Met een gecombineerde marktwaarde van rond de honderd miljard dollar zijn het dé schoolvoorbeelden van de nieuwe, nieuwe economie. Maar hoe goed kennen we AirBnB en Uber nu werkelijk? In The Upstarts vergelijkt Bloomberg-journalist Brad Stone de huizenverhuursite en de taxi-app met de smaakmakers uit de vórige nieuwe economie, zoals Google en Facebook. De verschillen blijken vooral te liggen op het gebied van communicatie. Waar Google-oprichter Larry Page en Facebook-CEO Mark Zuckerberg hun vroege jaren doorbrachten in de luwte van de media, gedroegen AirBnB-CEO Brian Chesky en Uber-CEO Travis Kalanick zich van meet af aan als politici, constant bezig met het smeden van coalities tussen klanten en toeleveranciers.
De verdienste van Chesky is dat hij van AirBnB een gemeenschap wist te maken, aldus Stone, die met Mr. Amazon in 2013 de FT/Goldman Sachs Business Book of the Year Award won. Kamerverhuurders voelen zich daardoor deel van iets dat groter is dan henzelf, ook al duperen ze vaak hun fysieke omgeving door voor overlast te zorgen en lokale belastingen te ontduiken.
Kalanick komt er in ethisch opzicht minder goed vanaf. Hij is het type politicus dat over lijken gaat en lak heeft aan welke vorm van regulering dan ook. In dat opzicht is het niet verwonderlijk dat hij zich onlangs aansloot bij een andere politieke disruptor: Donald Trump. Dat bleek een brug te ver: zijn benoeming tot zakelijk adviseur van het Witte Huis leidde tot het opheffen van zoveel Uber-accounts dat Kalanick op zijn schreden terug moest keren.
Dat luieren productiever maakt lijkt een contradictio in terminis. Toch kan de juiste vorm van verpozing onze prestaties significant verbeteren, stelt Silicon Valley-consultant Alex Pang in Rust in uitvoering. Op het gebied van creativiteit bijvoorbeeld, omdat ontspanning een positieve invloed heeft op ons defaultnetwerk, het gedeelte van het brein dat ons in staat stelt om ook in rusttoestand aan problemen te blijven schaven.
'Bewust rusten' gaat verder dan de afwezigheid van werk, een paar weken op vakantie of een avondje hangen voor de buis, aldus Pang. Het is een vaardigheid die we dienen te trainen, net zoals zangers aan hun ademhaling, en atleten aan hun hardlooptechnieken moeten blijven werken. De beste resultaten worden behaald met een dagelijks terugkerend ritueel op vaste tijden, zelfs al verstoren we op dat moment net het hoogtepunt van onze productiviteit.
Pang, die in 2008 werd geconfronteerd met een burn-out, richt zich wat dat betreft specifiek op de workaholics onder ons: het idee dat een werkweek veertig, zestig, of zelfs tachtig uur moet duren is een Puriteins dogma zonder wetenschappelijke merites. In het Victoriaanse tijdperk keken kenniswerkers juist heel anders tegen de zaken aan. Zo werkte Charles Darwin slechts drie blokken van negentig minuten per dag. De rest van zijn tijd bracht hij door op zijn 'nadenk-pad', wat gepaard ging met kilometerslange wandelingen, of soms gewoon een beetje voor zich uitstaren.
Waarom trekken de schilderijen van Monet, Renoir en Cézanne jaar na jaar hele volkstammen, terwijl mede-oprichter van de impressionistische beweging Gustave Caillebotte moet voortleven in relatieve anonimiteit? En hoe kon Bill Haley's Rock around the clock veranderen van een obscuur B-kantje tot gezichtsbepalend liedje voor een hele generatie? In Hit Makers onderzoekt Atlantic-journalist Derek Thompson wat het geheim is van een succesvol cultureel product. Zijn conclusie: mensen zijn gevoelig voor 'vertrouwde verrassingen', frisse perspectieven op oude ideeën.
Kwaliteit speelt hierbij een secundaire rol. Als kunstenaar deed Caillebotte niet onder voor Monet of Degas; de Franse schrijver Émile Zola noemde hem destijds 'een van de stoutmoedigsten' onder de impressionisten. Het verschil was dat de rijk geboren Caillebotte ook een verzamelaar was, die na zijn vroegtijdige dood in 1894 zijn collectie (maar niet zijn eigen werk) naliet aan de Franse staat. Die organiseerde drie jaar later in het Musée du Luxembourg de eerste landelijke tentoonstelling van impressionistische kunst in Frankrijk. De expositie van Monet, Renoir, Degas, Cézanne, Manet, Pisarro en Sisley had zoveel impact dat ze meer dan een eeuw later nog steeds voorschrijft wie tot de harde kern van de impressionisten mag worden gerekend.
Thompson struint op die manier een groot deel van de populaire cultuur af, van Star Wars en de Mona Lisa tot Mickey Mouse en Vijftig tinten grijs. Een formule voor creatief succes geeft hij echter niet. Dat lijkt ook een mathematische onmogelijkheid: als een hit te vangen was in regels zou iedereen beroemd zijn, en uiteindelijk kan er maar één de grootste zijn. Timing en toeval blijven een rol spelen, zoals ook Bill Haley kan onderschrijven. Toen zijn Rock around the clock uitkwam in 1954 was er geen hond die het opmerkte. Die belangstelling was er een jaar later wél, toen het nummer opdook in de soundtrack van de film Blackboard Jungle. Origineel en toch herkenbaar; het liedje is sindsdien uitgegroeid tot een van de bestverkochte singles aller tijden.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.