Het onderzoek in de enquêteprocedure
E-book Epub met watermerkbeveiliging Nederlands 2017 1e druk 9789013145373Samenvatting
Ondernemingsrechtelijke geschillen worden vaak opgelost in een enquêteprocedure. Kern van de enquêteprocedure is het onderzoek. Dit boek zet uiteen aan welke eisen een behoorlijk onderzoek moet voldoen en behandelt het fenomeen hindsight bias.
Aan welke eisen moet het onderzoek voldoen? Hoe moeten de onderzoekers het onderzoek uitvoeren? Hoe kan worden voorkomen dat het oordeel van de onderzoekers door hindsight bias wordt beïnvloed? En hoe kan de Ondernemingskamer het onderzoek in de enquêteprocedure aansturen en op de uitvoering daarvan toezicht houden?
Het onderzoek in de enquêteprocedure is geschreven voor iedereen die actief bij enquêteprocedures betrokken is. Maar ook voor betrokkenen bij andersoortige onderzoeken is het een aanrader, omdat hierin uiteen wordt gezet aan welke eisen een behoorlijk onderzoek moet voldoen.
De uitgave belicht zowel elementen van het onderzoek als de wijze waarop de Ondernemingskamer het onderzoek zou moeten aansturen:
-Formulering van de onderzoeksopdracht
-Benoeming van de onderzoekers
-Vaststelling van het onderzoeksbudget
-Uitvoering van het onderzoek en bevoegdheden van de onderzoekers
-Toezicht door de raadsheer-commissaris
-Opstellen van het onderzoeksverslag
-Hindsight bias
Deze uitgave is uniek door haar uitgebreide behandeling van het fenomeen hindsight bias. De auteur schetst niet alleen hoe hindsight bias tot stand komt, maar biedt ook concrete richtlijnen om te voorkomen dat het oordeel van onderzoekers en rechters hierdoor wordt beïnvloed.
Er heerst veel onvrede over de wijze waarop onderzoeken in de enquêteprocedure momenteel worden uitgevoerd. De auteur doet diverse suggesties hoe de uitvoering van onderzoeken kan worden verbeterd. Deze kunnen door de wetgever worden gebruikt bij de evaluatie van de Wet aanpassing enquêterecht. Daarnaast doet de auteur aanbevelingen voor wijziging van de door de Ondernemingskamer opgestelde Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van afkortingen IX
Hoofdstuk 1. Het onderzoek in de enquêteprocedure 1
1.1 Inleiding 1
1.2 De doeleinden van het enquêterecht 3
1.2.1 Inleiding 3
1.2.2 Instrumenteel gebruik van de enquêteprocedure als middel voor het dienen van vermogensrechtelijke belangen 6
1.2.3 Gevolgen van het instrumenteel gebruik van de enquêteprocedure voor het onderzoek 8
1.3 Drie typen enquêteprocedures 10
1.3.1 Inleiding 10
1.3.2 De curatieve enquête 11
1.3.3 De inquisitoire enquête 12
1.3.4 De antagonistische enquête 13
1.3.5 Het belang van het onderscheid tussen de verschillende typen enquêteprocedures 14
1.4 De plaats van het onderzoek in de enquêteprocedure 17
1.4.1 Inleiding 17
1.4.2 De formele betekenis van het onderzoek in de enquêteprocedure 17
1.4.3 De materiële betekenis van het onderzoek in de enquêteprocedure 18
1.5 Het belang van het onderzoek voor eventuele vervolgprocedures 21
1.6 Regels betreffende het deskundigenonderzoek in de civiele procedure niet rechtstreeks van toepassing op het onderzoek 22
1.7 Onderzoeksdoelen 23
1.7.1 Inleiding 23
1.7.2 Eerste onderzoeksdoel: normatief beschrijven hoe de onderzoekers het onderzoek behoren uit te voeren 24
1.7.3 Tweede onderzoeksdoel: normatief beschrijven hoe de Ondernemingskamer het onderzoek zou moeten aansturen 25
1.7.4 Afbakening: wat valt buiten de scope van mijn onderzoek 25
1.8 Onderzoeksmethoden 26
1.9 Verantwoording 28
Hoofdstuk 2. De onderzoeksopdracht 31
2.1 Inleiding 31
2.1.1 Wettekst 31
2.1.2 Totstandkomingsgeschiedenis 32
2.1.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 33
2.1.4 De Hoge Raad laat de Ondernemingskamer een grote mate van vrijheid bij het formuleren van de onderzoeksopdracht 34
2.1.5 Gebondenheid van de onderzoekers aan de onderzoeksopdracht 35
2.1.6 Duur van het onderzoek 37
2.1.7 Plan van aanpak 38
2.2 De formulering van de onderzoeksopdracht bij het deskundigenbericht 39
2.2.1 Inleiding 39
2.2.2 Inhoud en reikwijdte van de onderzoeksopdracht 40
2.2.3 De betrokkenheid van partijen bij het formuleren van de onderzoeksopdracht 42
2.2.4 De betrokkenheid van de deskundigen bij het formuleren van de onderzoeksopdracht 42
2.2.5 Onduidelijkheden in de onderzoeksopdracht 43
2.2.6 Wijzigingen in de onderzoeksopdracht 43
