Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Theo Hendriks

‘Juist nu hebben we verhalen nodig’

Theo Hendriks schreef een boek over waarom verhalen vertellen zo belangrijk is: ‘Too Good to Be True’. Welke functie hebben verhalen? En moeten we niet allemaal iets beter in vertellen worden? We vroegen Hendriks naar het verhaal achter zijn boek: ‘Zorg dat je tot de verbeelding spreekt van mensen. Daarmee breng je mensen naar een andere werkelijkheid.’

Bas Hakker | Mirjam van der Linden | 12 mei 2023 | 5-8 minuten leestijd

Heb je iets leuks gedaan de afgelopen tijd?

Toevallig ben ik de afgelopen twee weken met een paar leden van mijn oude band Poison Ivy in Duitsland geweest. We zaten met zijn zessen in een huis in het Sauerland en hebben heerlijk samen gespeeld. Twee weken lang zijn we volle bak bezig geweest met muziek maken en met drie nieuwe nummers teruggekomen. Echt een muziekvakantie en we zien wel wat er verder van komt.

Ik vraag ernaar omdat je in Too good to be true uitlegt welke functie goede verhalen hebben in het leven van mensen. Jij refereert daarin aan jouw een-na-laatste boek The Age of Me, dat gaat over de periode bij Poison Ivy die je beschrijft. Wat bleek achteraf: jouw collega-bandleden hadden een totaal andere lezing van die periode…

Narratieve vertekening gaat heel onbewust. We maken onze eigen verhalen altijd steeds mooier, groter of kleiner omdat we allemaal totaal eigen herinneringen hebben.

Wat gebeurde er toen je het liet lezen aan jouw collega bandleden?

Dat was wel spannend. De een zei: ik herken me er helemaal in en de ander had er wat andere herinneringen aan. Feitelijk zat ik goed, want ik had plakboeken, memo’s en setlijsten dus ik was goed gedocumenteerd. Maar ja, die bandvergaderingen zitten anders in mijn hoofd en bovendien leg je er toch een fictionele lijn in. Niemand was uiteindelijk boos.

Wat gebeurt er in ons hoofd als we een soortgelijke reconstructie maken?

We proberen het voor onszelf kloppend te maken. Ons hele leven is nu eenmaal een hoeveelheid gebeurtenissen die wij in een logische volgorde plaatsen. En we stoppen zaken die niet passen bij de verhaallijn weg en vullen aan om het verhaal kloppend te maken. Dat gebeurt vaak onbewust, maar ook bewust: als iemand vraagt aan jou waarom je bij een werkgever bent weggegaan, verzin je onbewust en als vanzelf een mooi verhaal. Onze verhalenmachine schakelt voortdurend tussen de feiten, iets wat jou doet denken aan iets anders of wat je hebt gehoord zodat je weet wat je moet doen in de toekomst. We proberen misschien met mindfullness ‘in het moment’ te zijn, maar we zijn altijd bezig met de implicatie van het hier en nu voor straks. Daar houden we ook van.

We vinden het prettig?

Zeker. Mevrouw Inez Weski zit op dit moment vast en ondertussen speculeren we met zijn allen in ons hoofd over waarom ze daar zit en of er niet veel meer aan de hand is. Dat is de manier waarop wij omgaan met nieuws; we zien iets en daar maken wij dan een verhaal van in ons hoofd. Dat heeft ook een doel, want daardoor kunnen we ons - sneller dan andere diersoorten - aanpassen aan nieuwe omstandigheden.

Het is een manier om te overleven?

In ieder geval om een soort einddoel te hebben. Wij hebben een verlangen naar de grote verhalen. Als we nadenken over de vakantie, dan denken we toch ook niet in parameters? Zo van: zo veel graden, zo veel kilometer rijden en zo duur is het? Nee, wij zien ons daar lekker wandelen door een leuke stad of met de familie op die fiets zitten op weg naar een mooie bestemming. Dat is ook de reden dat ik dit boek ben gaan schrijven; we zijn als mensen te veel met het weerbericht en de kwartaalcijfers bezig en niet met het grote plaatje. We hebben grote verhalen nodig.

