Belasting Almanak 2017
Paperback Nederlands 2017 1e druk 9789035249301Samenvatting
Deze complete en actuele handleiding voor de aangifte Inkomstenbelasting en premieheffing is een onmisbaar hulpmiddel om te voorkomen dat te veel belasting en premie wordt betaald. Ook ná de aangifte is de Almanak zijn geld waard dankzij de extra hoofdstukken over onder meer voordelig beleggen, lenen, verzekeren en wonen. Ook bijzondere onderwerpen als de auto en inkomenstoeslagen worden behandeld.
De 'Belasting Almanak 2017' maakt ingewikkelde fiscale onderwerpen toegankelijk, doordat de teksten in begrijpelijke taal zijn geschreven en zijn aangevuld met heldere praktijkvoorbeelden. Zo weet de koper zeker dat hij altijd op de hoogte blijft van de laatste fiscale ontwikkelingen. De Belasting Almanak is dus onmisbaar om de belastingaangifte te verzorgen, óók als elektronisch wordt aangegeven.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1 GEBRUIKSAANWIJZING 15
1.1 Opzet en indeling van de Almanak 15
1.2 32i De aangiftevragen die voor iedereen gelden 15
1.3 32i Aangifte van een ondernemer 16
1.4 Machtigen via DigiD 16
1.5 Het register 16
1.6 Hulpmiddelen en aanwijzingen 16
1.7 Gebruikte afkortingen 17
1.8 De Belasting Almanak en aangifteprogramma 17
2 WAT IS NIEUW? 18
2.1 Algemeen 18
2.2 Digitalisering 18
2.3 Wetswijzigingen 18
2.4 Rechtspraak en besluiten 19
2.5 Overig nieuws 19
3 START VAN UW AANGIFTE OVER 2016 20
3.1 Algemeen 20
3.2 Toegang tot uw berichtenbox 20
3.3 Aangiftebrief voor het belastingjaar 2016 20
3.4 Online-aangifte of app-aangifte 20
3.5 Openingsscherm 21
3.6 Afsluiting online-aangifte 21
3.7 Gebruikmaken van vooringevulde gegevens 21
3.8 Verschil tussen de online- aangifte en de papieren aangifte 21
AANGIFTE ALGEMEEN
4 AANGIFTE INKOMEN 2016 22
4.1 Het doen van de vereiste aangifte 22
4.2 Uitstel van aangifte 23
4.3 Gevolgen niet tijdig, onjuist of onvolledig doen van aangifte 23
4.4 Voorkom omkering en verzwaring van de bewijslast 24
5 HOOFDZAKEN WET IB 2001 25
5.1 Binnenlandse belastingplicht 25
5.2 Opbouw inkomen 26
5.3 Algemene begrippen inzake het ‘genieten van inkomen’ in box 1 28
5.4 Beroepsaansprakelijkheid belastingadviseur 29
6 PERSOONLIJKE SITUATIE: FISCAAL PARTNERSCHAP 30
6.1 32iWel of geen fiscale partner (P 1) 30
6.2 Vrij te verdelen inkomensbestanddelen 31
6.3 Gevolgen van (keuze voor) fiscaal partnerschap 32
6.4 32i Gegevens van de partner (P 1a–c) 32
7 PERSOONLIJKE SITUATIE: KINDEREN 33
7.1 32i Persoonlijke situatie: kinderen (P 2) 33
7.2 Kinderen 33
7.3 Niet-erkende natuurlijke kinderen 33
7.4 Ingeschreven op uw woonadres 33
7.5 Digitale aangifte 33
8 BOX 1: LOON, PENSIOEN EN REISAFTREK OPENBAAR VERVOER 34
8.1 32i Looninkomsten (P 3–P 7) 34
8.2 32i Loon en Ziektewetuitkeringen (P 3) 34
8.3 Loon uit tegenwoordige arbeid 34
8.4 32i Totaal verrekende arbeidskorting (P 3b) 42
8.5 32i Inkomsten die niet onder de loonheffing vielen (P 3c) 43
8.6 32i Loon uit vroegere arbeid (P 4) 43
8.7 32i Afkoopsom lijfrente: revisierente (P 4b) 47
8.8 Vrijgestelde inkomsten werknemer bij internationale organisatie (P 5) 48
8.9 32i Loon uit het buitenland (P 6) 48
8.10 32i Pensioen en uitkeringen uit het buitenland (P 7) 48
8.11 32i Reisaftrek openbaar vervoer (P 8) 49
9 BOX 1: NEVENINKOMSTEN 51
9.1 Inkomensbronnen die geen winst uit onderneming of loon uit dienstbetrekking Opleveren 51
9.2 Bijverdiensten en opbrengsten als freelancer, gastouder, artiest of beroepssporter (P 9) 51
9.3 Onbelaste voordelen 53
9.4 32i Opbrengsten uit overig werk (P 9a) 54
9.5 32i Aftrekbare kosten en lasten (P 9b–c) 59
9.6i Te verrekenen loonheffing ingevolge de artiesten- of beroepssportersregeling (P 9d) 62
9.7 32iWaarde van de vermogensbestanddelen (P 11) 62
9.8 Nevenactiviteiten die in 2016 zijn doorgeschoven of (gedeeltelijk) zijn gestaakt (P 11d) 62
10 BOX 1: RESULTAAT UIT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN BEZITTINGEN 63
10.1iTerbeschikkingstellingsregeling en onvolwaardige vorderingen (P 10) 63
10.2 Terbeschikkingstelling aan met u (voorwaardelijk) verbonden personen 66
10.3 Terbeschikkingstelling aan een verbonden lichaam (art. 3.92 Wet IB 2001) 67
10.4 Omzetting afgewaardeerde vordering in aandelen, opwaarderingsreserve, vervreemding afgewaardeerde vorderingen (P 10) 68
10.5 32i Opbrengsten uit het beschikbaar stellen van bezittingen (P 10a) 68
10.6 Aftrekbare kosten en lasten, terbeschikkingstellingsvrijstelling (P 10b–d) 68
10.7 32iWaarde van de vermogensbestanddelen (P 11) 69
10.8 Doorschuiving of (gedeeltelijke) staking van terbeschikkingstellingen en/of nevenwerkzaamheden (P 11d) 69
11 BOX 1: EIGEN WONING 70
11.1 32i Inleiding eigen woning (P 12–P 13) 70
11.2 Uw eigen woning: begrip 71
11.3 Aankoop, verkoop, onderhoud of verbetering van de eigen woning (hoofdverblijf) (P 12) 75
11.4 32i Eigen woning en restschuld vroegere eigen woning (P 13) 76
11.5 Het nieuwe regime voor eigenwoningschulden 77
11.6 Overgangsrechtregime voor eigenwoningschulden 80
11.7 Diverse zaken rond eigenwoningschuld 82
11.8 32i Restschuld vroegere eigen woning op 31 december 2016 (P 13f) 84
11.9 32iWaarde van de eigen woning (P 13g) 84
11.10 32i Eigenwoningforfait (P 13h) 86
11.11Belastbaar deel van een uitkering uit een KEW, SEW of BEW (P 13i–k) 90
11.12 32i Inkomsten uit tijdelijke verhuur van de eigen woning (P 13l) 90
11.13 Aftrekposten eigen woning 91
11.14 32i Aftrekbare rente eigenwoningschuld (P 13n) 92
11.15 32i Aftrekbare financieringskosten eigen woning (P 13p) 97
11.16 Aftrekbare periodieke betalingen voor erfpacht, opstal of beklemming (P 13q) 98
11.17 32i Aftrekbare rente restschuld vroegere eigen woning (P 13r) 98
11.18 32i Saldo inkomsten en aftrekposten eigen woning (P 13t) 98
11.19 In 2016 gebruikte vrijstelling voor uitkering uit KEW, SEW of BEW (P 13x–y) 99
11.20 32i Aftrek vanwege geen of kleine eigenwoningschuld (P 13z) 99
12 BOX 1: ALIMENTATIE, PERIODIEKE UITKERINGEN, OVERIGE INKOMSTEN EN NEGATIEVE PERSOONSGEBONDEN AFTREK 101
12.1i Ontvangen partneralimentatie en afkoopsommen daarvan (P 14) 101
12.2 32i Periodieke uitkeringen en afkoopsommen daarvan (P 15) 102
12.3 Periodieke overheidsbijdragen voor een woning waarvan u eigenaar was (P 15a) 105
12.4 Overige periodieke uitkeringen en verstrekkingen die niet onder de loonheffing vielen (P 15b) 105
12.5 Periodieke uitkeringen in verband met invaliditeit, ziekte of een ongeval (P 15b) 107
12.6 32i Overige inkomsten (P 16) 108
12.7 Belastbare deel uitkering uit kapitaalverzekering en andere inkomsten (P 16a–c) 108
114
12.8 32i Gebruikte vrijstelling uitkering uit kapitaalverzekering (P 16d)
12.9 32i Negatieve persoonsgebonden aftrek (P 17) 114
13 BOX 1: UITGAVEN VOOR INKOMENSVOORZIENINGEN EN AFKOOP VAN LIJFRENTEN 115
13.1 32i Uitgaven voor inkomensvoorzieningen (P 18) 115
13.2 Betaalde bedragen voor lijfrente bij gebruik van jaarruimte of reserveringsruimte (P 18a–b) 115
13.3 Premies voor lijfrenten voor meerderjarig invalide (klein)kind (P 18c) 118
13.4 32i Premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (P 18d) 118
13.5 Vrijwillige bijdragen Algemene nabestaandenwet betaald aan de SVB 119
13.6 Afkoop lijfrenten die niet onder de loonheffing vielen en andere negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen (P 19) 119
13.7 Teruggekregen premies voor een lijfrente of een arbeidsongeschiktheidsverzekering die eerder zijn afgetrokken (P 19b) 120
14 BOX 2: INKOMEN UIT AANMERKELIJK BELANG 121
14.1 32i Aanmerkelijk belang (P 20) 121
