 Inleiding / 91
5.2 Ontwikkelingen / 92
5.3 Wat is toezicht? / 93
5.4 Toezichtinstanties in volgelvlucht / 93
5.4.1 Intrasystematisch toezicht / 93
5.4.2 Extern toezicht / 98
5.4.3 Tussenbalans extern toezicht / 104
5.5 Meer toezicht op het OM? / 105
HOOFDSTUK 6
Het Openbaar Ministerie: Stabilisatievin van het rechtsstaatschip / 109
S. Zouridis
6.1 Het Openbaar Ministerie: te veel en te weinig magistratelijk tegelijk / 109
6.2 De rechtsstaat: een levende werkelijkheid onder hoogspanning / 111
6.3 Institutioneel management bij het OM: stabilisator in de rechtsstaat / 117
6.4 De rechtsstaat in crisis / 119
6.5 Het OM als rechtsstaatstabilisator / 121
DEEL II FUNCTIONEREN OPENBAAR MINISTERIE
HOOFDSTUK 7
Opsporing / 131
J.H. Crijns
7.1 Inleiding / 131
7.2 Opsporingsbegrip / 132
7.3 Normering van de opsporing / 134
7.3.1 Bevoegdheidsgrondslag / 134
7.3.2 Gezag van de officier van justitie / 135
7.4 Toezicht op de opsporing / 136
7.4.1 Toezicht door het Openbaar Ministerie / 137
7.4.2 Toezicht door de rechter / 137
7.4.3 Extern toezicht / 138
7.5 Ontwikkelingen binnen de regeling en de praktijk van de opsporing / 139
7.5.1 Horizontalisering / 141
7.5.2 Digitalisering en datagedreven opsporing / 144
7.5.3 Internationalisering / 145
7.6 Opsporing in de Modernisering van het Wetboek van Strafvordering / 147
7.7 Conclusie / 149
HOOFDSTUK 8
Vervolging / 155
W. Geelhoed
8.1 Vervolging als taak van het Openbaar Ministerie / 155
8.2 Het vervolgingsbegrip / 157
8.2.1 Vervolging als fase / 157
8.2.2 Daden van vervolging / 157
8.2.3 De ‘criminal charge’ / 159
8.3 Componenten van de vervolgingsbeslissing / 161
8.4 Haalbaarheid van de vervolging / 161
8.4.1 Haalbaarheid als standaard / 161
8.4.2 De kwalificatievraag / 163
8.4.3 Haalbaarheid en straftoemeting / 163
8.5 Het opportuniteitsbeginsel / 163
8.5.1 Positieve en negatieve interpretatie / 163
8.5.2 Beleidsvorming / 164
8.5.3 Een institutionele dimensie? / 165
8.5.4 Het algemeen belang / 166
8.5.5 Het vervolgingsbeleid / 167
8.6 De inhoud van de vervolgingsbeslissing / 167
8.6.1 Waarvoor wordt vervolgd? / 167
8.6.2 Wie wordt vervolgd? / 168
8.6.3 Op welke wijze wordt vervolgd? / 169
8.7 Het vervolgingsmonopolie / 170
8.8 Besluit / 172
HOOFDSTUK 9
Buitengerechtelijke afdoening / 179
J. Bijlsma, E. Sikkema en W.S. de Zanger
9.1 Inleiding / 179
9.2 De (hoge) transactie / 180
9.2.1 Wet en beleid / 180
9.2.2 Toepassing en discussie / 181
9.3 Het voorwaardelijk sepot / 183
9.3.1 Totstandkoming / 183
9.3.2 Voorwaarden en uitvoering / 184
9.3.3 Rechtsgevolgen en rechtsbescherming / 186
9.3.4 Toepassing en discussie / 187
9.4 De strafbeschikking / 187
9.4.1 Karakter en wettelijke regeling / 187
9.4.2 Toepassing en discussie / 192
9.5 De toekomst van de buitengerechtelijke afdoening van strafzaken / 193
9.5.1 Transactie en rechterlijke toetsing / 194
9.5.2 De voorwaardelijke strafbeschikking / 195
9.5.3 De verbeurdverklaring als sanctie in de strafbeschikking / 198
9.5.4 Voorwaardelijk sepot en modernisering Strafvordering / 199