2.3 De wijze waarop de Ondernemingskamer de onderzoeksopdracht formuleert 44
2.3.1 Inleiding 44
2.3.2 Beperking van de onderzoeksperiode 44
2.3.3 Beperking van de omvang van het onderzoek 46
2.3.4 Vage of onduidelijke onderzoeksopdracht 48
2.3.5 Instructies met betrekking tot de inhoud van de opdracht 51
2.3.5.1 Inleiding 51
2.3.5.2 Instructie specifieke onderwerpen uit te zoeken 52
2.3.5.3 Vaststellen verantwoordelijkheid voor mogelijk blijkend wanbeleid 53
2.3.5.4 Bemiddelen 55
2.3.5.5 Aanbevelingen over de wijze van terinzagelegging van het verslag 56
2.3.5.6 Diversen 56
2.3.6 Instructies met betrekking tot de werkwijze 57
2.3.7 Instructies met betrekking tot de duur van het onderzoek 57
2.4 Beperkingen aan de vrijheid van de Ondernemingskamer de onderzoeksperiode vast te stellen 59
2.4.1 Inleiding 59
2.4.2 De einddatum van de onderzoeksperiode 60
2.4.3 Beperkingen op grond van de omvang van de rechtsstrijd 63
2.5 Beperkingen aan de vrijheid van de Ondernemingskamer de onderzoeksopdracht te formuleren 65
2.5.1 Inleiding 65
2.5.2 Beperkingen op grond van het wettelijk systeem 66
2.5.2.1 Inleiding 66
2.5.2.2 Jaarrekeningprocedure 66
2.5.2.3 Geschillenregeling 67
2.5.2.4 Uitkoopprocedure 67
2.5.2.5 Onderzoek naar andere betrokkenen dan de rechtspersoon 68
2.5.2.6 Voorgenomen handelen 68
2.5.3 Beperkingen op grond van doel en strekking van het enquêterecht 69
2.5.4 Beperkingen op grond van de omvang van de rechtsstrijd 72
2.5.5 Beperkingen voortvloeiend uit andere wetten 72
2.5.5.1 Inleiding 72
2.5.5.2 Wet op het financieel toezicht 73
2.5.5.3 Faillissement en surseance van betaling 75
2.6 Onderzoeksopdracht mede gericht op andere betrokkenen dan de rechtspersoon 78
2.6.1 Inleiding 78
2.6.2 Toerekening van handelen van personen aan de rechtspersoon in enquêterechtelijke zin 79
2.6.3 Kan het handelen van derden voorwerp zijn van het onderzoek? 83
2.6.4 Kan voorgenomen handelen van derden voorwerp zijn van het onderzoek? 84
2.7 De wijze waarop partijen bij de formulering van de onderzoeksopdracht worden betrokken 85
2.8 De verhouding tussen de onderzoekers en eventuele door de Ondernemingskamer benoemde bestuurders, commissarissen en beheerders van aandelen 86
2.9 Aanpassing en verduidelijking van de onderzoeksopdracht en aanvullend onderzoek 90
2.9.1 Inleiding 90
2.9.2 Uitbreiding van de onderzoeksopdracht 90
2.9.3 Beperking van de onderzoeksopdracht 93
2.9.4 Verduidelijking van de onderzoeksopdracht 93
2.9.5 Aanvullend onderzoek 93
Hoofdstuk 3. De benoeming van de onderzoekers 97
3.1 Inleiding 97
3.1.1 Wettekst 97
3.1.2 Voorontwerp 1981 97
3.1.3 Kritiek op de benoemingsprocedure 100
3.1.4 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 101
3.1.5 De benoemingenpraktijk 102
3.1.6 Plan van aanpak 105
3.2 Benoeming van deskundigen 105
3.2.1 Inleiding 105
3.2.2 Redenen waarom overleg met partijen over de benoeming van deskundigen wenselijk is 106
3.2.3 De aan deskundigen te stellen eisen 107
3.2.3.1 Inleiding 107
3.2.3.2 De deskundige in het strafprocesrecht 108
3.2.3.3 Kwaliteitseisen voor deskundigen in civiele procedures 110
3.2.3.4 Kennis en ervaring 110
3.2.3.5 Vaardigheden 111
3.2.3.6 Attitude 112
3.2.4 Initiatieven om deskundigen op te leiden en de kwaliteit van deskundigenonderzoeken te bevorderen 112
3.2.5 Registratie van deskundigen 113
3.2.6 Belemmeringen bij het benoemen van deskundigen 115
3.2.7 Conclusie 116
3.3 De aan onderzoekers te stellen eisen 117
3.3.1 Inleiding 117
3.3.2 Taken van de onderzoekers 118
3.3.3 Onderscheid tussen onderzoekers en deskundigen 118
3.3.4 Aan onderzoekers te stellen eisen 120
3.3.4.1 Inleiding 120
3.3.4.2 Kennis en ervaring 121
3.3.4.3 Vaardigheden 124
3.3.4.4 Attitude 124
3.3.4.4.1 Inleiding 124
3.3.4.4.2 Onafhankelijkheid 125
3.3.4.4.3 Onpartijdigheid 128
3.3.4.4.4 Deskundigheid 129
3.3.4.4.5 Zorgvuldigheid 130
3.3.4.4.6 Integriteit 130
3.3.5 Geen leeftijdsgrens voor onderzoekers 131
3.4 Opleiding van onderzoekers 132
3.5 Registratie van onderzoekers 134
3.6 Invloed van partijen op de benoeming van onderzoekers 136
3.7 De benoeming van een rechtspersoon tot onderzoeker 138
3.8 De rechtspositie van de onderzoekers 138
3.9 Aanvaarding van de onderzoeksopdracht 139
3.10 Vervanging van onderzoekers en benoeming van een extra onderzoeker 141
Hoofdstuk 4. De kosten van het onderzoek 143
4.1 Inleiding 143