14.2 32i Omschrijving soort aan delen (P 20a) 124
14.3 32i Reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang (P 20b) 124
14.4 32i Aftrekbare kosten (P 20c) 125
126
14.5 32i (Netto) regulier voor- of nadeel uit aanmerkelijk belang (P 20d)
14.6 32i Vervreemdingsvoordeel (P 20e–g) 126
14.7 32i Overdrachtsprijs bij verkoop aanmerkelijk belang (P 20e) 127
14.8 32i Verkrijgingsprijs (P 20f) 131
14.9 32i Vervreemdingsvoordeel (P 20g) 132
14.10 32i Voordeel uit aanmerkelijk belang (P 20h) 133
14.11 32i Voordeel uit aanmerkelijk belang dat u zelf aangeeft (P 20i) 133
14.12 Verlies uit aanmerkelijk belang 133
15 BOX 3:VOORDEEL UIT SPAREN EN BELEGGEN 135
15.1 Inleiding 135
15.2 32i Bezittingen (P 21) 142
15.3 32i Bank- en spaartegoeden en premiedepots in Nederland (P 21a) 143
15.4 Bank- en spaartegoeden en premiedepots in het buitenland (P 21b) 145
15.5 32i Aandelen, obligaties e.d. (P 21c) 145
15.6 32i Overige vorderingen en contant geld (P 21d) 147
15.7 32i Tweede woning (P 21e) 148
15.8 32i Overige onroerende zaken (P 21f) 150
15.9 32i Niet-vrijgesteld deel kapitaalverzekeringen (P 21g) 154
15.10 32i Rechten op periodieke uitkeringen (P 21h) 157
15.11 32i Overige bezittingen (P 21i) 160
15.12 32i Schulden (P 22) 166
15.13 32i Voordeel uit sparen en beleggen (P 23) 167
167
15.14 32i Buitenlandse bank- en spaartegoeden en premiedepots (P 24)
16 PERSOONSGEBONDEN AFTREK 168
16.1 32i Persoonsgebonden aftrekposten (P 25–P 32) 168
16.2 Betaalde alimentatie en andere onderhoudsverplichtingen aan ex-partner (P 25a) 168
16.3 32i Uitgaven voor specifieke zorgkosten (P 26) 172
16.4 32i Aftrek specifieke zorgkosten (P 26a) 177
16.5 Uitgaven voor tijdelijk verblijf thuis van ernstig gehandicapten (P 27) 188
16.6 32i Studiekosten en andere scholingsuitgaven (P 28) 189
16.7 32i Aftrek studiekosten en andere scholingsuitgaven (P 28a) 193
16.8 32i Onderhoudskosten voor rijksmonumentenpand (P 29) 193
16.9 32i Kwijtgescholden durfkapitaal (P 30) 197
16.10 32i Giften (P 31) 197
16.11 32i Restant persoonsgebonden aftrek over vorige jaren (P 32) 207
17 HEFFINGSKORTINGEN 208
17.1 32i Heffingskortingen (P 33–P 39) 208
17.2 32i Uitbetaling algemene heffingskorting (P 33) 210
17.3 32i Bijzondere verhoging heffingskorting (P 34) 211
17.4 32i Inkomensafhankelijke combinatiekorting (P 35) 211
17.5 32i Levensloopverlofkorting (P 36) 212
17.6 32i Heffingskorting voor AOW-gerechtigden (P 37) 212
17.7 32i Heffingskorting voor jonggehandicapten (P 38) 212
17.8 32i Heffingskortingen voor groene beleggingen (P 39) 213
18 BIJZONDERE SITUATIES EN TE VERREKENEN VOORHEFFINGEN 214
18.1 32i Afgezonderd particulier vermogen (P 40) 214
18.2 Dividend, belaste kansspelinkomsten of rente over buitenlandse spaartegoeden (P 41) 215
18.3 32i Inkomen waarover u revisierente moet betalen (P 42) 216
18.4 32i Te conserveren inkomen (P 43) 216
18.5 32i Aftrek om dubbele belasting te voorkomen (P 44) 217
18.6 32i Inkomsten uit loondienst in België (P 45) 224
18.7 32i Inkomsten uit Duitsland (P 46) 225
18.8 Niet heel 2016 verzekerd voor de volksverzekeringen en de Zorgverzekeringswet (P 47) 225
18.9 32i Inkomsten die onder de Zorgverzekeringswet vielen (P 48) 228
18.10 Specificatie eigenwoninglening die niet bij een Nederlandse financiële instelling is gesloten (P 49–P 50) 288
DE WINSTAANGIFTE
19 WINSTAANGIFTE 2016 229
19.1 32i Inleiding 229
19.2 Inrichting van de winstaangifte en de jaarstukken 230
19.3 32iWie geniet winst uit onderneming? 230
19.4 32i De winst-en-verliesrekening 233
19.5 De balans 248
19.6 32i Investeringsregelingen 252
19.7 Onttrekkingen 255
19.8 32i Vrijgestelde winstbestanddelen 256
259
19.9 32i Kosten en lasten die niet of gedeeltelijk niet aftrekbaar zijn
19.10 32iWinst uit zeescheepvaart 263