9.6 Afsluiting / 199
HOOFDSTUK 10
Openbaar Ministerie en executie / 205
S. Meijer
10.1 Inleiding / 205
10.2 Taakverdeling minister – AICE – Openbaar Ministerie / 206
10.2.1 De minister / 206
10.2.2 Het Administratie- en informatiecentrum voor de Executieketen / 206
10.2.3 Het Openbaar Ministerie / 207
10.3 Doelen van tenuitvoerlegging / 207
10.4 Kerntaken Openbaar Ministerie bij de tenuitvoerlegging / 210
10.4.1 Het verstrekken van strafrechtelijke beslissingen / 210
10.4.2 Het geven van het OM-advies / 210
10.4.3 Het gezag over de politie / 212
10.4.4 Ingrijpen in de tenuitvoerlegging / 212
10.4.5 Voorwaardelijke invrijheidstelling / 214
10.4.6 Het toezicht op de naleving van voorwaarden en vrijheidsbeperkende sancties / 217
10.4.7 ‘Contacten met’ het slachtoffer / 218
10.5 Afronding / 220
HOOFDSTUK 11
Criminaliteitsbestrijding / 223
J.M.W. Lindeman
11.1 Inleiding / 223
11.2 Beleid, wetgeving en organisatorische aspecten van criminaliteitsbestrijding / 226
11.2.1 Inleiding / 226
11.2.2 De impact van de politiek op criminaliteitsbestrijding door het OM / 227
11.3 Het instrumentarium ter criminaliteitsbestrijding en de rol van het OM / 231
11.3.1 Inleiding / 231
11.3.2 Gezag over de politie in het kader van de criminaliteitsbestrijding: selectie / 232
11.3.3 Snelle, efficiënte en toch betekenisvolle criminaliteitsbestrijding: VVC, ZSM, CVOM, snelrecht en standaardzaken / 234
11.3.4 Selectie ten behoeve van ondermijning / 241
11.4 Afronding / 244
HOOFDSTUK 12
Het Openbaar Ministerie en de aanpak van georganiseerde criminaliteit en ondermijning / 253
P. Tops en J. Landsman
12.1 Inleiding / 253
12.2 Georganiseerde misdaad in Nederland / 253
12.3 Een complex netwerk / 254
12.4 Rol van het OM / 256
12.5 De aanpak van georganiseerde misdaad in Nederland / 258
12.6 Criminele samenwerkingsverbanden / 260
12.7 Georganiseerde misdaad en ondermijning / 262
12.8 Afpakken van crimineel vermogen / 264
12.9 Internationale samenwerking / 267
12.10 Digitale doorbraak? / 269
12.11 Recente ontwikkelingen / 270
12.12 Tot slot / 271
HOOFDSTUK 13
Het Functioneel Parket en de aanpak van fraude en milieucriminaliteit / 277
W. Huisman
13.1 De ontwikkeling van de aanpak van fraude en milieucriminaliteit / 278
13.1.1 De ontwikkeling van het sociaal-economisch ordeningsrecht / 278
13.1.2 Criminalisering van milieucriminaliteit / 279
13.1.3 Criminalisering van fraude / 280
13.1.4 Zorgen over rechtshandhaving / 281
13.2 Taak en organisatie van het Functioneel Parket / 283
13.3 De aard van de zaken / 284
13.3.1 De aanpak van fraude / 286
13.3.2 De aanpak van milieucriminaliteit / 288
13.4 Aard van de verdachten / 292
13.4.1 Natuurlijke personen en rechtspersonen / 292
13.4.2 Typen fraudeurs / 293
13.5 Recente discussies en ontwikkelingen / 295
13.5.1 Betekenisvolle zaken / 295
13.5.2 Megatransacties / 296
13.5.3 De tent en de vent / 298
13.5.4 Zelfonderzoek en zelfmelden van fraude door bedrijven / 299
HOOFDSTUK 14
Jeugdstrafrecht / 305
E.M. Mijnarends, M. Jeltes en T. Liefaard
