In het boek Verandermanagement veranderd houden Wouter en Steven ten Have en hun medeauteurs Anne-Bregje Huijsmans en Maarten Otto een vurig pleidooi voor evidence-based verandermanagement. Naar hun mening maken te veel managers en consultants bij veranderinitiatieven gebruik van managementconcepten en –ideeën zonder zich bezig te houden met de vraag in hoeverre deze concepten en ideeën werkelijk het beoogde effect hebben.

Al in zijn oratie in 2000 gebruikte Jaap Boonstra de spelmetafoor voor veranderingen in organisaties en ook in de rest van zijn werk zijn er regelmatig toespelingen op te vinden. Geen wonder dat hij deze metafoor heeft gebruikt voor zijn boek Veranderen als samenspel, waarin hij al zijn kennis en ervaring over het veranderen en vernieuwen van organisaties heeft verwerkt.

We zijn aan het begin van de derde fase van de digitale evolutie aanbeland. Na de vrije verspreiding van informatie en de komst van mobiele technologie en andere communicatiemiddelen, krijgen we nu te maken met de doorbraak van de artificiële intelligentie en verdere automatisering. In zijn boek Customers the day after tomorrow onderzoekt Steven Van Belleghem welke invloed deze nieuwe technologieën zullen hebben op de klantrelatie.

Het Dodo-effect van Gyuri Vergouw laat zich het best lezen als een fenomenologie van de irrationele gedragingen binnen organisaties. Zoals Vergouw terecht stelt, is er relatief weinig aandacht voor de onzichtbare aspecten van het menselijk functioneren binnen organisaties, oftewel de onderstroom.

Het Dodo-effect van Gyuri Vergouw laat zich het best lezen als een fenomenologie van de irrationele gedragingen binnen organisaties. Zoals Vergouw terecht stelt, is er relatief weinig aandacht voor de onzichtbare aspecten van het menselijk functioneren binnen organisaties, oftewel de onderstroom.

In september 2013 trokken Peter Hinssen, Harry Demey en Steven Van Belleghem voor het eerst met een gezelschap van zo’n twintig topondernemers, CEO’s en politici naar Silicon Valley, met als doel het geheim van het succesvolle ondernemingsklimaat te ontrafelen.

Donkervoort is geen onderneming waar het geld naar buiten rolt, maar de kleine Nederlandse fabrikant produceert auto’s die tot de beste sportwagens ter wereld behoren. Zijn geheim? No compromise, zoals schrijver Koos Woltjes Donkervoort zelf citeert.

Hoe kan je als merk nog opvallen tussen alle concurrenten die om de aandacht van de consument schreeuwen? Na uitvoerige analyse van een groot aantal cases heeft Roland van der Vorst een origineel antwoord geformuleerd: je moet de concurrentie wegcamoufleren.

Joop Swieringa en Jacqueline Jansen houden niet van ingewikkeld doen. Zijn er problemen, dan moeten we daar niet omheen draaien. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Op tafel ermee en uitpraten, is hun devies. Kortom: Gedoe op tafel.

De deregulering van de gezondheidszorg is ten koste gegaan van de kwaliteit van de zorg, schrijft organisatieantropoloog Annemarie van Dalen in haar boek Zorgvernieuwing. Maar het is mogelijk om je aan die ontwikkeling te onttrekken, blijkt uit de twee intensieve case study’s die zij heeft gedaan bij de zorginstellingen Esdégé-Reigersdaal en Buurtzorg Nederland.

Ruim zes jaar na het heldhaftige optreden in Afghanistan dat hem de Militaire Willems-Orde opleverde, heeft Kapitein Marco Kroon zijn ideeën over leiderschap aan het papier toevertrouwd. In Leiderschap onder vuur legt hij uit hoe hij de uiterst moeilijke beslissing durfde te nemen om te vragen om vuur op de eigen troepen.

Anderhalf jaar na zijn succesvolle boek Het einde van winkels? komt Cor Molenaar medio januari met een opvolger: Red de winkel!. Hij heeft zijn analyse verdiept en de boodschap is alleen maar urgenter geworden: het is de hoogste tijd voor actie!

Geïnspireerd door de Amerikaanse populairwetenschappelijke managementliteratuur schrijft Maurits Kaptein in zijn boek Digitale verleiding dat de online marketing voor een revolutie staat: online marketeers zullen straks beter dan de klant zelf weten hoe zij kunnen inspelen op diens wensen.

Van wie zou je meer kunnen leren over management, van kinderen of van honden? Zou je überhaupt wel iets van ze kunnen leren? Na twee boeken in de categorie ‘Alles wat ik van management weet, heb ik geleerd van…’ te hebben gelezen, denk ik eigenlijk dat het net zo gemakkelijk andersom kan zijn. Goede managers zijn uitstekende opvoeders en geweldige hondeneigenaren.

Het is deze zomer, ondanks het EK voetbal en de Olympische Spelen, een beetje stil aan het front van de managementboeken met sport als invalshoek. Toeval is logisch van Cruijffoloog Pieter Winsemius is de uitzondering (naast De perfecte pass, van Ed Weenk).

Zonder dat het meteen over afgehakte paardenkoppen gaat, komen de praktijken van Don Vito Corleone en zijn kameraden regelmatig naar voren in de managementliteratuur. Ook in Straatwijs, een boek met managementlessen van de voormalige maffioso Louis Ferrante.

Met het boek Corporate Entity is iets bijzonders aan de hand. Twee weken nadat hij zijn levenswerk in maart 2009 had voltooid, kwam schrijver Karel de Vries plotseling te overlijden. Twee jaar na zijn dood verscheen het boek alsnog. De reacties op het boek, een veelomvattende, filosofische beschouwing over werken en ondernemen, zijn unaniem lovend.

De voormalig topman van de WPG Uitgevers Pieter de Jong schreef een persoonlijk relaas over management en leiderschap: Het avontuur van leidinggeven. Deze kleine reisgids, zoals hij het boek noemt, geeft een mooi inzicht in hoe een lezer grasduint in de managementliteratuur.

Kennelijk voelt ook de eerste golf succesondernemers op internet de behoefte zijn inzichten in boekvorm te delen met de volgende generatie. Arko van Brakel was met Iedereen ondernemer een van de eersten, dit jaar volgde Raymond Spanjar van Hyves met Van 3 naar 10.000.000 vrienden en nu is het de beurt aan Kees Zegers, medeoprichter van Nu.nl en nog vijftien internetbedrijven.

Marketingadviseur Paul Moers schreef De kracht van passie, een boek over het belang van passie voor bedrijven. De stelling van Moers is dat goed geleide bedrijven hun medewerkers kunnen opzwepen tot bevlogenheid en dus tot betere prestaties. Logisch natuurlijk, omdat het altijd leuker is om te werken in een bedrijf dat het goed doet. Overigens is de auteur een levend bewijs van zijn eigen stelling, want dit boek blinkt vooral uit door de passie van Paul Moers zelf.