19.11 32iWijzigingen in toelaatbare reserves 263
19.12 32i Ondernemersaftrek 267
19.13 32i Zelfstandigenaftrek 269
INHOUD
19.14 32i Aftrek speur- en ontwikkelingswerk 269
19.15 32i Meewerkaftrek 270
19.16 32i Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 270
19.17 32i Stakingsaftrek 271
19.18 32i Mkb-winstvrijstelling 271
19.19 32i Afneming oudedagsreserve en/of stakingswinst 272
20 WINSTAANGIFTE ZZP’ER 274
20.1 Fiscale positie zzp’er 274
20.2 Beginnen als zzp’er 274
20.3 Beoordeling arbeidsrelaties 274
20.4 Zzp’er en horizontaal toezicht 274
20.5 Faciliteiten zzp’ers 274
20.6 Verliezen van een zzp’er 274
21 STARTENDE ONDERNEMER 275
21.1 Eerste oriëntatie 275
21.2 Fiscale aspecten van starten 275
21.3 Financiën en organisatie 276
22 PARTNERS EN HUN ONDERNEMING 277
22.1 Algemeen 277
22.2 Een vennootschap aangaan 277
22.3 Meewerken 278
23 EIGEN BV 279
23.1 De keuze voor de bv 279
23.2 Fiscale positie van de directeur-grootaandeelhouder 280
23.3 Uit de bv 281
23.4 Oudedags- en stakingslijfrente bij de eigen BV 281
24 DE WET DBA (DEREGULERING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES) 282
24.1 Verschillende soorten arbeidsrelaties 282
24.2 De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) 282
DEFINITIEVE AANSLAG EN BIJZONDERE REGELINGEN
25 DEFINITIEVE AANSLAG,VERPLICHTE AANSLAG, TERUGGAAF VOORHEFFINGEN 284
25.1 Aanslagtermijnen 284
25.2 Geen verplichte aanslag bij voldoende loonheffing 284
25.3 Wanneer wel verplichte aanslag? 285
25.4 Wanneer teruggaaf? 286
25.5 Berekende inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen lager dan de Heffingskortingen 288
25.6 Berekende inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen hoger dan de heffingskortingen, maar loonbelasting is eindheffing 289
26 VERLIEZEN IN BOX 1 290
26.1 Verliesverrekening per box 290
26.2 Het begrip ‘verlies in box 1’ 290
26.3 Verliesverrekening alleen voor ‘normaal’ inkomen geschoond van ‘te conserveren inkomen’ 290
26.4 Volgorde van verrekening van verliezen 290
26.5 Uw aangifte en verrekenbare verliezen 290
26.6 Carry-back: verrekening van verlies met de drie voorafgaande jaren 291
26.7 Carry-forward: verrekening van verlies met toekomstige jaren 291
26.8 Verliesvaststellingsbeschikking 292
26.9 Verliezen bij fiscale partners 292
26.10 Verliescompensatie en middeling 292
26.11 Niet-geldend gemaakte zelfstandigenaftrek compensabel binnen de Winst 292
26.12 Voorkoming van verliesverdamping bij ondernemers 293
26.13 Verliezen uit perioden met ‘andere belastingplicht’ 293
26.14 Navordering over verliesjaar 293
26.15 Navordering heffingskorting na verliesverrekening 293
27 MIDDELING 294
27.1 Middeling van inkomens 294
27.2 Wanneer is middeling van belang? 294
27.3 Herrekening van belastbare inkomens 294
27.4 Teruggaaf 294
27.5 Het jaar waarin u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt 295
27.6 Vrijstelling ter voorkoming van dubbele belasting 295
27.7 Wanneer een verzoek indienen? 295
27.8 Bezwaarschrift, beroepschrift 295
27.9 Bijzonderheden bij de teruggaafberekening 295
NA DE AANSLAG
28 BEZWAAR-, BEROEP- EN VERZOEKSCHRIFTEN 296
28.1 Geschillen met Belastingdienst 296
28.2 Aanslagregeling 296
28.3 Beginselen van behoorlijk bestuur/behoorlijke wetgeving 297
28.4 Wetsuitlegging, simulatie, fraus legis 298
28.5 Bezwaar maken bij de inspecteur 299
28.6 Beroep bij de rechtbank 301
28.7 Hoger beroep bij gerechtshof 303
28.8 Beroep in cassatie 303
28.9 Herziening 304
28.10 Griffierecht 304
28.11 Proceskosten en andere schade 304
28.12 Toeslagen 305
28.13 Invordering 305
28.14 Gewone rechter 305
29 NAVORDERING EN NAHEFFING 306
29.1 Navordering 306
29.2 Naheffing 307
30 FISCALE BOETEN 308
30.1 Verzuimboeten en vergrijpboeten 308
30.2 Verzuimboete als aangifte niet of te laat is ingediend 308
