Waarom willen jullie de alfawolf redden?
Daar hebben we verschillende redenen voor. Arvid en ik herkennen bij onszelf behoorlijk wat narcistische trekken. We vinden bijvoorbeeld dat we het fantastisch doen op allerlei gebieden in ons leven. Als we daar eerlijk voor uitkomen, merken we dat andere mensen daar vaak moeite mee hebben. We hebben gemerkt dat als we ons narcisme niet polijsten we zowel in privé- als werkrelaties problemen krijgen. Aan de andere kant hebben we ook allebei de ervaring dat als er een crisis is mensen naar ons toekomen. Ze willen dan dat wij voor de troepen uitlopen. De onderkenning dat narcisme naast veel nadelen ook voordelen heeft, is een belangrijke reden voor dit boek.
In de psychologie is de opvatting: als je inziet dat je narcistisch bent, dan ben je het niet.
Als iemand honderd procent narcistisch is, zal hij inderdaad altijd de fout buiten zichzelf leggen. Net als met andere stoornissen, heb je narcisme in verschillende maten. Sinds mijn vorige boek Een spiegel voor narcisten, komen mensen bij mij in therapie die zeggen: ‘Ik heb het altijd ontkend, maar door de vriendelijke wijze waarop jij erover schrijft, merk ik dat ik toch ook trekken van narcisme heb.’ Dit zijn vaak mensen die vanwege hun narcisme zoveel ellende hebben meegemaakt, zoals ontslag, echtscheiding of een breuk met hun kinderen, dat ze zeggen: ‘Misschien moet ik toch eens naar mezelf kijken.’ In hun positie als leidinggevende of artiest op een podium doen ze het vaak goed, want als de nood aan de man is wil iedereen dat ze komen helpen. Maar de ongepolijste alfawolf kan niet stoppen als de crisis voorbij is. Die blijft als alfawolf handelen en dan krijgen mensen een hekel aan hem. Dan zie je vaak relatieproblemen en verslavingsproblematiek ontstaan.
Dat klinkt vrij naar allemaal. Waarom moet de alfawolf toch behouden blijven?
De andere aanleiding voor het boek is dat we in leiderschapsland een ongelooflijke ontwikkeling zien richting compassie, empathie, mindfulness en andere soft skills die buitengewoon goed werken voor wederkerigheid en contacten goed houden. Maar het loopt uit de klauwen. Je ziet het in de vele overleggen op de hei, teamuitjes, meditatieweekenden voor managers. Het wordt steeds minder gepast om voor de troepen uit te lopen wanneer het crisis is en keiharde beslissingen genomen moeten worden. Dit kost veel geld in veel industrieën. Een bouwproject in Nederland blijft zelden binnen het budget. Dat komt omdat het wordt aangenomen en gemanaged door mensen die geen alfawolven zijn en die dus steeds maar weer gaan onderhandelen. Ze zeggen niet: ‘Joh, als je niet binnen het budget blijft, doen we het met iemand anders. Voor jou tien anderen.’
Kunt u een voorbeeld geven?
Een mooi voorbeeld van een gebrek aan alfawolf kwam onlangs voorbij in Nieuwsuur. ING heeft bijna 800 miljoen euro boete gekregen voor witwaspraktijken. Er zijn natuurlijk allang mensen binnen de ING die daarvan wisten, maar er werd fucking veel geld aan verdiend dus liet men dat toe. In Nieuwsuur kwam Hans Wijers (de hoogste toezichthouder van ING - red.) met een uitgestreken gezicht vertellen dat ze door de publieke opinie nog eens waren na gaan denken en het leek ze toch wel goed de CFO te ontslaan. Dat is gewoon een offer, terwijl je aan zijn kop zag dat hij het eigenlijk niet wilde doen. Dat is een groot gebrek aan alfawolf, want die had gezegd: ‘Zo doen we dat hier, we zijn een bedrijf om geld te verdienen; take it or leave it.’ Of hij had ervoor gezorgd dat de witwaspraktijken waren gestopt. Hij had in ieder geval niemand ontslagen voor de bühne.
Een alfawolf is dus niet per se The Wolf of Wall Street?
Het mooie van de alfawolf in de natuur is dat hij voorop loopt als er gevaar is. Maar een echte alfawolf loopt achteraan als er geen gevaar is. Hij wil iedereen bij elkaar houden en zorgt er dus ook voor dat de zwakste schakel meekomt. Waarom hij voorop loopt, maakt hem niet zo veel uit. Dat kan zijn omdat hij voor een filantropische instelling werkt of voor een criminele organisatie.
Wat is een goede leider?
Een echte leider beheerst vier scripts: dat van de alfawolf, bestuurder, manager en inspirator. Ons programma is erop gericht dat mensen leren alle vier die scripts te beheersen. Als je dat kunt, dan lijk je psychologisch gezien op een goede vader. De kern van ons model is dat Arvid als coach met iemand aan de slag gaat, om iemand praktisch te helpen in de dagelijkse praktijk. Ik ga als psycholoog historisch met iemand aan de gang zodat die zichzelf leert begrijpen. Heel belangrijk is het stakeholders centred coachen, waarbij een leider een groep mensen om zich heen organiseert die commentaar geven en hem beïnvloeden.
Waarom staat redelijkheid centraal in jullie model?
Plato zegt dat de menselijke ziel continu in verwarring is tussen het alleen willen doen en willen verbinden. Mensen hebben een continue strijd tussen autonomie en symbiose. De alfawolf en inspirator willen het alleen doen, terwijl de manager en de bestuurder verbinding en wederkerigheid zoeken. Plato en Freud zeggen dat je dit alleen maar gemanaged krijgt in je leven, als er een soort wagenmenner is (Freud noemt dat het geweten) die die twee krachten weet te beteugelen om de doelen aan de horizon te bereiken. Als je leiding geeft, kom je in stressvolle situaties terecht waar de een meer wil samenwerken en onderhandelen, terwijl de ander de concurrent klein wil maken en wil winnen. De een wil bij zijn creatie marktonderzoek doen, terwijl iemand als Steve Jobs zegt: ‘Marktonderzoek heb ik niet nodig, want ik bepaal wat de mensen leuk vinden.’ Een goede leider begint met het managen van die twee krachten en daarvoor moet je je redelijke verstand gebruiken. Die redelijkheid maakt dat je als het ware mentaal afstand kunt nemen van de scripts, zodat je kunt reflecteren in welk script je zit en of dat script wel het meest geïnitieerd is. Als je niet redelijk bent, kun je nooit goed functioneren omdat je je te veel met een script identificeert.