Wat bedoelt u met betekenisvol ondernemen?
Ondernemen met oog voor onze wereld, onze klanten, onze medewerkers en last but not least onszelf. Op een actieve manier, dus vanuit je primaire processen; alleen dan kun je de betekeniseconomie tot in het hart van je onderneming brengen. Met dit boek reik ik ondernemers een soort handleiding aan om - aan de hand van de groeimethodiek Scaling up - een bedrijf neer te zetten dat bijdraagt aan de sociale, duurzame ontwikkeling van onze wereld. Dat past in deze tijd van de ‘betekeniseconomie’ waarin het weer gaat om vakmanschap, om vertrouwen boven controle, om de menselijke maat en gemeenschapsgevoel. Betekenisvol ondernemen gaat uit van het vertrouwen in en het laten groeien van medewerkers. In deze tijd van krapte op de arbeidsmarkt móeten bedrijven ook wel: medewerkers, zeker millennials, willen liever werken bij bedrijven met een purpose in plaats van bedrijven waar ze een dikke leaseauto krijgen. Zij kiezen bedrijven die niet alleen winst willen maken, maar ook de wereld in positieve zin willen veranderen, betekenis willen hebben.
Is betekenisvol ondernemen niet gewoon hetzelfde als maatschappelijk verantwoord ondernemen?
Nee. Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen maakt een bedrijf bijvoorbeeld een donatie over naar een goed doel, gebruikt duurzame koffie, et cetera. Je verantwoordt dingen voor de maatschappij, achteraf. Betekenisvol ondernemen is veel ingrijpender, dan gaat het echt om je primaire processen.
Waarom zou je als gevestigd bedrijf juist nu moeten overstappen op betekenisvol ondernemen?
Omdat de wereld inmiddels kraakt in al haar voegen. Denk aan de klimaatcrisis, de kredietcrisis, de energiecrisis, de toenemende verschillen tussen rijk en arm, noem maar op. Daarnaast is het nu de tijd omdat we er wereldwijd in economisch opzicht goed voor staan, bedrijven zien hun winsten de laatste jaren weer flink groeien. Bovendien is onze wereld heel transparant geworden met de komst van internet. Misstanden in werkomstandigheden of risico’s voor werknemers komen razendsnel aan het licht en worden breed gedeeld. Iedereen kan zien welke invloed het individueel handelen van bedrijven heeft op onze wereld. Reputatieschade ligt op de loer, zodra je in maatschappelijk opzicht waarde vernietigt.
U hekelt bepaalde vooroordelen als het gaat over betekenisvol ondernemen, welke vindt u de ergste?
Bijvoorbeeld het vooroordeel dat je met betekenisvol ondernemen geen geld zou kunnen verdienen. Onzin! Kijk maar naar het succes van commercieel-idealistische bedrijven als Tony Chocolonely en Dopper; die laatste produceert duurzame drinkflesjes puur vanuit een maatschappelijke missie. Dopper checkt bij al zijn activiteiten of die bijdragen aan de drie ‘missiepijlers’ van het bedrijf: bewustwording creëren over de impact van single-use plastic afval en mensen inspireren om zelf een verandering in gang te zetten; het aanbieden van een innovatieve productlijn van duurzame designflessen voor drinkwater; en de toegang tot veilig drinkwater vergroten voor mensen over de hele wereld. Dat lukt allemaal, en ondertussen maakt Dopper gewoon winst.
Een ander vooroordeel is dat je betekenisvol ondernemen erbij kunt doen, als een soort luxe...
Ja, en dat er niks aan de hand is, als je dat niet doet. Maar dan ga je volstrekt voorbij aan de urgentie: kijk maar om je heen naar het aantal crises en maatschappelijke bedreigingen die onze wereld nu ingrijpend dreigen te veranderen of zelfs te ontwrichten.
Bedrijven die willen groeien moeten balanceren tussen, zoals u zegt, profit en purpose. Wat komt eerst?
De kunst is om de juiste balans te vinden tussen financiële groei en maatschappelijke impact. Maar winst en omzet maken gaan voor, mijn credo is dan ook dat je eerst winst zult moeten maken voordat je impact kan hebben. Vergelijk het met de piramide van Maslow: je kunt pas omhoog in de piramide als je de basis op orde hebt. Je moet dus eerst goed voor jezelf zorgen voordat je voor anderen kunt zorgen.
U hebt zelf twee softwarebedrijven gehad, wat vond u als ondernemer het lastigste?
Het leren loslaten. Ik ging er altijd vanuit dat als ik dingen zelf deed, het snel en goed gebeurde. Maar ik kwam erachter dat snelheid me niet ver bracht. Dat ik verder kwam als ik medewerkers er meer bij betrok en hen meer autonomie gaf. Ik zie meer ondernemers die fout maken. Of ze laten te snel los, omdat ze geen zin hebben in leidinggeven; of ze laten helemaal niet los en willen alles zelf blijven doen. Bovendien zijn veel ondernemers nogal opportunistisch. Ze wisselen hun principes en uitgangspunten snel in als er iets nieuws voorbijkomt. In mijn coaching van scale-ups en andere MKB-bedrijven merk ik dat ze op zich wel openstaan voor een methodiek om betekenisvol te groeien, maar dat ze al tevreden zijn als ze er een paar dingen uitpikken en de rest van die methodiek veronachtzamen. Dat is niet slim.
U sluit jouw boek af met vier schijnbaar alledaagse woordjes die we binnen organisaties wat ubetreft vaker zouden moeten gebruiken: nee, nu, zodat, en waarom. Waarom?
Omdat, als je deze woorden meer gebruikt, er gegarandeerd ruimte en urgentie ontstaat om betekenisvoller te ondernemen. Taal is nou eenmaal cruciaal voor een goede samenwerking en een efficiënte uitvoering van interne processen. Daarom deze vier woorden. Het is zinvol om vaak ‘nee’ te zeggen tegen mooie kansen die niet bijdragen aan je doelen, tegen ego-strelende marketingcampagnes die niets opleveren, of tegen klanten die eigenlijk niet goed bij je bedrijf passen. Met het woordje ‘nu’ kan je meer urgentie afdwingen. Je kunt zeggen: ‘Het lukt ons niet om focus te houden.’ Dat kan nu waar zijn, maar dat hoeft niet voor altijd zo te zijn. Als je zegt: ‘Het lukt ons nu niet om focus te houden’, schept dat de mogelijkheid dat het in de toekomst wél gaat lukken. Met het woord ‘zodat’ maak je het doel duidelijker en aantrekkelijker. Als in: ‘We hebben een nieuwe website live gezet zodat we beter vindbaar worden.’ En door geregeld hardop naar het ‘waarom’ van iets te vragen, vernieuw je de energie en verfris je de focus waarom je ook alweer doet wat je aan het doen bent.