30.3 Vergrijpboete bij onjuiste aangifte 308
30.4 Mededelingsplicht inspecteur 309
30.5 Fiscus moet wijzen op zwijgrecht 309
30.6 Vrijwillige verbetering: inkeerregeling 309
30.7 Strafverminderende omstandigheden 310
30.8 Afwezigheid van alle schuld (‘avas’) 310
30.9 Geen boete na overlijden 310
30.10 Rechtsmiddelen 310
30.11 Strafvervolging en strafbeschikking 310
31 BETALING VAN DE AANSLAG 311
31.1 Betalingstermijnen aanslagen 311
31.2 Betalingskorting 311
31.3 Moment van betalen 311
31.4 Aanmaning, rente, verzuimboete 311
31.5 Dwangbevel, herhaald bevel en openbare verkoop 311
31.6 ‘Houders van penningen’, loonvordering, derdenbeslag 312
31.7 Vervolgingskosten 312
31.8 Toerekening van betalingen 312
31.9 Verzoek om uitstel van betaling 312
31.10 Verjaring van aanslagen 312
32 BELASTING- EN INVORDERINGSRENTE 313
32.1 Het rentesysteem sinds 1 januari 2012 313
32.2 Belastingrente 314
32.3 Invorderingsrente 315
33 KWIJTSCHELDING 316
33.1 Algemeen 316
33.2 Welke belastingen en premies? 316
33.3 Kwijtschelding aanvragen 316
33.4 Invloed gezinsverband 316
33.5 Inkomensbegrip 316
33.6 Normen voor kwijtschelding 316
33.7 Betalingscapaciteit 317
33.8 Wanneer geen kwijtschelding? 317
33.9 Beslissing en beroep 317
33.10 Geen invorderingsmaatregelen meer, oninbaar lijden 317
34 TEGEMOETKOMING SPECIFIEKE ZORGKOSTEN 318
34.1 Verzilveringsproblematiek 318
34.2 Hoe wordt de tegemoetkoming toegekend? 318
34.3 Berekening tegemoetkoming 318
VAN DE WIEG TOT HET GRAF
35 KINDEREN 319
35.1 Geboorte 319
35.2 Inkomen en vermogen van uw kind 320
35.3 Uitgaven voor levensonderhoud van uw kind 320
35.4 Inkomensoverheveling van ouder naar kind 320
35.5 Studerend kind 321
36 KINDERBIJSLAG EN KINDGEBONDEN BUDGET 322
36.1 Kinderbijslag 322
36.2 Kindgebonden budget 327
37 STUDIEFINANCIERING 328
37.1 Algemeen 328
37.2 Nieuw stelsel van studiefinanciering 328
37.3 Oude stelsel van studiefinanciering 329
37.4 Terugbetaling lening 330
37.5 Bezwaar en beroep 331
37.6 Fiscale aspecten van studiefinanciering 331
37.7 Tegemoetkoming scholieren krachtens de Wtos 331
38 HUWELIJK EN SAMENWONEN 332
38.1 Huwelijk en huwelijksvoorwaarden 332
38.2 Sluiting van het huwelijk 333
38.3 Gehuwden 333
38.4 Geregistreerd partnerschap 334
38.5 Ongehuwd samenwonenden 335
39 UIT ELKAAR GAAN 337
39.1 Echtscheiding: burgerrechtelijke aspecten, alimentatie, pensioenverevening 337
39.2 Fiscale gevolgen ontbinding huwelijk/gescheiden gaan leven 339
39.3 Beëindiging van een niet-huwelijks samenlevingsverband 340
40 ZORGVERZEKERING 341
40.1 Basispakket en aanvullende verzekeringen 341
40.2 Eigen risico basisverzekering, compensatie chronisch zieken 341
40.3 Nominale premie 341
40.4 Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw (P 48) 341
40.5 Directeur-grootaandeelhouder in de zin van de Zvw 342
40.6 Te veel ingehouden bijdrage Zvw 342
40.7 Niet het hele jaar verzekerd 343
40.8 Inkomsten die onder de Zorgverzekeringswet vallen 343
40.9 Loon hoger dan € 52 763: geen aanslag (P 48a) 343
40.10 Alimentatie die u al sinds 2005 van dezelfde persoon ontvangt (P 48b) 343
40.11 Was u in 2016 militair? (P 48c) 344
40.12 Dienstbetrekking is ondernemingsuitoefening 344
40.13 Loon uit buitenland (P 48d) 344
40.14 Correctie bijdrage- inkomen Zvw (P 48e) 344
40.15 Vermindering ivm. verzekering in buitenland (P 48f) 344
40.16 Gemoedsbezwaarden 344
40.17 Overzicht inkomensafhankelijke bijdrage Zvw 344
41 TOESLAGEN 345
41.1 Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR) 345
41.2 Werkwijze Belastingdienst/Toeslagen 346
41.3 Zorgtoeslag 347
41.4 Huurtoeslag 348
41.5 Kinderopvangtoeslag 350
INHOUD
42 LEVENSLOOPREGELING 354
42.1 Levenslooptegoed minder dan € 3000: verplicht afgekocht in 2013 354
