Levenslang en de strafrechter
een onderzoek naar de invloed van het Nederlandse gratiebeleid op de oplegging van de levenslange gevangenisstraf door de strafrechter
Ingenaaid Nederlands 2015 9797090015632Samenvatting
Het EHRM heeft zich in recente rechtspraak kritisch uitgelaten over de levenslange gevangenisstraf waarbij geen perspectief op vrijlating bestaat voor de gedetineerde. Volgens het Hof mag een levenslange gevangenisstraf slechts ten uitvoer worden gelegd wanneer deze op een later moment heroverwogen kan worden en de levenslanggestrafte daarbij in aanmerking kan komen voor een eventuele (voorwaardelijke) invrijheidstelling. De vorm van deze herbeoordeling wordt niet dwingend voorgeschreven. Wel moet het een wettelijke voorziening betreffen die ook daadwerkelijk in de praktijk wordt toegepast. Is dat niet het geval, dan is er geen sprake van enig perspectief op vrijlating en is niet alleen de tenuitvoerlegging maar onder omstandigheden zelfs de oplegging van de levenslange gevangenisstraf in strijd met de waarborgen van het EVRM.
In Nederland is het sinds de invoering van de levenslange gevangenisstraf mogelijk om deze via gratie te verkorten. En van die mogelijkheid is lange tijd uiterst succesvol gebruikgemaakt middels een duidelijk en voorspelbaar gratiebeleid. In het huidige tijdsgewricht lijkt er echter weinig van dat gratiebeleid te zijn overgebleven. Waar de gewone burger doorgaans nog denkt dat een levenslange gevangenisstraf ongeveer twintig jaar duurt, zijn er meerdere aanwijzingen die erop duiden dat levenslang in Nederland ook echt levenslang heeft te duren. Een dergelijke wijziging heeft potentieel grote gevolgen voor de verenigbaarheid van de Nederlandse levenslange gevangenisstraf met het EVRM.
In dit onderzoek wordt gepoogd deze ontwikkeling te duiden en daarbij een beeld te scheppen van de gevolgen voor de strafoplegging door de rechter. Onderzocht wordt of er inderdaad sprake is van een gewijzigd gratiebeleid voor levenslanggestraften en hoe dit beleid - of het gebrek daaraan - zich verhoudt tot de waarborgen van het EVRM. Vervolgens wordt aan de hand van een uitgebreid jurisprudentie-onderzoek bekeken in hoeverre de strafrechter rekening houdt met het gratiebeleid bij de oplegging van een levenslange gevangenisstraf en hoe diens werkwijze zich verhoudt tot de Europesrechtelijke vereisten.
Specificaties
Lezersrecensies
Geef uw waardering
Inhoudsopgave
1.1 Aanleiding
1.2 Probleemstelling
1.3 Afbakening en verantwoording
1.4 Opbouw
2 Levenslang in Nederland
2.1 Inleiding
2.2 Beknopt historisch overzicht
2.3 Wettelijk kader en enkele cijfers
2.4 Mogelijkheden ter verkorting van de straf
2.4.1 Civiele procedure
2.4.2 Gratie
2.5 Conclusie
3 Levenslang in perspectief
3.1 Inleiding
3.2 Raad van Europa
3.2.1 Resolutie en aanbevelingen
3.2.2 Het EVRM
3.2.2.1 Artikel 3 EVRM
3.2.2.2 Artikel 5, eerste en vierde lid, EVRM
3.3 Gevolgen voor Nederland
3.4 Conclusie
4 Levenslang en de strafrechter
4.1 Inleiding
4.2 Levenslang in de Nederlandse rechtspraak
4.2.1 De periode 1999 - 2005
4.2.2 De periode 2005 - 2009
4.2.3 Het arrest van de Hoge Raad van 16 juni 2009
4.2.4 De periode 2009 - heden
4.3 Conclusie
5 Conclusie
Literatuur
Jurisprudentie
Rubrieken
- Advisering
- Algemeen management
- Coaching en trainen
- Communicatie en media
- Economie
- Financieel management
- Inkoop en logistiek
- Internet en social media
- IT-management / ICT
- Juridisch
- Leiderschap
- Marketing
- Mens en maatschappij
- Non-profit
- Ondernemen
- Organisatiekunde
- Personal finance
- Personeelsmanagement
- Persoonlijke effectiviteit
- Projectmanagement
- Psychologie
- Reclame en verkoop
- Strategisch management
- Verandermanagement
- Werk en loopbaan