Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Aukje Nauta

‘Deel je schaamte en haal daar kracht uit’

In Nooit meer doen alsof vraagt Aukje Nauta zich af hoe je schaamte kunt gebruiken als een bron van kracht voor leven en werken. Ze geeft de nieuwste wetenschappelijke inzichten over het begrip schaamte en verweeft die met persoonlijke verhalen van mensen die hun schaamte overwonnen en zo schaamtevrij werden.

Peter Spijker | Mirjam van der Linden | 1 november 2021 | 4-5 minuten leestijd | 2 van 2 personen vonden dit artikel nuttig

U definieert schaamte als een sociale, morele, pijnlijke emotie.

Schaamte wordt gezien als een negatief gevoel – een ‘ugly feeling’ waarbij we voor iedereen zichtbare non-verbale schaamtesignalen afgeven. Het is primair een sociale emotie. Je hebt iets gedaan dat indruist tegen hoe het hoort en schaamt je daarvoor. Je voelt dat je niet beantwoordt aan de normen van de groep waar je graag deel van wil uitmaken. Schaamte is ook een morele emotie. Je beseft dat een deel van jezelf ingaat tegen het algemeen belang of universele normen en waarden. Wat schaamte tot een pijnlijke emotie maakt, is dat je niet voldoet en het daarom niet waard bent om er bij te horen.

Een teveel aan schaamte pakt altijd slecht voor je uit. In je privéleven, maar ook op je werk.

Wanneer je je als individu te veel schaamt, maakt dat je zeer depressief. Je hebt voortdurend een slecht beeld van jezelf en dat put je erg uit. Je vindt eigenlijk dat je geen bestaansrecht hebt en vermijdt andere mensen, zelfs diegenen van wie je veel houdt. Een overdaad aan schaamte leidt ook tot angstgevoelens en eetstoornissen. Op het werk hangt schaamte sterk samen met burn-out klachten en werkverslaving. Werkverslaafden werken zeer hard omdat ze bang zijn niet te voldoen aan de wensen en verwachtingen van de buitenwereld. Hun werk is bepalend voor hun zelfbeeld en gevoel van eigenwaarde. Door werkverslaving ga je dus niet beter presteren, maar heb je juist meer kans om uit te vallen.

In uw boek beschrijft u het verhaal van Audrey Beckers, anesthesioloog en alcoholverslaafd.

Audrey werkte in 2013 als anesthesioloog in Kaapstad, deed daar trauma- en kinderanesthesie. Ze zag verschrikkelijke dingen, ging stevig drinken en bleef dat doen na haar terugkeer in Nederland. Bij haar nieuwe werkgever, een ziekenhuis, overleed in 2017 een patiënt op de operatietafel door complicaties. Geheel buiten haar schuld, maar toch praatte men over haar. Later zette het ziekenhuis Audrey op non-actief toen ze onder invloed van alcohol op het werk kwam. Het ziekenhuis zag alcoholverslaving niet als de ziekte die het is, maar als een faux-pas. Sterker, men probeerde ook de calamiteit met de overleden patiënt in haar schoenen te schuiven, waarop ze vertrok. Helaas is Audreys verslavingsproblematiek niet op een deskundige, open wijze met haar besproken. Het ziekenhuis, Audrey én haar collega’s hadden daar van kunnen leren.

Schaamteloosheid is, anders dan je zou verwachten, niet de positieve tegenpool van schaamte.

Inderdaad, we hebben weinig sympathie voor volwassenen die zich schaamteloos gedragen. Ze hebben vaak te weinig inlevingsvermogen of empathie en zijn zich er niet van bewust wat het eigen gedrag betekent voor de ander. Schaamteloosheid betekent geenszins dat je vrij bent van schaamte omdat je niets hebt om je voor te schamen. Het is eerder een gebrek aan zelfbewustzijn. Je bent er jezelf immers niet van bewust hoe jouw gedrag de ander beïnvloedt. Er bestaan twee soorten schaamteloosheid: soms is het de afwezigheid van schaamtegevoel, veroorzaakt door empathisch onvermogen. Ook kan de schaamte zo hevig zijn, dan men de schaamte ontkent en verdringt– ik noem dat schaamteschaamte. Dat laatste zie je meer bij mannen dan bij vrouwen; mannen schamen zich in het bijzonder als hun zwakte zichtbaar wordt. Vrouwen schamen zich vooral als ze asociaal gedrag tonen, als ze niet lief en niet zorgzaam zijn.

Het gaat er uiteindelijk om schaamtevrij te worden. U noemt als voorbeeld een analfabete vrachtwagenchauffeur die uit de kast komt.

Ja, ik las over Hans van Dijk in een column van Sheila Sitalsing in de Volkskrant. Hans, toen 58, kon dus niet lezen en schrijven en schaamde zich daar heel erg voor. Al zijn hele volwassen leven was hij hierdoor schaamtevol en verborg die schaamte voor iedereen, zelfs voor zijn toenmalige echtgenote. Een voor hem uiteindelijk onhoudbare situatie. Hans ging uiteindelijk op cursus, leerde lezen en schrijven en stimuleert, als taalambassadeur van de stichting ABC, andere ongeletterden om ook naar school te gaan. Hij had schaamte, maar was ook trots op de wijze waarop hij zijn ongeletterdheid aanpakte. In het besef dat je moet kunnen lezen en schrijven in onze samenleving, omarmde hij zijn schaamte en ging naar school.

De kunst is om van je schaamte je persoonlijke kracht te maken?

Een belangrijke eerste stap daartoe is het etaleren van je schaamte. Je deelt dan je schaamte met anderen en haalt daar kracht uit. Ik noemde eerder Audrey Beckers. Ze ging in behandeling voor haar alcoholverslaving en leerde zichzelf zo veel beter kennen. Om meer te weten te komen over de ziekte die verslaving heet, werd Audrey verslavingsarts en zette een website op. Verslaafde artsen vinden daar alle informatie om van hun verslaving af te komen en kunnen haar zelfs bellen. Ze heeft dus niet alleen haar schaamte erkend en zichzelf zo verder ontwikkeld, maar ondersteunt bovendien alcoholverslaafde vakgenoten en probeert zo ook haar omgeving te verbeteren.

Over Peter Spijker
Peter Spijker is freelance redacteur.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

2
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden