Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Verbetercultuur

Als serieus boekbespreker ben je voortdurend op zoek naar de juiste balans tussen niets ontziende eigenwijsheid en gepaste nuancering. Daarvan werd ik me weer eens bewust toen ik het boek Praktisch Lean Management van Bas Lohman en Jeroen van Os onder ogen kreeg. ‘Don’t judge a book by the cover.’ Of titel in dit geval!

Bert Peene | 15 juli 2009 | 3-4 minuten leestijd

‘Lean’ kwam in mijn vocabulaire niet voor zonder het onvermijdelijke ‘mean’. Zo van: iedere ceo weet dat ‘lean & mean’ de beste ondernemingstrategie is om op de langere termijn te kunnen overleven. En dat gaat onvermijdelijk van ‘Au!’ Want ‘lean & mean’ betekent dat je al het vet uit je organisatie snijdt en daarbij het vlees niet spaart. Waar bedrijfsprocessen ‘lean(er) & mean(er)’ moeten worden, vallen gegarandeerd ontslagen. De Angelsaksische benadering ten voeten uit. Het zijn immers vooral de aandeelhouders die er de vruchten van plukken (dacht ik). Ik had mijn pen dus al in vitriool gedoopt.

Maar intussen weet ik beter. Dat wil zeggen: mijn aanvankelijke scepsis is flink bijgesteld en daarin heeft Praktisch Lean Management een belangrijke rol gespeeld. ‘Lean Manufacturing’ is een door Toyota ontwikkelde methodiek van waardebepaling die tot doel heeft processen te optimaliseren door het elimineren en voorkomen van verspillingen. Natuurlijk kun je de vraag wat verspilling is, vanuit meerdere perspectieven benaderen; het organisatieperspectief bijvoorbeeld – overproductie is daarvan een goed voorbeeld, evenals het onnodig aanleggen van voorraden – maar Lohman en Van Os kiezen nadrukkelijk het klantperspectief: ‘Lean [is] alleen doen wat waarde heeft voor de klant.’ Daar kun je het moeilijk mee oneens zijn, zeker in een tijd waarin iedereen die iets over recessiemarketing te melden heeft, roept dat bedrijven maar weer eens naar hun klanten moeten gaan luisteren. ‘Lean Manufacturing’ snijdt dus naar twee kanten: je doet inderdaad aan kostenreductie, maar werkt tegelijkertijd gericht aan het vergroten van de klanttevredenheid. Besparing en investering in één: zo had ik het eerlijk gezegd nooit bekeken.

‘Praktisch Lean Management’ is allereerst geschreven voor studenten in het HBO – de studierichting doet er niet zo toe – maar kan ook voor executives die de methodiek niet kennen, een bron van informatie (en inspiratie) zijn. Een groot deel van het boek gaat over de methodiek zelf en beschrijft de stappen die gezet moeten worden om te komen van initiatie tot implementatie. Daarbij wordt de lezer regelmatig voorzien van alles wat een praktijkboek tot praktijkboek maakt: handige schema’s, duidelijke praktijkvoorbeelden en expliciet benoemde tips, zoals: ‘Wees vanaf het begin duidelijk over wat er aan de hand is. Voorkom dat er een sfeer van geheimzinnigheid ontstaat rond een groepje mensen dat zich om een of andere reden periodiek in een hok opsluit om wie weet wat te bekokstoven.’

Wat zeker ook voor de gekozen opzet pleit, is dat de auteurs het veranderkundig aspect niet vergeten zijn. Zij hebben daarvoor gebruik gemaakt van de veranderaanpak die Annemarie Mars beschrijft in haar in 2008 verschenen boek Hoe krijg je ze mee? Haar belangrijkste advies is: ga op zoek naar krachten die mensen in beweging zetten. Daaraan besteden Lohman en Van Os dus wat meer aandacht dan aan andere zaken waarmee je als ‘lean manager’ te maken krijgt, zoals omgaan met weerstand (misschien net iets te mager) en de heersende bedrijfscultuur (evenzo).

De ‘Lean Manufacturing-methodiek’ heeft jarenlang in een kwaad daglicht gestaan; misschien niet zozeer door de achterliggende filosofie maar toch zeker door de manier waarop ze werd uitgevoerd. Ze zou innovatienaar het tweede plan verdrijven – alle energie wordt immers op verbetering van bestaande producten gericht – en dodelijk zijn voor de ontwikkeling van mensen. Lohman en Van Os maken met hun boek echter duidelijk dat de methodiek zich wel degelijk leent voor modern personeelsbeleid. ‘Lean Manufacturing’ – of ‘Lean Management’ – is immers ook ‘Lean Thinking’. Ze is erop gericht mensen meer inzicht te geven in de processen waarvan ze deel uitmaken en stimuleert ze daarin zelf verantwoordelijkheid te nemen als de situatie erom vraagt. Kiezen voor ‘Lean Management’ betekent dus kiezen voor een cultuur waarin verbeteringen vanzelfsprekend zijn. Hoe je zo ver komt? Daarover gaat dit boek, dat zijn belofte aan de lezer wat mij betreft volledig waar maakt.

Over Bert Peene

Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden