De uniforme procesinleiding
Het vereenvoudigde procederen in civiele zaken volgens KEI
Ingenaaid Nederlands 2015 9789088631733Samenvatting
In 2014 is het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel komt voort uit het vernieuwingsprogramma Kwaliteit en Innovatie (KEI). Hierin wordt voorgesteld de start van de civielrechtelijke procedure te harmoniseren, zodat de dagvaarding en het verzoekschrift als procesinleiding komen te vervallen. In de plaats daarvan komt één ‘uniforme procesinleiding’. Reden daarvoor is de gewenste digitalisering van de rechtspraak: die is eenvoudiger als er sprake is van één procesvorm.
In dit boek behandelt mr. Heeroma (Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen) het KEI-voorstel Vereenvoudiging en digitalisering procesrecht. Zij gaat kritisch in op de vraag waarom juist voor de voorgestelde procedure is gekozen. Daarbij beschrijft zij de historische ontwikkeling van zowel de verzoekschrift- als de dagvaardingsprocedure, om zo de verschillen en later ontstane overeenkomsten duidelijk te maken. Vervolgens beschrijft zij de verschillen tussen de dagvaardings- en verzoekschriftprocedure sinds de wijzigingen in 2002.
Kern van het boek is wat het KEI-voorstel betekent voor de procesinleiding en de verdere civiele procedure. Volgens de auteur leidt het KEI-voorstel eerder tot complicaties, is de regierol van de rechter niet sterker dan beoogd en is van een versnelling van de procedure nauwelijks sprake.
Specificaties
Lezersrecensies
Geef uw waardering
Inhoudsopgave
1 Inleiding
1.1 Inleiding
1.2 Periode 1815 tot 1838
1.3 Periode 1838 tot 1897
1.3.1 Enkele voorstellen tot herziening
1.3.2 De gewone en de summiere dagvaardingsprocedure
1.3.3 Lex Hartogh (1897)
1.3.4 Regeling betreffende de verzoekschriftprocedure in cassatie
1.4 Periode 1897 tot 1970
1.4.1 De voluntaire en de contentieuze procedure
1.4.1.1 Formeel criterium
1.4.1.2 Materieel criterium
1.4.2 Verschuiven van de grens
1.4.3 De rechtspraak vult de leemten in
1.4.4 Snelle aanwas verzoekschriftprocedures
1.4.5 Roep vanuit de praktijk om een regeling
1.4.5.1 Ontwerp commissie-Gratama (1920)
1.4.5.2 Ontwerp commissie-Dorhout Mees (1948)
1.4.6 Preadviezen Boekman en Funke
1.5 Periode 1970 tot 2002
1.5.1 Invoering van algemene regels voor de verzoekschriftprocedure
1.5.2 Vergelijking tussen de procedures na de invoering van de twaalfde titel
1.5.3 Opnieuw vult de rechtspraak de leemten in
1.5.4 Onvrede over de bestaande regeling
1.5.5 Herziening rechterlijke organisatie
1.6 Periode vanaf 2002
1.6.1 Een volwassen verzoekschriftprocedure
1.7 Conclusie
2 Verschillen tussen dagvaardings- en verzoekschriftprocedure
2.1 Inleiding
I Rechtsingang en procesinleiding
2.2 Partijen
2.3 Relatieve competentie
2.3.1 De regeling van relatieve competentie
2.3.2 Toetsing van de relatieve bevoegdheid
2.4 Procesinleiding
2.4.1 Open en gesloten systeem van toegang tot de rechter
2.4.2 Start van de procedure
2.4.3 Inhoud procesinleidend stuk
2.4.4 Rechten van de verdediging
2.4.4.1 Oproeping
2.4.4.2 Verschijnen van partijen
2.4.4.3 Verstek
II Procesverloop
2.5 De rol
2.6 Incidenten
2.6.1 Voeging en tussenkomst
2.6.2 Verwijzing en voeging van zaken
2.6.3 Voorlopige voorzieningen
2.7 Bewijsrecht
2.7.1 Het bewijsrecht in ontwikkeling
2.7.2 De aard van de zaak
2.7.3 Bijzondere bewijsregels voor de verzoekschriftprocedure
2.7.3.1 Getuigenbewijs
2.7.3.2 Getuigen in zaken van personen- en familierecht
2.7.3.3 Deskundigenkosten
III Uitspraak
2.8 Uitspraak
2.8.1 (Inhouds)eisen aan de uitspraak
2.8.2 Gezag van gewijsde
2.9 Conclusie
3 De procesinleiding en de procedure volgens KEI
3.1 Inleiding
3.2 Het rapport ‘Uitgebalanceerd’ en de startnotitie ‘Naar een uniform Procesrecht’
3.2.1 Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht (2004/2006)
3.2.2 Startnotitie ‘Naar een uniform procesrecht’ (2012)
I Rechtsingang en procesinleiding
3.3 Eén uniforme procesinleiding
3.3.1 Procesinleiding; inhoudseisen
3.3.2 Oproeping; geen verplichte betekening
3.4 Gecombineerde procedures
II Procesverloop
3.5 Basisprocedure
3.6 Regierol van de rechter
3.7 Termijnen
III Uitspraak
3.8 Uitspraak
3.9 Conclusie
4 Het Belgisch burgerlijk procesrecht
4.1 Inleiding
I Rechtsingang en procesinleiding
4.2 Procesinleiding
4.2.1 De dagvaarding
4.2.2 De vrijwillige verschijning
4.2.3 Het verzoekschrift
4.2.3.1 Het contradictoir verzoekschrift
4.2.3.2 Het eenzijdig verzoekschrift
II Procesverloop
4.3 Behandeling van de zaak
4.3.1 Inleidende zitting
4.3.2 Korte debatten
4.3.3 L ange debatten ofwel gewone procedure
4.3.3.1 Instaatstelling van de zaak
4.3.3.2 Mondelinge behandeling
4.3.3.3 Schriftelijke behandeling
4.4 Regierol van de rechter
III Uitspraak
4.5 Uitspraak
4.6 Conclusie
5 Conclusie
5.1 Harmonisering: oude wijn in nieuwe zakken
5.2 Vereenvoudiging: voornamelijk complicering
5.3 De rechter: niet lijdelijk, maar leidend
5.4 Versnelling: hoofdzakelijk een inbreuk op het partijenproces
5.5 Slotconclusie
Geraadpleegde literatuur
Geraadpleegde jurisprudentie
Rubrieken
- Advisering
- Algemeen management
- Coaching en trainen
- Communicatie en media
- Economie
- Financieel management
- Inkoop en logistiek
- Internet en social media
- IT-management / ICT
- Juridisch
- Leiderschap
- Marketing
- Mens en maatschappij
- Non-profit
- Ondernemen
- Organisatiekunde
- Personal finance
- Personeelsmanagement
- Persoonlijke effectiviteit
- Projectmanagement
- Psychologie
- Reclame en verkoop
- Strategisch management
- Verandermanagement
- Werk en loopbaan