Trainen met impact gaat over het raken van je deelnemers bij wezenlijke leerthema’s, om vervolgens door te pakken naar het realiseren van daadwerkelijk gedragsverandering. Dan gebeurt er iets in de binnenwereld van de deelnemer dat zichtbaar wordt in de buitenwereld.
Als trainer impact hebben op het veranderingsproces van je deelnemers vraagt om gedegen trainersvakmanschap, diepgaand inzicht in veranderingsprocessen en stevige persoonlijke ontwikkeling van de trainer. In dit blog geef ik je 3 tips om je Impact als trainer te vergroten.
Tip 1: Versterk je persoonlijk leiderschap als trainer
Hoe kom je over als trainer? Welk effect heeft dit op je deelnemers en hun leerproces? Elke communicatietrainer weet dat het effect van non-verbaal gedrag op de communicatie vele malen groter is dan het effect van het gesproken woord. Waar we minder vaak bij stilstaan is dat onder het non-verbale gedrag vaak diepe patronen schuil gaan. Een trainer die zich onzeker voelt, staat soms letterlijk niet stevig met beide benen op de grond. De trainer zal gemakkelijk verzuimen om daadkrachtig de leiding te nemen, waardoor het leerklimaat onveiliger wordt.
De 7 chakra’s vertegenwoordigen 7 thema’s met hun bijbehorende patronen. Ze geven een verdiepende, spirituele en fysieke kapstok om als trainer je persoonlijk leiderschap te onderzoeken en versterken. Elk chakra kan je leiderschap als trainer versterken én herbergt ineffectieve patronen. Onderstaande vragen helpen je om je kracht én je patronen en leerthema’s (ik noem er 2 per chakra) zichtbaar te maken.
1. Wortelchakra: Sta je stevig en flexibel in je schoenen? Of onzeker? Of vastgenageld?
2. Sekschakra: Voel je je vrij om je plezier en levensenergie te laten stromen? Of train je vanuit een keurslijf? Of laat je al je energie ongecontroleerd los op je deelnemers?
3. Zonnevlechtchakra: Ga je krachtig en respectvol om met je eigen grenzen en die van je deelnemers? Of ben je onduidelijk over jouw grenzen? Of profileer je jezelf als trainer overdadig?
4. Hartchakra: Kijk je vanuit compassie naar het leerproces van je deelnemers? Of schiet je gemakkelijk in (ver)oordelen? Of ben je lief zonder te confronteren?
5. Keelchakra: Ben je als trainer duidelijk over jouw visie en over waar jij voor staat? Of maak je jezelf onzichtbaar? Of wil je overal je zegje over doen?
6. Voorhoofdchakra: Is jouw waarnemen van de buitenwereld in balans met je waarnemen van je binnenwereld? Of richt je je aandacht met name naar binnen? Of juist naar buiten?
7. Kruinchakra: Voel je je als trainer verbonden met het grote geheel? Of sta je niet in contact met jouw zingeving? Of ben je heel idealistisch zonder de realiteit in het oog te houden?
Tip 2: Word een coachende trainer
Een coachend trainer begeleidt zijn deelnemers vanuit de drie coachingsprincipes: bewustwording, eigenaarschap en resultaatgerichtheid. Het Stermodel van de zes ontwikkelingsniveaus biedt een bruikbare kapstok om deelnemers zowel boven als onder ‘de waterlijn’ te coachen, zowel op gedrag en omgevingsniveau als op mentaal, emotioneel, fysiek en zingevingniveau. Hierdoor begeleid je ze enerzijds naar effectief gedrag binnen hun omgeving, en daag je ze anderzijds uit om de onderliggende patronen en drijfveren van hun gedrag te onderzoeken.
Vanuit de zes ontwikkelingsniveaus zijn de zes kernvragen die de bewustwording stimuleren:
- Gedrag: Wat doe je?
- Omgeving: Wat is het effect hiervan op anderen?
- Emotioneel: Hoe voel je je?
- Fysiek: Wat neem je waar in je lijf?
- Mentaal: Welke gedachten gaan er door je hoofd?
- Zingeving: Wat is werkelijk belangrijk voor je?
Om na de bewustwordingsfase met je deelnemers te werken aan het verkleinen van belemmeringen en vergroten van hun hulpbronnen heb je als trainer per ontwikkelingsniveau een of meerdere methodieken nodig. Je kunt hierbij denken aan NLP, RET, Geweldloze communicatie, Mindfullness, Gestalt, Rollenspelen, Praktijksituaties met acteur, Lichaamsgericht coachen en Transactionele Analyse.
Voor het coachen op de zes ontwikkelingsniveaus kun je mijn YouTubeserie bekijken met van elk ontwikkelingsniveau een korte demonstratie.
Tip 3: Interveniëer in het hier-en-nu
Hoe graag deelnemers soms ook willen geloven dat ‘de praktijk’ anders is, het kenmerkende van patronen en gewoontegedrag is dat mensen het altijd met zich mee dragen. In rollenspelen, in de trainingsgroep of bijvoorbeeld in samenwerkingsoefeningen handelen ze vanuit dezelfde patronen en gewoontes.
Om in het hier-en-nu op deze patronen te kunnen interveniëren is het noodzakelijk dat je als trainer vanuit een helikopterview naar de communicatiepatronen kijkt, en dat je deze patronen relateert aan de afgesproken leerdoelen. Op basis hiervan kies je welke waarnemingen en interactiepatronen je bespreekbaar maakt. Dit kun je doen aan de hand van de volgende stappen:
- Benoem je waarnemingen in de vorm van gedrag dat je concreet hebt waargenomen, en check of de deelnemer dit herkent.
- Benoem het effect van dit gedrag, bijvoorbeeld op de tegenspeler in het rollenspel, op een mede-cursist of op jou als trainer.
- Vraag of de deelnemer dit patroon herkent van zichzelf, en of hij dergelijke reacties wel eens vaker krijgt.
- Indien nodig: geef ruimte aan de gevoelens van de deelnemer (met name nodig bij diepe, oude patronen).
- Zoek samen naar gedragsalternatieven.
- Laat de deelnemer, indien mogelijk, oefenen met een of meerdere gedragsalternatieven.
Ik wens je heel veel plezier en impact als trainer!
ir. Silvia Blankestijn is directeur/eigenaar van Blankestijn & Partners, en geeft opleidingen in coachen, trainen en leiderschap. www.BPopleidingen.nl
In Impact als trainer beschrijft Silvia Blankestijn die kernthema’s van het trainersvakmanschap en de persoonlijke ontwikkeling van de trainer, die wezenlijke invloed hebben op het leerproces van deelnemers.