4.1.1 Wettekst 143
4.1.2 Totstandkomingsgeschiedenis 144
4.1.2.1 De kosten van het onderzoek 144
4.1.2.2 Vergoeding van de kosten van het voeren van verweer tegen een aansprakelijkstelling 146
4.1.2.3 De kosten van het onderzoek als de Hoge Raad de beschikking van de Ondernemingskamer vernietigt 148
4.1.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 148
4.1.4 Beheersing van de kosten van het onderzoek 150
4.1.5 Enkele feitelijke gegevens 151
4.1.6 Plan van aanpak 152
4.2 De regeling van de onderzoekskosten bij het (voorlopig) deskundigenbericht 153
4.2.1 Inleiding 153
4.2.2 Vaststelling van de hoogte van het voorschot (onderzoeksbudget) 154
4.2.3 Begroting van de kosten van het deskundigenbericht (vaststelling van het onderzoeksbudget) 155
4.2.4 Betaling van het voorschot (onderzoeksbudget) 157
4.2.5 Verhoging van het voorschot (onderzoeksbudget) 157
4.2.6 Vaststelling van de kosten van het deskundigenbericht 158
4.2.7 Betaling van de kosten van het deskundigenbericht 159
4.2.8 Draagplicht 160
4.3 Vaststelling van het onderzoeksbudget in de enquêteprocedure 160
4.3.1 Inleiding 160
4.3.2 Voorstel voor een nieuwe werkwijze bij de vaststelling van het onderzoeksbudget 161
4.3.2.1 Inleiding 161
4.3.2.2 De toe te passen procedure 162
4.3.2.3 De voor- en nadelen van de voorgestelde werkwijze 163
4.3.2.4 Wijziging van de Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 166
4.3.3 Vaststelling van een maximumbedrag voor het onderzoeksbudget 167
4.4 Zekerheidstelling voor de onderzoekskosten 168
4.4.1 Inleiding 168
4.4.2 Wijze van zekerheidstelling 169
4.4.3 Zekerheidstelling bij een onderzoek naar meerdere rechtspersonen 170
4.4.4 Achterwege blijven van zekerheidstelling 172
4.4.5 De (on)wenselijkheid anderen dan de rechtspersoon te kunnen veroordelen voor de onderzoekskosten zekerheid te stellen 173
4.4.6 Zekerheid voor de kosten van het voeren van verweer tegen een aansprakelijkstelling van de onderzoekers 174
4.5 Verhoging van het onderzoeksbudget 174
4.5.1 Inleiding 174
4.5.2 Procedure 175
4.5.3 Termijn waarbinnen het verzoek moet worden gedaan 178
4.5.4 Bij de beoordeling van een verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget te hanteren criteria 181
4.6 Vaststelling van de vergoeding van de onderzoekers 185
4.6.1 Inleiding 185
4.6.2 De bij de vaststelling van de vergoeding te hanteren werkwijze 186
4.6.3 De hoogte van de vergoeding van de onderzoekers 189
4.6.3.1 Inleiding 189
4.6.3.2 Bestede tijd 190
4.6.3.3 Uurtarief 192
4.6.3.4 Kosten van hulppersonen 193
4.6.3.5 Overige kosten 194
4.6.4 Tussentijdse vaststelling van de vergoeding en het voorschot voor te betalen kosten 194
4.6.5 Bevel tot betaling van de onderzoekskosten 195
4.7 De kosten van het onderzoek naar een insolvente rechtspersoon 195
4.7.1 Inleiding 195
4.7.2 Onderzoekskosten in een faillissement of surseance van betaling zijn geen boedelschuld 196
4.7.3 Geen veroordeling van derden om zekerheid voor de onderzoekskosten te stellen 198
4.7.4 Zekerheidstelling voor de onderzoekskosten door een derde 199
4.8 Onderzoek zonder voldoende budget 202
4.8.1 Inleiding 202
4.8.2 Bezwaren tegen een onderzoek zonder voldoende budget 203
4.8.3 Een voorbeeld hoe het niet moet: de LCI-enquête 205
4.9 De gevolgen van vernietiging van de beschikking waarbij het onderzoek is gelast voor de onderzoekskosten 207
4.10 Vergoeding van de kosten van verweer die de onderzoekers moeten maken tegen een aansprakelijkstelling 208
4.10.1 Inleiding 208
4.10.2 Reikwijdte van de verplichting tot vergoeding van de kosten van verweer die de onderzoekers moeten maken tegen een aansprakelijkstelling 209
4.10.3 Zekerheidstelling voor de kosten van verweer die de onderzoekers moeten maken tegen een aansprakelijkstelling 209
4.10.4 Vaststelling van de kosten van verweer die de onderzoekers moeten maken tegen een aansprakelijkstelling 210
4.10.5 Voorstel voor wetswijziging 211
Hoofdstuk 5. De taken van de onderzoekers 213
5.1 Inleiding 213
5.1.1 Wettekst 213
5.1.2 Totstandkomingsgeschiedenis 215
5.1.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 215
5.1.4 Plan van aanpak 217
5.2 De taken van deskundigen in de civiele procedure 218
5.2.1 Beschrijving 218
5.2.2 Verschillen tussen het deskundigenonderzoek en het enquêteonderzoek 219
5.3 De vaste taken van de onderzoekers 220
5.3.1 Inleiding 220
