‘Interventiekundige' noemt Shirine Moerkerken zich. Omdat dat zo intrigerend klinkt dat mensen haar vragen wat dat precies inhoudt. Waarop zij kan uitleggen dat zij veranderingsprocessen in gang zet in organisaties, met weloverwogen methoden en technieken. We spreken elkaar naar aanleiding van het verschijnen van haar tweede boek. Het draagt de opvallende titel Conflict eren en handelt over het bewust inzetten van conflicten om verandering te veroorzaken. Moerkerken heeft de hele dag met een groep cursisten in een conferentieoord doorgebracht en heeft net haar avondeten achter de kiezen. Trekt zij het dan nog, zo'n interview? ‘Jawel hoor. Eigenlijk ben ik een ochtendmens, maar als het nodig is, kan ik doorgaan. Pas thuis als de kinderen in bed liggen, voel ik dat het best wel een lange dag was.'
De kost
Moerkerken verdient dus de kost met het ondersteunen van veranderingsprocessen in organisaties. Daarbij baseert zij zich op de theorie en de praktijk van het sociaal constructionisme, een kleine maar niet onbelangrijke traditie binnen de Nederlandse managementwetenschap. ‘De basis daarvan is, kort door de bocht, dat zoiets als werkelijkheid niet bestaat - althans niet buiten ons om - maar dat werkelijkheid wordt geconstrueerd, sociaal, in interactie. Wij zitten hier met elkaar te praten, daarbij construeren we betekenis, naar die betekenis gaan we handelen, en door dat handelen produceren we werkelijkheid. Voor de interventiekunde is dat een heel interessant gegeven: als jij wordt gevraagd om een organisatie te veranderen, hoef je alleen maar opnieuw met hen te onderhandelen over wat men daar beschouwt als waar. Dat geeft je een heel andere manier van kijken naar veranderopdrachten. Je bent dan van meet af aan gespitst op: wat doen ze hier, wat zijn hun manieren van betekenis geven, en hoe maken ze dus hier hun eigen problemen?'
Kunstenaars en filosofen
Gevraagd van wie zij het vak heeft geleerd, is de eerste die Moerkerken noemt Henk van Dongen. Tijdens haar studie Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit doceerde hij daar verandermanagement. Daarna kwam zij in contact met Edu Feltmann, die bekend is geworden met wat hij noemde ‘denkadviseren'. Daarin stelde hij de relatie centraal tussen de taal, het denken en de problemen van werkenden in organisaties. Verder heeft zij veel geleerd van mensen die met deze twee samenwerkten, zoals Bert Slagmolen (‘niet iemand die gepubliceerd heeft maar gewoon een practitioner'), Cees Luscuere (‘ook een man uit de praktijk'). Later zocht zij ook Wim van Dinten op, de organisatiekundige en epistemoloog. ‘Allemaal mannen,' stelt zij in retrospectief vast, ‘en allemaal minstens dertig jaar ouder dan ik. Het was niet bepaald een vrouwenvak.'
Haar eerste baan na haar afstuderen had Moerkerken bij het Nederlands Pedagogisch Instituut. Dat werkte in de traditie van zijn oprichter, de befaamde antroposoof Bernard Lievegoed. Daar mocht zij een jaar lang ervaring opdoen totdat zij terechtkon bij IME, de consultancy van haar leermeester Van Dongen. In 2005, op haar dertigste, werd zij daar partner. Drie jaar later besloot zij op eigen kracht verder te gaan vanuit haar bv STRANGE. Inmiddels heeft zij die uitgebouwd tot een netwerk waar behalve interventiekundigen als zij zelf ook kunstenaars en filosofen deel van uitmaken. ‘Veranderen heeft alles te maken met beleving. Er gebeurt iets met mensen als hun werkelijkheidsdefinitie ter discussie wordt gesteld en ze dingen echt anders moeten gaan doen. Dat kun je niet, zoals mijn leermeesters altijd hadden gedaan, louter en alleen benaderen vanuit het cognitieve.'
Samen verschillen
In haar vorige boek, Hoe ik verander (2015) legde Moerkerken al uit hoe zij heeft leren interveniëren op basis van dat sociaal constructivisme. Een van de elementen in dat verhaal was het werken met verschillen in achtergronden, visies en werkwijzen. Nu heeft zij dat in Conflict eren verder uitgediept. ‘Het begrip "conflict" heeft een emotionele lading. Die probeer ik ervanaf te halen, door onderscheid te maken tussen disfunctioneel conflict en functioneel conflict. Als we aan conflict denken, denken we vaak aan spanning, aan schreeuwende mensen, aan slaande deuren. Maar er bestaat ook een hele wereld van functioneel conflict op basis van ‘samen verschillen'. Dat perspectief kom ik te weinig tegen.'
Het onderscheid dat Moerkerken maakt tussen functioneel en disfunctioneel conflict doet denken aan het verhaal van Annemarie Mars in haar net iets eerder verschenen De functie van frictie. Kennen ze elkaar en elkaars werk? ‘Nu wel. We waren even bang dat onze boeken over precies hetzelfde gingen en daarom hebben we elkaar dit voorjaar opgezocht. Maar het viel gelukkig reuze mee: onze boeken vullen elkaar vooral heel goed aan.' Waar Mars focust op hoe je van disfunctionele frictie (‘weerstand') komt naar functionele frictie (‘wrijving die glans geeft'), zoomt Moerkerken in op hoe actoren conflict produceren en wat je daar als veranderaar mee kunt. ‘Conflict lijkt een ‘ding', omdat het een zelfstandig naamwoord is. Terwijl ik veel meer naar de beweging kijk, naar het conflicteren. Dan is conflict een werkwoord.'
Uit de pas lopen
Conflicten tussen organisaties of tussen werkenden in organisaties worden nogal eens toegedekt, weet Moerkerken. ‘We zijn bang voor conflicten en voor conflicteren. Met recht en reden, want het is best moeilijk om verschillen naast elkaar te laten bestaan. Stel dat wij het oneens zijn met elkaar, dan kunnen we niet verder voordat een van ons tweeën "gewonnen" heeft. Maakt niet uit of dat dan op macht is of op argumenten. Of we bakken een compromis en dan verliezen we allebei een beetje. Het risico van verlies, het risico om met jouw definitie van wat belangrijk is het onderspit te delven, is groot.'
Toch ziet Moerkerken mogelijkheden om verschillende perspectieven in of tussen organisaties naast elkaar te laten bestaan, ook al lijken ze onderling tegenstrijdig. ‘Niet van "Ik heb mijn werkelijkheid, jij hebt de jouwe, veel geluk ermee" maar "Aan het werk met die verschillende werkelijkheden naast elkaar". Dan veranderen we allebei, dan raken we met elkaar geïnvolveerd, dan worden we door elkaar beïnvloed. Zo komen we op nieuwe inzichten en tot nieuwe initiatieven die we eerder niet hadden kunnen bedenken.'
Om dat te bereiken moeten betrokkenen dus actief op zoek naar de verschillen, zegt Moerkerken. Maar hoe krijg je iemand zo ver, als externe? Bij een van de eerste managers die we in haar boek tegenkomen, heeft dat twee jaar geduurd. ‘Het is voortdurend zoeken naar het evenwicht tussen aan de ene kant het mededogen dat mensen het ook spannend vinden en dat het dus ook niet allemaal van vandaag op morgen hoeft en aan de andere kant net genoeg uit de pas lopen om hen het gevoel te geven dat ze worden uitgedaagd. Dat is soms ingewikkeld, maar het is wel wat nodig is.'
‘Prudent geweld'
Verschillen naar boven halen om daarmee functioneel conflicteren op gang te brengen, vraagt soms om ‘prudent geweld', zegt Moerkerken. Die uitdrukking ontleent zij aan het boek Onderweg van Leike van Oss en Jaap van 't Hek, over pragmatisch veranderen in robuuste organisaties. ‘Als extern adviseur stel je de werkelijkheidsdefinities van je klant ter discussie, en daarmee de fundamenten van wat ze al met elkaar hebben bedacht als zijnde waar. Het is nogal heftig als iemand van buiten dat ineens in twijfel trekt. Bovendien weet je nooit wat je niet weet. Er kunnen altijd contexten blijken te zijn die je er nog niet bij hebt betrokken. Dus ik doe wel interventies, maar steeds in het besef dat de kans levensgroot is dat ik iets raak dat ik nog niet in het vizier had.'
In het verlengde daarvan onderstreept Moerkerken in Conflict eren meermalen dat zij niet de wijsheid in pacht heeft, ook niet als het gaat over haar vak als interventiekundige. Toch heeft zij dit boek geschreven dat vol staat met tips en aanbevelingen hoe haar lezers stap voor stap verschillen aan het licht kunnen brengen en die op een productieve manier kunnen laten conflicteren. Is dat niet een beetje tegenstrijdig? ‘Dat was mijn grootste worsteling: ik heb het repertoire opgeschreven zoals ik het ken maar ik besef dat er veel meer is. Daarbij heb ik juist die casussen gepakt waarvan ik weet dat ze uiteindelijk mislukt zijn. Ik heb me best wel eens ontdaan gevoeld nadat ik daarover had geschreven. Dan dacht ik: nou heb daar meer dan twintig jaar precisie en ervaring in gestopt, maar kan ik nu echt zeggen dat die organisaties daardoor hun cliënten beter kunnen helpen? Niet dus... Maar een van mijn opleiders, Cees Lescuere, heeft eens tegen me gezegd: "Je moet vooruit de wereld willen veranderen en achteruit beoordelen of je een of twee mensen onomkeerbaar hebt geraakt." Dat is mijn troost, zo rijm ik het.'
Luister ook naar Shirine Moerkerken in de Boekenpraktijk!
De Boekenpraktijk is de podcast van Managementboek. Elke twee weken onderzoekt presentator Willem van Leeuwen samen met auteurs en praktijkgasten hoe de theorie van managementboeken aansluit bij de de praktijk. In aflevering 11 was Shirine Moerkerken te gast: De Boekenpraktijk #11: Eer het conflict met Shirine Moerkerken - Boekblog - Managementboek.nl
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.