Feitelijk is dat de ideale synopsis voor de eigentijdse opvolger van de ooit populaire tv-serie 'De Fabriek'. Een leuke soap, als het niet zo zou zijn dat ik zelf ook nog een tiental aandelen Ahold op het schap heb liggen onder het label 'winkeldochters'. Een grappige bijkomstigheid is bovendien dat het boek is gepubliceerd bij uitgeverij Balans. Het al dan niet consolideren van balansen van de Ahold-dochters is waar alle ellende mee begon.
Het boek, opgebouwd uit 12 hoofdstukken, is in verhaalvorm geschreven en gaat in op de historie van Albert Heijn vanaf 1959, waarbij er nog echt sprake is van een familiebedrijf met alle onderlinge vetes, tot aan de tumultueuze vergadering in 2003 waarin Anders Moberg zichzelf presenteert inclusief (in het kader van de nieuwe transparantie) zijn salaris. Auteur Jeroen Smit waaiert bij zijn inkleuring breed uit van inhoudelijk ter zake doende details naar de kwaliteit van de pizza's die worden verorberd tijdens marathonbijeenkomsten. Ook het allergrootste dilemma van de moderne zakenman komt een paar keer aan de orde: moet ik mijn wintersportvakantie eraan geven in tijden van nood of gaat mijn vrouw maar alleen met de kinderen de skipistes op? Morrend keert men terug naar Zaandam. Het is een leerzaam boek waarin een gemiddelde Albert Heijn-klant zich regelmatig zal afvragen hoe het in Godsnaam mogelijk is dat volwassen kerels die geen verstand hebben van retail, zoveel kunnen verdienen aan mijn dagelijkse boodschapjes. Hoe kunnen alleen al accountants en advocaten 100 miljoen verdienen aan het rechtzetten van de scheefgroei? En wat gebeurt er met intelligente mensen die alleen nog maar denken in doelen en geld en zich opgejaagd weten door hun beloftes aan de aandeelhouders? Wat is het gevaar als je de hele top aandelen en opties geeft en er niet meer gestuurd wordt op de realiteit, maar je de afbeelding van de werkelijkheid - de beurskoers - als je dagelijkse realiteit bent gaan beschouwen? En we hebben er allemaal aan mee geholpen, iedereen. Institutionele beleggers, kleine aandeelhouders, klanten, banken, managers, de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen hadden er baat bij dat de mooie verhalen van Cees van der Hoeven zouden kloppen en zouden blíjven kloppen. Immers, als iedereen het gelooft, wordt het een self-fulfilling prophecy. We wilden allemaal snel rijk worden. De diepste wens van ieder mens is koper in goud te veranderen. En het leek Cees te lukken: 74 overnames vanaf 1995 voor 19 miljard dollar, 23 kwartalen lang tweecijferige groei van de winst per aandeel. Het was meer dan (goud)koorts bij Ahold, het bedrijf was al behoorlijk ziek. Misschien kan het ook niet anders en lag het verloop van dit drama besloten in de geschiedenis van het bedrijf. Als een moeder (Albert Heijn) een kind baart (Ahold), dat zich vervolgens gaat gedragen als een moeder, dan is dat op zijn zachtst gezegd niet helemaal gezond. Toch blijven de hoofdrolspelers Michiel Meurs, Henny de Ruiter en Cees van der Hoeven op de één of andere manier sympathiek, ondanks alles. Jeroen Smit trekt een belangrijke conclusie op de laatste bladzijde: juist omdat ze zo weinig met de kwaliteit van het product en het primaire proces hebben, streven managers vooral kwantitatief meetbare doelen na. Ze willen de grootste worden; mensen met passie voor hun vak willen voor alles de beste worden. Misschien word je dan wel een keer de grootste... na jarenlang volharden. Een mooi boek Jeroen, bedankt!