Het adviesbureau Stern Stewart lanceerde in 1990 EVA als oplossing voor dit probleem. Het door Stewart geschreven boek 'The Quest for Value' (1990) beschrijft de voordelen van EVA ten opzichte van andere economische maatstaven. Stewart richt zich vanaf dat moment volledig op EVA en bedrijft hierbij intensieve PR. Een voorbeeld hiervan is de verwijzing naar de EVA-implementatie bij Coca Cola. De bodem voor EVA bleek zo vruchtbaar dat het tijdschrift Fortune enkele jaren geleden in een artikel ('EVA: The real key to wealth') uitgebreid aandacht aan het fenomeen schonk en daarbij constateerde: 'EVA is today's hottest financial item'. Rond 1995 deed EVA ook zijn intrede in Nederland. Inmiddels is EVA het stadium van buzzword ontstegen gezien de vele recente implementaties in ons land. Recent verscheen van de hand van Al Ehrbar een nieuw boek over EVA, getiteld: 'EVA, The real key to creating wealth'. Ehrbar is verbonden aan Stern Stewart en is een ex-journalist van de Wall Street Journal en Fortune (de ondertitel van het boek is geleend van zijn voormalige werkgever). De journalistieke achtergrond van Ehrbar komt goed tot uitdrukking in zijn schrijfstijl: Het boek is zeer goed leesbaar en bevat nauwelijks financieel jargon en rekentechniek. Het boek lijkt dan ook bij uitstek geschreven te zijn voor managers. De theoretische principes van EVA worden uit de doeken gedaan, de relatie met prestatiebeloning wordt uitvoerig behandeld en de relatie met managementbeslissingen wordt verduidelijkt. De voordelen van EVA, de inbedding van EVA in de besturing van de onderneming passeren uitgebreid de revue. De auteur maakt hierbij intensief gebruik van praktijkvoorbeelden. Alhoewel de cases veel overlap kennen qua boodschap en inhoud (de zeven cases beslaan maar liefst de helft van het boek!), maken zij de lezer wel goed duidelijk wat EVA kan betekenen voor een onderneming. Met name de denkwijze ('mindset') van EVA wordt goed inzichtelijk gemaakt. Voorbeelden uit verschillende sectoren maken duidelijk waarom EVA niet zozeer een technisch instrument is, als wel een denkwijze. EVA dwingt managers bijvoorbeeld continu afwegingen te maken tussen investeringen, debiteurenbeleid, crediteurenbeleid en de daarmee samenhangende marges en winsten. De nadelen van een eenzijdige focus op winst en marges worden krachtig geïllustreerd. Interessant zijn ook de beschreven mogelijkheden om EVA te vertalen naar prestatie-indicatoren op operationeel niveau. De wijze waarop de voordelen van EVA worden beschreven zal de Nederlandse lezer die 'The Quest for Value' kent niet vreemd voorkomen. EVA wordt geïntroduceerd als oplossing voor alle managementproblemen. Van enige nuancering is nauwelijks sprake. De lezer die reeds in vakbladen gelezen heeft over EVA of overweegt EVA te implementeren in zijn onderneming, zal bij Ehrbar weinig concrete houvast vinden. De nadelen van EVA, de implementatieproblemen, de technische uitwerking, de empirisch getoetste relatie tussen EVA en aandelenkoersen komen niet tot nauwelijks aan bod. Een illustratie hiervan is de discussie over de wijze waarop boekhoudkundige gegevens omgezet moeten worden tot een EVA-berekening. De mystiek die bij dit onderwerp in 'The Quest for Value' werd geïntroduceerd, wordt in het boek van Ehrbar nog verder vergroot. Het boek van Ehrbar moet dan ook niet worden gezien als een update of een uitbreiding van 'The Quest for Value'. De boeken zijn complementair. Waar het eerste boek geschreven is voor lezers met een financieel-economische achtergrond, lijkt het tweede met name bestemd voor de (general en lijn)manager. Na het lezen van 'EVA, The real key to wealth' resteert een tweeslachtig gevoel. De manager die iets wil lezen over de principes en voordelen van EVA in zijn onderneming, zal in het boek voldoende informatie aantreffen. Gezien de omvang van het boek (iets meer dan 200 bladzijden) en de vele cases kan dit zelfs in een kort tijdsbestek gelezen worden. Aan de andere kant zal de lezer die de principes en voordelen van EVA reeds kent, weinig nieuws aantreffen en daardoor de vragen die EVA in de praktijk oproept nog steeds zelf moeten beantwoorden. De relevantie van het boek is derhalve sterk afhankelijk van de voorkennis en de achtergrond van de lezer.
Recensie
EVA
Economic Value Added (EVA) is sterk in opkomst. Bekende Nederlandse ondernemingen als Philips, Ahold en Vendex gebruiken EVA als maatstaf voor de economische prestatie van de onderneming en haar bedrijfsonderdelen. Begin jaren '90 raakten steeds meer ondernemingen ervan overtuigd dat een eenzijdige focus op groei in winst per aandeel en marges niet automatisch leidt tot de creatie van waarde (en daarmee een stijging van de koers van het aandeel van de onderneming).
Eric Urff
|
21 maart 1999