42.2 Levenslooptegoed van € 3000 of meer: vrijwillig afgekocht 354
42.3 Levenslooptegoed niet afgekocht 354
43 PENSIOEN EN AOW 356
43.1 Oudedagsvoorzieningen 356
43.2 AOW 356
43.3 Pensioen 358
43.4 AOW-gerechtigd worden en met pensioen gaan 359
43.5 Fiscale mogelijkheden voor opbouw van pensioen 360
44 LIJFRENTEN 362
44.1 Wat is een lijfrente? 362
44.2 Het verschil tussen pensioen en lijfrente 362
44.3 Fiscale aspecten van lijfrente 362
44.4 Vragen over lijfrente in de aangifte 363
44.5 Welke fiscale voor- en nadelen kan een lijfrente hebben? 363
44.6 Met wie kunt u een lijfrente overeenkomen? 363
44.7 De nettolijfrente 363
45 GEHANDICAPTEN 366
45.1 Jonggehandicapten 366
45.2 Specifieke zorgkosten 366
45.3 Verzekeringen tegen gevolgen arbeidsongeschiktheid wegens invaliditeit, ziekte of ongeval 366
45.4 Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 366
45.5 Invalide (klein)kinderen 366
45.6 Kapitaaluitkering ongevallenverzekering bij invaliditeit 366
45.7 Overdracht onderneming 366
45.8 Erfbelasting 366
46 OVERLIJDEN EN INKOMSTENBELASTING, F-AANGIFTE 367
46.1 Aangifte over het jaar van overlijden 367
46.2 Belastingregelingen van belang bij overlijden 367
46.3 Aangifte inkomstenbelasting over het jaar van overlijden 367
47 ONVERDEELDE BOEDEL 369
47.1 Algemeen 369
47.2 Onverdeelde boedel, deelgerechtigden 369
47.3 Inkomsten uit onverdeelde boedel 369
47.4 Fiscale partners: wie van hen wordt aangeslagen? 369
47.5 Specifieke zorgkosten 369
WONEN
48 DIVERSE ZAKEN ROND AANKOOP EN BEZIT VAN EEN EIGEN WONING 370
48.1 Algemeen 370
48.2 Aankoop eigen woning 370
48.3 Hypothecaire geldlening 372
48.4 Subsidieregelingen eigen woning 374
48.5 Eigen woning en eigenwoningschuld 375
49 BIJLEENREGELING 377
49.1 Uitgangspunt bijleenregeling 377
49.2 Wettelijke begrippen 377
49.3 Overloopsituaties: tijdelijk twee eigen woningen 378
49.4 Bijzonderheden rond eigenwoningreserve 378
49.5 Beschikking eigenwoningreserve 379
50 OVERGANGSRECHT VOOR BANK- EN VERZEKERINGSSPAREN VOOR AFLOSSING EIGENWONINGSCHULD 380
50.1 Kapitaalverzekering eigen woning (KEW), spaarrekening eigen woning (SEW) en beleggingsrecht eigen woning (BEW)
50.2 Vrijstelling en belast rendement bij uitkering of deblokkering 381
50.3 Diverse zaken rond KEW, SEW en BEW 383
51 ONDER HET NIEUWE REGIME VALLENDE EIGENWONINGSCHULDEN 387
51.1 Informatieplicht eigenwoningschulden bij familie, eigen bv e.d. 387
51.2 Verhuisregeling voor tijdelijke ‘overloopsituaties’ 387
51.3 Aflossingsvereisten 388
51.4 Invloed schenking 389
51.5 Duohypotheek geen succes 389
52 WET WOZ EN ONROERENDEZAAKBELASTINGEN 390
52.1 WetWoz 390
52.2 Onroerendezaakbelastingen 392
52.3 Belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 393
53 KAMERVERHUURVRIJSTELLING 394
53.1 Voorwaarden vrijstelling 394
53.2 Huuropbrengst maximaal € 5069 394
53.3 Korte verhuur niet vrijgesteld 394
53.4 Alleen kamer(s) in eigen woning 394
53.5 Kamers in vakantiewoning 394
53.6 Het houden van kostgangers 394
BIJZONDERE ONDERWERPEN
54 FISCAAL GUNSTIGE BELONINGSVORMEN 395
54.1 Fiscale regelingen 395
54.2 Belast loon en vrijstellingen 395
54.3 Auto van de zaak 396
54.4 Vrijstellingen en waarderingsnormen 401
54.5 Loon in natura en vergoedingen belast bij de werkgever 402
54.6 Stamrecht 404
55 DE WERKKOSTENREGELING 405
55.1 Hoofdlijnen werkkostenregeling 405
55.2 Vergoedingen in geld en verstrekkingen in natura zijn loon 405
55.3 Loon in natura 405
55.4 Intermediaire kosten 405
55.5 Vergoedingen en verstrekkingen die buiten de werkkostenregeling vallen 405
55.6 Gerichte vrijstellingen 406
55.7 Overige vergoedingen en verstrekkingen, de vrije ruimte 411
55.8 Vergoedingen en verstrekkingen niet veel hoger dan gebruikelijk 411
55.9 Werknemers bij wie geen loonheffing wordt ingehouden 411
56 UW AUTO 412
56.1 Personenauto of bestelauto 412
56.2 Privéauto 412
56.3 Auto van eigen onderneming 412
56.4 Auto van de werkgever 412
56.5 Privéauto ook gebruikt voor dienstbetrekking, onderneming of overige Werkzaamheden 413
56.6 Autokostenfictie 413
56.7 Motorrijtuigenbelasting (mrb) 415
56.8 Teruggaaf bpm bestelauto’s van ondernemers en gehandicapten 416
56.9 Benzine, lpg of diesel: omslagpunt 417
57 VAKANTIE 418
57.1 Vakantiereizen 418
57.2 Vakantiewoning/woningruil 418
57.3 Werken in de vakantie 418
58 VERTREK NAAR HET BUITENLAND 419
58.1 ‘Metterwoon vertrek’ 419
58.2 Het jaar van vertrek 419
58.3 Voor ondernemers meestal eindafrekening 419
58.4 Conserverende aanslagen 419
58.5 Wanneer buitenlands belastingplichtig? 419
58.6 Heffingsrecht Nederland, belastingverdragen 420
58.7 Partnerregeling 420
58.8 Belaste inkomensbestanddelen 420
58.9 Waarop hebben buitenlands belastingplichtigen geen recht? 421
58.10 Premieheffing 421
58.11 Toepassing van de regels van binnenlandse belastingplicht 422
59 REMIGRATIE: TERUGKOMST UIT HET BUITENLAND 423
59.1 Remigratie 423
59.2 Buitenlandse en binnenlandse belastingplicht 423
59.3 Diverse fiscale zaken rond uw terugkeer naar Nederland 424
60 FISCAAL VOORDELIG BELEGGEN 425
60.1 Beleggen en box 3 425
60.2 Fiscaal voordelig beleggen, beleggingsrisico 425
60.3 Fiscale faciliteiten voor ‘groene beleggingen’ 426
60.4 Beleggen in aandelen en obligaties 426
60.5 Beleggen in onroerende zaken, vastgoedfondsen, vastgoed-cv’s 426
60.6 Investeringen via samenwerkingsverbanden in box 1 426
60.7 Participatie in scheepvaart-cv of Nederlandse film 427
60.8 Fiscaal voordelig ‘beleggen’ dankzij 6%-norm in de Successiewet 427
61 GELD LENEN 428
61.1 Inleiding 428
61.2 Geldleningen met in box 1 of box 2 aftrekbare rente 428
61.3 Geldleningen in box 3 428
61.4 Bureau Krediet Registratie (BKR) 429
62 SCHUIVEN MET UW INKOMEN EN VERMOGEN 430
62.1 Algemeen 430
62.2 Vermogensoverheveling door schenkingen aan (klein)kinderen 430
62.3 Eigen Wlz-bijdrage en schenking of aflossing op overbedelingsschuld 430
62.4 Vermogensoverheveling van ouder naar kind via schuldigerkenning uit Vrijgevigheid 431
62.5 Schenking van vruchtgebruik, losse coupons of huur- of pachttermijnen 431
62.6 Schenking van zgn. pre-Brede-Herwaarderingspolis 432
62.7 Afkoop van zgn. pre-Brede-Herwaarderingspolis, bundeling polissen, doorschuiving naar toekomst 432
62.8 Switchen van box 3 naar box 1 of box 2 voor een hoger nettorendement 432
62.9 Keuze tussen eigenwoningschuld in box 1 of een ‘gewone’ geldlening in box 3 433
62.10 Geld lenen van uw kinderen 434
62.11 Overheveling van vermogen naar echtgenoot 434
62.12 Verkoop eigen woning aan kinderen 434
62.13 Lijfrente: inkomen verschuiven naar de toekomst; nettolijfrente 435
62.14 Doorschuiving belastingclaim over een na overlijden uitgekeerd dividend op aanmerkelijkbelangaandelen 435
62.15 Bedrijfsopvolgingsfaciliteit bij schenken of nalaten onderneming 435
63 SCHENK- EN ERFBELASTING 2017 436
63.1 Algemeen 436
63.2 Tabel schenk- en erfbelasting 2017 438
63.3 Schenkbelasting: vrijstellingen 2017 440
63.4 Erfbelasting: vrijstellingen 2017 442
63.5 Erfbelasting: fictiebepalingen 443
63.6 Schenkingen en aangifte schenkbelasting 446
63.7 Aangifte erfbelasting 447
63.8 Aanslagen schenk- en erfbelasting 448
63.9 Faciliteit bij bedrijfsopvolging 448
63.10 Berekening gekapitaliseerde waarde pensioenen, lijfrenten e.d. 449
ALGEMENE INFORMATIE
64 HOE WERKT DE FISCUS? 451
64.1 Algemeen 451
64.2 Organisatie Belastingdienst 451
64.3 Organisatie en taak directies 451
64.4 Van aangifte tot aanslag 452
65 PRIVACY 454
65.1 Inlichtingenverplichtingen en verschoningsrecht 454
65.2 Procederen in belastingzaken 454
65.3 Verstrekking van gegevens aan uitvoerende instanties 454
65.4 Verstrekking van gegevens aan anderen 454
65.5 Bescherming persoonsgegevens 454
65.6 Uw gedrag in de publieke ruimte 454
66 SOORTEN AANGIFTEN 455
66.1 Soorten aangiften 455
66.2 Digitale aangifte voor particulieren 455
67 OVERZICHT FISCALE GEGEVENS 2016 456
67.1 Inleiding 456
67.2 Algemeen geldende bedragen 456
67.3 Reisaftrek (P 8) 456
67.4 Eigenwoningforfait (P 13) 456
67.5 Pensioentekort (P 18) 456
67.6 Heffingvrij vermogen (P 21 en P 23) 456
67.7 Zorgkostendrempel (P 26) 456
67.8 Weekenduitgaven voor ernstig gehandicapten (P 27) 456
67.9 Scholingsuitgaven (P 28) 457
67.10 Onderhoudskosten rijksmonumentenpand (P 29) 457
67.11 Giftendrempel (P 31) 457
67.12 Heffingskortingen 2016 (P 33–P 39) 457
67.13 Tarief 2016 457
67.14 Aftrekbare kosten eigen woning 457
68 TARIEF INKOMSTENBELASTING EN PREMIE 2016 458
68.1 Tarief 458
68.2 Premie volksverzekeringen 461
68.3 Tabel schijventarief 2016 voor personen die heel 2016 jonger dan de AOWleeftijd Waren 5 462
68.4 Tabel schijventarief 2016 voor personen die zijn geboren in 1945 of eerder 463
68.5 Tabel schijventarief 2016 voor personen die heel 2016 de AOW-leeftijd hadden en die zijn geboren in 1946 of later 464
69 ADRESSEN 465
69.1 Belastingdienst 465
69.2 Gerechtshoven (Belastingkamer) en rechtbanken (Bestuurskamer) 465
69.3 Hoge Raad 465
69.4 Ministeries 465
69.5 Beroepsorganisaties 465
69.6 Overige adressen 465
2017 EN TIPS
70 LAATSTE NIEUWTJES 466
70.1 Kinderbijslag en kindgebonden budget 466
70.2 Overige laatste nieuwtjes 466
71 WETSWIJZIGINGEN INGAANDE 2017 467
71.1 Loon- en inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen 467
71.2 Werknemers 467
71.3 Eigen woning 468
71.4 Uitgaven voor inkomens voorzieningen 468
71.5 Sparen en beleggen 468
71.6 Persoonsgebonden aftrek 469
71.7 Ondernemers 469
71.8 Teruggaafdrempel en aanslaggrens 470
71.9 Schenk- en erfbelasting 2017 470
72 TARIEF INKOMSTENBELASTING EN PREMIE 2017 471
72.1 Box 1 471
72.2 Box 2 en box 3 471
72.3 Heffingskorting 471
72.4 Uitgewerkt tarief 472
72.5 Tabel schijventarief 2017 voor personen die heel 2017 jonger dan de AOW leeftijd Zijn 473
72.6 Tabel schijventarief 2017 voor personen die zijn geboren in 1945 of eerder 474
72.7 Tabel schijventarief 2017 voor personen die heel 2017 de AOW-leeftijd hebben en zijn geboren in 1946 of later 475
73 TOESLAGEN 2017 476
73.1 Inleiding 476
73.2 Inkomensafhankelijk 476
73.3 Toeslagen en aftrekposten of bijverdiensten 476
73.4 Toetsingsinkomen 476
74 BELASTINGBESPARENDE TIPS 477
74.1 Wat is nieuw? 477
74.2 Actueel 477
74.3 Belastingvrije vergoedingen 477
74.4 Forfaitair rendement 477
74.5 Ambtshalve herziening 477
74.6 Gebruik de Almanak 2017 gedurende het hele jaar 477
74.7 Werknemers 477
74.8 Ondernemers 477
74.9 Vermogenden 478
74.10 Bijzondere regelingen 478
74.11 Na de aanslag 478
74.12 Overige aandachtspunten 478
75 LOONHEFFINGEN 2017 479
75.1 Algemeen 479
75.2 Loon 481
75.3 Vergoedingen en verstrekkingen 482
75.4 Heffingskortingen 483
75.5 In dienst treden 484
75.6 Tabellen loonbelasting/premie volksverzekeringen 485
75.7 Afrekenen 486
76 VOORLOPIGE TERUGGAAF 2017 488
76.1 Algemeen 488
76.2 Aanvraagprocedure 489
76.3 Toelichting op de vragen 490
76.4 Betaling van de voorlopige teruggaaf 495
76.5 Stopzetten of wijzigen 495
77 VOORLOPIGE AANSLAG 2017 497
77.1 Algemeen 497
77.2 Programma ‘Verzoek of wijziging voorlopige aanslag 2017’ 497
78 WITTE MAANDTABEL LOONBELASTING EN PREMIE 2017 498
78.1 Aanwijzingen voor toepassing 498
78.2 Berekening nettosalaris 498
79 GROENE MAANDTABEL LOONBELASTING EN PREMIE 2017 499
79.1 Aanwijzingen voor toepassing 499
79.2 Berekening nettopensioen of -uitkering 499
REGISTER 500
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan