Organisatiepsycholoog Oscar David schrijft in zijn boek Macht! over de verpletterende indruk die de film The Wolf of Wallstreet op hem maakt. Vooral de scène waarin de voormalige beurshandelaar Jordan Belfort zijn aftreden wil aankondigen – justitie heeft een zaak tegen hem rond en om zichzelf te redden moet hij, behalve zijn vrienden verlinken, ook aftreden – maakt indruk. ‘Opgezweept door verheerlijking en mogelijk een gevoel van onoverwinnelijkheid grijpt hij opnieuw de microfoon, en zegt zijn mensen dat hij zijn besluit herziet en dat hij blijft: het is zijn bedrijf, het gaat om zijn mensen en zijn succes en dat de officier van justitie het mag uitzoeken.’
In zaal 1 van bioscoop The Movies zit David verslagen in zijn stoel. Ondanks dat hij zijn hele leven al machtsrelaties bestudeert en hij van dichtbij de vernietigende werking van machtsverslaving heeft gezien, kan hij moeilijk verkroppen hoe Belfort ten onder gaat. ‘In de loop van de film heb ik me steeds meer verbonden gevoeld met deze aan macht, geld en seks verslaafde man. Nu tekent hij zijn eigen vonnis, en zo is het ook gegaan,’ schrijft David.
Toen Belfort vorige week naar Nederland kwam om een workshop te geven, had David een plaats bemachtigd. Hij wilde de verkooplessen van Belfort graag horen, vertelde hij op BNR (vanaf minuut 89:00). De astronomische bedragen die Belfort verdient met zijn workshops – hij beweerde onlangs dat hij er inmiddels meer geld mee verdient dan hij destijds op de beursvloer binnenhaalde – beloofden veel goeds. Die inkomsten zouden er zelfs voor zorgen dat Belfort zijn enorme schuld van 110 miljoen dollar kan afbetalen – hij heeft inmiddels 17 miljoen dollar afbetaald.
Hoe de workshop was? David mailt: ‘De wolf was vermakelijk en schokkend: Belfort verkoopt nu geen waardeloze aandelen meer, maar inhoudsloze workshops voor veel geld. Hij biedt goed geprijsde lezingen aan (tussen de € 87 en – als ik het wel heb – een kleine €1000 per persoon) waarin hij bijna drie uur aan het woord is, en je je achteraf afvraagt of het verhaal niet ook in een half uur verteld had kunnen worden.’