De titel 'De strategieversnelling' wekt je nieuwsgierigheid en doet vermoeden dat het een snel en vluchtig geschreven managementboek is. Niets is minder waar, Alfred Griffioen weet u op een plezierige manier bij de les te houden en laat zien dat modellen uit de jaren zeventig en negentig nog altijd (deels) bruikbaar zijn.
Daarbij geeft hij aan dat het informatie- en kapitaaltijdperk de modellen van Porter, Treacy & Wiersma of de matrix van de Boston Consultancy Groep beïnvloeden en accentverschillen laat zien. Het gaat om de toegevoegde waarde die je bij bedrijven in winst vertaald ziet en bij non-profitorganisaties in betere service en kwaliteit tegen lagere kosten. Uit onderzoek is gebleken dat niet de concurrentie, maar eigen strategie (41%) de belangrijkste factor is voor het succes in de markt. Kennis en middelen nemen ook een belangrijke plaats in en bepalen voor 28% het succes. Daarmee laat Griffioen zien dat concurrentiekracht een minder sterke rol speelt dan Porter in zijn vijf-krachtenmodel benadrukt. De lagenkostenstrategie (Porter) of Operational Excellence (Treacy & Wiersema) zijn volgens de auteur geen houdbare strategieën meer. Er is veel kennis beschikbaar en via internet is een prijsvergelijk snel gemaakt. Griffioens advies is dus om te focussen op waar je goed in bent en daarin te excelleren. Richt je op innovatie voor de klant of van het product en maak daarbij je merkbelofte waar. Zo creëer je een duurzaam concurrentievoordeel. In zijn model zet Griffioen de marktrelevantie af tegen de uniciteit van het product (of de dienst) en geeft met dit kwadrant vier mogelijke strategieën, te weten: alliëren, combineren, excelleren en consolideren. Vertaald naar de versnellingsbak heeft dit model vier versnellingen die in de verte ook iets van Ansoff weg hebben. Het meest ideale is de vierde versnelling, de situatie waarin Apple en TomTom verkeren; een uniek product en precies weten hoe de klant het wil hebben. Beide bedrijven excelleren gelijktijdig op zowel klant als product. Gelukkig geeft Griffioen goed aan dat een auto niet direct in z'n vier optrekt en laat hij met voldoende realisme zien dat het voor menig bedrijf al moeilijk genoeg is om op één facet te excelleren. In 'De strategieversnelling' geeft hij aan dat eigenlijk het merendeel van de bedrijven zich in deze situatie bevindt. Het zijn goede en gerenommeerde bedrijven maar niet echt uniek in product of marktrelevantie, juist voor deze bedrijven komt Griffioen met alliantie als aanbevolen strategie. Aan de hand van vele voorbeelden worden de vier strategieversnellers besproken. Griffoen schreef ook het boek 'Het Senseo-effect', dus het is niet geheel verrassend dat dit als voorbeeld ruim aan bod komt. Aardig is ook het voorbeeld van het merk Madonna, waarin de auteur laat zien dat gedurende een bestaansperiode dit merk verschillende strategieversnellingen heeft doorlopen. Een bewijs dat strategievorming een dynamisch gebeuren is en het permanent aandacht behoeft. Dat kapitaalverstrekkers ofwel aandeelhouders in belangrijke mate de berijder dwingen de versnellingspook in de versnellingsbak laten schakelen, maakt Griffioen inzichtelijk aan de hand van de casus 'De macht van ABN Amro'. Volgens Griffioen gaan de businessmodellen op de schop of is de houdbaarheid van modellen steeds korter. Grote bedrijven worden opgesplitst in kleinere zeer gespecialiseerde bedrijven die gaan samenwerken. Ze opereren in een netwerk van bedrijven en kunnen daardoor sneller schakelen. Het boek 'De strategieversnelling' is een lekker leesbaar boek waarvan ik in het begin even bang was dat er veel open deuren instonden. Niets is minder waar, Griffioen weet bestaande informatie en modellen goed als basis te benutten en vult deze aan met zijn ideeën, relevante onderzoeken en durft daarbij te verwijzen naar collega-auteurs. Wat mij betreft is dit een perfect boek om in combinatie te lezen met 'Business model generatie' van Alexander Osterwalder en Yves Pigneur, een boek waar Griffioen ook naar verwijst. Natuurlijk heb ik het boek ook met een docentbril op gelezen. Wat mij betreft is het boek een goede prikkel voor managers die strategievorming serieus nemen. Het is zeker geschikt voor (MBA-)studenten, met dit boek hebben studenten een instrument (versnelling) om de geëigende en vooral verouderde modellen van Porter, Treacy & Wiersma, Ansoff en BCG in een ander perspectief en moderne tijd te plaatsen. Volgens mij bruist het bij Griffioen nog volop en komt hij binnenkort met 'De strategieversnelling 2.0' met zes versnellingen. Ik kijk er reikhalzend naar uit.
Over Nico Vreeswijk
Nico Vreeswijk MBA is werkzaam als manager relatiebeheer bij Sanquin Bloedvoorziening in Amsterdam en schrijft recensies op persoonlijke titel. Hij heeft zijn MBA behaald aan de Business School Nederland te Buren en is docent bij de business school NCOI.