Hoe is de samenwerking met Fons Trompenaars tot stand gekomen?
Als ex-pat had ik acht jaar in Zuid-Amerika gewerkt en had aan den lijve cultuurverschillen ervaren. Toen ik daarover vertelde heeft een gemeenschappelijke kennis Fons en mij aan elkaar voorgesteld. Dat is inmiddels 25 jaar geleden. Sedertdien zijn wij vrienden.
Vanwaar uw belangstelling voor dienend-leiderschap, voor Servant Leadership?
Ik ben ondernemer. Ik heb onder andere het verhuisbedrijf Voerman International opgericht, dat zevenhonderd man in dienst heeft en vijf vestigingen in Oost-Europa heeft. Daarnaast heb ik twintig jaar geleden het initiatief genomen voor UTS, een samenwerkingsorganisatie op het gebied van transport, logistiek en industrie. Van de bij UTS aangesloten bedrijven rijden al met al vierduizend vrachtauto’s in Europa. Maar ik zocht naar méér dan alleen succesvol zijn. Tien jaar geleden wees iemand mij op het gedachtegoed van de Amerikaan Robert Greenleaf. Toen viel voor mij het kwartje en kon ik wat ik zocht en deed een naam geven. Kort gezegd gaat het om een leiderschapsstijl die uitgaat van de gedachte dat leiden en dienen een twee-eenheid vormen. Leiders zijn er om hun mensen te dienen en het beste uit hen te halen. Het is een levenshouding. Die komt er op neer dat je niet primair je eigenbelang dient. Maar dat je als leider anderen moet uitdagen, hen moet bemoedigen en de kans moet geven hun talenten te ontplooien. Wat mij vooral aanspreekt in dienend-leiderschap is de verbindende kracht. Deze visie is in staat een brug te slaan tussen mensen met totaal verschillende ideeën en achtergronden.
Waarom dit boek?
Met Herman Wijffels heb ik geregeld gesproken over het principe van dienend-leiderschap. Ook hij vindt dit het leiderschapsprincipe van de toekomst. Dienend-leiders gaan nooit primair voor hun eigen gewin. Volgens Wijffels was de financiële crisis nooit ontstaan, als er aan het hoofd van banken dienend-leiders hadden gestaan. De crisis is uiteindelijk veroorzaakt door grote ego’s in de directiekamers. Daar probeert men elkaar de loef af te steken met zo hoog mogelijke bonussen. Daar denkt iedereen dat het zijn tijd wel zal duren, want na twee of drie jaar zijn ze weer vertrokken. Dienend-leiders zijn niet van het soort dat maar komt en gaat. Omdat Wijffels en ik ons inzetten voor de Europese stichting voor Servant Leadership, meenden wij beiden dat er een praktisch boek moest komen waarmee mensen direct aan de slag kunnen. Niet voor niets is de oorspronkelijke uitgave in het Engels. De achthonderd bij UTS aangesloten bedrijven gaan er allemaal mee aan de slag.
De zeven dilemma’s uit het boek zijn grotendeels terug te voeren op de cultuurdimensies die Trompenaars onderscheidt.
Het zijn dilemma’s waar we in de praktijk heel vaak tegenaan lopen. Voor mij is bijvoorbeeld heel belangrijk dat wij als westerlingen nogal slecht luisteren. Te vaak denken wij dat het alleen maar goed is als anderen het doen zoals wij het doen. Dat is natuurlijk onzin. Sprekend voorbeeld is dat van ontwikkelingswerkers die het in Columbia maar vies vonden dat de hutjes van de mensen vol rook stonden. Ze zorgden voor mooie schoorstenen, maar vergaten dat de rook de functie had ongedierte te bestrijden. In korte tijd werden de schoorstenen dan ook gesloopt. Niemand had gevraagd naar het waarom van de bestaande praktijk, maar de eigen visie opgelegd aan een andere cultuur waar die visie niet in paste. Goed luisteren is een van de kenmerken van dienend-leiderschap.
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.