Dijksterhuis begint 'Het slimme onbewuste' met het ontkrachten van een aantal veronderstellingen over het bewustzijn. Zo veronderstellen we vaak dat het bewustzijn de baas is in ons brein, de CEO. We denken bovendien dat dit de kroon op onze evolutie is, precies dat wat ons onderscheidt van alle andere leven op aarde. In werkelijkheid is het bewustzijn slechts een slecht ingelichte, arrogante persvoorlichter. Arrogant omdat het denkt dat het de baas is en de beslissingen neemt, terwijl 99 procent van ons gedrag onbewust gestuurd wordt. Slecht ingelicht omdat het vaak gedrag niet helemaal niet kan verklaren en zomaar een verhaal ophangt.
Eigenlijk is het maar goed dat ons onbewuste het voor het zeggen heeft vertelt Dijksterhuis. Want het bewustzijn kan helemaal niet zo veel. Het kan maar één ding tegelijk en heeft een veel kleinere verwerkingscapaciteit dan het onbewuste. Het moderne onbewuste bestaat uit alle psychologische processen waarvan we ons niet bewust zijn, maar die ons gedrag, denken en emoties wel beïnvloeden.
In het boek wordt nader ingegaan op een aantal essentiële functies van het onbewuste. Dijksterhuis laat zien dat we veel meer onbewust dan bewust waarnemen en dat ook onze meningen veelal onbewust worden gevormd. Dat onze bewuste meningen vaak afwijken van onze onbewuste meningen en dat het juist deze onbewuste meningen en processen zijn die onze beslissingen en gedrag verklaren. Dit wordt geïllustreerd met een aantal experimenten. Maar het gaat verder dan dat. Onze meningen en gedragingen zijn ook nog eens gemakkelijk te beïnvloeden, zonder dat we ons dat realiseren.
Ook hiervan beschrijft het boek een aantal treffende voorbeelden. We kunnen maar één ding tegelijk bewust waarnemen. Als je op een feestje bent volg je doorgaans alleen het gesprek waar je zelf direct bij betrokken bent. De andere gesprekken hoor je niet. Als er echter in één van de gesprekken bij jou in de buurt jouw naam wordt genoemd hoor je dat ineens wel. Zo ook bij reclame. Van heel veel reclame die dagelijks op ons afkomt, zijn we ons (gelukkig) niet bewust. Als er echter reclame wordt gemaakt voor een merk of product dat we zelf vaak gebruiken dan trekt dat ineens onze aandacht. Hierdoor komt het o.a. ook dat reclameherinnering onder merkgebruikers altijd veel groter is dan onder niet-merkgebruikers.
We gaan er van uit dat onze bewuste mening min of meer overeenkomt met onze diepere onbewuste gedachten en gevoelens. Dat blijkt echter heel vaak niet zo te zijn. Bovendien worden onze meningen vaak weer beïnvloed door allerlei tijdelijke, toevallige omstandigheden waarvan we nooit zouden willen toegeven dat ze onze mening beïnvloeden. Zo laat Dijksterhuis zien dat mensen de vraag of ze gelukkig zijn veel positiever beantwoorden bij mooi weer dan bij slecht weer.
Hij beschrijft ook een experiment waarin mannen een vrouw veel aantrekkelijker vinden als ze net een tientallen meters hoge onstabiele hangbrug zijn overgelopen (door de adrenaline en verhoogde hartslag). In het boek staan nog een aantal interessante voorbeelden van experimenten waarin de mening van proefpersonen, zonder dat ze dat merkten, significant werd beïnvloed.
Ons onbewuste speelt dus een grote rol bij onze beslissingen. En dat is maar goed ook. Sommige beslissingen zijn zo complex dat we met de beperkte capaciteit van ons bewustzijn nooit tot een goede keuze zouden komen. Een reeks van experimenten toont bovendien aan dat onze onbewuste beslissingen veel beter zijn dan de beslissingen waar we zogenaamd goed over na hebben gedacht.
Ons gedrag is zoals eerder gezegd voor 99 procent onbewust. We hebben het dan niet alleen over reflexen, zoals het wegtrekken van je hand als je je brandt aan een hete pan. En ook niet alleen al ons routineuze gedrag zoals 's ochtends onze tanden poetsen of onze vaste route naar kantoor rijden. We zijn bijvoorbeeld ook, zonder dat we dat weten, constant bezig met het imiteren van gedrag van mensen in onze omgeving.
Partners die een leven lang samenzijn ontwikkelen door onbewuste imitatie van gezichtsexpressies zelfs dezelfde rimpelpatronen. Is dat dan nergens goed voor? Jawel. Ons onbewuste bestaat uit vele processen die in allerlei verschillende hersendelen plaatsvinden. Dit alles wordt niet centraal aangestuurd. Er zijn aanwijzingen dat ons bewuste op momenten dat het misgaat, bijvoorbeeld als je verkeerd bent gereden, kan fungeren als een soort podium waar het probleem centraal kan staan. Hierdoor kunnen onbewuste processen in onze hersenen over het probleem communiceren en een oplossing aandragen.
En last but not least, het bewustzijn kan dan misschien betrekkelijk nutteloos zijn, het is ook ontzettend leuk om te hebben volgens Dijksterhuis. Het leven zonder bewustzijn zou zijn als een droomloze slaap, we zouden nergens van kunnen genieten. Dijksterhuis' fascinatie en passie voor zijn vak is aanstekelijk.
Ik ben erg enthousiast over dit boek. Het gaat namelijk op de eerste plaats over jezelf, je eigen bewustzijn en onbewuste. Het boek is vlot geschreven, toegankelijk en grappig. Aan de hand van treffende voorbeelden en begrijpelijk beschreven experimenten praat Dijksterhuis ons volledig bij met betrekking tot de psychologie van het onbewuste. Dat dit vakgebied zeer relevant is voor marketeers is evident. Uiteraard worden ook merkvoorkeuren en de aankoopbeslissingen die consumenten dagelijks nemen veel meer onbewust dan bewust gestuurd. Ook voor mij als marktonderzoeker is het zeer van belang.
Veel vragen en onderzoekstechnieken van marktonderzoekers doen een beroep op het bewuste brein van consumenten. Ik ben bang dat we het hierdoor maar al te vaak met de antwoorden van de persvoorlichter in plaats van de CEO moeten doen.