14.1 Inleiding / 305
14.2 Internationaal kader / 305
14.3 Nationaal kader / 307
14.3.1 Werkwijze na aanhouding / 307
14.3.2 Afdoeningsmodaliteiten / 308
14.3.3 Herstelvoorzieningen in jeugdstrafzaken / 311
14.3.4 Inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis / 312
14.3.5 Adolescentenstrafrecht / 314
14.3.6 De zitting / 315
14.3.7 Jeugdsancties / 316
14.3.8 Executie / 317
14.4 Tot slot / 321
DEEL III OMGEVING EN RELATIES OPENBAAR MINISTRIE
HOOFDSTUK 15
Institutionele omgeving Openbaar Ministerie / 327
E.R. Muller
15.1 Inleiding / 327
15.2 OM in veiligheidsnetwerken / 327
15.2.1 Algemeen veiligheidsnetwerk Openbaar Ministerie / 327
15.2.2 Fraudebestrijding / 329
15.2.3 Slachtofferbeleid / 331
15.2.4 Terrorismebestrijding / 335
15.2.5 Vervolg / 337
15.3 Het driehoeksoverleg / 338
15.3.1 Juridisch kader / 338
15.3.2 Het ontstaan en functioneren van driehoeken / 339
15.3.3 Nationale Politie en driehoeken / 340
15.4 De relatie tussen politie en OM in de strafrechtketen / 342
15.4.1 Juridisch kader / 342
15.4.2 ‘Betrokken distantie’ / 342
15.4.3 Samenwerken in de strafrechtketen / 345
15.5 Analyse institutioneel stelsel / 347
15.6 Afronding / 350
HOOFDSTUK 16
De verhouding tussen het Openbaar Ministerie en het Ministerie van Justitie en Veiligheid / 355
D. Van Daele en L. Mergaerts
16.1 De grondslagen van de ministeriële verantwoordelijkheid voor het Openbaar Ministerie / 355
16.2 De verhouding tussen de Minister van Justitie en Veiligheid en het College van procureurs-generaal / 357
16.2.1 De beginselen / 357
16.2.2 De ontwikkeling van het strafrechtelijk beleid / 358
16.2.3 De ministeriële betrokkenheid bij de werking van het College / 359
16.3 De aanwijzingsbevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid / 360
16.3.1 De reikwijdte van de ministeriële aanwijzingsbevoegdheid / 360
16.3.2 De algemene regeling inzake de ministeriële aanwijzingen in concrete gevallen / 363
16.3.3 De ministeriële aanwijzing tot het niet (verder) opsporen of vervolgen / 365
16.3.4 De grenzen aan de ministeriële aanwijzingsbevoegdheid / 367
16.3.5 De ministeriële aanwijzingsbevoegdheid in de praktijk / 368
16.4 Epiloog / 369
HOOFDSTUK 17
Het Openbaar Ministerie en de zittende magistratuur / 375
P.A.H. Lemaire
17.1 Inleiding / 375
17.2 De juridische en organisatorische verhoudingen, OM en ZM vergeleken / 377
17.2.1 De Wet op de rechterlijke organisatie / 377
17.3 Het OM als regelgever en het rechtersrecht / 381
17.4 Financiering / 387
17.5 Een poging tot betere samenwerking tussen OM en ZM / 388
17.5.1 Taskforce OM-ZM en de verkeerstorens / 388
17.5.2 De Verkeerstorens++ en het Landelijk strafprocesreglement / 390
17.5.3 En, heeft het gewerkt? / 391
17.6 De gerechten en het OM als belanghebbenden bij het strafproces / 393
17.7 Hoe dan wel? / 395
HOOFDSTUK 18
Politie / 399
N. Kop
18.1 Wettelijke politietaak / 399
18.2 De politieorganisatie / 401
18.3 Organisatie van de opsporing / 406ve
18.4 Criminaliteit en aanpak / 409
18.4.1 Veelvoorkomende criminaliteit (VVC) / 410
