Er dient zich een nieuwe wereldorde aan, waarin China de rol van supermacht op zich wil nemen. Dat creëert in het Westen een benard gevoel van angst. Een angst die nog verder aangewakkerd wordt door de berichtgeving over het onvrije China. Beelden over hoe China omgaat met Hong Kong, de Oeigoeren, de lockdowns of in Afrika bevestigen voor ons dat China echt niet te vertrouwen is. Weten wij hoe Chinezen daar zelf over denken? Willen we dat wel weten? Dit boek, dat de vele spanningen tussen China en het Westen op scherp zet, is niet bedoeld om te provoceren, maar vereist wel een open vizier. Doorheen acht cirkels van vertrouwen duikt het boek in een Chinese realiteit die ons wereldbeeld wil verbreden en depolariseren.
Waarom vertrouwen Chinezen hun systeem?
In 1990 reisde ik de eerste keer naar China. Het eerste wat me opviel was hoe hoopvol en energiek Chinezen zijn; dat is nog steeds zo. Dertig jaar lang hebben Chinezen zich krom gewerkt om zich te bevrijden van honger, armoede en onrecht. Op slechts één generatie tijd is China van ontwikkelingsland gekatapulteerd naar de tweede grootste economische, technologische, politieke en militaire supermacht op aarde. Het vertrouwen dat Chinezen hebben in een betere toekomst komt vooral voort vanuit een intrinsieke motivatie. Waar wij China veelal als een onvrij land beschrijven, zien de Chinezen zichzelf als een bevrijd volk en natie.
Collectieve vs individualistische maatschappij
Als we aan China denken, dan beschouwen we dat land als een erg collectieve conformistische maatschappij, terwijl wij in het Westen een veel meer open individualistische maatschappij zijn. Dat beeld is onjuist. Chinezen denken even individualistisch als wij, en wij gedragen ons even collectivistisch als Chinezen. Maar er is wel een verschil. De collectieve verbinding en veiligheid wordt in het Westen grotendeels door ons systeem bepaald; terwijl voor Chinezen die collectiviteit zich vooral afspeelt binnen de context van relaties en netwerken. In het Westen zorgen deze persoonlijke relaties daarentegen meer voor het vertrouwensdraagvlak om onze ambities en dromen als individu waar te maken; terwijl de meeste Chinezen vooral vertrouwen hebben dat net het systeem en de Partij hen zal vooruithelpen in hun leven en aspiraties. Chinezen leven in een omgekeerde realiteit die hen individueel meer vertrouwen geeft in de wereld rondom zich. Dit inzicht kan ons inspiratie geven om Chinezen te vertrouwen, maar ook om onze sterktes en zwaktes tegenover China te plaatsen.
Een Qubit denkkader
In het boek stel ik dat het antwoord op de vaak geladen ‘China vragen’ veel minder binair is dan we denken. Er is meer nood aan nuance in het debat door ons te verplaatsen naar een Qubit denkkader. Een reflectie waarbij, net zoals bij een Qubit, het antwoord op elke China vraag meerdere vormen kan aannemen – ja OF nee, of ja EN nee. Het is dus een kwestie van China niet enkel feitelijk, statisch of monolithisch te bekijken, maar eerder als een krachtig, complex en cyclisch organisme dat voortdurend in transformatie is. Het is dat EN-denken dat een verrassend en genuanceerd antwoord kan geven op die ene cruciale vraag: kunnen we China vertrouwen?
Over Pascal Coppens
Pascal Coppens is sinoloog en technologieondernemer en woonde bijna twintig jaar in China. Pascal heeft de transitie van het land en de Chinezen sinds 1990 tot op vandaag zelf ervaren. Hij is partner en spreker bij nexxworks.