5.3.2 Het vaststellen van de feiten 222
5.3.3 Beoordelen van het gevoerde beleid 226
5.3.4 Kwalificeren van het gevoerde beleid geen taak van de onderzoekers 231
5.3.5 Uitbrengen van het verslag 235
5.4 Mogelijke overige taken van de onderzoekers 235
5.4.1 Inleiding 235
5.4.2 Adviseren over te treffen voorzieningen of maatregelen 235
5.4.3 Aanbevelingen doen over het ter inzage leggen van het verslag en de eventuele bijlagen 237
5.4.4 Vaststellen van de individuele verantwoordelijkheid voor mogelijk blijkend wanbeleid 238
5.4.5 Adviseren over kostenverhaal 241
5.4.6 Bemiddelen 243
5.4.7 Uitvoeren van specifieke opdrachten 248
5.4.8 Toezicht houden op de naleving van getroffen onmiddellijke voorzieningen 250
5.4.9 Uitbrengen tussentijds verslag 251
5.4.10 Verstrekken van inlichtingen over de voortgang van het onderzoek aan de Ondernemingskamer of de raadsheer-commissaris 252
5.5 Taken van de onderzoekers na de inlevering van het verslag ter griffie 253
5.5.1 Inleiding 253
5.5.2 Verstrekken van inlichtingen tijdens een mondelinge behandeling 254
5.5.3 Schriftelijk reageren op een tweedefaseverzoek 255
Hoofdstuk 6. De bevoegdheden van de onderzoekers 257
6.1 Overzicht 257
6.1.1 Inleiding 257
6.1.2 Onderzoekers de bevoegdheid toekennen onmiddellijke voorzieningen te verzoeken? 258
6.1.3 Plan van aanpak 259
6.2 De bevoegdheden van deskundigen in de civiele procedure 260
6.3 Raadpleging van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers 261
6.3.1 Wettekst 261
6.3.2 Totstandkomingsgeschiedenis 261
6.3.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 262
6.3.4 De omvang van het inzagerecht 262
6.3.5 Door de onderzoekers bij het inzagerecht in acht te nemen beperkingen 263
6.3.5.1 Inleiding 263
6.3.5.2 Artikelen 8 EVRM, 8 EU Handvest van de Grondrechten en 10 Grondwet 264
6.3.5.3 Proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel 266
6.3.5.4 Het onderzoek moet plaatsvinden binnen het vastgestelde budget 267
6.3.5.5 Eerbiedigen (afgeleid) verschoningsrecht 268
6.3.5.6 Wet bescherming persoonsgegevens 269
6.3.5.7 Eerbiediging soevereiniteit van vreemde staten 273
6.3.6 Inzage van de boeken van de rechtspersoon bij derden 273
6.3.7 Inzage van de boeken van de rechtspersoon bij de curator 275
6.3.8 Sancties bij weigering medewerking aan inzagerecht 276
6.3.9 Wijziging van de Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 277
6.4 Verstrekken van inlichtingen 277
6.4.1 Wettekst 277
6.4.2 Totstandkomingsgeschiedenis 278
6.4.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 278
6.4.4 Omvang van de verplichting tot het verstrekken van inlichtingen 278
6.4.5 Verschoningsrecht 280
6.4.5.1 Inleiding 280
6.4.5.2 Het familiale verschoningsrecht 280
6.4.5.3 Het functionele of professionele verschoningsrecht 281
6.4.5.4 Het verbod op gedwongen zelfincriminatie 281
6.4.6 Recht op rechtsbijstand 282
6.4.7 Hoorplicht 283
6.4.8 Sancties bij niet voldoen aan inlichtingenplicht 284
6.4.9 Wijziging van de Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 284
6.5 Bevel tot medewerking 285
6.5.1 Wettekst 285
6.5.2 Totstandkomingsgeschiedenis 285
6.5.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 285
6.5.4 Reikwijdte van de bevoegdheid tot het geven van bevelen 286
6.5.5 Dwangsom 289
6.5.6 Cassatieberoep 290
6.6 Het horen van personen als getuigen 290
6.6.1 Wettekst 290
6.6.2 Totstandkomingsgeschiedenis 291
6.6.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 291
6.6.4 Toepassingsgebied 291
6.6.5 Gang van zaken tijdens het verhoor 293
6.6.6 Voorlopig getuigenverhoor parallel aan onderzoek 295
6.7 Uitbreiding onderzoeksbevoegdheden tot nauw verbonden rechtspersonen 300
6.7.1 Wettekst 300
6.7.2 Totstandkomingsgeschiedenis 300
6.7.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 301
6.7.4 Begrip ‘nauw verbonden rechtspersoon’ 301
6.7.5 Machtiging kan alleen op verzoek van de onderzoekers worden gegeven 303
6.7.6 Buitenlandse nauw verbonden rechtspersoon 304
6.8 Procedure 306
6.9 Uitoefening onderzoeksbevoegdheden buiten Nederland 308
Hoofdstuk 7. De uitvoering van het onderzoek 313
7.1 Inleiding 313
7.1.1 Wettekst 313
7.1.2 Totstandkomingsgeschiedenis 314
7.1.2.1 Inleiding 314
7.1.2.2 Geheimhoudingsplicht 315
7.1.2.3 Procedurele waarborgen voor een zorgvuldig onderzoek 316
7.1.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 318
7.1.4 Plan van aanpak 321
7.2 De uitvoering van het deskundigenonderzoek in de civiele procedure 322
7.2.1 Inleiding 322
7.2.2 Leidraad deskundigen in civiele zaken 325
7.2.3 Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken 328
7.3 Inleidende beschouwingen over de beginselen van behoorlijk onderzoek 330
7.3.1 Inleiding 330
7.3.2 De rechtsregels die de handelwijze van de onderzoekers normeren 332
7.3.2.1 Inleiding 332
7.3.2.2 Procesrechtelijke regels 332
7.3.2.3 Soft law 333
7.3.2.4 Ongeschreven recht 333
7.3.2.5 Beroeps- en gedragsregels waaraan advocaten en accountants zijn gebonden 334
7.3.3 Artikel 6 lid 1 EVRM en het onderzoek 337
7.3.3.1 Inleiding 337
7.3.3.2 Enquêteprocedure als geheel moet voldoen aan eisen artikel 6 lid 1 EVRM 340
7.3.3.3 Onderzoek zonder tweedefaseprocedure 345
7.3.3.4 Verbod op gedwongen zelfincriminatie 348
7.3.4 Beoordeling van tweedefaseverzoeken en toetsing van de uitvoering van het onderzoek en het onderzoeksverslag door de Ondernemingskamer 349
7.3.4.1 Inleiding 349
7.3.4.2 Toetsing van de uitvoering van deskundigenonderzoeken door de civiele rechter 350
7.3.4.3 Toetsing van de uitvoering van het onderzoek door de Ondernemingskamer 354
7.3.4.4 Recht op het mogen leveren van tegenbewijs? 363
7.3.5 Het spanningsveld tussen transparantie en vertrouwelijkheid 367
7.4 Beginselen van behoorlijk onderzoek 369
7.4.1 Inleiding 369
7.4.2 Gebondenheid aan de onderzoeksopdracht en aanwijzingen van de Ondernemingskamer en raadsheer-commissaris 373
7.4.2.1 Gebondenheid aan de onderzoeksopdracht 373
7.4.2.2 Gebondenheid aan aanwijzingen van de Ondernemingskamer en raadsheer-commissaris 375
7.4.3 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid 376
7.4.3.1 Inleiding 376
7.4.3.2 Aan de onpartijdigheid van de onderzoekers bij de uitvoering van het onderzoek te stellen eisen 376
7.4.3.3 Hoe te handelen als de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de onderzoekers in het geding is 379
7.4.4 Zorgvuldigheid 381
7.4.5 Fair play-beginsel 383
7.4.6 Deskundigheid 385
7.4.7 Uitvoering van het onderzoek binnen het onderzoeksbudget 386
7.4.8 Vertrouwelijkheid 386
7.4.8.1 Inleiding 386
7.4.8.2 Ratio geheimhoudingsplicht 387
7.4.8.3 Enige praktische consequenties 389
7.4.8.4 Koersgevoelige informatie 390
7.4.9 Betrokkenheid van partijen 391
7.4.9.1 Inleiding 391
7.4.9.2 Partijen bij het onderzoek 392
7.4.9.3 Aspecten van het onderzoek waarbij alle partijen gelijk moeten worden behandeld 394
7.4.9.4 Aspecten van het onderzoek waarbij partijen niet gelijk behoeven te worden behandeld 395
7.4.9.5 Aspecten van het onderzoek waarbij partijen niet behoeven te worden betrokken 396
7.4.9.6 De sanctie als partijen menen dat zij onvoldoende bij het onderzoek worden betrokken 396
7.4.10 Proportionaliteit en subsidiariteit 396
7.4.11 Het voorkomen van fouten bij het selecteren van de relevante feiten en het beoordelen van het handelen van de rechtspersoon 398
7.4.12 Hoor en wederhoor 401
7.4.12.1 Inleiding 401
7.4.12.2 Beperkingen op het beginsel van hoor en wederhoor 403
7.4.12.3 De wijze waarop de onderzoekers aan het beginsel van hoor en wederhoor invulling kunnen geven 403
7.4.13 Verifieerbaarheid van de bevindingen 405
7.4.14 Expliciteren van de beperkingen waaraan het onderzoek is onderworpen 405
7.4.15 Uitvoering binnen een redelijke termijn 406
7.5 De organisatie van het onderzoek 409
7.5.1 Inleiding 409
7.5.2 Aanvaarding van de opdracht 410
7.5.3 Zekerheid voor de kosten, eventuele vrijwaring en verzekering 411
7.5.4 Aanleggen dossier 412
7.5.4.1 Procesdossier 412
7.5.4.2 Onderzoeksdossier 413
7.5.4.3 Bewaring van het onderzoeksdossier 415
7.5.4.4 Aanscherping van de Aandachtspunten 415
7.5.5 De aanstelling van een secretaris en de inschakeling van andere hulppersonen 416
7.5.5.1 Inleiding 416
7.5.5.2 Beperkingen aan de mogelijkheid om hulppersonen in te schakelen 417
7.5.5.3 De bij de inschakeling van hulppersonen te volgen procedure 419
7.5.5.4 De rechtspositie en de kosten van de hulppersoon 420
7.5.5.5 Wetswijziging en aanscherping van de Aandachtspunten 420
7.5.6 Opstellen en bespreken van een onderzoeksprotocol 421
7.5.7 Bijhouden van een staat van werkzaamheden en van kosten 423
7.5.8 Communicatie 424
7.5.8.1 Inleiding 424
7.5.8.2 Communicatie met de secretarissen van de Ondernemingskamer 425
