McKinsey is ook geheimzinnig. Toen ik eenmaal aan 'De McKinsey Methode' van Ethan M. Rasiel begonnen was, drong zich al snel de vergelijking met een sekte aan mij op. Een gesloten, hiërarchische gemeenschap van 'vreemde wezens' (Rasiel) met een eigen leer en de eis van strikte onderwerping. Rasiel schrijft over dit laatste onder meer: 'In ruil hiervoor (d.i. hoge salarissen, snelle promotie en werken temidden van de elite van het bedrijfsleven; BP) eist McKinsey totale toewijding aan de cliënt, een uitputtend werkschema dat kan inhouden dat je weken of maanden weg bent van huis en gezin [-].' (p.10) Verderop in het boek vertelt hij dat McKinsey-consultants geacht worden tien tot veertien uur per dag bij hun cliënten te werken en daarnaast nog één dag van het weekend op kantoor. Met bezwerende rituelen ook. Rasiel opnieuw: 'Vraag iedere willekeurige oud-medewerker wat hij zich vooral herinnert van de manier waarop McKinsey problemen oplost, en hij zal je zeggen: 'MECE, MECE, MECE.' (p.20) MECE staat dan voor 'mutually exclusive, collectively exhaustive' ofwel wederzijds uitsluitend, gezamenlijk uitputtend. Wie echter verwacht dat Rasiel, die zelf McKinsey-associate was van 1989 tot 1992, in zijn boek de zweem van geheimzinnigheid rond deze organisatie met één pennenstreek doet verdwijnen, komt bedrogen uit. Ondanks de beloften die hij in zijn inleiding doet. 'Ik heb dit boek geschreven om nieuwe en bruikbare vaardigheden door te geven aan iedereen die efficiënter en effectiever zaken wil doen.' (p.11) Hij belooft de lezer ook 'methoden voor een gestructureerde, op feiten gebaseerde aanpak van bedrijfsproblemen' en 'tips om te overleven in de jungle van het hedendaagse bedrijfsleven'. Maar wie de laatste alinea van die inleiding gelezen heeft, weet al dat hij geen hooggespannen verwachtingen hoeft te koesteren. Rasiel meldt hier namelijk dat hij ooit beloofd heeft geen vertrouwelijke informatie over het bedrijf en zijn cliënten bekend te zullen maken en dat hij niet van plan is die belofte te verbreken. Daarom heeft hij de meeste namen van bedrijven en mensen in zijn boek onherkenbaar gemaakt. Maar niet alleen dat; ook in zijn beschrijving van de McKinsey-way-of-doing-things heeft hij een strenge zelfcensuur toegepast. De consultant die in dit boek inderdaad 'nieuwe en bruikbare vaardigheden' vindt, doet er voor mij dan ook verstandig aan zichzelf niet al te serieus te nemen. Ik zet bij wijze van illustratie enkele van de 'methoden' en 'tips' op een rijtje: 'De enige manier om erachter te komen of het probleem dat je aangeboden hebt gekregen ook het echte probleem is, is dieper graven.' (p.30) 'Stel haalbare vastomlijnde stappen vast. Dan heeft u doelstellingen die u kunt realiseren en zal uw cliënt tevreden zijn.' (p.64) 'Als u een beroep doet op de kennis van anderen, stel dan vragen en luister.' (p.92) Lezer, wees gewaarschuwd: dit is het niveau dat u kunt verwachten. Het boek bestaat uit vijf delen. In de eerste drie - 'de essentie van het boek' - legt Rasiel uit hoe McKinseyanen over bedrijfsproblemen denken, hoe zij problemen oplossen en hoe zij hun oplossingen verkopen. Deel 4, met de veelzeggende titel 'Overleven bij McKinsey', maakt duidelijk hoe je als McKinseyaan met stress kunt omgaan en deel 5 is gevuld met 'wijsheden' en herinneringen. Het zal u niet verbazen dat ik 'De McKinsey-methode' vooral een teleurstellend boek vond. Oppervlakkig en zeker geen naslagwerk, zoals Rasiel in de eerste zin van zijn inleiding belooft. De leukste passages zijn nog die waarin hij de lezer een kijkje gunt op de bedrijfscultuur bij McKinsey, zoals aan het begin van hoofdstuk 6. Rasiel schetst hier in een handvol alinea's een genadeloos beeld van de 'uitgesproken commandostructuur' bij zijn voormalige werkgever, die tegenover de buitenwacht nadrukkelijk het beeld ophoudt geen hiërarchie te kennen. Maar hiervan zijn er te weinig om het boek bestaansrecht te geven.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.