De coronacrisis begon medio maart 2020 als een gezondheidscrisis. Door het oplopend aantal besmettingen en ziekenhuisopnames moest Nederland in een lockdown. De kantoorwerknemer of leerling mocht niet meer naar bedrijf, kantoor of school. Sommige sectoren waren dicht, anderen halfdicht en enkele draaiden flinke overuren zoals de overheden, zorg en politie. De supermarkten, pakjesindustrie, tuincentra, bouwmarkten en internetverkoop draaiden een recordomzet. Op de verhouding gezondheid en economie kwam veel spanning.
Van corona naar crisis?
Omdat overheid en bedrijfsleven bang waren voor nieuwe recessie is in maart 2020 in sneltreinvaart ondersteuning voor bedrijven uit de grond gestampt. Dat werd o.a. de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). We zitten nu in de derde versie van de NOW. In de media geven CBS en andere onderzoeksbureaus aan dat door de NOW veel bedrijven niet failliet gingen. Reorganisaties werden uitgesteld. Maar wat als de staatsteun wordt afgebouwd? Krijgen we dan alsnog het faillissement van de 5000 bedrijven die overeind bleven, honderden anderen en vele zpp-ers?
Bedrijven met zombie-kenmerken
Lopende de coronacrisis lazen we in de media over allerhande zwakheden van bedrijven en de economie. Bedrijven zitten verkeerd in elkaar, er zijn veel "zombie-kenmerken". Zulk bedrijfsbeleid mag wettelijk wel maar deugt niet. Genoemd wordt de internationale afhankelijkheid van onze economie. De laatste dertig jaar is zoveel werk en dienstverlening uitbesteed, en naar het buitenland verplaatst, dat het een enorme zwakheid is geworden. Goedkope spullen en onderdelen worden uit (bijvoorbeeld) China gehaald (Just in Time). Ook het snel winst maken met doorverkopen van (geïmporteerde) producten en diensten kon niet meer.
Slechte flex
In de media wordt ook een andere zwakte blootgelegd; de vele flex-contracten en het platformwerk zijn uiterst kwetsbaar. Ondanks dat de NOW er ook is voor flexers en zzp-ers werden duizenden weggestuurd. De grote flex-schil smolt als sneeuw voor de zon. Waar moeten die nu hun brood verdienen? In opleidingen is, ondanks de enorme groei van de economie de laatste jaren, nauwelijks geïnvesteerd en er wordt maar geklaagd over het ontbreken van vakmensen.
Zombiebeleid
Bedrijven lijken alleen maar te werken met een kortetermijnbeleid en continue reorganisaties en besparingsprogramma's. Dit soort bedrijfsbeleid heeft meer last van de crisis en deze bedrijven worden "zombiebedrijven" genoemd (Financieel Dagblad, 5 september 2020). Verder komen de ziekmakende kantoortuinen vol in het daglicht te staan en deugt de ventilatie op scholen opeens niet. Ten slotte is er jarenlang bezuinigd op wat nu plots de cruciale beroepen worden genoemd. We moeten nu ziekenhuisbedden in Duitsland huren. Ook het digitale werken en leren moest opeens worden uitgevonden. De werkdruk is al jaren een probleem.
Mankementen
Aan alle mankementen zou je ook nog het begrip "zombie-sectoren" toe kunnen voegen. Welke zijn dat? Ik noem de platformbedrijven die op de golven van de hoogconjunctuur een extra-verdienmodel hebben ontwikkeld. Bijvoorbeeld de maaltijdbezorgers, de Übers, de pakketbezorgers, overbodige funApps en de koffiebars. En dan heb je de toeristenindustrie en de "pretindustrie" (vliegen voor €35,-), vakanties voor een habbekrats, pretparken en winkeltjes met alleen een chocoladewafel. Alles is voor de fun en het shoppen en elke pret is een verdienmodel maar geen serieuze economie. Bedrijven betalen nauwelijks nog belasting.
Duurzame economie
Deskundigen en politici vragen zich af of we niet naar een andere economie moeten. Misschien moet de economie inderdaad nieuw worden ingericht, gereset. Weg met de "cowboy" economie. Gooi het roer om naar duurzame ondernemingen en sectoren gericht op winst op lange termijn. Koppel vernieuwing van beleid meteen aan de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs. Streef naar een goed, gezond langetermijnbeleid met grote investeringen en echte banen. Streef naar een duurzame economie, daar hebben we allemaal wat aan. Daar kan de Ondernemingsraad een belangrijke rol in hebben.
Niko Manshanden is MZ-adviseur en werkte tot juli 2020 bij de FNV als beleidsadviseur medezeggenschap en functiewaardering. Hij zat in de Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM) van de SER en is lid van de Bedrijfscommissie Markt 1. Ook heeft hij in het bestuur van stichting SCOOR gezeten. Verder was hij oprichter van de Stichting Onderzoek Medezeggenschap (SOMz). Onderzoeken, schrijven en opleiden zit in zijn vingers. Ondernemingsraad en (corona)recessie is zijn nieuwe boek.