Dit is alweer jouw tweede boek
Zeker, dit is de opvolger van Intelligent bewegen dat vier jaar geleden uitkwam. Na Corona zijn we eenzamer dan ooit en we krijgen daar bij mijn bedrijf SPAT Verandert, waar we mensen helpen met veranderen, veel vragen over. Het was dus logisch een opvolger te schrijven.
Merk je dat veel mensen eenzaam zijn?
Ja, en ze hebben het zelf niet eens altijd door. Je merkt ook dat organisaties, na al dat thuiswerken, vragen hebben over hoe medewerkers beter kunnen samenwerken. Bedrijven hebben tijdens Corona bijvoorbeeld van die stappenloopwedstrijden georganiseerd, maar competitie stimuleren werkt nog wel eens averechts. Weet je écht hoe het met iemand gaat als hij de meeste stappen heeft gezet van de afdeling? Ik ben niet tegen competitie, maar je zou veel meer het samen-element centraal kunnen stellen, door samen te bewegen.
Kun je uitleggen welke rol sporten speelt bij samenwerken?
Het is een tijd van latente eenzaamheid, maar ook van te weinig bewegen. En we kiezen vaak voor individuele activiteiten, ook dat is een afspiegeling van de maatschappij. Mijn visie is dat als je met iemand samen ‘intelligent’ gaat squashen dat dit doorwerkt in de samenwerking op de werkvloer. Het samen bewegen is een katalysator van het echte leven.
Waardoor leer je dat goed?
Een sportveld is natuurlijk een miniwereld. Zonder je telefoon ben je echt in contact met de ander en speel je een spel. Daar leer je vaardigheden voor het leven buiten het speelveld en dat maakt het heel sterk. Je kunt wel van alles lezen over samenwerken, maar als je hele lichaam voelt hoe het is om iets samen te doen, dan is de leercurve veel steiler.
Je pleit ook voor een bewustzijn daarin. Dus dat je tijdens het tennissen denkt: dit gaat om meer dan het setje binnenhalen.
Dat bewustzijnsniveau is belangrijk want dan krijg je er grip op, dan wordt het een methode die jou helpt bij het halen van je persoonlijke doelen.
Je gebruikt drie cases om uit te leggen hoe lichaamsbeweging een mens verder kan helpen. Eén daarvan gaat over hoe jij jouw voetbalwedstrijdjes aangreep om iets te leren.
Ik gebruik altijd voorbeelden van mezelf, want bij persoonlijke groei horen persoonlijke verhalen. En met zelfanalyse kom je verder in het leven. Het speelde toen mijn dochter geboren werd en dat voelde spannend. Opeens werd ik vader en omdat ik zelf geen vaderfiguur als voorbeeld heb gehad, wist ik dat het lastig zou worden. Ik ontdekte dat ik me heel eenzaam kon voelen in dat proces en kwam daar achter op het voetbalveld. Als ik wel eens werd overgeslagen op het veld kon ik buitenproportioneel boos reageren. Dat was aanleiding om te denken; ik heb dat gevoel thuis ook.
Die man op het voetbalveld en de man thuis zijn dezelfde persoon en ze voelen zich in beide gevallen eenzaam.
Ja en als je dat doorhebt, kun je daarmee aan de slag. Het is interessant om dat wat er op een veld gebeurt serieus te nemen omdat het in jou zit. Ik wist dat eenzaamheid mijn thema is en wilde dat het minder vat op mij kreeg. Voor mij was de les van samen intelligent bewegen dat ik niet boos wordt als ik even geen bal kreeg, maar het probeerde te doorvoelen en te accepteren. In een sportsetting word je continu uitgedaagd en daardoor leer je heel snel.
Lag de oplossing ook in de gesprekken die je had met jouw vriend in het team?
Het is belangrijk om je diepere drijfveren te delen met iemand die je vertrouwt. Ik geloof er wel in dat het af en toe een laagje dieper kan op het sportveld. Dan ontstaat er een support-systeem. Mijn vriend zei bijvoorbeeld: ik gun je die bal, waardoor ik me begrepen voelde. Dan gaat de kracht van die andere persoon in jouw voordeel werken.
Werkt het goed als je dan eerst over het spel praat en later pas over de echte thema’s?
Ja, dat heet functioneel contact - hoe laat spreek je af en waar spelen we? - en vanuit die basis kun je het later iets persoonlijker maken. Zoals met veel principes uit het boek geldt hetzelfde op kantoor: functioneel contact is relatief makkelijk en gaat concreet over werk, vanuit dat contact kun je iets persoonlijkers delen.
En daardoor kon je over vaderschap beginnen?
Klopt. En het voordeel van samen bewegen is dat het stressniveau omlaag gaat en je gemakkelijker dingen kunt delen waar spanning op zit. Beweging maakt het contact minder beladen en ik kon zo dus makkelijker praten over mijn eenzaamheid.
Wat was de kern van waarom het werkte voor jou?
Dat je eerst ontdekt wat je wilt en dan gaat bepalen wat je moet ontwikkelen om daar te komen. Als je dat kunt doorvoelen, dan kun je een veranderingsproces in gang zetten vanuit het fysieke, bewegende lichaam. En als anderen je eenmaal helpen, dan kom je in een groeiproces terecht. Dat zijn altijd de fases die we samen doorlopen als mensen bij ons komen met een vraag; het begint met het ultieme verlangen, dan kijken we welke groei je moet doormaken en ten slotte ga je aan de slag. Als je weet welke vaardigheden je wilt ontwikkelen, dan kun je daar een beweegactiviteit bij bedenken die past. Maatwerk dus, ik geloof niet in een standaard 12-weeks programma dat werkt voor iedereen.
In het boek vertel je hoe Marco van Basten iets had aan jouw adviezen.
Mijn eerste boek hielp Marco door een lastige fase in zijn leven heen. Zijn probleem is dat hij een topsportmentaliteit heeft en dan gaat het om winnen en niet om verbinding maken met zichzelf en de ander. Dat ging hem dwarszitten, hij ging vaak over zijn grenzen heen om te winnen; in de Champions League op dezelfde manier als in een potje squash nu. Daar kreeg hij last van. Hij maakte een analyse van wat hij echt wil in het leven, en hoe hij zich daarvoor moet gedragen. Nu beweegt hij anders – intelligenter – op de squashbaan en sindsdien slaapt hij weer lekker. Zo zie je duidelijk de ‘transfer’ van het speelveld naar het leven daarbuiten.
Wat moest er bij hem precies anders?
Zijn ultieme verlangen was altijd geweest: winnen, maar dat moest hij op latere leeftijd aanpassen. Als het leven alleen om winnen en verliezen gaat dan wordt het een eenzaam verhaal. Die topsportmentaliteit zie je ook veel in het bedrijfsleven terug, maar ik geloof daar niet in. Een topsporter heeft op zijn 35-ste alles gegeven, maar werken moet je tot je 67-ste.
Zijn we een beetje doorgeslagen, door topsport als ideaal te zien?
De grens over gaan wordt bewierookt, maar het is juist veel gezonder om op je grenzen te letten, zodat je een heel leven lang met plezier kunt werken.
Over Bas Hakker
Bas Hakker studeerde marketingcommunicatie en schreef daarna als journalist veel over media en marketing voor Adformatie, MarketingTribune, AD, NRC en Managementboek. Vandaag de dag is hij hoofdredacteur van marketingwebsite Candid.news. Met zijn bedrijf ‘Kleedkamer4’ helpt hij kleine ondernemers met het opbouwen van een klantenbestand.