‘Eén voor allen, allen voor één’ geeft overtuigend het belang van een veilige cultuur binnen organisaties aan. Het gaat daarbij niet zozeer om de fysieke veiligheid. Dat is vooral op kantoor meestal wel goed geregeld.
Het gaat om de sociaal-emotionele veiligheid. Die blijkt veel minder vanzelfsprekend en zeker zo belangrijk voor succesvolle organisaties. De Amerikaanse oud-advocaat en reclameman Simon Sinek is doorgebroken met zijn TED-talk over leiderschap, die meer dan 17 miljoen maal is bekeken. ‘Een voor allen, allen voor een’ is zijn tweede boek na Begin met waarom: de gouden cirkel van ondernemen.
De cirkel vormt de rode draad in zijn boeken. In zijn laatste boek staat de zogenoemde Cirkel van Veiligheid centraal. Dit simpele maar krachtige concept is ontleend aan de Griekse dichter van fabels Aesopus uit de zesde eeuw voor Christus. Moderne organisaties, bijvoorbeeld het Korps Mariniers van het Amerikaanse leger, maken er nog steeds gebruik van.
Het idee is dat je de vijandige buitenwereld alleen de baas kan als je een veilige binnenwereld creëert. Managers en medewerkers kunnen alleen voldoende energie aan het omgaan met de veranderingen in de buitenwereld besteden als ze die niet hoeven te verspillen aan intern gedoe, politieke spelletjes, en dergelijke.
Op elkaar kunnen vertrouwen is daarvoor een basisvoorwaarde. Sinek beschrijft met talrijke voorbeelden dat leiderschap daarin een essentiële rol speelt. Het goede nieuws is dat met leiderschap voorwaarden in organisaties kunnen worden geschept, die leiden naar een sociaal-emotioneel veilige cultuur.
Hiervoor geeft Sinek vijf lessen, waaronder ‘Integriteit telt’ en ‘Leidt de mensen, niet de getallen’. Wie op zoek is naar baanbrekende theorieën voor het vormen van een sociaal-veilige omgeving in organisaties heeft het verkeerde boek in handen. Ook concepten als volwassenheidsniveaus van organisatiecultuur of de High Reliability Organisations (HROs) worden niet expliciet genoemd.
In plaats daarvan staat het boek boordevol recente en wat oudere anekdotes en verhalen, die zijn onderbouwd met noten en wetenschappelijke artikelen. Dit is misschien wel overtuigender dan de gangbare managementtheorieën over organisatiecultuur. Bijzonder origineel vind ik het gedeelte over de imposante krachten. Hierin wordt, in de woorden van Sinek, onze ‘chemische afhankelijkheid’ beschreven.
Onze evolutie heeft ons vier chemische stofjes opgeleverd, waardoor we ons goed en lekker voelen. De eerste twee zijn endorfine en dopamine. Die noemt Sinek de egoïstische stofjes. We maken ze aan door eigen activiteiten, bijvoorbeeld sporten en het halen van vooraf gestelde mijlpalen (denk aan je targets).
De andere twee zijn de neurotransmitter serotonine en het hormoon oxytocine. Serotonine wordt aangemaakt als je bijvoorbeeld waardering van anderen ontvangt. Het geeft een gevoel van trots en zelfvertrouwen. Oxytocine ontstaat bij iemand helpen, zowel bij de helper als bij diegene die geholpen is. Deze beide stofjes worden dus aangemaakt in interactie met anderen en noemt de Sinek de altruïstische stoffen. Door positieve interacties met anderen, bijvoorbeeld door je als een dienstbare manager te gedragen, ga je je zelf dus goed voelen!
Verderop in het boek wordt met voorbeelden aangeven waar gebrek aan een cultuur van eenheid toe kan leiden. Eén zo’n verhaal gaat over de ramp met olieplatform Deep Water Horizon van BP in de Golf van Mexico in 2010. In de drie jaren voorafgaand aan deze onnodige ramp bleek BP in de Verenigde Staten al ruim 700 berispingen voor onveilige situaties te hebben gehad. Soortgelijke bedrijven kregen in diezelfde periode 1 tot 8 van dergelijke waarschuwingen. Blijkbaar was er geen cultuur van vertrouwen, waardoor het personeel onveilige situaties niet aan de kaak durfde te stellen, laat staan dat ze die op konden lossen. Met alle gevolgen van dien. Los van de dodelijke slachtoffers en al het andere menselijke leed heeft de ramp BP ruim 25 miljard dollar gekost.
Vooral aan het eind krijgt het boek een wat maatschappijkritische wending. Zo hekelt Sinek de focus op aandeelhouderswaarde van veel organisaties van de afgelopen jaren en de rol die babyboomgeneratie daarin heeft gespeeld. Hier komt hij met onderzoek dat aantoont dat bedrijven die niet alleen focussen op aandeelhouderswaarde juist meer van die waarde creëren dan bedrijven die dat wel doen. Eigenlijk is het boek één pleidooi voor de terugkeer naar de menselijke maat in organisaties, om daarmee als organisatie leefbaarder én slagvaardiger te worden.
Daarmee valt het boek in een categorie waarin bijvoorbeeld ook Leidinggeven aan professionals? Niet doen! van Matthieu Weggeman valt. Dit was het managementboek van het jaar in 2008. Een signaal dat het wel even duurt, voordat we maatschappelijk de omslag naar minder abstracte en meer menselijke organisaties hebben gemaakt. Simon Sinek levert met zijn Een voor allen, allen voor een waardevolle inspiratie voor deze omslag. Iets waar we allen beter van worden.
Over Martin van Staveren
Martin van Staveren is adviseur, auteur, docent en spreker. Hij ontwikkelde het gedachtegoed voor risicoleiderschap. Met zijn bureau VSRM helpt hij organisaties doelgericht om te gaan met risico’s én kansen in complexe situaties. Eerder schreef hij onder andere Risicogestuurd werken (2015), Risicoleiderschap (2018) en Iedereen Risicoleider (2020).