Dat in een paar uur tijd een internetstorm kan ontaarden die iemands carrière (en persoonlijke leven) naar ongekende dieptes kan sturen, dat is op een mooie manier beschreven in het nieuwe boek van Jon Ronson Dus, u bent publiekelijk vernederd?. Zo stap je al grappend op social media het vliegtuig in. En zo stap je tien uur later hetzelfde vliegtuig uit om erachter te komen dat je trending bent op Twitter, daar bekend staat als ’s werelds grootste racist, je je baan kwijt bent en je moet schuilen voor alle mensen met een telefoon omdat ze je opjagen als een beroemdheid.
Twitter is geen plek voor een mens, zo verzuchtte auteur Greg Stekelman in zijn laatste tweet ooit. De rest van het internet is al niet veel veiliger, tenminste als je succesvol bent. Zo vertelt een trendwatcher in het boek Macht! van Oscar David dat je tegenwoordig voor driehonderd dollar in Wit-Rustland iemand kan inhuren om de reputatie van een concurrent of tegenstander te vernietigen. Die online huurmoordenaar verspreidt bijvoorbeeld roddels en achterklap op social media en andere websites, gaat stoken in iemands netwerk en nog meer van dat gezelligs.
De online huurmoordenaars winnen zo snel aan populariteit dat machtigen weer online beveiligers inhuren om hun digitale sporen uit te wissen. Want: wie niet zichtbaar is, kan ook niet zo snel in het vizier komen. ‘Webloos’ door het leven gaan, is de nieuwe trend onder de machtigen, stelt David.
Mocht het daarvoor te laat zijn (of mocht iemand het geld niet hebben), dan geldt sinds mei 2014 het zogeheten vergeetrecht, een recht voor burgers van de EU om verouderde of onjuiste privacygevoelige informatie te laten verwijderen uit de zoekresultaten als op hun naam wordt gezocht. Hoewel dat mooi klinkt, zitten daar nogal wat praktische nadelen aan. Ten eerste moet de persoon hiervoor zelf contact opnemen met een bedrijf als Google. ‘Daarnaast wordt het zoekresultaat alleen uit de Europese zoekmachines verwijderd en moet het verzoek per zoekmachine worden ingediend,’ vertelt Amanda Felstead van Reputation in webmagazine Bright Ideas.
Reputation biedt sinds 2006 een andere service aan. Wanneer iemand met reputatieschade bij het bedrijf aanklopt, gaan de werknemers aan de slag met het creëren van artikelen die een andere, positieve kant van de persoon belichten. ‘Door een accurater en gedetailleerder online profiel van de cliënt op te bouwen, wordt het (negatieve - GP) artikel maar één factor die werkgevers kunnen overwegen om mee te nemen in hun beslissing om iemand aan te nemen maar niet de leidende factor,’ vertelt Felstead.
Nu is dat wel wat bescheiden gesteld. In het boek van Ronson valt te lezen hoe bedrijven als Reputation negatieve berichten van de eerste resultatenpagina van Google weten weg te drukken met andere artikelen. En daarmee is de reputatie al bij 93 procent van de mensen gered – 7 procent van de bezoekers klikt door naar de tweede resultatenpagina, waar de positieve berichten ook doorsijpelden.
De werkwijze van Reputation – in het stuk van Bright Ideas ‘reputatiewasser’ genoemd – is het bedrijf dan ook op kritiek komen te staan. Belangrijkste punt: slaat het niet te ver door de andere kant op? En waar trekt het bedrijf de grens, bij het overspoelen van negatieve reviews van klanten met positieve berichten? Bij politieke motieven? Reputation heeft daar wel ideeën over, maar omdat het bedrijf veelal anoniem te werk gaat kan niemand hun werkwijze controleren.