7.5.8.3 Communicatie met de raadsheer-commissaris 425
7.5.8.4 Communicatie met de Ondernemingskamer 426
7.5.8.5 Communicatie met door de Ondernemingskamer benoemde functionarissen 428
7.5.8.6 Communicatie met partijen en hun advocaten 429
7.5.8.7 Communicatie met derden 430
7.5.8.8 Aanscherping van de Aandachtspunten 430
7.5.9 Tussentijds verslag 431
7.5.10 Nawerkzaamheden 434
7.6 De uitvoering van het onderzoek 435
7.6.1 Inleiding 435
7.6.2 Oriëntatie 435
7.6.3 Het opstellen en bespreken van een plan van aanpak 436
7.6.3.1 Inleiding 436
7.6.3.2 Het plan van aanpak in de praktijk 437
7.6.3.3 De bij het vaststellen van het plan van aanpak te volgen procedure 438
7.6.3.4 De inhoud van het plan van aanpak 438
7.6.4 Datacollectie 440
7.6.4.1 Inleiding 440
7.6.4.2 Datacollectie ten behoeve van forensisch onderzoek 441
7.6.4.3 Toegankelijk maken van de data 442
7.6.5 Data-analyse 443
7.6.5.1 Inleiding 443
7.6.5.2 De wijze van data-analyse 443
7.6.6 Het horen van personen en het maken van een gespreksverslag daarvan 444
7.6.6.1 Het doel van het voeren van formele en informele gesprekken 444
7.6.6.2 Het voorbereiden en organiseren van een formeel gesprek door de onderzoekers 445
7.6.6.3 Het voorbereiden van het formele gesprek door de te horen personen 446
7.6.6.4 Rechtsbijstand 447
7.6.6.5 De gang van zaken bij formele gesprekken 449
7.6.6.6 Correctie en aanvulling van het gespreksverslag 451
7.6.6.7 Aanscherping van de Aandachtspunten 452
7.6.7 Het bieden van gelegenheid tot tegenspraak 453
7.6.7.1 Inleiding 453
7.6.7.2 De wijze waarop tegenspraak kan worden georganiseerd 455
7.6.7.3 Het moment waarop de onderzoekers de gelegenheid zouden moeten bieden tot tegenspraak 456
7.6.8 Analyse en het opstellen van een conceptverslag 457
7.6.9 Het voorleggen van het conceptverslag voor het maken van opmerkingen 457
7.6.9.1 Inleiding 457
7.6.9.2 Partijen aan wie het conceptverslag voor het maken van opmerkingen moet worden voorgelegd 458
7.6.9.3 De wijze waarop de onderzoekers gelegenheid kunnen bieden opmerkingen te maken op het conceptverslag 459
7.6.9.4 Het ter beschikking stellen van brondocumenten en de administratie van de rechtspersoon aan degenen die recht hebben op het maken van opmerkingen 460
7.6.9.5 Termijn voor het maken van opmerkingen 462
7.6.9.6 Verwerking van de opmerkingen in het verslag 462
7.6.9.7 Aanwijzing van de raadsheer-commissaris 463
7.6.9.8 Rechtsverwerking 463
7.6.10 Het opstellen van het definitieve verslag en de inlevering daarvan ter griffie 464
Hoofdstuk 8. Het voorkomen van hindsight bias bij het beoordelenvan het handelen van rechtspersonen 465
8.1 Inleiding 465
8.2 De oorzaken van het ontstaan van denkfouten bij oordeels- en besluitvorming 469
8.3 Hindsight bias 471
8.4 Verklaringen voor het ontstaan van hindsight bias 473
8.5 Oordelen die kunnen worden beïnvloed door hindsight bias 475
8.6 Gevolgen van hindsight bias op de beoordeling door onderzoekers 477
8.7 Een model van oordeelsvorming 478
8.8 Hindsight bias in de Nederlandse civiele rechtspraak 480
8.8.1 Inleiding 480
8.8.2 Fortis 481
8.8.3 Meavita 482
8.8.4 Super de Boer 484
8.9 Methodes om de invloed van hindsight bias op oordelen te verminderen 486
8.10 Isolerende strategieën 488
8.11 Debiasing door toepassing van een gestructureerd werkproces 489
8.11.1 Inleiding 489
8.11.2 Het beschrijven van de feitelijke situatie en de context 491
8.11.3 Het benoemen van alternatieve uitkomsten van de handelwijze van de rechtspersoon 493
8.11.4 Het vaststellen van de toepasselijke norm 493
8.11.5 Het vaststellen van de toepasselijke bewijsdrempel 495
8.11.6 De beoordeling 499
8.11.7 Het voorkomen van confirmation bias 499
8.11.8 Het voorkomen van contrafeitelijk redeneren 500
8.12 Debiasing door toepassing van rechtsregels 501
8.12.1 Inleiding 501
8.12.2 Geen acht slaan op ex post genomen maatregelen 502
8.12.3 Het laten aansluiten van de toepasselijke norm bij ex ante standaarden 504
8.12.4 Verhogen van de drempel voor het aannemen van wanbeleid 507
8.12.5 Verhogen van de bewijsdrempel 510
8.13 Conclusie 511
Hoofdstuk 9. De raadsheer-commissaris 513
9.1 Inleiding 513
9.1.1 Wettekst 513
9.1.2 Totstandkomingsgeschiedenis 514
9.1.2.1 Inleiding 514
9.1.2.2 De taak van de raadsheer-commissaris 515
9.1.2.3 De partijen die de raadsheer-commissaris om een aanwijzing kunnen vragen 516
9.1.2.4 De bij het vragen om een aanwijzing te hanteren procedure 516
9.1.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 518
9.1.4 De rol van de raadsheer-commissaris in de praktijk 518
9.1.5 Plan van aanpak 521
9.2 Het deskundigenonderzoek onder leiding van de rechter 522
9.2.1 Inleiding 522
9.2.2 Leidraad deskundigen in civiele zaken 525
9.2.3 Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken 525
9.2.4 De raadsheer-commissaris bij financiële deskundigenonderzoeken in het familierecht 525
9.3 De algemene bevoegdheden van de raadsheer-commissaris 527
9.4 De taken van de raadsheer-commissaris in het onderzoek 530
9.4.1 De mogelijke rollen van de raadsheer-commissaris 530
9.4.2 De rol van de raadsheer-commissaris in het onderzoek naar geldend recht 532
9.4.2.1 Inleiding 532
9.4.2.2 De aanwijzingen die de raadsheer-commissaris kan geven 533
9.4.2.3 Bevelen tot medewerking die de raadsheer-commissaris kan geven 536
9.4.2.4 De overige bevoegdheden van de Ondernemingskamer die de raadsheer-commissaris kan uitoefenen 536
9.4.3 De onderscheiden bevoegdheden van de Ondernemingskamer, haar secretaris, de raadsheer-commissaris en de onderzoekers 536
9.4.4 Mogelijke (nieuwe) taken voor de raadsheer-commissaris 540
9.4.4.1 Inleiding 540
9.4.4.2 Vervangen van de onderzoeker of benoemen van een extra onderzoeker 542
9.4.4.3 Wijzigen van de onderzoeksopdracht 542
9.4.4.4 Vaststellen en verhogen van het onderzoeksbudget en het beslechten van geschillen over zekerheidstelling 544
9.4.4.5 Gelasten van een regiezitting of comparitie van partijen 545
9.4.4.6 Bewaken van de voortgang van het onderzoek 545
9.4.4.7 Houden van preventief toezicht 546
9.4.4.8 Treffen van onmiddellijke voorzieningen in het belang van het onderzoek 546
9.4.4.9 Uitbreiden van de onderzoeksbevoegdheden tot een nauw verbonden rechtspersoon 547
9.4.4.10 Beslissen op een verzoek tot het gelasten van een getuigenverhoor en het horen van getuigen 547
9.4.4.11 Benoemen van een onderzoeker tot commissaris ten behoeve van bewijsverrichtingen in het buitenland 548
9.4.4.12 Opschorten van het onderzoek 548
9.4.4.13 Goedkeuren dat het verslag wordt opgesteld in de Engelse taal 548
9.4.4.14 Beëindigen van het onderzoek 549
9.4.4.15 Bepalen voor wie het verslag ter inzage ligt 549
9.4.4.16 Vaststellen van de vergoeding van de onderzoekers 549
9.4.4.17 Machtigen tot het doen van mededelingen uit het verslag 549
9.4.4.18 Geven van feedback aan de onderzoekers 550
9.4.4.19 Beslechten van geschillen tussen de door de Ondernemingskamer benoemde functionarissen 550
9.5 De procedurele aspecten van het toezicht van de raadsheer-commissaris 551
9.6 Betrokkenheid van de raadsheer-commissaris bij vervolgbeschikkingen van de Ondernemingskamer 555
Hoofdstuk 10. Het onderzoeksverslag 557
10.1 Inleiding 557
10.1.1 Wettekst 557
10.1.2 Totstandkomingsgeschiedenis 558
10.1.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 558
10.1.4 Plan van aanpak 560
10.2 Het deskundigenbericht in de civiele procedure 561
10.2.1 Inleiding 561
10.2.2 Leidraad deskundigen in civiele zaken 562
10.2.3 Model deskundigenbericht 563
10.2.4 Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken 564
10.3 Algemene beginselen waaraan het verslag moet voldoen 565
10.3.1 Inleiding 565
10.3.2 Antwoord geven op de in de onderzoeksopdracht besloten vragen 566
10.3.3 Motivering van de bevindingen 567
10.3.4 Handhaving van de vertrouwelijkheid van het onderzoek, voor zover mogelijk gezien de doeleinden van de enquête 570
10.3.5 Verifieerbaarheid van de bevindingen 573
10.3.5.1 Inleiding 573
10.3.5.2 Vuistregels voor de beslissing om al dan niet brondocumenten en gespreksverslagen als bijlagen aan het verslag te hechten 575
10.3.6 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen 576
10.3.7 Verantwoording van de werkwijze 577
10.3.8 Expliciteren van de beperkingen waaraan het onderzoek is onderworpen 579
10.3.9 Taalgebruik 579
10.3.10 Individuele verantwoordelijkheid voor de inhoud van het verslag 580
10.3.11 Ondertekening en datering 581
10.4 De inhoud van het verslag 582
10.4.1 Inleiding 582
10.4.2 Inhoudsopgave 582
10.4.3 Lijst van afkortingen, organogram, lijst van personen en tijdlijn 582
10.4.3.1 Inleiding 582
10.4.3.2 Lijst met afkortingen en definities en een verklarende woordenlijst 582
10.4.3.3 Organogram 583
10.4.3.4 Lijst van betrokken (rechts)personen 583
10.4.3.5 Tijdlijn 584
10.4.4 Het verloop van het onderzoek 584
10.4.4.1 Inleiding 584
10.4.4.2 Onderzoeksopdracht 584
10.4.4.3 Benoeming onderzoekers 585
10.4.4.4 Onderzoeksbudget 585
10.4.4.5 Verzekering en vrijwaring 585
10.4.4.6 Overige voor de uitvoering van het onderzoek relevante gegevens 586
10.4.4.7 Communicatie met anderen 587
10.4.5 Werkwijze 587
10.4.5.1 Inleiding 587
10.4.5.2 Plan van aanpak 587
10.4.5.3 Onderzoeksprotocol 588
10.4.5.4 Beschrijving wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd 588
10.4.5.5 Lijst geraadpleegde brondocumenten 588
10.4.5.6 Lijst gehoorde personen 589
10.4.5.7 Hulppersonen 589
10.4.5.8 Wijze waarop hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden 590
10.4.6 Feitelijke bevindingen 590
10.4.7 Oordeel 590
10.4.8 Adviezen over te treffen maatregelen 591
10.4.9 Vaststellen verantwoordelijkheid voor mogelijk blijkend wanbeleid 591
10.4.10 Gelegenheid bieden tot het maken van opmerkingen op het conceptverslag 591
10.4.11 Aanbevelingen voor terinzagelegging 592
10.5 Taal 593
Hoofdstuk 11. Het einde van het onderzoek 595
11.1 Inleiding 595
11.2 Inlevering van het verslag ter griffie en toezending aan partijen 596
11.2.1 Wettekst 596
11.2.2 Totstandkomingsgeschiedenis 596
11.2.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 597
11.2.4 Inlevering van het deskundigenbericht ter griffie 597
11.2.5 Inlevering van het verslag ter griffie 598
11.2.6 Toezending van het verslag 602
11.2.7 Bekendmaking van de inlevering van het verslag ter griffie 604
11.2.8 Aanpassing van de Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 605
11.3 Terinzagelegging voor anderen dan degenen aan wie de griffier het verslag toezendt 606
11.3.1 Wettekst 606
11.3.2 Totstandkomingsgeschiedenis 607
11.3.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 608
11.3.4 Mogelijkheid bieden een tweedefaseverzoek te doen is geen doel van de terinzagelegging 609
11.3.5 De procedurele gang van zaken 610
11.3.6 Terinzagelegging voor eenieder 612
11.3.7 Terinzagelegging voor belanghebbenden 615
11.4 Machtiging tot het doen van mededelingen uit het verslag 618
11.4.1 Wettekst 618
11.4.2 Totstandkomingsgeschiedenis 619
11.4.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers 619
11.4.4 Situaties waarin een persoon geen machtiging voor het doen van mededelingen uit het verslag behoeft 619
11.4.5 Verzoek kan alleen worden gedaan door een persoon voor wie het verslag ter inzage ligt 621
11.4.6 Analoge toepassing op het tussentijds verslag 622
11.4.7 De procedurele gang van zaken 623
11.4.8 Bij de beslissing te hanteren criteria 624
11.4.9 Aan de machtiging te verbinden voorwaarden 629
11.5 Voortijdige beëindiging van het onderzoek 629
11.5.1 Inleiding 629
11.5.2 Vernietiging van de beschikking waarbij het onderzoek wordt gelast door de Hoge Raad 630
11.5.3 Beëindiging van het onderzoek door de Ondernemingskamer 631
11.5.4 De procedurele gang van zaken 633
11.6 Nawerkzaamheden 634
11.6.1 Inleiding 634
11.6.2 Afrekenen kosten 634
11.6.3 Bewaren dossier 634
11.6.4 Mondelinge of schriftelijke toelichting geven op het verslag 637
11.6.5 Verweer voeren tegen een mogelijke civielrechtelijke of tuchtrechtelijke aansprakelijkstelling 637
Hoofdstuk 12. Samenvatting en conclusie 639
12.1 Inleiding 639
12.2 Drie typen enquêteprocedures 640
12.3 Onderzoeksdoel en onderzoeksmethode 641
12.4 De aanvang van het onderzoek 643
12.5 Het eigenlijke onderzoek 645
12.6 Beoordeling van het beleid van de rechtspersoon en verslag 647
12.7 De rol van de raadsheer-commissaris 648
12.8 Het einde van het onderzoek 649
12.9 Conclusie 650
Hoofdstuk 13. Summary and conclusion 653
13.1 Introduction 653
13.2 Three types of inquiry proceedings 654
13.3 Research objective and method 655
13.4 Commencement of the investigation 657
13.5 The actual investigation 659
13.6 Assessing the legal entity’s policy and drawing up the report 661
13.7 The role of the examining judge 662
13.8 The end of the investigation 662
13.9 Conclusion 663
Bijlage 1: Lijst van aanbevelingen 665
Bijlage 2: Model onderzoeksprotocol 675
Bijlage 3: Model plan van aanpak 685
Literatuur 691
Lijst van aangehaalde jurisprudentie 729
Trefwoordenregister 751
Dankwoord 761
Curriculum vitae 763
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan