Bij oplossingsgericht coachen is de gewenste situatie vanuit het perspectief van de cliënt het uitgangspunt. De cliënt wordt geholpen om de gewenste toekomst in detail te beschrijven. Er wordt gezocht naar kleine, haalbare stappen, en naar oplossingen die de cliënt zelf al in huis heeft maar misschien nog te weinig heeft toegepast. Als de cliënt successen boekt, draagt dat bij aan het besef dat hij invloed heeft om zijn eigen leven vorm te geven. De cliënt zit vanaf het begin 'aan het stuur'. Om dit te bereiken, werkt de oplossingsgerichte coach met vragen die de kracht van mensen naar boven halen. Kernvragen die in het boek steeds terugkomen zijn: wat wilt u concreet bereiken? Hoe weet u dat uw situatie zodanig is verbeterd dat u mijn begeleiding niet langer nodig hebt? Hoe gaat u tot nu toe om met problemen? Wat werkt daarbij het beste? En: wat is er beter gegaan sinds de vorige bijeenkomst? Door het boek heen zijn de volgende cruciale vaardigheden te lezen die een oplossingsgerichte coach inzet: - Wacht op het antwoord van de cliënt. Laat stiltes vallen die tot reflectie aanzetten. - Geef als coach geen adviezen of suggesties, tenzij de cliënt er om vraagt. - Bedenk met de cliënt oefeningen om mee te experimenteren. - Heeft iets effect? Doe het dan vaker! - Blijf nieuwsgierig en geef veelvuldig complimenten. Ik word altijd nieuwsgierig én achterdochtig tegelijkertijd wanneer ik ronkende aanbevelingen lees op de diverse 'flappen' van een boek. Ook nu weer: 'Berg en Szabó hebben het toverboek voor coaches geschreven. Zij hebben een fenomenale bijdrage geleverd aan de kennis en knowhow op het gebied van coaching.' Helaas wordt mijn achterdocht doorgaans meer bevredigd dan mijn nieuwsgierigheid. Ook nu weer, want 'Oplossingsgericht coachen' is beslist geen toverboek, ook al staan er een aantal aardige recepten in die een coach kunnen ondersteunen om samen met een cliënt succes te boeken. Berg en Szabó geven echter geen onderbouwing waarom deze aanpak snel of sneller succes zou hebben. Het is meer een geloof in deze werkwijze dan dat er bewijzen worden gegeven. In die zin zou je het dus tóch een toverboek kunnen noemen. De spreuken schijnen te werken, maar je weet niet hoe dat komt. Waarom is er door de beide auteurs, verbonden aan universiteiten in de VS en Zwitserland, geen onderzoek gedaan naar de werkzame bestanddelen uit het toverboek, zodat niet alleen tovenaars en heksen er succes mee kunnen boeken? Wat me bevalt aan het boek, is dat de auteurs uitgaan van de kracht van elke cliënt, en dat door bewust geen adviezen te geven, te vragen naar concrete doelen van de cliënt, en niet te gaan graven in iemands verleden en achterliggende oorzaken. Waar ik me steeds vaker aan erger in dit soort boeken, zijn de zogenaamde 'oneliners' en 'tips voor de coach' waarmee elk hoofdstuk wordt vervuild. Een paar voorbeelden: 'Vraag als coach toestemming om te doen wat we toch al gaan doen. Het maakt veel uit hoe we het doen.' Of: 'Wat zouden uw collega's anders doen om u te laten weten dat zij begrijpen dat u vastbesloten bent het project op tijd af te krijgen?' Na zo'n fenomenale toverformule zou ik als cliënt ook een paar minuten met open mond zitten. Zouden dergelijke tips nu werkelijk bijdragen aan een effectieve sessie?
Over Gérard Hendriks
Gérard Hendriks (1956) is mede-oprichter van Het Laar, centrum voor werk en persoonlijke ontwikkeling. Naast het verzorgen van intervisie en individuele coaching van (startende) leidinggevenden heeft hij zich de laatste jaren bezig gehouden met het ontwikkelen van competenties in alle lagen van de organisatie. Hendriks gaat in zijn werk altijd op zoek naar de intrinsieke motivatie en kansen voor ontwikkeling bij klanten.