Het boek is zeer waardevol voor leiders en managers die op een pragmatische en snelle wijze oplossingen zoeken voor deze dilemma's. Het boek is bovendien actueel in het kader van de huidige kredietcrisis en door de manier waarop bijvoorbeeld banken zijn aangestuurd de afgelopen jaren.
Fons Trompenaars en Ed Voerman leveren met 'Grenzeloos leiderschap' een belangrijke bijdrage aan het denken over leiderschapsstijlen. In het boek staat dienend leiderschap centraal. Deze stijl is zeer relevant en belangrijk, zeker in het licht van de huidige maatschappelijke discussie over leiderschap van bijvoorbeeld banken, die een aanzienlijke rol hebben gespeeld in de kredietcrisis.
Het boek is dan ook een must voor beleidsmakers en leiders in het bedrijfsleven, als ook voor (aankomende) managers. De huidige economische realiteit was wellicht, of vermoedelijk, anders geweest als de top van banken en andere bedrijven de dienend leiderschapsstijl hadden toegepast!
Het boek verbindt op een makkelijk leesbare manier het theoretische kader over dienend leiderschap (deel 1) met de praktijk (deel 2) van veel leiders in interculturele organisaties, zowel van bedrijven als overheden. In het eerste deel leggen de auteurs onder andere de verbinding met denkers als Stephen Covey en Warren Bennis.
De basis van dienend leiderschap ligt bij Robert Greenleaf, voormalig organisatieadviseur van AT&T en docent aan MIT en Harvard. In zijn visie moeten dienen en leiden in evenwicht zijn, waarbij een zorgvuldige omgang met de omgeving centraal staat. Een dienend leider heeft zowel een sterke wens om te dienen, als een sterk vermogen om te leiden. De beide elementen versterken elkaar.
Dit gedachtegoed is al duizenden jaren oud en vindt zijn basis bij Plato. In de westerse traditie is Christus het voorbeeld van dienend leiderschap, maar ook in het islamisme, hindoe en boeddhisme worden elementen ervan aangetroffen. In de westerse wereld wordt door de meeste bedrijven het power-model gehanteerd als leiderschapsmodel, waarbij het draait om leiderschap te verkrijgen, uit te oefenen en de macht te behouden.
Volgens de auteurs, en die mening deel ik, is er behoefte aan een meer vruchtbaar model. Organisaties ontlenen hun bestaansrecht namelijk aan wat ze voor de maatschappij betekenen. Elke organisatie heeft dus een dienende functie. In het dienend leiderschapsmodel wordt niet gekozen uit twee uitersten, bijvoorbeeld dienen of leiden, maar wordt de lineaire logica verlaten. Er wordt gebruikgemaakt van cyclische logica waarbij de uitersten worden verbonden; de lijn verandert in een cirkel. Deze essentiële gedachte stelt in staat om de eerder genoemde dilemma's op te lossen en tegengestelde waarden te verbinden en naar een hoger niveau te brengen.
In afzonderlijke hoofdstukken lichten Trompenaars en Voerman zeven belangrijke dilemma's uitgebreid toe en illustreren deze aan de hand van bedrijfsvoorbeelden zoals van Motorola en Bombardier. Het ogenschijnlijke dilemma dienen versus leiden lossen ze op door niet te kiezen uit de twee uitersten, maar door deze te verbinden en elkaar te laten versterken. Alle zeven dilemma's leiden zodoende tot zeer boeiende inzichten. Deze zijn mijn inziens niet alleen in interculturele omgevingen van belang, maar ook in puur Nederlandse omgevingen, waar mensen met verschillende karakters met elkaar samenwerken.
De enige kritische kanttekening die ik wil maken is dat het larderen van ieder hoofdstuk aan de hand van een rolmodel geen waarde toevoegt. De concrete bedrijfsvoorbeelden zijn sprekend genoeg. Het boek is zeer zeker een aanwinst voor het Nederlandse bedrijfsleven.