Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Preview

Bertie en de wonderjaren - Een kroonprins en de uitvinders van de moderne wereld

Er is nog nooit zo veel en snel veranderd als nu... Regelmatig hoor ik iemand woorden van deze strekking gebruiken en daarin vervolgens beaamd worden. Maar klopt dat eigenlijk wel? Uit nieuwsgierigheid besloot ik het eens uit te zoeken. 

Mike Hoogveld | 15 april 2022 | 4-5 minuten leestijd

Als je Maslows piramide toepast om tijdvakken – veelal kwalitatief – te vergelijken in termen van verandering, dan is mijn conclusie dat niet ons huidige tijdperk, maar dat rond het einde van de negentiende eeuw in dit opzicht het hoogtepunt vormen. Deze jaren waren een soort tijdsgewricht: geen tijdperk van verandering, maar een verandering van tijdperk. De moderne wereld zoals we die nu kennen is toen uitgevonden. De stortvloed aan innovaties werd trots gepresenteerd op niet minder dan zeventien wereldtentoonstellingen.

Historische spurt

Maar wat zorgde eigenlijk voor die historische spurt? En wat kunnen we daarvan leren voor de toekomst (hoewel we daarmee voorzichtig moeten zijn omdat de context, dynamiek en paradigma’s anders zijn)? Vanuit mijn fascinatie voor uitvindingen is plezier het uitgangspunt geweest voor mijn non-fictie boek Bertie en de wonderjaren, niettemin levert het al reflecterend enkele interessante bedrijfskundige inzichten op.

Toen en nu

Allereerst de overeenkomsten tussen toen en nu. Weerstand tegen verandering blijkt iets van alle tijden: zo beschouwt menigeen de eerste auto als een ‘machine van de duivel’ en zijn velen doodsbang voor elektriciteit. Ook is het patenteren van intellectueel eigendom dan al letterlijk van levensbelang, er worden regelmatig uitvinders vermoord op weg naar het octrooibureau. Verder waren ‘early adopters’ toen al onmisbaar: met zijn gretigheid voor innovaties is Bertie, eerst als Prince of Wales en later als koning Edward VII, een zegen voor vele uitvinders. Ook stimuleert hij innovatie en ondernemerschap actief, net als prins Constantijn nu zo verdienstelijk doet.

Ecosystemen

Verder is dan ook al sprake van informele ecosystemen: de drie nieuwe metropolen Londen, Parijs en New York gelden als ‘innovatie hubs’ waar alle omwentelingen beginnen. Geld en macht speelden net als nu een cruciale rol. Zo kan Rockefeller door het monopolie van zijn Standard Oil elektrische auto’s uit de markt werken en creëert bankier Morgan de eerste grote conglomeraten, US Steel en General Electric. Ook zijn er speculatieve bubbels en ‘robber barons’, het aantal miljonairs explodeert, enzovoort.

Snorren en baarden

En wat was er juist anders? Ten eerste dat mannen vrijwel zonder uitzondering voorzien waren van zeer uitbundige snorren en/of baarden, maar dat is wellicht wat minder relevant. Wel relevant is dat destijds veel minder restricties bestonden, bijvoorbeeld op het gebied van milieu, veiligheid, arbeid en wetgeving. Natuurlijk bracht dit vele negatieve effecten met zich mee – zo experimenteerde Marie Curie (helaas een uitzondering in een toen door mannen gedomineerde wereld) zonder bescherming met radioactiviteit, waardoor ze niet alleen radium ontdekte, maar ook dat ze hierdoor fataal besmet was geraakt. Maar het zorgde vooral dat men volop vrijheid genoot om nieuwe dingen uit te proberen, iets dat tegenwoordig door de enorme hoeveelheid wet- en regelgeving vaak onnodig beperkt wordt. Hierin zou naar een betere balans kunnen worden gezocht door het goede te behouden en belemmerende te schrappen.

Start-ups

Ook toen had je al zeer veel start-ups (hoewel ze niet zo heetten en software nog niet bestond). Maar mijn indruk is dat deze veelal een ander vertrekpunt kenden dan nu. De afgelopen decennia is rondom het fenomeen start-up een professionele industrie ontstaan van allerlei partijen – variërend van investeerders en incubators tot interim, advies en communicatiebureaus – die net als de oprichters zelf vaak primair als doel lijken te hebben om snel veel geld te verdienen. Rond het einde van de negentiende eeuw ontstonden veel ondernemingen juist vanuit een praktisch of ideëel doel. Veearts John Dunlop vond de opblaasbare rubberband uit omdat zijn zieke zoontje veel de buitenlucht in moest op een driewieler. De houten wielen trilden zo hevig op de kasseien dat dat vooral hoofdpijn opleverde... De opblaasbare band zou een ‘game changer’ blijken.

Schuur

Het boek staat bovendien vol uitvindingen en ontdekkingen die niet in een corporate omgeving of onderzoeksinstituut zijn gedaan, maar thuis in een schuur. En dan meestal door hobbyende techneuten zonder specifieke opleiding. Zo vonden de fietsenmakers en broers Wright het gemotoriseerde vliegtuig uit, puur vanuit passie. Mensen werden toen bewonderd om hun vakmanschap, een technisch beroep was iets om trots op te zijn, terwijl dat tegenwoordig minder gewaardeerd lijkt. Datzelfde gold voor ondernemerschap; een corporate carrière lijkt in de huidige tijd in hoger aanzien te staan. Mensen waren destijds ook veel meer dan nu bereid om risico’s te nemen. Soms zelfs met de dood tot gevolg – velen kwamen in de beginjaren van de auto en het vliegtuig om bij experimenten. Veel pioniers van toen waren in mijn ogen ware helden. Het boek is dus tevens een ode aan nieuwsgierigheid.

Kortom, als ik één wens heb voor een toekomst waarin Nederland duurzaam economisch relevant blijft: laten we massaal weer schuurtjes gaan bouwen in onze achtertuin en daar lekker gaan knutselen en klooien.

Over Mike Hoogveld

Mike Hoogveld is een veelgevraagd spreker en gastdocent op het gebied van toekomstbestendigheid. Hij deed aan Nyenrode promotieonderzoek naar de vraag wat succesfactoren zijn van toekomstbestendige organisaties.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden