Vaak wordt gezegd dat leiderschap een duidelijke visie vereist. Is dat zo? ‘I know exactly where to lead’ zei George W. Bush. Hij had een duidelijke visie. Hij was er niet vanaf te brengen, maar hij was niet heel succesvol. Angela Merkel krijgt vaak het verwijt dat ze juist geen visie heeft. Ze heeft geen groot verhaal over Europa, zeggen haar tegenstanders. Inderdaad. En ze is er trots op. Er zijn zo veel onzekerheden in Europa, vertelt ze, dat ze iedere keer een klein stapje zet, analyseert wat de effecten zijn en dan weer een klein stapje zet. Voor velen is ze een echte leider. Leiderschap is kortom extreem contextueel: wat in de ene context een zegen is, is in de andere context een ramp. Wat vandaag werkt, is morgen uitgewerkt. Veel heb je dus niet aan boeken, die je uitleggen wat de kenmerken van een goed leider zijn.
Een paar maanden geleden publiceerde Harvard-hoogleraar Joseph Nye een studie naar een groot aantal Amerikaanse presidenten: Presidential Leadership and the Creation of the American Era. Hij maakt een onderscheid tussen presidenten met visie, presidenten die de wereld wilden veranderen, en presidenten die gewoon het land wilden besturen. Wat blijkt? Presidenten zonder visie hebben het prima gedaan. Nye noemt als voorbeeld George H.W. Bush, een wat grauwe en grijze president, die echt een hekel had aan ‘visie-gedoe’. Hij handelde tijdens zijn presidentschap twee grote internationale crises zonder brokken af: het einde van de Koude Oorlog en de Iraakse inval in Koeweit. Misschien wel dankzij het feit dat hij geen uitgesproken visie had, suggereert Nye. Want visies kunnen je in de weg zitten, een tunnel in leiden, je dwingen tot actie waar je die beter kunt nalaten. De boodschap van Nye: relativeer al die verhalen over leiderschap en visie.
Waarom dan toch die niet te stillen honger naar boeken over leiderschap als leiderschap er niet zo toe doet en als rijtjes met kenmerken van leiderschap je niet veel verder helpen? Doe maar eens een verjaardagstest. Als je op een verjaardag bent, een beetje over politiek debatteert en je merkt dat je het allemaal ook niet meer begrijpt, het overzicht kwijt bent, wat roep je dan? ‘Nederland heeft leiderschap nodig!’ Altijd prijs want wie kan dar nu tegen zijn. Maar wat vergt dat dan, leiderschap? Tja, en dan kom ik weer bij het begin van dit artikel: elk antwoord is waar. Net zoals het tegenovergestelde ook waar is. De roep om leiderschap is meestal een teken van hulpeloosheid, een teken dat we het overzicht kwijt zijn. ‘Doet u maar een portie leiderschap meneer.’
Nu heeft de uitgever van dit blad een commercieel belang: boeken verkopen. En ik wil ‘m daarbij niet in de weg zitten. En dat is trouwens ook niet lastig want, zoals we al eerder constateerde, iedere opvatting over leiderschap is waar en is niet waar. Iedere opvatting is niet waar: laat al die boeken over leiderschap dus maar links liggen, gewoon zelf nadenken. Iedere opvatting is waar: al die boeken over leiderschap aanschaffen, en wel meteen!
Do’s & Don’ts
Do’s
- Ontwikkel een duidelijke visie
- Laat inspirerend, daadkrachtig en dienend leiderschap zien
- Koop boeken over leiderschap
Don’ts
- Ontwikkel een duidelijke visie
- Laat inspirerend, daadkrachtig en dienend leiderschap zien
- Koop boeken over leiderschap
Over Hans de Bruijn
Prof. dr. Hans de Bruijn is hoogleraar bestuurskunde aan de Faculteit Techniek, Bestuur en Management van de Technische Universiteit Delft. Hij is daarnaast onder andere verbonden aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur in Den Haag en programmaleider Governance aan het Netherlands Institute for City Innovation Studies.
Foto, Sake Elzinga