'Human Business Engineering' onderscheidt zich van andere recente verschenen boeken op dit gebied. Lowell Bryan en Claudia Joyce houden bijvoorbeeld in 'Talent aan zet' een pleidooi om organisaties te ontdoen van hun traditionele structuren met als doel om beschikbaar talent optimaal te kunnen benutten. Hun ideeën op dit punt zijn nog abstract.
Rolf Baarda en Glenn Frijde nemen juist bestaande organisaties als uitgangspunt en bieden vernieuwende P&O-handvatten om die organisaties te laten excelleren en talent optimaal in te zetten. De modellen die zij daarvoor aanreiken zijn direct toepasbaar in elke bedrijfsorganisatie. Talentmanagement is in die optiek een doorontwikkeling van competentiemanagement zoals dat ooit bedoeld is.
Het denken in competenties is ontwikkeld door Gary Hamel en C.K. Prahalad en beschreven in hun artikel 'Core Competence of the Corporation'. Competentiemanagement is in hun optiek vooral bedoeld als middel om de organisatie én de mensen in samenhang te ontwikkelen en te richten op de bedrijfsstrategie. In de praktijk zie je dat HR-afdelingen aan competentieontwikkeling op individueel niveau zijn gaan werken. Daarop komt van verschillende kanten kritiek.
Die kritiek maakt duidelijk dat Prahalad en Hamel hun idee niet hebben ontwikkeld met het individu voor ogen, maar voor de organisatie als geheel. Daarbij is de vraag aan de orde wat effectiever is; werken aan verbetering van iemand zijn zwakke punten of goed inzetten en werken aan verdere ontwikkeling van talenten? Baarda en Frijde geven met hun boek antwoord op die kritiek en kiezen voor het laatste.
De kracht van Human Business Enigeering oftewel talentmanagement is het slaan van de brug tussen de doelstellingen van de organisatie en de medewerkers die binnen die organisatie functioneren.
Baarda en Frijde vegen de vloer aan met een aantal klassieke instrumenten. In plaats daarvan reiken zij u instrumenten aan zodat u uw mensen op de juiste plaatst kunt inzetten, waarderen en stimulering. En modellen die u in staat stellen om sterker te sturen op de juiste inzet van talenten.
Bijzonder praktisch is het gehanteerde model waarbij naast de klassieke functionele indeling, een stratificatie van werkproblematiek wordt gegeven. Hierbij worden acht zeer herkenbare rollen en de daarbij horende competenties omschreven.
U krijgt inzicht in het werken aan en realiseren van lange termijn businessdoelen en duurzame successen. Vervolgens leest u hoe belangrijk teamwork is en daarmee de samenstelling van teams. Voorbeelden illustreren dit. Eén voorbeeld laat zien hoe Barend en Van Dorp complementair blijken in hun talent en elkaar daardoor prachtig aanvullen.
De modellen uit het boek werken twee kanten op. Aan de ene kant kan een organisatie hiermee zijn medewerkers zó inzetten dat optimaal gebruik wordt gemaakt van beschikbare talenten. Aan de andere kant bieden deze modellen voor het individu een spiegel.
Mij persoonlijk gaf het boek direct een onderbouwd inzicht in de plaats in een organisatie, het niveau, waarop ik het best tot mijn recht kom. Tot slot biedt het boek een handvat voor de HR-professional die met talentmanagement aan de slag wil in de vorm van de 'HR-roadmap'.
Dit vlot geschreven boek heb ik gelezen met heel veel plezier en met veel momenten van herkenning. Een boek dat mij handreikingen biedt om snel aan de slag te gaan met vernieuwend beleid op het gebied van competentiemanagement. Praktische en aansprekende handvatten en modellen die snel operationeel kunnen worden gemaakt en die een belangrijke en succesvolle bijdrage aan iedere organisatie kunnen leveren.