We hebben er dus niks aan dat Hugo de Jonge zegt dat hij een miljoen huizen gaat bouwen in tien jaar, maar willen zijn visie op hoe wonen in Nederland is over tien jaar?

We hebben goede verhalen nodig, maar ook goede vertellers. Het gaat om de manier waarop hij of zij dit verhaal vertelt. Juist omdat er zo veel vertellers zijn, proberen mensen steeds uit te leggen wie we moeten geloven. Wat we missen is antwoord op de vraag: waar werken we naartoe?

Moeten bedrijven en overheden een voorbeeld nemen aan Disney?

Na WOII hadden we een duidelijk doel voor ogen. We moesten hard werken samen, de boel weer opbouwen en dan zou het allemaal goedkomen. Toen in 1953 bijna heel Nederland onderliep kwam er een Deltaplan waarin stond: dit nooit meer. En wat gebeurde er in 2019 toen de Toeslagaffaire aan het licht kwam? Mensen worden gecompenseerd, de regering valt en zit er na een tijdje later weer gewoon. Er kwam geen groot verhaal over een nieuwe manier hoe de verhouding tussen burgers en overheid zou moeten zijn.

In het neoliberale denken is er wat minder ruimte voor grote verhalen natuurlijk.

Als er gedonder is in Groningen betaalt de overheid geld. We lossen alles op met zakken geld terwijl het systeem half in de touwen hangt omdat het met pleisters aan elkaar zit. We moeten nu plannen maken op het gebied van klimaat voor de volgende eeuw en dat moet een groot verhaal zijn. Mensen zijn namelijk goed in samenwerken doordat ze elkaar kunnen vertellen waarnaar ze op weg zijn en daarmee onderscheiden we ons van dieren. Honden kunnen niet zeggen: morgen gaan we leuke dingen en dat doen we hierom, maar dat kunnen wij wel. En dat allemaal door de verhalen die we elkaar vertellen.

En dus zeg jij: zorg dat je goed wordt in het vertellen van verhalen.

Zeker, en zorg dat je tot de verbeelding spreekt van mensen. Daarmee breng je mensen naar een andere werkelijkheid. De grote verhalen zetten daarom wat meer in beweging dan alleen non-fictie. 

Geloof jij niet in de hokjes ‘fictie’ en ‘non-fictie?’

Psycholoog Daniel Kahneman kan dat als beste uitleggen, aan de hand van systeem 1 en systeem 2. Systeem 1 is ons snelle, intuïtieve systeem, dat is ons brein dat snelle conclusies trekt, bijvoorbeeld dat de Russen slecht zijn en de Oekraïners goed. Systeem 2 echter is ons weloverwogen systeem, daar denken we wat langer en dieper over zaken na. Dan gaan we ons verdiepen in de historie van de landen en hun relatie. Systeem 1 en 2 zijn eigenlijk Ernie en Bert van Sesamstraat. Je hebt Ernie nodig om mensen in een verhaal te trekken en via Bert kunnen ze ook nog iets van het verhaal leren. Bij fictie maak je wat meer gebruik van Ernie en bij non-fictie wat meer van Bert. Het is niet zo dat non-fictie alleen werkt op systeem 2 en andersom, het is de interactie tussen de beide systemen die maakt dat een verhaal goed, geloofwaardig en betekenisvol is.

En de kwaliteit van de spreker of verteller bepaalt de juiste dosering?

Ja, en er is niets leukers dan spelen met verbeelding en feiten. Je kunt juist de speelsheid van systeem 1 gebruiken om dat publiek mee te nemen. Over feiten kun je ruzie maken, maar met iemand die iets heeft meegemaakt, kun je het niet eens of oneens zijn.

Over Bas Hakker

Bas Hakker studeerde marketingcommunicatie en schreef daarna als journalist veel over media en marketing voor Adformatie, MarketingTribune, AD, NRC en Managementboek. Vandaag de dag is hij hoofdredacteur van marketingwebsite Candid.news. Met zijn bedrijf ‘Kleedkamer4’ helpt hij kleine ondernemers met het opbouwen van een klantenbestand.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden