De inktvis draagt de naam SQVIV (in het Nederlands vertaald als SKVIV) en zorgt met al zijn tentakels voor het bij elkaar brengen van de vijf belangrijkste vragen die volgens de auteur gesteld zouden moeten worden om antwoord te vinden op bedrijfsvraagstukken. Of zoals Roam zelf zegt: 'Het boek gaat over hoe organisatieadviseurs effectiever kunnen zijn in het ontdekken, ontwikkelen en delen van innovatieve ideeën door plaatjes te gebruiken.'
Al in de eerste paar pagina's weet Roam me wederom te pakken. Dit deed hij eerder met het boek Bla Bla Bla – Wat te doen als woorden niet werken. Past een goed bedrijfsplan inderdaad op de achterkant van een servet? Mijn verwachtingen zijn hooggespannen! De volgende vijf vragen, die worden verbonden door de tentakels van SKVIV, geven richting aan de wijze waarop een bedrijfsvraagstuk kan worden gevisualiseerd:
1. simpel of gedetailleerd?
2. kwalitatief of kwantitatief?
3. visie of executie?
4. individueel of vergelijking?
5. verandering of status quo?
Volgens Roam zorgen deze vijf vragen ervoor dat iedereen ziet hoe plaatjes gebruikt kunnen worden om problemen op te lossen. Hij spreekt zijn hoop uit dat de lezers van 'Op de achterkant van een servet' zullen leren om op een nieuwe manier naar problemen te kijken en daardoor een nieuwe manier zullen vinden om de problemen op te lossen.
Het boek bestaat uit vier delen: de inleiding, ideeën ontdekken, ideeën ontwikkelen en ideeën verkopen. Wanneer je als lezer weinig ervaring hebt met het visualiseren van bedrijfsvraagstukken dan raadt Roam aan om het boek van begint tot eind helemaal door te nemen. Ben je een meer ervaren tekenaar dan adviseert Roam, afhankelijk van wat je als lezer wil leren, verderop in het boek te starten.
Weet je niet zo goed hoe ervaren je jezelf kunt noemen? Door een korte test in de inleiding van het boek kom je erachter of jouw pen zwart (zeer ervaren), geel (gemiddeld ervaren) of rood (weinig ervaren) is. De vragen worden stap voor stap, zowel in woord als in beeld, uitgewerkt in het boek. Niet iedereen is gewend om te tekenen.
Omdat veel mensen de stellige overtuiging hebben dat ze zelfs helemaal niet kunnen tekenen, introduceert de auteur een aantal kleine oefeningen in het begin van het boek om de lezer te overtuigen dat tekenen echt zo moeilijk niet is. Dat doet hij onder meer door te benadrukken dat een goede tekening niet meer vereist dan een goed paar ogen, een (groot) voorstellingsvermogen en handen. Meer dan de basisvormen cirkel, vierkant, driehoek en rechthoek, wat lijnen en pijlen zijn niet nodig om een bedrijfsvraagstuk te kunnen schetsen.
Volgens Roam zijn er slechts zes probleemgroepen die je hoeft te kunnen tekenen: wie en wat, hoeveel, wanneer, waar, hoe en waarom Roam schrijft in toegankelijke taal en zijn tekeningen werken aanstekelijk. Hij laat ziet dat een krachtige tekening inderdaad kan bestaan uit een paar simpele basisvormen en wat pijlen. In mijn werk als opleider teken ik erop los om zo de soms droge materie op een aantrekkelijke manier te presenteren aan mijn cursisten.
Hoewel ik mezelf als een redelijk ervaren tekenaar zie, doe ik toch het ene na het andere goede idee op. En met een paar simpele lijnen en cirkels lukt het me om bepaalde bedrijfsprocessen nog scherper in beeld te brengen. Wat mij het meeste houvast heeft gegeven is het onderscheid in de zes probleemgroepen. Doordat elk probleem een vaste en steeds terugkerende vorm heeft kan ik mijn tekeningen stap voor stap opbouwen om vervolgens de cursisten stap voor stap mee te nemen in de processen waarmee ze te maken gaan krijgen in hun werk.
Roam heeft mijn hooggespannen verwachtingen over 'Op de achterkant van een servet' meer dan waargemaakt. Ik zal dit boek dan ook nog geregeld gebruiken ter inspiratie!
Over Amber Zwartbol
Amber Zwartbol is onderwijskundige (bij een overheidsinstantie).