De redacteur van het televisieprogramma met wie ik een voorgesprek had over mijn nieuwe boek De kampvuurvraag, slaakte een zucht. Toen zei ze: 'Even los van alles: dit is het boek dat ik nu nodig heb. In mijn hoofd sluimerde al langer het idee dat ik mezelf was kwijtgeraakt, dat ik dingen aan het doen ben die me niet wezenlijk raken. Nu weet ik het zeker: ik ga mijn hart achterna. Ik ga mijn éigen leven leven.'
Ik was beduusd - deze vrouw had mijn boek heel goed begrepen. Want in De Kampvuurvraag draait het om de vraag die iedereen zichzelf minstens één keer zou moeten stellen: past het werk dat ik doe, de relaties die ik onderhoud, het leven dat ik leid, nog wel bij wie ik ben? Een spannende vraag, die mijzelf nogal eens bekruipt als ik aan een het eind van een zomerse dag in de vlammen staar van een kampvuur en mijn ogen de oplichtende as-deeltjes volgen op hun kronkelige pad naar de sterrenhemel.
Toen een jaar of tien geleden mijn wereld op zijn kop kwam te staan - relatie uit, huis verkocht, baan opgezegd - besloot ik voor het eerst in mijn leven eens serieus tijd te nemen om die vraag voor mezelf te beantwoorden. De Kampvuurvraag is de weerslag van de ontdekkingstocht die volgde. Ik kwam erachter dat je, als je jezelf afvraagt of je leven nog wel bij je past, zowel voor- als achteruit moet durven kijken. Vóóruit: wat wil je aan het eind van je leven werkelijk hebben betekend? Wat zijn de diepste waarden die ten grondslag liggen aan dat toekomstige leven? Wat is je levensdoel, als je dat eens goed onder woorden zou brengen? En áchterom dus. Wie en wat heeft je gemaakt tot wie je nu bent? Hoe komt het dat je leven zich tot nu toe op een bepaalde manier ontvouwde? Jezelf afpellen tot in de wieg: spannend, confronterend, maar ook heel leerzaam.
En bevrijdend. Want pas toen ik op die manier zowel vooruit als achteruit had gekeken kon ik mezelf ontdoen van allerlei figuurlijke dunne en dikkere draadjes waarmee ik zat vastgebonden aan overtuigingen, belemmeringen, aan opvattingen, wensen, eisen, verlangens van andere mensen die goedbeschouwd de mijne niet waren.
We spinnen allemaal zo'n web van draadjes naar anderen - logisch: we kunnen niet zonder andere mensen en dat is maar goed ook. Maar ik ontdekte dat ik zelf onbewust nogal eens een grens was overgestapt: ik voldeed net iets te vaak aan wat een ander belangrijk vond, terwijl ik daar zelf niet zo zeker van was. Er waren bazen die mij, werknemer, projecten in het vooruitzicht stelden met status en geld, terwijl ik nauwelijks nadacht over de ínhoud van dat werk - mezelf de simpele vraag stelde: zou ik zo'n klus aanpakken als ik het zelf voor het zeggen had? En er waren liefdesrelaties die gegrondvest waren op aannames. Zo dacht ik decennialang: als we maar samenwonen is dat het ultieme bewijs van onze liefde voor elkaar. Onzinnig, bleek na mijn zelfonderzoek. Inmiddels werk ik zelfstandig en pak ik fluitend alleen opdrachten aan waarvan zowel ik als de opdrachtgever blij worden, en ben ik getrouwd zónder samen te wonen. Heerlijk - na een halve eeuw heb ik volkomen het idee dat m'n leven echt míjn leven is.
In De Kampvuurvraag nodig ik je uit om het kampvuur in jezelf te ontsteken en de tijd en de ruimte te nemen om jezelf wezenlijke vragen te stellen op het gebied van werk, relaties en vrije tijd. Zonder daarover heel moeilijk of zweverig te doen overigens: De Kampvuurvraag is uiteindelijk een praktische vraag, die leidt tot praktische inzichten.
Veel vrienden en bekenden met wie ik over mijn ontdekkingen sprak herkenden de zoektocht naar zo'n leven waarover je zelf de baas bent. Sommigen van hen hadden de sprong al gewaagd, naar andere banen of - breder - een andere invulling van hun leven. Anderen twijfelden: ik weet wat ik heb, ik weet niet wat ik ga krijgen. De eerste groep vindt in De Kampvuurvraag ongetwijfeld genoeg verdieping voor bij nieuwe kampvuren - en voor de tweede groep kan het boek het beslissende zetje geven op weg naar een stressvrijer, prettiger leven.
Over Onno Aerden
Onno Aerden (Breda, 1967) is communicatie-adviseur en publicist. Eerder was hij uitgever en hoofdredacteur bij verschillende uitgeverijen. Als 'Man van de wereld' schreef hij jarenlang een wekelijkse column voor het Financieele Dagblad. Op de site van EW gaf hij wekelijks ongevraagd communicatieadvies aan mensen in het nieuws. Ook co-presenteerde hij op televisiezender RTL-Z.