Al jaren kijken duurzaamheidsafficionado’s in ons land jaloers naar onze oosterburen. Daar zijn ze erin geslaagd met hun solar industrie wereldmarktleider te worden, en daar wisten ze in 2008 een percentage van 15 procent duurzame energie te realiseren (Nederland 7,5). En dat allemaal dankzij die prachtige subsidiaire slimmigheid die de Duitsers aan SPD-parlementariër Hermann Scheer te danken hebben: het feed-in tarief.
Het feed-in tarief is een simpele regeling: elke Duitser betaalt maandelijks ruim een euro extra bovenop zijn energierekening (bedrijven wat meer), en van dat geld krijgen bedrijven en particulieren die zelf groene stroom aan het net leveren de zogenaamde ‘onrendabele top’ vergoed die voortkomt uit de nog altijd ongunstige prijs van duurzame energie ten opzichte van fossiele energie.
De regeling is vooral zo’n succes omdat ze robuust is (de tarieven die vergoed worden staan voor 20 jaar vast) en omdat ze onafhankelijk is van de begrotingsdiscipline van de Duitse overheid. Het geld drukt niet op de begroting, dus kunnen politici er in budgettair moeilijke tijden ook niet aankomen. Dat laatste gebeurde bijvoorbeeld in 2006 in Nederland wel met de toenmalige MEP-regeling, die door oplopend succes zodanig op de begroting van Economische Zaken ging drukken dat tijdelijk minister Joop Wijn hem ‘overnight’ de nek omdraaide. Een dramatische instorting van het aantal duurzame projecten in ons land was het gevolg. Investeerders in duurzame projecten hebben langjarige zekerheid nodig op de subsidie waar ze op kunnen rekenen. Anders beginnen ze er niet aan.
Vorig jaar oktober kwam - naar aanleiding van de Tegenlichtreportage ‘Here comes the sun’ waarin Scheer de zegeningen van zijn geesteskind uitgebreid mocht aanprijzen - de lobby voor een Nederlands feed-in tarief pas goed op gang. Een en ander mondde uit in een open brief aan het kabinet die begin maart is opgesteld en ondertussen ondertekend door bijna 15.000 organisaties en particulieren. Ten overvloede sprak Scheer zelf - die ons land in korte tijd twee keer bezocht - afgelopen maand ook nog eens een hartig woordje met de ministers Cramer (VROM) en Van der Hoeven (EZ).
De lobby lijkt zowaar succesvol te zijn geweest. Verschanst in het pakket maatregelen dat het kabinet afgelopen week bekend maakte ter bestrijding van de crisis, zit - wat het NRC noemde - ‘een Duits systeem voor duurzame energie’. De regeling houdt zijn huidige Nederlandse naam (Subsidie Duurzame Energie - SDE - opvolger van de MEP), maar zal ruimer en robuuster worden gefinancierd uit een opslag op het energietarief. ‘Bij de uiteindelijke vormgeving zullen de koopkrachteffecten en de budgettaire beheersbaarheid worden meegewogen.’
Los van het wederom ongelooflijke gebrek aan democratische procesgang rond een maatregel die rechtstreeks uit ieders portemonnee gefinancierd moet gaan worden (als ik een burger was die weinig met duurzaamheid op heeft, zou ik me bekocht voelen), moet de vraag luiden wat die tekst precies betekent. Duidelijk is dat het kabinet rekening wil houden met de koopkracht van burgers. Daar kunnen we ons wel iets bij voorstellen - zeker bij een regeling die diezelfde burger door de strot wordt geduwd. Maar die andere term - budgettaire beheersbaarheid - is het waard om even bij stil te staan.
Essentieel voor het Duitse succes met de feed-in regeling is dat ze is losgekoppeld van de politieke waan van de dag en dat wettelijk is vastgelegd dat investeerders 20 jaar lang op subsidie kunnen rekenen. Dat verschaft de voorspelbaarheid en stabiliteit voor een gezond investeringsklimaat in ‘duurzaam’. Navraag bij Economische Zaken leert dat met ‘budgettair beheersbaar’ inderdaad wordt bedoeld dat het kabinet zich het recht voorbehoudt in de regeling in te grijpen, iets waarvoor politici in het verleden (zie boven) niet zijn teruggedeinsd. Was er sprake geweest van een echt feed-in tarief, dan was - zoals Scheer al vele malen aan onze bewindslieden heeft uitgelegd - een dergelijk ingrijpen niet meer mogelijk geweest, eenvoudigweg omdat ze dan buiten de begroting en dus de incidentgevoelige handen van de politiek viel.
En zo lijkt een schijnbare doorbraak gewoon weer oude wijn in nieuwe zakken. Machtspolitiek in plaats van democratische transparantie en controle in plaats van visie. Laat het kabinet maar bewijzen dat het deze keer anders is.