18.4.2 High impact crime (HIC) / 411
18.4.3 Ondermijning / 412
18.5 Samenwerking tussen politie en Openbaar Ministerie / 413
18.6 Ophelderingspercentages en strafrecht / 413
18.7 Hoe verder? Ontwikkelingen en blik vooruit / 415
18.8 Tot slot / 418
HOOFDSTUK 19
Bestuurlijke toezichthouders / 423
D. Emmelkamp en N.G.H. Verschaeren
19.1 Inleiding / 423
19.2 Duale handhaving / 424
19.2.1 Duale handhaving in vogelvlucht / 424
19.2.2 Afstemming tussen de toezichthouder en het Openbaar Ministerie / 427
19.2.3 Duale handhaving in het financieel recht / 429
19.2.4 Duale handhaving in het fiscaal recht / 432
19.3 Samenloop / 436
19.4 Gegevensuitwisseling / 441
19.4.1 Inleiding / 441
19.4.2 Het verstrekken van strafvorderlijke gegevens door het Openbaar Ministerie / 442
19.4.3 Verstrekken van gegevens door toezichthouders / 445
19.4.4 Multilaterale gegevensuitwisseling / 449
19.4.5 Verhouding grondslagen / 451
19.4.6 Toekomstig recht / 451
19.5 Slotopmerkingen / 452
HOOFDSTUK 20
Gescheiden werelden? Het Openbaar Ministerie en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten / 457
C. Hijzen en P. Rademakers
20.1 Inleiding: de zaak Orem / 457
20.2 De diensten en het OM: gescheiden werelden / 458
20.3 Diensten en het OM in heden en verleden / 461
20.4 Inlichtingen als strafrechtelijk bewijs / 467
20.5 Conclusie: een blik op de toekomst / 470
HOOFDSTUK 21
Reclassering / 475
P.H. van der Laan
21.1 Inleiding / 475
21.2 Geschiedenis van de reclassering in het kort / 476
21.3 Inhoud en missie reclassering / 477
21.4 Organisatie reclassering / 479
21.5 Taken reclassering / 481
21.5.1 Advies / 481
21.5.2 Toezicht / 483
21.5.3 Taakstraf / 485
21.5.4 Gedragsinterventies / 487
21.5.5 Nazorg / 488
21.5.6 Overig / 488
21.6 Rechtspositie / 489
21.7 Ter afsluiting / 490
HOOFDSTUK 22
Openbaar Ministerie en advocatuur: balanceren tussen belangen / 495
P.P.J. van der Meij
22.1 Een eerste inventarisatie van conflicterende belangen / 495
22.2 Polarisering als bedreiging van belangen / 498
22.2.1 Marengo / 499
22.2.2 Verdachtmakingen van de advocatuur / 500
22.2.3 Effectieve verdediging of frustreren? / 502
22.2.4 Het verschoningsrecht / 502
22.2.5 Het zwijgrecht / 505
22.2.6 Het recht om belastende getuigen te mogen horen / 507
22.3 Op zoek naar meer evenwicht tussen de belangen in een eerder stadium / 508
22.4 Procesafspraken als sluitstuk / 512
22.5 Uitleiding / 515
DEEL IV CRUCIALE THEMA’S OPENBAAR MINISTERIE
HOOFDSTUK 23
OM en slachtoffer / 523
R.R. Knobbout
23.1 Inleiding / 523
23.2 De relatie tussen OM en slachtoffer / 524
23.3 Het OM en het slachtoffer als potentieel weerbare partij / 525
23.4 Definitie en onderscheid slachtoffers / 526
23.5 De Basisnormen / 526
23.5.1 Het OM biedt erkenning en bejegent het slachtoffer zorgvuldig / 526
23.5.2 Het OM handelt slachtofferbewust / 527
23.6 Verscholen en benoemde slachtofferrechten en OM-verplichtingen / 527
23.7 De aangifte / 528
23.8 Hulpverlening/recht op bijstand / 529
23.9 Recht op vertaling en op een tolk / 529
