Ondernemen is een serieuze aangelegenheid. Maar niet zo serieus dat het niet iets kan opsteken van stand-up comedy. Een grap op zijn tijd is namelijk goud waard: zo blijkt een zakenpartner gemiddeld bereid om achttien procent meer te betalen als de onderhandeling gepaard gaat met een kwinkslag als 'Mijn eindbod is X, maar dan krijg je mijn tamme kikker erbij cadeau'.
In Humor, Seriously legt Stanford-docent en cabaratier Naomi Bagdonas uit waarom een gevoel voor humor ook voor managers een supereigenschap is. De statistieken zijn indrukwekkend: werknemers die geleid worden door grappige mensen zijn 15 procent meer tevreden met hun baan, voelen zich 27 procent meer gemotiveerd, en schatten hun baas 37 procent hoger in. Dit komt omdat geestigheid een fysiologische reactie bij mensen teweeg brengt. Lachen maakt niet alleen het stofje endorfine vrij dat pijn en stress onderdrukt, maar ook het 'gelukshormoon' dopamine en het 'knuffelhormoon' oxytocine, dat mensen meer vertrouwen schenkt.
Met name op dat laatste gebied kan humor de onderneming een beslissend voordeel bezorgen, aldus Bagdonas, die samen met co-auteur en psychologie-professor Jennifer Aaker het razend populaire Stanford-college Humor, Serious Business verzorgt. In tijden van corona, een groeiende ongelijkheidskloof en blunderende bestuurders die hun verantwoordelijkheid ontlopen ligt leiderschap meer onder vuur dan ooit tevoren. Zo toont een onderzoek van de Harvard Business School uit 2019 aan dat 58 procent van de Amerikaanse beroepsbevolking meer fiducie heeft in een volslagen vreemdeling dan in de eigen baas. Dit gevoel is wederzijds: 55 procent van de CEOs gelooft dat de gapende vertrouwenscrisis tussen werknemers en werkgevers een bedreiging vormt voor de groei van het bedrijf.
Gelukkig is een gevoel voor humor prima aan te leren, aldus Bagdonas, die tevens beroemdheden coacht om zich van hun grappigste kant te laten zien in comedyprogramma's als Saturday Night Live en The Today Show. Leiders hoeven niet zozeer de clown uit te hangen, alswel naar momenten te zoeken waarin het team samen kan lachen. Dat geldt met name voor thuiswerkers die toch al weinig persoonlijk contact met elkaar hebben. Bagdonas geeft het voorbeeld van Connor Diemand-Yauman, co-CEO van het IT-bijscholingsbedrijf Merit America. Tijdens de eerste Zoom-vergadering in de lockdown, die bedoeld was om zijn mensen een hart onder riem te steken, liet hij de screen sharing functie 'per ongeluk' aanstaan terwijl hij op Google naarstig zocht naar 'inspirerende dingen die CEO's zeggen in moeilijke tijden'.
Het team kwam bijna niet meer bij.
2020 was niet alleen het jaar van de quarantaine, maar ook een periode waarin bijna iedereen zich in zijn of haar waarheid lijkt te hebben ingegraven; zie de stelligheid waarmee een groep als Viruswaarheid haar wereldbeeld verkondigt of de onverzoenlijkheid tussen mensen die voor of tegen vaccinatie zijn. Wat dat betreft komt de nieuwe Adam Grant op een uitgelezen moment. In Think Again onderzoekt de Amerikaanse psycholoog en hoogleraar aan de Wharton School of Business waarom we ons keer op keer vastklampen aan onze kortzichtigheid, ook al staart de waarheid ons recht in het gezicht.
Dit heeft voor een groot deel te maken met de identiteiten die we aannemen om ons gelijk te halen, aldus Grant, die onder meer bekend is van de bestseller Het kan ook anders. Als we het gevoel krijgen dat we in onze overtuigingen worden bedreigd, stellen we ons bijvoorbeeld op als een prediker die het geloof verdedigt. Zodra we een denkfout bij een ander ontdekken, gedragen we ons daarentegen als een procureur die een aanklacht indient. En als we bevestiging zoeken ontpoppen we ons als een politicus die aardig gevonden wil worden.
Geen van deze drie mindsets biedt ruimte voor zelfreflectie. Daarom suggereert Grant een vierde identiteit: die van de wetenschapper. Daarbij accepteren we dat geen enkele vooronderstelling in steen is gehouwen en testen we onze intuïtie, in plaats van die te volgen. Deze manier van denken plaatst bescheidenheid boven trots en nieuwsgierigheid boven zekerheid, en draagt ertoe bij we onze zelfbeeld niet zozeer baseren op onze mening, maar op onze waarden.
De makkelijkste manier om te weten te komen wat je niet weet is door je te omringen met 'disagreeable givers', aldus Grant: mensen die niet bang zijn om het hartstochtelijk met je oneens te zijn. Wat dat betreft zouden we een voorbeeld kunnen nemen aan de Nobelprijswinnende gedragseconoom Daniel Kahneman, die naar eigen zeggen in vreugde ontsteekt wanneer hij een hiaat in zijn denken ontdekt: het betekent dat hij nu minder ongelijk heeft dan voorheen.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.