23.10 Informatieverstrekking / 530
23.10.1 Spontane informatieverstrekking / 530
23.10.2 Automatische informatieverstrekking / 530
23.10.3 Informatieverstrekking op verzoek / 530
23.10.4 Informatie-uitwisseling tijdens OM-slachtoffergesprek / 531
23.10.5 Inzage en afschrift van processtukken op verzoek / 531
23.11 Het procesdossier: recht op toevoegen van processtukken / 532
23.12 OvJ legt beslag ten behoeve van het slachtoffer / 532
23.13 Aanwezigheidsrecht slachtoffer / 533
23.13.1 Strafzitting na dagvaarding / 533
23.13.2 OM-hoorgesprek / 534
23.14 Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring / 534
23.14.1 Schriftelijke slachtofferverklaring / 534
23.14.2 Spreekrecht / 535
23.15 Recht op schadevergoeding / 536
23.15.1 Civiele vordering en de rol van het OM / 536
23.15.2 Schadevergoedingsmaatregel/financiële belangen van de staat / 538
23.15.3 Overige schaderegelingen / 538
23.15.4 Commissie Donner / 538
23.16 Bezwaar en klagen over de OvJ / 539
23.17 OM stimuleert mediation en herstelbemiddeling / 539
23.18 Bescherming en privacy / 540
23.18.1 Privacy en integriteitsrechten / 540
23.18.2 Individuele beoordeling / 541
23.18.3 Recht op passende beschermingsmaatregelen / 541
23.19 Tot besluit / 543
HOOFDSTUK 24
De maatschappelijke legitimiteit van het Openbaar Ministerie: van ivoren toren naar burgerforum / 547
M.L.M. Hertogh
24.1 Inleiding / 547
24.2 Probleemverkenning: de rapper, de magistraat en de burger / 548
24.2.1 Voorwaardelijk sepot / 548
24.2.2 Bestuur Meldpunt Discriminatie / 549
24.2.3 Officier van justitie wordt vervangen / 549
24.2.4 Art. 12 Sv-procedure / 550
24.2.5 Akwasi en de maatschappelijke legitimiteit van het OM / 550
24.3 Wat is maatschappelijke legitimiteit? / 550
24.3.1 Legitimiteit als vertrouwen / 551
24.3.2 Legitimiteit als tevredenheid / 551
24.3.3 Legitimiteit als acceptatie / 551
24.4 Hoe groot is de maatschappelijke legitimiteit van het OM? / 552
24.4.1 Vertrouwen / 552
24.4.2 Tevredenheid / 553
24.4.3 Acceptatie / 553
24.4.4 Conclusie / 554
24.5 OM en rechtsvervreemding / 554
24.5.1 Rechtsvervreemding / 555
24.5.2 Vier juridische burgerschapsstijlen / 555
24.6 Hoe onderhoudt het OM zijn maatschappelijke legitimiteit? / 558
24.6.1 Burgers over straffen / 559
24.6.2 Pilot burgerforum / 560
24.6.3 Burgerforum in de praktijk / 561
24.7 Conclusie / 563
HOOFDSTUK 25
Integriteit / 571
Z. van der Wal
25.1 Inleiding / 571
25.2 Integriteit: afbakening en begripsbepaling / 572
25.3 De dynamische omgeving van het openbaar bestuur / 574
25.4 Integriteitsbeleid: van ‘Dales’ tot vandaag de dag / 576
25.5 Vier integriteitskwesties van vandaag en morgen / 578
25.6 Beleid en leiderschap: uitdagingen, contouren en onzekerheden / 585
25.7 Slot / 587
HOOFDSTUK 26
Media / 591
D.F. Greive
26.1 Opzet / 591
26.2 De beleidskaders voor mediagebruik / 591
26.2.1 Aanwijzingen en instructies / 592
26.2.2 Gevoelige zaken en media / 592
26.3 Decentraal gezag en landelijk beleid / 593
26.3.1 Landelijke portefeuille en landelijk overleg / 593
26.3.2 Landelijk beleid niet vrijblijvend / 593
26.4 Voorlichting is een plicht / 593
26.4.1 Vrijheid van meningsuiting omvat het recht om informatie te ontvangen / 594
26.4.2 Openbaarheid is het wettelijk en verdragsrechtelijk uitgangspunt voor beleid / 594
26.4.3 De zin van openbaarheid, openheid en actieve voorlichting / 595
26.4.4 Samenvattend / 595
26.5 Communicatieplan OM / 595
26.6 Ongewilde en ongewenste media-effecten / 596
26.6.1 Trial by media / 596
26.6.2 Redactie is een vereiste / 597
26.7 De schijf van vijf uit de Aanwijzing voorlichting en opsporing / 598
26.7.1 Samenvattend / 600
26.8 Opsporingsberichtgeving is een bevoegdheid / 600
26.8.1 Een soort opsporingsmiddel / 601
26.8.2 Burger als doelgroep / 601
26.8.3 Aanjager van de opsporing / 602
26.8.4 Handelingsruimte politie bij opsporingsberichtgeving / 602
26.8.5 Signalement of algemene informatie en beelden verspreiden / 602
26.8.6 Alertering, AMBER Alert en Burgernet / 603
26.8.7 Nationale Opsporingslijst (NOL) / 603
26.8.8 Verhouding opsporingsberichtgeving en opsporingscommunicatie / 603
26.8.9 Participatieve opsporing en gebruik van media / 604
26.8.10 De officier blijft leidend / 604
26.9 Zwitsers zakmes voor mediagebruik / 605
26.9.1 Zes belangrijke vragen bij gebruik van media / 605
26.10 Grenzen aan mediagebruik / 606
26.10.1 Geheimhoudingsplicht / 606
26.10.2 Privacybelang / 606
26.10.3 Verstrekking van persoonsgegevens / 607
26.10.4 De zaak is onder de rechter / 609
26.10.5 De veiligheid van mensen is in het geding / 610
26.11 Dilemma’s / 610
26.12 Omgaan met dilemma’s / 611
26.13 Stand van zaken mediabeleid / 611
26.14 Toekomst en openbaarheid XL / 611
HOOFDSTUK 27
Het Nederlandse Openbaar Ministerie in Europees perspectief / 615
P.A.M. Verrest
27.1 Inleiding / 615
27.2 Historische positionering / 616
27.3 Van eenheid naar diversiteit / 618
27.3.1 Duitsland / 618
27.3.2 Frankrijk / 619
27.3.3 Nederland / 620
27.4 De invloed van Europees recht: de verdragen van de Raad van Europa / 621
27.5 Bepaling van de positie van het Openbaar Ministerie in het rechtsbestel / 624
27.6 De invloed van het Europees recht: de ontwikkelingen in het kader van de Europese Unie / 625
27.6.1 Harmonisatie van strafprocesrecht / 625
27.6.2 Strafrechtelijke samenwerking op basis van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen / 626
27.6.3 Handvest voor de grondrechten van de EU / 629
27.7 De positie van het Openbaar Ministerie in Nederland in Europees verband bepaald? / 629
27.8 Europees Openbaar Ministerie als nader ijkpunt? / 633
27.9 Uitleiding / 635
HOOFDSTUK 28
Openbaar Ministerie in perspectief / 639
J.H. Crijns, E.R. Muller en R. Robroek
28.1 Inleiding / 639
28.2 Onafhankelijkheid Openbaar Ministerie / 639
28.3 Verbinding Openbaar Ministerie en samenleving / 640
28.4 Gezag / 641
28.5 Samenwerking / 643
28.6 Interne organisatie en kwaliteit / 644
28.7 Tot slot / 645
Auteurslijst / 647
Trefwoordenregister / 651
Serie Handboeken Veiligheid / 657
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan